Naar boven ↑

ALGEMENE MEDEDELING

In de loop van januari 2025 wordt deze online omgeving geïntegreerd in Boomportaal (www.boomportaal.nl), waarna deze omgeving wordt opgeheven. Vanaf dat moment linkt deze URL automatisch door naar Boomportaal.

4.296 resultaten

Rechtspraak

OR 2023-0164

Black Forest Invest B.V. c.s./Gooisch Invest B.V. c.s. en MID Healthcare B.V.

Een vennootschap heeft drie aandeelhouders. Als een van die aandeelhouders wordt veroordeeld tot betaling van een groot bedrag aan een derde, draagt hij zijn aandelen over aan een stichting waarvan een medeaandeelhouder bestuurder wordt. Het doel is om te voorkomen dat die derde verhaal kan nemen op de door de veroordeelde aandeelhouder gehouden aandelen in het kapitaal van de vennootschap. Vervolgens zetten de twee medeaandeelhouders, waaronder de bestuurder van de stichting, door hen verstrekte leningen aan de vennootschap om in aandelenkapitaal, waarbij het bedrag van de nominale waarde van de aandelen aanmerkelijk wordt verlaagd. Het belang van de aandeelhouder (thans gehouden door de stichting) verwatert daardoor aanzienlijk, zonder dat daarvoor een objectieve noodzaak bestaat. De stichting wordt vervolgens op eigen aangifte failliet verklaard. De aandeelhouder stelt de bestuurder van de stichting aansprakelijk op grond van onrechtmatige daad. De rechtbank wijst de vordering af vanwege onvoldoende motivering, maar het hof wijst de vordering toe. Het hof stelt vast dat er ten tijde van de omzetting van de leningen en de kapitaalvermindering geen nieuw geld beschikbaar kwam voor de vennootschap. Zonder andere redenen bestond hierdoor volgens het hof geen objectieve noodzaak voor de omzetting van de leningen in aandelenkapitaal en de daaropvolgende kapitaalvermindering, terwijl het belang van de stichting daardoor zou verwateren, hetgeen weerslag zou hebben op de positie van de aandeelhouder voor wie de aandelen door de stichting werden gehouden. Ook voor de eigen aangifte tot faillissement van de stichting bestond volgens het hof geen objectieve rechtvaardiging. Het hof komt tot de conclusie dat de bestuurder van de stichting onrechtmatig jegens de aandeelhouder heeft gehandeld, maar de aandeelhouder heeft nog niet aannemelijk gemaakt dat hij daardoor schade heeft geleden. De aandeelhouder wordt daarom door het hof in de gelegenheid gesteld om de hoogte van de door hem geleden schade bij akte te onderbouwen.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 21-03-2023

Rechtspraak

OR 2023-0165

Bestuurdersaansprakelijkheid; geen ernstig verwijt van bestuurders vanwege de samenwerking tussen (de aandeelhouder van) eisers en gedaagden

Twee personen werken samen in meerdere projecten voor het verkrijgen en exploiteren van hotels. Zij gebruiken daarbij hun eigen vennootschappen voor het bereiken van persoonlijk gewin. Een van hen financiert de projecten en zet op een gegeven moment de financiering stop. Als gevolg daarvan wordt de ander gedwongen financiering te regelen vanuit zijn eigen vennootschappen en kunnen die vennootschappen niet meer aan hun verplichtingen voldoen jegens de vennootschappen van degene die de projecten voorheen financierde. Laatstgenoemde vennootschappen stellen de ander en zijn medebestuurder van zijn vennootschappen hiervoor persoonlijk aansprakelijk. Zowel de rechtbank als het hof wijzen deze vordering af. Het hof baseert dit oordeel op het feit dat beide personen hun vennootschappen puur als instrument hebben gebruikt voor persoonlijk gewin, zonder zich te laten leiden door overwegingen van enig vennootschappelijk belang. Binnen de samenwerking heeft de ene partner een machtspositie als gevolg van de door hem geregelde financiering. Volgens het hof was voor hem voorzienbaar dat het stopzetten van de financiering de ander in een riskante positie zou brengen en was het dus kennelijk een bewuste keuze geweest om de ander in die riskante positie te brengen. Het was voor de financierende partner te voorzien dat de ander financiering nodig zou hebben. Aan die ander valt dan ook naar het oordeel van het hof geen persoonlijk ernstig verwijt te maken. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank.
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 11-07-2023