Naar boven ↑

ALGEMENE MEDEDELING

In de loop van januari 2025 wordt deze online omgeving geïntegreerd in Boomportaal (www.boomportaal.nl), waarna deze omgeving wordt opgeheven. Vanaf dat moment linkt deze URL automatisch door naar Boomportaal.

472 resultaten

Met annotatie door T.D.J. Oosterink

Rechtspraak

OR 2015-0349

Scheepvaartonderneming Polar Snow

In deze zaak staat centraal de uitleg van een bindend adviesclausule in een CV-akte. De stille vennoten hebben de CV met algemene stemmen ontbonden en de beherend vennoot aangesteld als vereffenaar. In deze procedure vorderen de vennoten, verkort weergegeven, dat de rechtbank een deskundige aanstelt die de liquidatie en vereffening van de CV controleert, mede ter controle of de beherend vennoot onrechtmatig jegens de CV heeft gehandeld. In de CV-akte is opgenomen dat alle geschillen worden beslecht door een bindend advies overeenkomstig het reglement van het NAI. Bindend adviseurs hadden eerder geoordeeld dat een besluit van de vennotenvergadering, inhoudende de beëindiging van de positie van de beherend vennoot, in strijd is met de redelijkheid en billijkheid en dat aan dat besluit geen rechtens effect toekomt. De rechtbank in deze zaak heeft, samengevat, geoordeeld dat de bindend adviesclausule zodanig ruim is dat daaronder ook geschillen over de vereffening moeten worden verstaan, en heeft zich daarom onbevoegd verklaard. De grieven in hoger beroep hebben onder meer betrekking op de vraag hoe de bindend adviesclausule moet worden uitgelegd. Met de rechtbank is het hof van oordeel dat de tekst van de clausule duidt op een ruime reikwijdte. Door de vennoten zijn geen feiten en omstandigheden aangevoerd die tot een meer restrictieve uitleg zouden moeten leiden, aldus het hof.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 06-10-2015

Rechtspraak

OR 2015-0333

SNCU/X

SNCU, dat onder meer toeziet op een correcte naleving van bepaalde cao's is een nakomingsactie gestart tegen World@Work. SNCU heeft 'de totale indicatieve materiële schadelast' berekend op een bedrag van € 37.359. Bij vonnis van de Kantonrechter te Groningen is World@Work onder meer veroordeeld tot naleving van de cao, inhoudende het voldoen van een nabetaling aan de betrokken werknemers. SNCU heeft vervolgens geïntimeerde, als bestuurder van World@Work gedagvaard en onder meer gevorderd: veroordeling van geïntimeerde tot naleving van de cao's, en meer precies tot (onder meer) compensatie van het vastgestelde bedrag aan materiële benadeling van in de onderzoeksperiode bij de onderneming werkzame werknemers ad € 37.359 aan de benadeelde werknemers. SNCU heeft aan deze vorderingen ten grondslag gelegd dat geïntimeerde als bestuurder van World@Work onrechtmatig heeft gehandeld en dat zij voor de daaruit voortvloeiende schade, bestaande uit voornoemd bedrag, aansprakelijk is. Naar het oordeel van het hof heeft SNCU onvoldoende onderbouwd waaruit de frustratie van betaling en verhaal door geïntimeerde bestond in de periode van september 2005 tot en met maart 2008, zijnde de periode waarvan is vastgesteld dat door World@Work niet geheel conform de cao werd verloond. Het hof spitst zich dan ook toe op de periode vanaf het moment waarop World@Work voor het eerst door SNCU werd aangeschreven, te weten medio 2008, en zij bekend raakte met (de mogelijkheid van) een vordering van SNCU. X stelt dat in die periode sprake was van betalingsonmacht aan de zijde van World@Work. Het hof oordeelt echter dat X zijn stelling op dit punt nader dient te onderbouwen aan de hand van over te leggen administratie van de onderneming over die periode.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 08-09-2015

Rechtspraak

OR 2015-0299

de onpartijdige deskundige

Appellant vordert onder meer voor recht te verklaren dat geïntimeerden ieder voor zich ernstig zijn tekortgeschoten in de nakoming van hun verplichtingen op grond artikel 2:9 BW en ter zake daarvan hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de daardoor veroorzaakte schade. De rechtbank heeft de conclusies van de deskundige overgenomen en heeft op basis daarvan geoordeeld dat geïntimeerden niet hebben gehandeld op een wijze zoals door een redelijk handelend bestuurder in de gegeven omstandigheden zou zijn gedaan. Door geïntimeerden wordt in het incidenteel appèl betoogd dat de rechtbank ten onrechte is voorbijgegaan aan de bezwaren van geïntimeerden tegen de benoeming van Z tot deskundige. Dat betoog komt erop neer dat Z niet (voldoende) onafhankelijk is om als deskundige in deze zaak te kunnen optreden. Naar het oordeel van het hof zijn daarmee door geïntimeerden voldoende omstandigheden aangevoerd die objectief gezien bij geïntimeerden twijfel hebben kunnen doen ontstaan aan de onpartijdigheid van de deskundige in de zin van artikel 198 lid 1 Rv (vgl. HR 2 mei 2014, ECLI:NL:HR:2014:1067). Het hof oordeelt dat dit gebrek in de onpartijdigheid van de door de rechtbank benoemde deskundige tot gevolg heeft dat zijn rapport niet (langer) ten grondslag kan worden gelegd aan de in hoger beroep te nemen beslissing over de aansprakelijkheid van geïntimeerden op grond van artikel 2:9 jo. 2:11 BW.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 14-07-2015