Naar boven ↑

Update

Nummer 8, 2019
Uitspraken van 24-07-2019 tot 04-09-2019
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. drs. K.H. Boonzaaijer en mr. E.H. Leemreis.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Rechtspraak

Hierbij de nieuwsbrief met daarin een korte weergave van de recent verschenen ondernemingsrechtelijke uitspraken.

Ga naar onze website (www.or-updates.nl) of klik op een or-nummer om de hele samenvatting te lezen. Daar kunt u ook gebruikmaken van onze zoekmachine om te zoeken op artikelnummer, onderwerp, advocaat, rechter en nog veel meer!

In het bijzonder wijs ik u graag op de volgende uitspraken.

Hoge Raad

Aansprakelijkheid bestuurder op grond van de verplichting tot storting op aandelen
OR 2019-0086 ziet op de stelplicht en bewijslast bij aansprakelijkheid uit hoofde van de verplichting tot storting op aandelen. Een oud-crediteur van een failliete vennootschap spreekt de indirect bestuurder aan op grond van de stortingsaansprakelijkheid (art. 2:180 (oud) BW). Op grond van dat artikel is een bestuurder, zolang het volledige voorgeschreven minimumkapitaal niet is gestort, naast de vennootschap hoofdelijk aansprakelijk voor alle verrichte rechtshandelingen die de vennootschap binden. Het minimumkapitaalvoorschrift bij de bv is vervallen bij inwerkingtreding van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht, maar de stortingsaansprakelijkheid geldt nog steeds indien al aan de eisen van artikel 2:180 (oud) BW was voldaan voor inwerkingtreding van voornoemde wet. Anders dan de rechtbank wijst het hof de vorderingen af, omdat de oud-crediteur deze onvoldoende zou hebben onderbouwd. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof vanwege niet op elkaar aansluitende motivering in het tussenarrest en het eindarrest.

Vormfout OK leidt tot vernietiging oordeel wanbeleid inzake Xeikon
In OR 2019-0087 leidt een vormfout van de OK (het niet juist oproepen van een persoon) tot een schending van het beginsel van hoor en wederhoor bij het vaststellen van wanbeleid. De Hoge Raad vernietigt de beschikking van de OK gedeeltelijk en verwijst de zaak terug ter verdere behandeling.

Hof

Bestuurdersaansprakelijkheid afgewezen ondanks ‘te naïeve opstelling’
In OR 2019-0083 vorderen geïntimeerden van een bestuurder van een failliete vennootschap schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad. Anders dan de rechtbank wijst het hof de vordering af omdat de bestuurder geen persoonlijk ernstig verwijt treft. Daarbij overweegt het hof dat de bestuurder zich in zijn handelen te naïef en goedgelovig heeft opgesteld, maar dat dit geen persoonlijk ernstig verwijt oplevert op grond waarvan hij aansprakelijk kan worden gesteld voor de geleden schade.

Verplichting tot terugbetaling ongeoorloofde en onrechtmatige dividenduitkering
In OR 2019-0084 speelt een procedure na cassatie en verwijzing. Op grond van een onrechtmatige uitkering van dividend vlak voor faillissement vordert de curator vergoeding van het boedeltekort dan wel terugbetaling van de dividenduitkering want ongeoorloofd en onrechtmatig. Het hof wijst bestuurdersaansprakelijkheid op grond van artikel 2:248 BW af, omdat niet is vast komen te staan dat de dividenduitkering een belangrijke oorzaak is van het faillissement vier maanden later. De overige vorderingen worden wel toegewezen.

Besluit tot uitkering van dividend nietig
In OR 2019-0081 komt de nietigheid van een dividendbesluit aan de orde. De curator beroept zich op een rekening-courantvordering van de gefailleerde vennootschap op haar voormalige bestuurder. De bestuurder vordert uitkering van nog niet betaald dividend. Het hof wijst, in navolging van de rechtbank, de vordering van de curator toe en de vordering van de bestuurder uit hoofde van dividend af. Het hof stelt eerst vast dat er sprake is van interim dividend en dat het besluit om interim dividend uit te keren is genomen in strijd met de statuten en aldus nietig is.

Ondernemingskamer

Enquête in Cavari Clinics toegewezen
In OR 2019-0080 wordt door een van de aandeelhouders, tevens zijnde bestuurder bij een zorginstelling, een enquête verzocht, evenals de benoeming van een tijdelijk bestuurder met doorslaggevende stem vanwege een schending van de samenwerkingsafspraken en een patstelling binnen het bestuur. Het verweer strandt dat verzoeker niet-ontvankelijk is omdat het om een puur vermogensrechtelijk geschil zou gaan. De OK wijst het verzoek toe, onder meer vanwege de patstelling en een potentieel tegenstrijdig belang. Zonder de benoemde bestuurder kan de vennootschap niet worden vertegenwoordigd.

Rechtbank

Bestuurdersaansprakelijkheid afgewezen
In OR 2019-0089 vordert een opdrachtgever schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad door een aannemer in de hoedanigheid van bestuurder van een gefailleerd aannemingsbedrijf, vanwege een schending van de normen die volgen uit HR Beklamel en HR Ontvanger/Roelofsen. De rechtbank wijst de vordering af, omdat de vordering onvoldoende is onderbouwd door de opdrachtgever.

Ontslagbesluit bestuurder van een stichting rechtsgeldig
In OR 2019-0088 tracht een bestuurder van een stichting het ontslagbesluit aan te vechten. De rekestenrechter wijst het verzoek tot ontslag af, omdat de bestuurder al ontslagen is (en dus niet nogmaals kan worden ontslagen) op grond van een ontslagbesluit dat in lijn is met de statuten en rechtsgeldig is. In de onderhavige procedure wijst de rechtbank het verzoek om het ontslagbesluit nietig te verklaren dan wel te vernietigen af, omdat de beschikking van de rekestenrechter gezag van gewijsde heeft verkregen.

Rest mij nog u een bijzonder goede dag toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Emmanuel Lokin
Hoofdredacteur OR Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank