Naar boven ↑

Update

Nummer 16, 2012
Uitspraken van 12-09-2012 tot 17-09-2012
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. drs. K.H. Boonzaaijer en mr. E.H. Leemreis.

Bestuurdersaansprakelijkheid
Ook deze week waren er verschillende uitspraken waarin de aansprakelijkheid van bestuurders centraal stond (121743, 121741, 121740, 121739, 121738, 121736). Graag vestig ik op een paar de aandacht.

Medebeleidsbepaler
In 121741 staat het medebeleidsbepalen van art. 2:248 lid 7 BW centraal. Aangenomen wordt dat een van de werknemers mede het beleid bepaalde, onder meer op grond van een verstuurde e-mail, welke volgens de rechtbank typisch een mail was die een reguliere leidinggevende medewerker nooit zal verzenden aan zijn superieur. 

Verplichtingen bestuurder tijdens (voorlopige) surseance
In 121740 gaat de rechtbank in op eventuele verplichtingen van een bestuurder tijdens (voorlopige) surseance. De rechtbank overweegt dat van het bestuur van een vennootschap tijdens de (voorlopige) surseance niet alleen gevergd kan worden dat het, gevraagd en ongevraagd, de bewindvoerder correct en volledig informeert omtrent de vermogenstoestand van de vennootschap, maar ook dat het uit eigen beweging, zij het met de benodigde medewerking van de bewindvoerder, de direct noodzakelijke beheers- en beschikkingsdaden uitvoert. Anders dan tijdens faillissement, verliest het bestuur immers niet het beheer en de beschikking over de boedel; het behoeft alleen de medewerking van de bewindvoerder (zie artikel 228 Fw).  De bestuurder wordt aansprakelijk gehouden omdat hij (i) geen mededelingen had gedaan aan de curator over een substantieel bedrag dat aan de vennootschap toekwam, maar op de rekening van een andere vennootschap stond en (ii) nagelaten heeft ervoor te zorgen dat deze liquide middelen aanstonds aan de vennootschap ter beschikking zouden staan.

Onbelangrijk verzuim
In 121739 wordt ingegaan op het begrip onbelangrijk verzuim van art. 2:248 lis 2 BW. Daarin wordt verwezen naar HR 11 juni 1993 NJ 1993, 713 (Brens q.q./Sarper), waarin de Hoge Raad heeft geoordeeld dat voor de vraag of de publicatieplicht is geschonden in het kader van de beoordeling van artikel 2:248 lid 2 BW uitsluitend van belang is of de jaarrekening van de vennootschap binnen dertien maanden is gepubliceerd. De Hoge Raad heeft voorts geoordeeld dat indien de jaarrekening slechts enkele dagen te laat is gedeponeerd, er sprake is van een onbelangrijk verzuim ex artikel 2:248 lid 2 laatste zin BW. Hierdoor ontspringt de bestuurder de dans echter niet, aangezien een van de jaarrekeningen pas 6 maanden na de genoemde termijn gedeponeerd is.

Stroman
Ten slotte werd in 121738 een bestuurder aansprakelijk gesteld omdat hij als stroman fungeerde en een ander (die reeds failliet was) in staat stelde de opgelegde beperkingen wegens zijn eerdere faillissement te omzeilen.

Aansprakelijkheid beleggingsadvies
Steeds vaker zien we, met name naar aanleiding van de aandelenval die door de crisis werd veroorzaakt, dat beleggers geld proberen terug te krijgen door hun financiële adviseurs aansprakelijk te stellen voor de tegenvallende beleggingsresultaten. Deze week waren er drie zaken waarin een soortgelijke kwestie speelde (121734, 121735, 121737), waarbij met name 121737 aardig is om door te nemen. Hoewel er geen beslissing valt (de rechtbank verzoekt tot het aanwijzen van deskundigen), zet de rechtbank wel de spelregels uitgebreid uiteen.

Hof

Rechtbank