Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.
Rechtspraak
Hierbij de nieuwsbrief met daarin een korte weergave van de recent verschenen ondernemingsrechtelijke uitspraken.
Ga naar onze website (www.or-updates.nl) of klik op een or-nummer om de hele samenvatting te lezen. Daar kunt u ook gebruikmaken van onze zoekmachine om te zoeken op artikelnummer, onderwerp, advocaat, rechter en nog veel meer!
In het bijzonder wijs ik u graag op de volgende uitspraken.
Hoge Raad
Maatstaf voor concernenquête juist toegepast inzake SNS
De OK heeft een concernenquête gelast naar het beleid en de gang van zaken van zowel SNS Reaal als haar dochtervennootschap SNS Bank. In OR 2020-0138 wijst de Hoge Raad het cassatieberoep van de Staat tegen de beschikking van de OK af en geeft een maatstaf voor concernenquête. In OR 2020-0139 wijst de Hoge Raad het cassatieberoep van SNS Reaal en SNS Bank tegen de beschikking van de OK af, onder verwijzing naar zijn beschikking van dezelfde dag (ECLI:NL:HR:2020:478, OR 2020-0138). De OK heeft met juistheid vastgesteld dat de (voormalig) aandeelhouders van SNS Reaal bevoegd zijn tot het indienen van een enquêteverzoek, ook betreffende SNS Bank, omdat SNS Reaal en haar dochtermaatschappij SNS Bank met elkaar waren verbonden in een groep in de zin van artikel 2:24b BW en SNS Reaal het beleid van SNS Bank ten aanzien van de onderwerpen die aan het enquêteverzoek ten grondslag zijn gelegd, mede heeft bepaald.
Hof
Aansprakelijkheid OK-functionarissen afgewezen
In OR 2020-0158 zijn de OK-bestuurder en OK-beheerder van aandelen van Vikariën BV niet aansprakelijk jegens een van de aandeelhouders voor het stuklopen van een overname van de onderneming die uitmondt in faillissement. Voor zover de schade van de aandeelhouder bestaat uit het misgelopen liquidatiesaldo na de overname, kwalificeert het hof dit als aandeelhoudersschade (afgeleide schade) en wijst de vordering af. Ook is er geen sprake van bestuurdersaansprakelijkheid. Nu de bestuurder niet ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, valt ook niet in te zien waarom beheerder had moeten ingrijpen.
Bestuurdersaansprakelijkheid afgewezen, in het licht van de financiële crisis taak niet kennelijk onbehoorlijk vervuld
In OR 2020-0162 worden de direct en indirect bestuurder van twee failliete vennootschappen uit de bouwsector (Wildilco-groep) aansprakelijk gesteld door de curator op grond van artikel 2:248 BW, 2:9 BW en 6:162 BW, onder meer omdat het concern vanaf 2010, toen alle groepsonderdelen verlies leden, geen perspectief had en in ieder geval niet ten laste van de crediteuren mocht worden voortgezet. Het hof oordeelt dat, tegen de achtergrond van onzekerheid over de duur van de financiële crisis, de strategie van het bestuur om het personeel aan het werk te houden met verlieslatende projecten, verdedigbaar was. Omdat de dividenduitkeringen geen invloed hadden op de liquiditeit (want geboekt in rekening-courant), zijn schuldeisers hierdoor niet benadeeld. Het hof overweegt verder dat met ‘kennelijk onbehoorlijke taakvervulling’ in de zin van artikel 2:248 BW niets anders wordt bedoeld dan met ‘onbehoorlijk bestuur’ in de zin van artikel 2:9 BW. De maatstaf voor aansprakelijkheid op grond van artikel 6:162 BW is dezelfde, omdat de toerekeningsmaatstaf wordt ingekleurd door artikel 2:9 BW. Alle vordering worden afgewezen.
