X / Jonk q.q.

Bestuurdersaansprakelijkheid. Middellijk bestuurder wordt via artikel 2:11 BW aansprakelijk gehouden wegens onbehoorlijk bestuur, onder meer vanwege het uitkeren van bijna het gehele vermogen aan dividend.

Schone start

Binnen concern wordt de activa van een vennootschap (A) tegen boekwaarde, dus zonder goodwill, overgedragen aan een zustervennootschap (B). A bevat alleen nog een te betalen vordering. A wordt geliquideerd, maar herleeft later in verband met vereffening. A is in eerste aanleg niet in rechte aangesproken, terwijl dit wel had gemoeten. A was partij bij de bestreden rechtshandeling en bestond ten tijde van de procedure in eerste aanleg wegens het heropenen van de vereffening. Een gevorderde verklaring voor recht dat paulianeus is gehandeld in verband met het niet-betalen van goodwill kan daarom niet worden gegeven. Het bestaan van goodwill is in het licht van de omstandigheden niet vast komen te staan, zodat er op dat gebied niet onrechtmatig is gehandeld. De gekozen handelwijze, waarbij een schuldeiser als enige onbetaald en zonder verhaalsmogelijkheden achterblijft, is wel onrechtmatig. Dit vormt een ernstig verwijt en leidt tot bestuursaansprakelijkheid ex artikel 2:9 BW en voorts tot aansprakelijkheid van de andere concernvennootschappen.

Vereffenaars

Aansprakelijkheid vereffenaars. Gelet op het feit dat op de vereffenaar dezelfde aansprakelijkheid rust als op een bestuurder, mag naar het oordeel van het hof naar analogie van HR 8 december 2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ0758, NJ 2006, 659 alleen dan worden aangenomen dat de vereffenaar jegens de schuldeiser van de ontbonden rechtspersoon onrechtmatig heeft gehandeld waar hem, mede gelet op zijn verplichting tot een behoorlijke taakuitoefening als bedoeld in artikel 2:9 BW, een voldoende ernstig verwijt treft.

DKCL Holding B.V. / geïntimeerde

Schuldeiser vordert schadevergoeding wegens onrechtmatig handelen. Het hof stelt echter dat niet vaststaat dat de schuldeiser schade heeft geleden door het door haar gewraakte handelen/nalaten van de bestuurder bij de activatransactie. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en wijst de vorderingen af

A B.V. / B B.V.

In het onderhavige geval handelen twee bestuurders van verschillende vennootschappen samen frauduleus. De ene vennootschap komt zijn contractuele betalingsverplichtingen jegens de andere niet na, maar kan haar verplichting (tijdelijk) opschorten om de resultaten af te wachten van haar onderzoek naar dit frauduleuze handelen. Gedurende deze periode is zij niet in verzuim, zodat er geen wettelijke handelsrente of buitengerechtelijke kosten kunnen worden toegewezen

X / Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Horecabedrijf

Een gewezen bestuurder wordt aansprakelijk gesteld voor het onbetaald blijven van pensioenpremies. De bestuurder is volgens het hof echter niet aansprakelijk voor de onbetaald gebleven pensioenpremies vanwege onvolledige/onjuiste stukken in het geding. Het pensioenfonds wordt niet in de gelegenheid gesteld haar fout te herstellen, omdat zij daarvoor al voldoende mogelijkheden heeft gehad en die niet heeft benut

Stichting De Wieden I

Aansprakelijkheid van een bestuurder van een stichting actief op het gebied van welzijnswerk (leren en opleiding voor personen met een afstand tot de arbeidsmarkt). Er was van meet af aan sprake van een verliesgevende exploitatie zonder deugdelijke begroting en zonder dat sprake was van financiële dekking voor de daardoor ontstane tekorten of een reëel vooruitzicht op een dergelijke dekking. Desondanks heeft de bestuurder samen met twee andere bestuurders de exploitatie gestart en deze gedurende enige tijd voortgezet. In het daarop volgende faillissement van de stichting heeft de curator de bestuurders aansprakelijk gesteld. Het hof heeft de bestuurders veroordeeld tot schadevergoeding wegens kennelijk onbehoorlijk bestuur

Stichting De Wieden II

Aansprakelijkheid van een bestuurder van een stichting actief op het gebied van welzijnswerk (leren en opleiding voor personen met een afstand tot de arbeidsmarkt). Er was van meet af aan sprake van een verliesgevende exploitatie zonder deugdelijke begroting en zonder dat sprake was van financiële dekking voor de daardoor ontstane tekorten of een reëel vooruitzicht op een dergelijke dekking. Desondanks heeft de bestuurder samen met twee andere bestuurders de exploitatie gestart en deze gedurende enige tijd voortgezet. In het daarop volgende faillissement van de stichting heeft de curator de bestuurders aansprakelijk gesteld. Het hof heeft de bestuurders veroordeeld tot schadevergoeding wegens kennelijk onbehoorlijk bestuur

Stichting De Wieden III

Aansprakelijkheid van een bestuurder van een stichting actief op het gebied van welzijnswerk (leren en opleiding voor personen met een afstand tot de arbeidsmarkt). Er was van meet af aan sprake van een verliesgevende exploitatie zonder deugdelijke begroting en zonder dat sprake was van financiële dekking voor de daardoor ontstane tekorten of een reëel vooruitzicht op een dergelijke dekking. Desondanks heeft de bestuurder samen met twee andere bestuurders de exploitatie gestart en deze gedurende enige tijd voortgezet. In het daarop volgende faillissement van de stichting heeft de curator de bestuurders aansprakelijk gesteld. Het hof heeft de bestuurders veroordeeld tot schadevergoeding wegens kennelijk onbehoorlijk bestuur

Limanda BV

Vermoeden van onbehoorlijke taakvervulling bestuur? Is er sprake van een onbelangrijk verzuim als bedoeld in artikel 2:248 lid 2 BW? De voormalig bestuurder krijgt de kans om te reageren op stellingen van de curator