Update
Hoge Raad over de reikwijdte art. 2:299 BW: aanvullen bestuur van een Stichting
De Hoge Raad geeft in 121701 de reikwijdte aan van art. 2:299 BW. De Hoge Raad overweegt, dat de bepaling van art. 2:299 BW de rechter de bevoegdheid geeft om in gevallen waarin het statutair voorgeschreven bestuur van een stichting geheel of gedeeltelijk ontbreekt "in de vervulling van de ledige plaats te voorzien". De bepaling ziet dus op een stichting die geen bestuurders meer heeft, of niet langer het in de statuten voorgeschreven minimumaantal bestuurders heeft. Indien het bestuur voltallig is maar de bestuurstaken heeft verdeeld op een wijze die niet strookt met de statuten, doet zich de in art. 2:299 BW bedoelde situatie van een geheel of gedeeltelijk ontbreken van het door de statuten voorgeschreven bestuur niet voor en is de rechter niet bevoegd te voorzien in de vervulling van een "ledige plaats".
Turboliquidatie
Turboliquidaties zijn voor vele schuldeisers een doorn in het oog. De uitspraak van het hof 's-Gravenhage inzake een turboliquidatie van een bv bij gebrek aan (vermeende) baten, geeft eventuele schuldeisers die met een turboliquidatie worden geconfronteerd weer enig houvast (121698).
Het hof bepaalt dat als summierlijk blijkt van feiten en omstandigheden die voldoende aannemelijk maken dat er nog baten zijn, het faillissement alsnog kan worden uitgesproken, ook al is de vennootschap reeds ontbonden. In dat geval moet de rechtspersoon geacht worden ter afwikkeling van het faillissement te zijn blijven bestaan (HR 27 januari 1995, NJ 1995, 579 (APH/Söderqvist)). In onderhavige casus komt het hof tot het oordeel dat aan de hier bedoelde voorwaarde (aannemelijk maken van summerlijke baten) is voldaan.
Het hof komt hiertoe onder meer op grond van het feit dat de bestuurder van de vennootschap de jaarrekening te laat gedeponeerd heeft en de vennootschap (bij faillissement) een vordering op grond van art. 2:248 BW op de bestuurder zou kunnen hebben.
Bestuurdersaansprakelijkheid
Ook deze week waren er weer bestuurders die aansprakelijk werden gesteld (121694 en 121692). Met name 121692 is aan te raden om even door te nemen, mede omdat de rechtbank Zwolle uitvoerig terugverwijst naar de bekendere uitspraken van de Hoge Raad. Onder meer Sobi/Hurks, New Holland Belgium/Oosterhof en Ontvanger/Roelofsen passeren de revu.
Instellen van een ondernemingsraad
In 121696 verzoekt een individuele werknemer, waarvan het contract overigens niet is verlengd, om het aanpassen van het medezeggenschapsorgaan van Ormit omdat het orgaan niet zou voldoen aan de bepalingen van de WOR. De rechtbank Utrecht oordeelt allereerst dat de individuele werkgever belanghebbende is als bedoeld in artikel 36 WOR. Daarnaast wijst de kantonrechter de vordering van de individuele werknemer toe en draagt de kantonrechter de werkgever op er voor zorg te dragen dat een medezeggenschapsorgaan wordt ingesteld dat voldoet aan de bepalingen van de WOR. Het standpunt van Ormit dat zij juist reële medezeggenschap beoogt en dat het formele kader van de WOR voor haar onderneming niet geschikt is, leidt niet tot een ander oordeel. Hoewel de geschetste praktische problemen bij het instellen van een OR niet onbegrijpelijk zijn, is de kantonrechter niet bevoegd een afwijkende regeling toe te staan (daarvoor moet men naar de SER).
Verplichte ontbinding Stichting of ontslag bestuurder van een Stichting
Ten slotte sluiten wij weer af met de Stichting. In 121699 oordeelt de rechtbank Utrecht op grond van art. 2:298 lid 1 sub a BW, dat de bestuurders van een Stichting jegens verzoekster onmiskenbaar onrechtmatig hebben gehandeld door toe te treden tot het bestuur van een stichting waarvan zij wisten dan wel behoorden te weten dat deze een onrechtmatig doel nastreefde, namelijk het onttrekken van de aandelen in een B.V. aan verhaal door verzoekster. De rechtbank gaat daarom over tot ontslag van het bestuur.
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Van vereenzelviging is sprake wanneer vaststaat dat de belangen van de ene vennootschap identiek zijn aan de belangen van de andere vennootschap en daarover voor andere betrokkenen in het rechtsverkeer geen enkele onduidelijkheid of onzekerheid kan bestaan 04-09-2012
- Gerechtshof Amsterdam Overeenkomstenrecht. Omstreden of verkoopoptie ter zake van aandelen TMG is verleend. Bewijskwestie. Bewijsoordeel uitgesteld in afwachting van aanvullend bewijs. Veroordeling ingevolge artikel 843a Rv. Zie voor een eerdere beslissing over dit geschil LJN BU3922 28-08-2012
- Gerechtshof Amsterdam Vereniging van eigenaren onthoudt terecht goedkeuring aan aanleg dakterras. Ter plaatse is het dak geen privégedeelte. Geen opgewekt vertrouwen zijdens het voormalige bestuur van de vereniging van eigenaren. De vergadering beslist 03-07-2012
Rechtbank
- Rechtbank Midden-Nederland De bestuurders hebben onmiskenbaar onrechtmatig gehandeld jegens verzoekster door toe te treden tot het bestuur van een stichting waarvan zij wisten dan wel behoorden te weten dat deze een onrechtmatig doel nastreefde, namelijk het onttrekken van de aandelen in een bv aan verhaal door verzoekster 03-09-2012
- Rechtbank Midden-Nederland Individuele werknemer is belanghebbende als bedoeld in artikel 36 WOR. De kantonrechter draagt de werkgever op zorg te dragen dat een medezeggenschapsorgaan wordt ingesteld dat voldoet aan de bepalingen van de WOR 31-08-2012
- Rechtbank Gelderland Kennelijk onredelijk ontslagbesluit. Schadevergoeding. Geen hoofdelijkheid. Arbeidsrechtelijk ontslag directeur 08-08-2012
- Rechtbank Midden-Nederland Geschil over afname van certificaten 06-06-2012
- Rechtbank Midden-Nederland Ontbonden koopovereenkomst. Uitleg van boetebepalingen. Vraag of ook bestuurder van wanpresterende vennootschap aansprakelijk is, wordt vooralsnog ontkennend beantwoord 01-06-2012
- Rechtbank Midden-Nederland Onrechtmatige daad. Bestuurdersaansprakelijkheid 29-02-2012