Peeters/Gatzen-vordering wegens voortzetting verlieslatende onderneming toegewezen
In OR 2020-0161 slaagt de Peeters/Gatzen-vordering tegen (indirect) bestuurder van een andere vennootschap die tot de Wildilco-groep wel. Door voortzetting van de verlieslatende onderneming na opzegging van het concernkrediet is het actief afgenomen en het passief toegenomen, waardoor de gezamenlijke schuldeisers zijn benadeeld. Het beroep op artikel 2:248 BW wordt afgewezen, omdat de voortzetting geen belangrijke oorzaak is van het faillissement. Ook de vordering op grond van artikel 2:9 BW wordt afgewezen, omdat er een doordachte afweging heeft plaatsgevonden en er geen waarde is verdampt.
Bestuurdersaansprakelijkheid wegens onrechtmatige selectieve betaling tijdens feitelijke liquidatiefase onderneming
In OR 2020-0157 is een bestuurder aansprakelijk wegens onrechtmatige selectieve betaling tijdens feitelijke liquidatiefase onderneming. De vennootschap is veroordeeld om een bedrag te betalen aan eiser, maar heeft voornoemd bedrag onbetaald gelaten. Vervolgens is de vennootschap gefailleerd, maar niet voordat het actief onder verrekening van de koopprijs werd verkocht aan de holding. De bestuurder heeft toegelaten dat eiser níet en gelieerde partijen wél werden betaald en dat de vordering van eiser onverhaalbaar is gebleven; dit alles in een fase van feitelijke liquidatie.
Bestuurdersaansprakelijkheid op grond van artikel 23 Wet Bpf
In OR 2020-0155 is een bestuurder op grond van artikel 23 Wet Bpf hoofdelijk aansprakelijk voor niet-betaling van achterstallige pensioenpremies. Er is geen mededeling van betalingsonmacht gedaan.
Geen bestuurdersaansprakelijkheid ‘mogelijk’ wegens meewerken aan paulianeuze rechtshandelingen
In OR 2020-0159 zijn de bestuurders niet aansprakelijk wegens meewerken aan mogelijk paulianeuze rechtshandelingen (het vestigen van een hypotheekrecht). Is er geen sprake van pauliana, dan is niet onrechtmatig gehandeld. Is er wel sprake van pauliana, dan heeft de schuldeiser geen schade. De benadeling wordt dan immers opgeheven door de vernietiging van de rechtshandelingen.
Voortzetting en afrekening opgezegde maatschap
In OR 2020-0149 wenst een van de maten van een drietal tellende maatschap de relatie tot de maatschap ‘los’ te laten. De maatschapsovereenkomst bepaalt dat de activa bij opzegging tegen going concern-waarde moeten worden gewaardeerd, maar bij liquidatie tegen liquidatiewaarde. De overige twee maten zeggen de maatschap als reactie op en zetten de activiteiten voort in een nieuwe maatschap. Omdat de overeenkomst niet in deze situatie voorziet, ontstaat onenigheid over de basis van de betalingsverplichting (going concern of liquidatie). Met toepassing van de Haviltex-maatstaf en de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid, oordeelt het hof dat de maatschapsovereenkomst zo moet worden uitgelegd dat ook bij voorzetting door maten die zelf tevens hebben opgezegd, sprake is van voorzetting, zodat tevens volgens die bepalingen moet worden afgerekend.
Bestuurdersaansprakelijkheid Servische scheepswerf
In OR 2020-0148 is er een geschil over de aankoop van een scheepswerf in Servië. Kort voor levering van de scheepswerf worden – in strijd met de koopovereenkomst – hypotheekrechten op gronden gevestigd door de verkoper. De hypotheekrechten worden door de Servische rechter ongeldig verklaard. Kopers menen schade te hebben geleden en spreken de bestuurders van de – inmiddels ontbonden – verkoper aan. Zowel de rechtbank als het hof zijn van oordeel dat de bestuurders aansprakelijk zijn en verwijzen naar een schadestaatprocedure.
