Bab/Cordial en Turnham III
Enquête Cordial en Turnham (Caribische zaak). Vervolg van HR 11 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2574 en HR 8 maart 2019, ECLI:NL:HR:2019:316. Als gevolg van door het bestuur genomen emissiebesluiten verwatert de minderheidsaandeelhouder van twee vennootschappen van 15% tot 0,0044% en 0,0023%. Het hof stelt wanbeleid vast, maar weigert de emissiebesluiten te vernietigen omdat dit niet in het belang van de vennootschap is. De Hoge Raad vernietigt de beschikking en oordeelt dat de vennootschap een zelfstandig belang heeft bij de naleving van de normen die gelden bij een emissie van aandelen, in het bijzonder jegens een aandeelhouder wiens belang is verwaterd of dreigt te verwateren. Ook acht de Hoge Raad de beslissing van het hof dat de bestuurder kan aanblijven zonder nadere motivering onbegrijpelijk, mede gezien de te verwachten aansprakelijkstelling van de bestuurder door de minderheidsaandeelhouder. De Hoge Raad wijst het geding terug naar het hof ter verdere behandeling en beslissing.
Hoge Raad, 10-02-2023