Naar boven ↑

ALGEMENE MEDEDELING

In de loop van januari 2025 wordt deze online omgeving geïntegreerd in Boomportaal (www.boomportaal.nl), waarna deze omgeving wordt opgeheven. Vanaf dat moment linkt deze URL automatisch door naar Boomportaal.

4.303 resultaten

Rechtspraak

OR 2023-0021

Bestuurder van een crediteur van failliete Beryl Personeel B.V./Dulack q.q.

Een vennootschap komt in de financiële problemen door een aandeelhoudersruzie. De bestuurder probeert de vennootschap te redden, maar uiteindelijk lukt dat niet en de vennootschap gaat failliet. Een uitlener die personeel heeft uitgeleend aan de vennootschap, gaat zelf ook failliet. De curator q.q. van de uitlener stelt de bestuurder van de vennootschap aansprakelijk wegens voortzetting van de uitleenovereenkomst en het aangaan van een nieuwe overeenkomst met de uitlener, wetende dat de vennootschap die overeenkomst niet na zal kunnen komen en geen verhaal zal bieden voor de dientengevolge geleden schade. Ook verwijt de curator q.q. van de uitlener de bestuurder dat hij hem niet heeft geïnformeerd over de slechte financiële situatie. De rechtbank wijst in eerste instantie de vordering van de curator q.q. toe wegens schending van de Beklamelnorm en veroordeelt de bestuurder van de failliete vennootschap tot betaling van het totaalbedrag van openstaande facturen aan de uitlener. De bestuurder gaat met succes in hoger beroep. Uit verschillende omstandigheden blijkt volgens het hof dat de bestuurder zelf nog vertrouwen had in de kans van slagen van de reddingspoging, onder andere omdat hij nog een lening verstrekt aan de vennootschap en zijn eigen vorderingen op de vennootschap uit hoofde van een management- en een huurovereenkomst niet int. Ook anderen hadden nog vertrouwen, zo blijkt bijvoorbeeld uit de prijs die de compagnon van de bestuurder vraagt voor zijn aandelen en het feit dat er serieuze gesprekken zijn gevoerd met een potentiële nieuwe investeerder. Daarnaast blijkt uit correspondentie dat de bestuurder Beryl wel heeft geïnformeerd over de financiële situatie en Beryl er zelf mee heeft ingestemd om de rechtsverhouding voort te zetten. Hoewel achteraf beschouwd het voortzetten van de onderneming niet de juiste keuze is geweest, kan naar het oordeel van het hof in de gegeven omstandigheden van het geval de bestuurder daarvan geen persoonlijk ernstig verwijt worden gemaakt, gezien de aan een bestuurder toekomende ruimte om een reddingspoging te doen. Het gerechtshof vernietigt het vonnis van de rechtbank en wijst de vordering van de curator q.q. af.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 13-12-2022

Rechtspraak

OR 2023-0022

Uitkoopprocedure voor aandelen in gezamenlijk bedrijf van gescheiden echtpaar

Een echtpaar exploiteert een horecaonderneming via een besloten vennootschap. De man houdt de meerderheid van de aandelen in het kapitaal van de vennootschap, de vrouw houdt het restant van de aandelen. Na het uitspreken van een echtscheiding door de rechter, start de man een uitkoopprocedure tegen zijn ex-vrouw ter zake van de aandelen die zij houdt in het kapitaal van de vennootschap. De vrouw betwist de door de man gestelde waarde van de aandelen en vordert in reconventie dat de waarde van de aandelen hoger wordt vastgesteld. Zij stelt dat zij ernstige stoffelijke schade zal lijden als de uitkoopvordering wordt toegewezen, wat reden zou zijn voor afwijzing van de uitkoopvordering ex artikel 2:201a lid 4 BW. Daarnaast stelt de vrouw een vordering in tot inzage van bepaalde stukken op grond van artikel 843a Rv. De OK overweegt dat de enkele omstandigheid dat de vast te stellen uitkoopprijs in de ogen van de vrouw te laag is, niet maakt dat sprake is van ernstige stoffelijke schade in de zin van artikel 2:201a lid 4 BW. De vrouw verzet zich op zichzelf niet tegen de overdracht van de aandelen, reden waarom de OK de uitkoopvordering in beginsel toewijst. De OK komt in dit tussenarrest tot het oordeel dat de prijs van de aandelen op basis van de overgelegde stukken niet kan worden vastgesteld en gelast een deskundigenonderzoek. Omdat de deskundige toegang heeft tot de stukken die de vrouw vordert, had de vrouw beter moeten onderbouwen wat haar belang was bij haar 843a-vordering. Die vordering wordt dan ook afgewezen. De kosten voor het deskundigenonderzoek komen voor rekening van de man. Iedere verdere beslissing wordt door de OK aangehouden.
Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 14-06-2022

Rechtspraak

OR 2023-0013

Enquête Willibrordushof Projectontwikkeling B.V.