Vordering schadevergoeding vanwege bestuurdersaansprakelijkheid afgewezen
In OR 2020-0147 vordert eiseres schadevergoeding vanwege bestuurdersaansprakelijkheid, omdat geïntimeerde reeds ten tijde van het aangaan van de verbintenissen wist of behoorde te weten dat de vennootschappen hun verplichtingen niet zouden kunnen nakomen en dat het voor hem voorzienbaar was dat eventuele schade niet op de vennootschappen verhaald zou kunnen worden. Evenals eerder de rechtbank wijst het hof de vordering af, omdat eiseres te weinig feiten en omstandigheden stelt op grond waarvan vastgesteld kan worden dat geïntimeerde een persoonlijk ernstig verwijt valt te maken.
Overdracht aandelen van minderheidsaandeelhouders aan STAK
In verband met een overname bedingt een meerderheidsaandeelhouder in OR 2020-0144 dat minderheidsaandeelhouders hun aandelen zullen overdragen aan een op te richten STAK. De minderheidsaandeelhouders weigeren het beding na te komen met een beroep op misbruik van machtspositie en misbruik van bevoegdheid. De meerderheidsaandeelhouder vordert in kort geding nakoming van de aandeelhoudersovereenkomst en de voorzieningenrechter beveelt de minderheidsaandeelhouders de aandelen over te dragen. De minderheidsaandeelhouders gaan in hoger beroep. In navolging van de voorzieningenrechter oordeelt het hof dat de meerderheidsaandeelhouder geen misbruik maakt van zijn positie door in de aandeelhoudersovereenkomst te bedingen dat minderheidsaandeelhouders in het kader van een overname hun aandelen moeten overdragen aan de STAK.
Ondernemingskamer
Vermeulen Food Group
In OR 2020-0146 een vervolg op eerdere beschikkingen van de OK inzake de Vermeulen Food Group. Bij beschikking van 12 november 2019 heeft de OK de aanvankelijke tijdelijk bestuurder van Vermeulen Food Group vervangen door een nieuwe tijdelijk bestuurder. In de onderhavige zaak wordt verzocht om nadere onmiddellijke voorzieningen. De OK oordeelt dat de vriendin van verzoeker geen belanghebbende is. Verzoeker ontvangt geen managementvergoeding. Verzoekers mogen de verkoop van de onderneming niet frustreren, moeten gehengen en gedogen dat zij zijn uitgesloten van het verkooptraject, mogen geen informatie over de verkoop verstrekken aan derden en moeten zich onthouden van het bedreigend en lasterlijk bejegenen van de tijdelijk bestuurder. De OK veroordeelt verzoekers hoofdelijk in de kosten van het geding.
Concernenquête vanwege verstoorde verstandhouding broers
In OR 2020-0145 verzoeken twee broers, beiden indirect 50%-aandeelhouder en middellijk bestuurder, elk een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van hun gemeenschappelijke holding, alsmede onmiddellijke voorzieningen. De OK beveelt een concernenquête vanwege de verstoorde verstandhouding tussen de broers, schorst een van de bestuurder-rechtspersonen (op haar beurt indirect bestuurd door een van de broers) en draagt van beide broers een aandeel over ten titel van beheer. De OK houdt de aanwijzing van een onderzoeker vooralsnog aan om de te benoemen tijdelijke bestuurder en partijen de mogelijkheid te bieden tot een oplossing te komen.
Enquêteverzoek bij uitzendbureau toegewezen
In OR 2020-0143 is er een conflict tussen aandeelhouders/bestuurders van een uitzendbureau. Er zijn voldoende redenen aanwezig om aan een juist beleid en een juiste gang van zaken te twijfelen. Door het diepgewortelde wantrouwen tussen partijen zijn zij niet in staat hun meningsverschillen in het belang van de vennootschap terzijde te stellen. Een tijdelijk bestuurder moet oplossingsrichtingen beproeven, voordat een onderzoeker wordt aangewezen of nadere voorzieningen worden getroffen.
