Update
Rechtspraak
Graag wijs ik u op onderstaande uitspraken.
Bestuurdersaansprakelijkheid
Zoals iedere week werden er weer enkele bestuurders persoonlijk aansprakelijk gesteld. In OR 2012-0297 werd een voormalig bestuurder op grond van art. 2:9 BW aansprakelijk gehouden. De rechtbank Groningen wijst interne bestuurdersaansprakelijkheid uiteindelijk af.
In OR 2012-0296 wordt een bestuurder/aandeelhouder persoonlijk aansprakelijk gesteld door een schuldeiser omdat hij onrechtmatig gehandeld zou hebben door de aandelen van de vennootschap voor € 1,- aan een saneerder. De schuldeiser verwijst daarbij naar de Sveba-zaak (zie OR 2012-0131 en tevens het commentaar van Maarten Mussche), waar aansprakelijkheid van de bestuurder werd aangenomen. Volgens de rechtbank 's-Gravenhage is er in onderhavige zaak echter sprake van een andere situatie, waardoor de bestuurder wordt vrijgesproken.
WCAM
In OR 2012-0300 speelde de vraag in hoeverre de termijn voor het afleggen van een opt-out verklaring onder de WCAM opgerekt kan worden. In casu was de echtgenote pas bekend geworden met de Dexia-overeenkomsten nadat de termijn voor de opt-out al verstreken was. Het hof Amsterdam oordeelde dat, aangenomen dat zij pas na het verstrijken van de uiterlijke opt-outdatum bekend geworden was met de gesloten overeenkomsten, zij in ieder geval niet nog negen maanden mocht wachten met het alsnog afleggen van de opt-outverklaring.
Tegenstrijdig belang
In OR 2012-0294 oordeelde de rechtbank Zwolle, dat vennootschap B niet gerechtvaardigd mocht vertrouwen op de vaststelling in de AVA van vennootschap A dat vennootschap B geen huur meer verschuldigd was. Deze vaststelling had namelijk plaatsgevonden in een AVA die slechts door de bestuurder/aandeelhouder van beide vennootschappen was belegd en bijgewoond, zonder dat de andere aandeelhouder/bestuurder daarbij aanwezig was. Hierdoor was er sprake van een tegenstrijdig belang. Te meer omdat er tevens verschillende bezwaren kleefden aan de wijze van oproeping van de andere aandeelhouder voor de desbetreffende AVA.
Aansprakelijkheid
advocaat Ten slotte vermeld ik hierbij nog OR 2012-0299, waarin wederom een advocaat aansprakelijk wordt gehouden voor het meewerken aan een (betalings)constructie, waardoor schuldeisers menen benadeeld te zijn. De rechtbank overweegt dat een advocaat in zijn algemeenheid mag afgaan op feitelijke mededelingen van zijn cliënt en niet zonder meer gehouden is de vermogenstoestand van zijn cliënt (of van één of meer vennootschappen in een groep die hij bijstaat) te onderzoeken. Het vorenstaande oordeel luidt echter anders indien de advocaat gegronde redenen had voor twijfel aan de juistheid van de mededelingen van haar cliënt en vervolgens bemoeienis heeft gehad met een betalingsconstructie zoals in het onderhavige geval. De bewijslast wordt echter bij de curatoren neergelegd.
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Intentieovereenkomst betreffende overname (aandelen) apotheek onder voorbehoud van goedkeuring door de raad van bestuur moedermaatschappij. Intentieovereenkomst bindt partijen. Voorbehoud goedkeuring wordt uitgelegd als een ontbindende voorwaarde 30-10-2012
- Gerechtshof Amsterdam WCAM-overeenkomst. Effectenlease. Vernietiging ex artikel 1:89 BW. Opt-outverklaring niet tijdig vóór 1 augustus 2007 ingediend. Indien louter bij wijze van veronderstelling wordt aangenomen dat echtgenote van belegger pas na 1 augustus 2007 bekend is geworden met leaseovereenkomst en, ook louter bij wijze van veronderstelling, wordt aangenomen dat zij als gevolg daarvan na 1 augustus 2007 nog een opt-outverklaring mocht afleggen, mocht zij hiermee niet nog eens negen maanden wachten 11-09-2012
Rechtbank
- Rechtbank Rotterdam Vennootschap spreekt teruggetreden (indirect) bestuurder aan wegens onbehoorlijk bestuur (2:9 BW). Vordering afgewezen. Afwikkeling leningen. Na afweging van de stellingen over en weer deels toegewezen 24-10-2012
- Rechtbank Midden-Nederland Huurzaak. Vennootschapsrechtelijke vervlechting van verhuurder en huurder via de persoon van één van de bestuurders van verhuurder, die tevens de bestuurder is van huurder. Huurder mocht niet vertrouwen op de juistheid van de mededeling van verhuurder, vertegenwoordigd door diezelfde bestuurder, dat er geen huurachterstand meer was en dat verhuurder niets meer te vorderen had. Voor die mededeling heeft geen deugdelijke onderbouwing kunnen blijken 23-10-2012
- Rechtbank Den Haag (Secundaire) bestuurdersaansprakelijkheid. Zie ook de zaak Sveba (LJN BV6199, commentaar Maarten Mussche). Bestuurder/aandeelhouder wordt persoonlijk door schuldeiser aansprakelijk gehouden voor de verkoop van de aandelen 11-10-2012
- Rechtbank Amsterdam Curatoren spreken advocaat van gefailleerde vennootschappen aan. De advocaat (die adviseert over specifieke vragen rondom de opbrengst van een vliegtuig) mag in zijn algemeenheid afgaan op feitelijke mededelingen van zijn cliënt en is niet zonder meer gehouden de vermogenstoestand van zijn cliënt (of van één of meer vennootschappen in een groep die hij bijstaat) te onderzoeken. Curatoren worden toegelaten tot het bewijs dat de advocaat gegronde redenen had voor twijfel aan de juistheid van de mededelingen van de cliënt en vervolgens bemoeienis heeft gehad met een voor de vennootschappen nadelige betaling. De strekking van artikel 3 lid 1 van verordening 1346/2000, waarnaar de advocaat met een beroep op de Europese jurisprudentie (arrest van het Hof van Justitie van 12 februari 2009, zaak C-339/07) heeft verwezen, is dat de rechter van het land van de insolventieprocedure bevoegd is om kennis te nemen van op de faillissementspauliana gebaseerde vorderingen, maar hieruit volgt niet dat deze rechter hiertoe bij uitsluiting bevoegd is. De curator kan zich ook beroepen op een andere grond voor bevoegdheid, zoals de woonplaats van de gedaagde of een gekozen forum. Onder de concrete omstandigheden van dit geval moet de cessie geoorloofd en mogelijk worden geacht. Cedent en cessionaris werken immers nauw samen ter afwikkeling van de boedels 26-09-2012
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Rechtbank onbevoegd in geschil tussen maten. Volgens maatschapscontract moeten geschillen beslecht worden door scheidsmannen. Eiser stelde ten onrechte dat de beslaglegging op goederen van gedaagden tot gevolg had dat de rechtbank bevoegd was. Uit contract blijkt echter dat de rechtbank alleen bevoegd is terzake de vordering tot ontbinding van de maatschap 16-05-2012