Naar boven ↑

Update

Nummer 17, 2012
Uitspraken van 18-09-2012 tot 24-09-2012
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. drs. K.H. Boonzaaijer en mr. E.H. Leemreis.

Rechtspraak

Graag wijs ik u op onderstaande uitspraken.

Zijn aandelen een registergoed?
Deze week heeft de Hoge Raad een arrest gewezen (121799) waarin de vraag speelde in hoeverre art. 3:301 lid 2 BW (inschrijven in de registers) van toepassing is op aandelen. Eisers waren niet-ontvankelijkheid verklaard op de grond dat eisers het hoger beroep niet op de voet van artikel 3:301 lid 2 BW hebben doen inschrijven in de registers als bedoeld in artikel 433 Rv. Volgens de Hoge Raad wordt terecht door eisers gesteld dat art. 3:301 lid 2 BW uitsluitend geldt ten aanzien van registergoederen en derhalve niet ten aanzien van aandelen op naam.

DNB niet aansprakelijk voor Landsbanki
Een volgende interessante uitspraak is 121793, waarin de DNB aansprakelijk wordt gehouden door gedupeerde spaarders van de gevallen IJslandse bank Landsbanki. De rechtbank Amsterdam, die haar oordeel voor een groot deel doet steunen op het rapport van De Moor/Du Perron, 'De bevoegdheden van De Nederlandsche Bank inzake Icesave', concludeert dat DNB niet onrechtmatig gehandeld heeft. 

Bestuurdersaansprakelijkheid
Ook deze week was er weer een bestuurder die aansprakelijk werd gehouden (121792). In casu had de bestuurder de aandelen overgedragen aan een voor dat doel opgerichte stichting en de boekhouding na de overdracht verduisterd. Niet snel daarna gingen de verschillende vennootschappen failliet. Op grond van art. 2:248 lid 7 BW wordt hij alsnog gelijkgesteld met een bestuurder en komt de rechtbank tot de conclusie dat de bestuurder zijn taak kennelijk onbehoorlijk vervuld heeft en dat dit laatste een belangrijke oorzaak van de faillissementen is.

Afgeleide schade
Omdat het niet vaak voorkomt, zou ik ten slotte kort de aandacht willen vestigen op een zaak (121791) waarin afgeleide schade een rol speelde. In casu had de rechtbank Alkmaar de desbetreffende aandeelhouders niet ontvankelijk verklaard in hun vordering omdat zij geen partij waren bij de overeenkomst waaruit de schade was ontstaan. Het hof Amsterdam oordeelde echter (conform de leer) dat onder omstandigheden, bij een toerekenbare tekortkoming van de ene contractspartij jegens de andere contractspartij, er ook sprake kan zijn onrechtmatig handelen jegens de aandeelhouder(s) van die andere partij (HR 2 december 1994, NJ 1995, 288 (Poot/ABP); HR 2 mei 1997, NJ 1997, 662 (Kip/Rabobank)). Dat kan in het bijzonder het geval zijn indien sprake is van schending van een specifieke zorgvuldigheidsnorm die jegens de aandeelhouder(s) in acht diende te worden genomen. In casu hadden de aandeelhouders de schending van een dergelijke specifieke zorgvuldigheidsnorm onvoldoende gesteld, waardoor hun vordering alsnog werd afgewezen.

Hof

Rechtbank