Uitkoopvordering en prijsbepaling aandelen
Sapphire Investments B.V. vordert in OR 2020-0142 overdracht van de resterende aandelen in Allshare B.V. Een deskundige heeft de prijs van het aandeel vastgesteld. Zowel Sapphire Investments B.V. als enkele aandeelhouders hebben bij akte na deskundigenbericht bezwaren kenbaar gemaakt tegen de prijsbepaling. De OK stelt de prijs op verzoek van Sapphire met € 0,03 naar beneden bij. Gedaagden vorderen dat eiser niet-ontvankelijk wordt verklaard, maar deze vordering wordt afgewezen en dat geldt ook voor het bezwaar tegen verhoging van het onderzoeksbudget. De uitkoopvordering wordt toegewezen en de prijs per aandeel Allshare wordt vastgesteld op € 0,70.
Verzoek om het treffen van voorlopige voorzieningen toegewezen
In OR 2020-0141 is tussen verzoekers, een groep van elf vennootschappen, en de daaraan verbonden cliëntenraad, twee stichtingen en verschillende bestuurders en commissarissen, alle belanghebbenden, onenigheid ontstaan. Partijen doen een gemeenschappelijk verzoek tot het treffen van voorlopige voorzieningen. Dit wordt door de OK mogelijk geacht, ondanks het feit dat twee stichtingen niet voldoen aan de wettelijke vereisten tot het mogen doen van een dergelijk verzoek. Het verzoek wordt toegewezen.
Rechtbank
Bestuurdersaansprakelijkheid toegewezen wegens niet-naleving uitzendcao’s
In OR 2020-0156 is een bestuurder van een failliete uitzendonderneming aansprakelijk voor schade van voormalig werknemers als gevolg van niet-naleving van de uitzendcao’s. Geconcludeerd wordt dat de bestuurder een ernstig verwijt treft, omdat hij – terwijl de vennootschap operationeel was en goede omzetten draaide – blijkbaar prioriteit gaf aan andere schuldeisers en de (ex-)werknemers niet conform zijn toezegging heeft nabetaald. Bestuurder wordt veroordeeld tot betaling van ruim € 130.000 (materiële benadeling en aanvullende schadevergoeding).
Vordering afgeleide schade toegewezen
In OR 2020-0152 komt de schadestaatprocedure inzake Leaderland aan de orde. Het gaat om de vordering, na vaststelling wanbeleid, van de minderheidsaandeelhouder op de bestuurder/meerderheidsaandeelhouder vanwege de onzakelijke verkoop van deelnemingen. In deze zaak oordeelt de rechtbank (net als het hof in de hoofdzaak) dat HR ABP/Poot geen toepassing vindt en appellant wel vergoeding van afgeleide schade kan vorderen, omdat hier sprake is van een specifieke normschending jegens appellant op grond van artikel 2:8 BW. Bovendien kan de vennootschap de schade zelf niet meer vorderen, omdat deze is ontbonden (onder verwijzing naar HR Gemeente Gilze Rijen/Kwekerij). De rechtbank gelast een deskundigenbericht.
Vordering tot uittreding (geschillenprocedure) toegewezen
In OR 2020-0153 speelt een geschil tussen eiseres (een (oud-)bestuurder/aandeelhouder) en de andere aandeelhouder van Beter Lopen. De rechtbank wijst de vordering tot uittreding toe, omdat de andere aandeelhouder eiseres haar zeggenschap heeft ontnomen, door herhaaldelijk en in strijd met de aandeelhoudersovereenkomst geen uitnodigingen voor de algemene vergadering te sturen en eiseres niet bij de besluitvorming van Beter Lopen te betrekken. Verder zijn ook de boetes wegens schending van de aandeelhoudersovereenkomst deels toewijsbaar. Er bestaat geen verplichting tot betaling van de management fee aan eiseres tussen het moment van opzegging en beëindiging van de managementovereenkomst vanwege het principe ‘geen arbeid, geen loon’. Een beroep op betaling is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.
Vordering tot uittreding (geschillenprocedure) toegewezen
In OR 2020-0150 wordt wederom een vordering tot uittreding van een aandeelhouder jegens zijn medeaandeelhouders en de vennootschap toegewezen.