OK; enquête. In deze zaak wordt een onderzoek naar de gang van zaken verzocht bij een vennootschap die zich bezighoudt met het ontwikkelen en exploiteren van vastgoed. De vennootschap heeft twee aandeelhouders die beide ook bestuurder zijn. Een van de twee bestuurders wordt buiten de besluitvorming gehouden, terwijl de andere bestuurder transacties verricht met een ogenschijnlijk tegenstrijdig belang, waardoor de vennootschap naar het voorlopig oordeel van de OK een corporate opportunity is ontnomen. Het gaat daarbij om de aankoop door de bestuurder van een perceel, terwijl de herontwikkeling van dat perceel deel uitmaakte van een project dat de vennootschap ontwikkelde. Diverse kosten die betrekking hebben op het perceel, zijn vervolgens wel ten laste van de vennootschap gebracht. Ook heeft de vennootschap, daarbij vertegenwoordigd door de bestuurder die de verzoekende bestuurder onvoldoende betrekt, twee van de door de vennootschap ontwikkelde percelen tegen zeer gunstige voorwaarden verkocht aan familieleden, zonder dat de aandeelhoudersvergadering van de vennootschap daarvan op de hoogte is gesteld. Naar zeggen van de verzoekende bestuurder worden door hem gedane voorstellen voor agendapunten niet op de agenda van de algemene vergadering geplaatst en wordt aan hem stelselmatig informatie onthouden. Het voorgaande getuigt volgens de OK van een verstoorde verhouding tussen de bestuurders, zowel in hun hoedanigheid van aandeelhouder als in die van bestuurder. Als gevolg van de verstoorde verhouding wordt de benodigde besluitvorming van de gezamenlijk bevoegde bestuurders belet en heeft de verzoekende bestuurder, ondanks dat hij bestuurder is, geen toegang tot de administratie en de bankrekeningen van de vennootschap. Nu geen verweer wordt gevoerd, acht de OK daarmee voldoende gronden aanwezig om te twijfelen aan een juist beleid en de juiste gang van zaken en wordt een onderzoek bevolen.
Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 27-10-2022

Rechtspraak

OR 2023-0011

Bestuurder Genmed Holding Corporation/Obligatiehouders

Een bestuurder geeft brochures uit voor de uitgifte van obligaties waarin onjuiste informatie blijkt te staan. Enkele obligatiehouders spreken hem aan voor de daardoor door hen geleden schade. Zowel de rechtbank als het hof wijzen de vordering van de obligatiehouders toe en oordelen dat de brochures misleidende mededelingen bevatten en dat de bestuurder in verband daarmee persoonlijk aansprakelijk is jegens de obligatiehouders. Het gaat hier om een specifiek geval van bestuurdersaansprakelijkheid ex artikel 6:162 BW: een bestuurder brengt misleidende informatie over de toestand van de vennootschap naar buiten, waarbij beleggers op basis van die onjuiste informatie transacties hebben verricht die uiteindelijk slecht zijn uitgepakt. A-G Lindenbergh bespreekt dat in zo’n geval voorzienbaarheid in twee opzichten van betekenis is bij de toetsing aan de ernstigverwijtmaatstaf. Ten eerste (i) dat de onjuistheid en/of onvolledigheid van de mededeling bij de bestuurder bekend is (althans moet zijn) en die mededeling van zodanige aard is dat voorzienbaar is dat een schuldeiser hierdoor een misleidende voorstelling van zaken wordt geboden; en (ii) dat het voor de bestuurder voorzienbaar is dat beleggers nadeel door zijn mededeling kunnen ondervinden. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep nu de klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest van het hof, en doet de zaak af met toepassing van artikel 81 RO, overeenkomstig de conclusie van A-G Lindenbergh.
Hoge Raad, 11-11-2022