De rechtbank wijst erop dat uit de rechtspraak het beeld kan ontstaan dat de lat voor toewijzing van een dergelijke vordering hoog ligt; het criterium ‘(bijkomende) zwaarwegende omstandigheden’ wordt in de rechtspraak veelvuldig genoemd. Onder verwijzing naar de parlementaire geschiedenis en rechtspraak van de OK overweegt de rechtbank evenwel dat voor toewijzing van de vordering voldoende is dat gedragingen van medeaandeelhouders of de vennootschap de eisende aandeelhouder in een beknelde positie brengen; hoger dan dat ligt de lat naar het oordeel van de rechtbank niet. De eisende aandeelhouder wordt zodanig in haar rechten en belangen geschaad, dat het voortduren van haar aandeelhouderschap in redelijkheid niet langer van haar kan worden gevergd. De rechtbank benoemt een deskundige om een oordeel te vellen over de vraag of de afname van de eigen aandelen door de vennootschap de uitkeringstest van artikel 2:207 BW doorstaat.
Vordering tot overdracht aandelen conform aandeelhoudersovereenkomst
In OR 2020-0154 wordt de samenwerking tussen aandeelhouders beëindigd. Een van de aandeelhouders vordert nakoming van de overdracht van aandelen overeenkomstig de aandeelhoudersovereenkomst, en indeplaatstreding van het vonnis als benodigde rechtshandeling om de leveringsakte van de aandelen te doen passeren bij de notaris. De rechtbank wijst beide vorderingen toe.
Civielrechtelijk bestuursverbod opgelegd wegens niet overhandigen administratie
In OR 2020-0160 legt de rechtbank op vordering van de curator een bestuursverbod op voor de duur van vijf jaar. De bestuurder is ernstig tekortgeschoten in zijn informatieverplichting door de administratie niet aan de curator te overhandigen. Nu het bestuursverbod wordt opgelegd wegens schending van de informatieverplichting, hoeft de rechtbank niet te beoordelen of een bestuursverbod kan worden opgelegd wegens betrokkenheid bij eerdere faillissementen.
Aansprakelijkheid uitgetreden vennoot van een vof
In OR 2020-0151 wordt de vordering van ING tegen een uitgetreden vennoot tot betaling van de schulden van een vof, uit hoofde van een kredietovereenkomst, toegewezen.
Vordering terugbetaling van lening vennootschap
In OR 2020-0140 vorderen de vereffenaars van de nalatenschap van een overleden bestuurder terugbetaling van (onder meer) een lening van een vennootschap. De vennootschap stelt dat de bestuurder zijn taken onbehoorlijk heeft vervuld wegens onder meer zwarthandel buiten de administratie om en vordert schadevergoeding in reconventie. Ondanks door de vennootschap overgelegde onderzoeksrapporten, wijst de rechtbank de vordering in reconventie grotendeels af en geeft de vennootschap voor het resterende gedeelte een bewijsopdracht. Aangezien de vennootschap inmiddels is gefailleerd, wordt partijen verzocht zich uit te laten over het (eventuele) vervolg van de procedure.
Rest mij nog u een bijzonder goede dag toe te wensen.
Met vriendelijke groet,
Emmanuel Lokin
Hoofdredacteur OR Updates
Hoge Raad
- Hoge Raad De OK heeft een concernenquête gelast naar het beleid en de gang van zaken van zowel SNS Reaal als haar dochtervennootschap SNS Bank. De Hoge Raad wijst het cassatieberoep van de Staat tegen de beschikking van de OK af en geeft een maatstaf voor concernenquête. Samenhang met HR 3 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:479. De OK heeft met juistheid vastgesteld dat de (voormalig) aandeelhouders van SNS Reaal bevoegd zijn tot het indienen van een enquêteverzoek, ook betreffende SNS Bank, omdat SNS Reaal en haar dochtermaatschappij SNS Bank met elkaar waren verbonden in een groep in de zin van artikel 2:24b BW en SNS Reaal het beleid van SNS Bank ten aanzien van de onderwerpen die aan het enquêteverzoek ten grondslag zijn gelegd, mede heeft bepaald. 03-04-2020
- Hoge Raad De OK heeft een concernenquête gelast naar het beleid en de gang van zaken van zowel SNS Reaal als haar dochtervennootschap SNS Bank. De Hoge Raad wijst het cassatieberoep van SNS Reaal en SNS Bank tegen de beschikking van de OK af, onder verwijzing naar zijn beschikking van dezelfde dag HR 3 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:478. De OK heeft met juistheid vastgesteld dat de (voormalig) aandeelhouders van SNS Reaal bevoegd zijn tot het indienen van een enquêteverzoek, ook betreffende SNS Bank, omdat SNS Reaal en haar dochtermaatschappij SNS Bank met elkaar waren verbonden in een groep in de zin van artikel 2:24b BW en SNS Reaal het beleid van SNS Bank ten aanzien van de onderwerpen die aan het enquêteverzoek ten grondslag zijn gelegd, mede heeft bepaald. 03-04-2020
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Bestuurder aansprakelijk wegens onrechtmatige selectieve betaling tijdens feitelijke liquidatiefase onderneming. 14-04-2020
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Een van de maten van een drietal tellende maatschap wenst de relatie tot de maatschap ‘los’ te laten. De maatschapsovereenkomst bepaalt dat de activa bij opzegging tegen going concern-waarde moeten worden gewaardeerd, maar bij liquidatie tegen liquidatiewaarde. De overige twee maten zeggen de maatschap als reactie op en zetten de activiteiten voort in een nieuwe maatschap. Omdat de overeenkomst niet in deze situatie voorziet, ontstaat onenigheid over de basis van de betalingsverplichting (going concern of liquidatie). Met toepassing van de Haviltex-maatstaf en de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid, oordeelt het hof dat de maatschapsovereenkomst zo moet worden uitgelegd dat ook bij voorzetting door maten die zelf tevens hebben opgezegd, sprake is van voorzetting, zodat tevens volgens die bepalingen moet worden afgerekend. 07-04-2020
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Geschil over de aankoop van een scheepswerf in Servië. Kort voor levering van de scheepswerf worden – in strijd met de koopovereenkomst – hypotheekrechten op gronden gevestigd door de verkoper. De hypotheekrechten worden door de Servische rechter ongeldig verklaard. Kopers menen schade te hebben geleden en spreken de bestuurders van de – inmiddels via turboliquidatie ontbonden – verkoper aan. Zowel de rechtbank als het hof zijn van oordeel dat de bestuurders aansprakelijk zijn en verwijzen naar een schadestaatprocedure. 07-04-2020
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Bestuurders zijn niet aansprakelijk wegens meewerken aan mogelijk paulianeuze rechtshandelingen. Is geen sprake van pauliana, dan is niet onrechtmatig gehandeld. Is wel sprake van pauliana, dan heeft de schuldeiser geen schade. De benadeling wordt dan immers opgeheven door de vernietiging van de rechtshandelingen. 07-04-2020
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden De OK-bestuurder en OK-beheerder van aandelen van Vikariën BV zijn niet aansprakelijk jegens een van de aandeelhouders voor het stuklopen van een overname van de onderneming die uitmondt in faillissement. Geen aansprakelijkheid voor afgeleide schade en geen bestuurdersaansprakelijkheid. 07-04-2020
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden De direct en indirect bestuurder van twee failliete vennootschappen uit de bouwsector zijn niet aansprakelijk tegenover de curator. In het licht van de financiële crisis heeft het bestuur zijn taak niet kennelijk onbehoorlijk vervuld en niet ernstig verwijtbaar gehandeld. 24-03-2020
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Peeters/Gatzen-vordering tegen (indirect) bestuurder slaagt. Door voortzetting van een verlieslatende onderneming is het actief afgenomen en het passief toegenomen, waardoor de gezamenlijke schuldeisers zijn benadeeld. Vorderingen op grond van 2:248 en 2:9 worden wel afgewezen. 24-03-2020
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. De OK oordeelt dat de vriendin van verzoeker geen belanghebbende is en dat verzoeker terecht geen managementvergoeding ontvangt. Ook oordeelt de OK dat verzoekers de verkoop van de onderneming niet mogen frustreren, moeten gehengen en gedogen dat zij zijn uitgesloten van het verkooptraject, geen informatie over de verkoop mogen verstrekken aan derden en zich moeten onthouden van het bedreigend en lasterlijk bejegenen van de tijdelijk bestuurder. De OK veroordeelt verzoekers hoofdelijk in de kosten van het geding. 18-03-2020
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eiseres vordert schadevergoeding vanwege bestuurdersaansprakelijkheid, omdat geïntimeerde reeds ten tijde van het aangaan van de verbintenissen wist of behoorde te weten dat de vennootschappen hun verplichtingen niet zouden kunnen nakomen en dat het voor hem voorzienbaar was dat eventuele schade niet op de vennootschappen verhaald zou kunnen worden. Evenals eerder de rechtbank wijst het hof de vordering af, omdat eiseres te weinig feiten en omstandigheden stelt op grond waarvan vastgesteld kan worden dat geïntimeerde een persoonlijk ernstig verwijt valt te maken. 17-03-2020
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Bestuurder is op grond van artikel 23 Wet Bpf hoofdelijk aansprakelijk voor niet-betaling van achterstallige pensioenpremies. Er is geen mededeling van betalingsonmacht gedaan. 10-03-2020
- Gerechtshof Amsterdam In verband met een overname bedingt een meerderheidsaandeelhouder dat de minderheidsaandeelhouders hun aandelen zullen overdragen aan een op te richten STAK. De minderheidsaandeelhouders weigeren het beding na te komen met een beroep op misbruik van machtspositie en misbruik van bevoegdheid. De meerderheidsaandeelhouder vordert in kort geding nakoming van de aandeelhoudersovereenkomst en de voorzieningenrechter beveelt de minderheidsaandeelhouders de aandelen over te dragen. De minderheidsaandeelhouders gaan in hoger beroep. In navolging van de voorzieningenrechter oordeelt het hof dat de meerderheidsaandeelhouder geen misbruik maakt van zijn positie door in de aandeelhoudersovereenkomst te bedingen dat minderheidsaandeelhouders in het kader van een overname hun aandelen moeten overdragen aan de STAK. 18-02-2020
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. Twee broers, beiden indirect 50%-aandeelhouder en middellijk bestuurder, verzoeken elk een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van hun gemeenschappelijke holding, alsmede onmiddellijke voorzieningen. De OK beveelt een concernenquête vanwege de verstoorde verstandhouding tussen de broers, schorst een van de bestuurder-rechtspersonen (op haar beurt indirect bestuurd door een van de broers) en draagt van beide broers een aandeel over ten titel van beheer. De OK houdt de aanwijzing van een onderzoeker vooralsnog aan om de te benoemen tijdelijke bestuurder en partijen de mogelijkheid te bieden tot een oplossing te komen. 03-02-2020
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. Conflict tussen aandeelhouders/bestuurders van een uitzendbureau. Er zijn volgens de OK voldoende redenen om aan een juist beleid en een juiste gang van zaken te twijfelen. Door het diepgewortelde wantrouwen tussen partijen zijn zij niet in staat hun meningsverschillen in het belang van de vennootschap terzijde te stellen. Een tijdelijk bestuurder moet oplossingsrichtingen beproeven, voordat een onderzoeker wordt aangewezen of nadere voorzieningen worden getroffen. 30-01-2020
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam Sapphire Investments B.V. (dochter van Van Lanschot Kempen) vordert overdracht van de resterende aandelen in Allshare B.V. Deskundige heeft de prijs van het aandeel vastgesteld. Zowel Sapphire Investments B.V. als enkele aandeelhouders hebben bij akte na deskundigenbericht bezwaren kenbaar gemaakt tegen de prijsbepaling. De OK stelt de prijs op verzoek van Sapphire met € 0,03 naar beneden bij. Gedaagden vorderen dat eiser niet-ontvankelijk wordt verklaard, maar deze vordering wordt afgewezen en dat geldt ook voor het bezwaar tegen verhoging van het onderzoeksbudget. De uitkoopvordering wordt toegewezen en de prijs per aandeel Allshare wordt vastgesteld op € 0,70. 02-07-2019
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam Tussen verzoekers, een groep van elf vennootschappen, en de daaraan verbonden cliëntenraad, twee stichtingen en verschillende bestuurders en commissarissen, alle belanghebbenden, is onenigheid ontstaan. Partijen doen een gemeenschappelijk verzoek tot het treffen van voorlopige voorzieningen. Dit wordt door de OK mogelijk geacht, ondanks het feit dat twee stichtingen niet voldoen aan de wettelijke vereisten tot het mogen doen van een dergelijk verzoek. Het verzoek wordt toegewezen. 20-06-2019
Rechtbank
- Rechtbank Rotterdam Bestuurder van failliete uitzendonderneming is aansprakelijk voor schade van voormalig werknemers als gevolg van niet-naleving uitzendcao’s en wordt veroordeeld tot betaling van ruim € 130.000 (materiële benadeling en aanvullende schadevergoeding). 17-04-2020
- Rechtbank Noord-Nederland De vereffenaars van de nalatenschap van een overleden bestuurder vorderen terugbetaling van (onder meer) een lening van een vennootschap. De vennootschap stelt dat de bestuurder zijn taken onbehoorlijk heeft vervuld wegens onder meer zwarthandel buiten de administratie om en vordert schadevergoeding in reconventie. Ondanks door de vennootschap overgelegde onderzoeksrapporten, wijst de rechtbank de vordering in reconventie grotendeels af en geeft de vennootschap voor het resterende gedeelte een bewijsopdracht. Aangezien de vennootschap inmiddels is gefailleerd, wordt partijen verzocht zich uit te laten over het (eventuele) vervolg van de procedure. 15-04-2020
- Rechtbank Den Haag Vordering tot uittreding jegens medeaandeelhouders en vennootschap wordt toegewezen. Eisende aandeelhouder wordt zodanig in haar rechten en belangen geschaad, dat het voortduren van haar aandeelhouderschap in redelijkheid niet langer van haar kan worden gevergd. Rechtbank benoemt deskundige om een oordeel te vellen over de vraag of afname van eigen aandelen door de vennootschap de uitkeringstest van artikel 2:207 BW doorstaat. 08-04-2020
- Rechtbank Overijssel De rechtbank legt op vordering van de curator een bestuursverbod op voor de duur van vijf jaar. De bestuurder is ernstig tekortgeschoten in zijn informatieverplichting door de administratie niet aan de curator te overhandigen. 08-04-2020
- Rechtbank Midden-Nederland Schadestaatprocedure. Vordering van minderheidsaandeelhouder op bestuurder/meerderheidsaandeelhouder vanwege onzakelijke verkoop deelnemingen. HR ABP/Poot vindt geen toepassing. Afgeleide schade kan worden gevorderd, omdat sprake is van een specifieke normschending en de vennootschap de schade zelf niet meer vorderen, omdat deze is ontbonden (HR Gemeente Gilze Rijen). 08-04-2020
- Rechtbank Overijssel Beëindiging van een samenwerking tussen aandeelhouders. Vordering tot nakoming van de overdracht van aandelen overeenkomstig de aandeelhoudersovereenkomst, en indeplaatstreding van het vonnis als benodigde rechtshandeling om de leveringsakte van de aandelen te doen passeren bij de notaris. De rechtbank wijst beide vorderingen toe. 01-04-2020
- Rechtbank Midden-Nederland Vordering van ING tegen uitgetreden vennoot tot betaling van schulden van een vof, uit hoofde van een kredietovereenkomst. Vordering toegewezen. 18-03-2020
- Rechtbank Overijssel Tussenvonnis. Geschil tussen (oud-)bestuurders en aandeelhouders Beter Lopen. Vordering tot uittreding toewijsbaar. Benoeming deskundige ter bepaling van de prijs van de aandelen. Boetes wegens schending van de aandeelhoudersovereenkomst deels toewijsbaar. Geen verplichting tot betaling van de management fee over het moment tussen opzegging en beëindiging van de managementovereenkomst vanwege het principe ‘geen arbeid, geen loon’. Een beroep op betaling is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. 11-03-2020