Update
Rechtspraak
Graag wijs ik u op onderstaande uitspraken, waarbij ik in het bijzonder de nadruk wil leggen op een uitspraak van de Hoge Raad inzake persoonlijke aansprakelijkheid van een ‘vertegenwoordiger' (tevens bestuurder) van de vennootschap (OR 2012-0326).
Bestuurdersaansprakelijkheid
In OR 2012-0326 speelt de vraag in hoeverre een vertegenwoordig zijnde bestuurder van de vennootschap naast de vennootschap aansprakelijk kan worden gehouden wegens gedragingen die in het maatschappelijk verkeer te gelden hebben als onrechtmatige gedragingen. In casu wordt een ‘vertegenwoordiger' (hierna: X) van een vennootschap aansprakelijk gehouden, omdat hij villa's in Spanje had verkocht terwijl hij wist dat er problemen waren met de bouwvergunningen van deze villa's en de reële mogelijkheid bestond dat de villa's afgebroken zouden worden. X stelt dat hij slechts persoonlijk aansprakelijk gehouden kan worden op basis van de maatstaf van HR 8 december 2006, LJN AZ0758, (Ontvanger/Roelofsen). Volgens X heeft het hof dus miskend dat, indien onrechtmatige gedragingen van een bestuurder van een vennootschap in het maatschappelijk verkeer hebben te gelden als onrechtmatige gedragingen van die vennootschap (zodat die vennootschap deswege aansprakelijk is op grond van art. 6:162 BW), de desbetreffende bestuurder slechts naast de vennootschap aansprakelijk kan zijn indien hem (persoonlijk), mede gelet op zijn verplichting tot een behoorlijke taakuitoefening als bedoeld in art. 2:9 BW, een voldoende ernstig verwijt kan worden gemaakt. Althans heeft het hof volgens X miskend dat aan een bestuurder geen voldoende ernstig verwijt kan worden gemaakt, als hij niet heeft toegelaten of bewerkstelligd dat de vordering van de benadeelde op de vennootschap onbetaald of onverhaalbaar is gebleven. Voorts heeft het hof volgens X miskend dat slechts sprake kan zijn van een voldoende ernstig verwijt dat tot persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder leidt, indien het niet een verwijt betreft ter zake van een gedraging die in het maatschappelijk verkeer te gelden heeft als een onrechtmatige daad van de vennootschap.
A-G Timmerman maakt in zijn conclusie onderscheid tussen rechtstreeks en secundair daderschap (met verwijzing naar het proefschrift van S.N. de Valk, Aansprakelijkheid van leidinggevenden, 2009). In casus is volgens Timmerman sprake van rechtstreeks daderschap en kan de vertegenwoordiger (het hof houdt X als vertegenwoordig van de vennootschap en vermijdt het noemen van X als bestuurder) persoonlijk aansprakelijk gehouden worden zonder dat een voldoende ernstig verwijt nodig is dat hem kan worden aangerekend. De Hoge Raad volgt de AG en verwerpt het cassatieberoep van X. Een uitspraak die absoluut stof zal doen opwaaien!
In OR 2012-0322 houdt de curator de voormalige bestuurders van de failliete vennootschap aansprakelijk. Ook houdt de curator de bestuurders (in casu dezelfde personen) van een andere vennootschap persoonlijk aansprakelijk omdat zij gebruik hadden gemaakt van diensten van de failliete vennootschap terwijl zij wisten dat deze andere rechtspersoon de daaruit voortvloeiende verplichtingen niet kon nakomen en daarvoor onvoldoende verhaal bood, dan wel bewerkstelligd hebben dat deze vennootschap haar verplichtingen niet na is gekomen.
De rechtbank Rotterdam wijst de vorderingen jegens de bestuurders van de failliete vennootschap af, evenals de vordering jegens de bestuurders van de andere vennootschap die gegrond is op de stelling dat deze bestuurders wisten dat deze andere rechtspersoon de daaruit voortvloeiende verplichtingen niet kon nakomen en daarvoor onvoldoende verhaal bood. De rechtbank houdt echter de zaak aan om bestuurders van de andere vennootschap in de gelegenheid te stellen te bewijzen dat er geen sprake is geweest van onwil/selectieve betaling (de tweede maatstaf van het Ontvanger/Roelofsen-arrest).
In OR 2012-0323 wordt geoordeeld dat de bestuurder en de rechtspersoon onrechtmatig hebben gehandeld jegens twee ex-werknemers, omdat zij de rechtspersoon failliet hebben laten gaan met als doel zich op goedkope wijze van deze twee ex-werknemers te ontdoen. De rechtbank Zwolle stuurt aan op een minnelijke schikking.
Ontvankelijkheid rechtspersoon na ontbinding
In OR 2012-0325 gaat de rechtbank Almelo in op de ontvankelijkheid van een rechtspersoon na ontbinding. De slotsom is dat de rechtspersoon, ondanks inschrijving van de ontbinding in het Handelsregister, voor de duur van de vereffening is blijven bestaan en zelfstandig in rechte kan optreden.
Ontvankelijkheid in Fortiszaak en een bestuurder woonachtig in België
Ten slotte wijs ik u nog op OR 2012-0320 waarin de rechtbank Utrecht bepaalt dat de rechtbank bevoegd is kennis te nemen van de door Stichting Investor Claims Against Fortis aangespannen zaak.
In OR 2012-0321 komt het hof 's-Hertogenbosch tot dezelfde conclusie met betrekking tot de bevoegdheid inzake de aansprakelijkheid van een bestuurder die in België woonachtig is. Deze bestuurder is opgetreden als vermogensbeheerder en belegger voor een cliënt zonder voldoende deskundig te zijn. Op grond van HR 14 november 1997, NJ 1998, 270 (JMG-Henkel) en HR 20 november 1998, NJ 1999, 684 (Mokster/Wijsmuller) wordt deze bestuurder aansprakelijk gehouden.
Hoge Raad
- Hoge Raad Onrechtmatige daad. Persoonlijke aansprakelijkheid bestuurder anders dan voor tekortkoming of onrechtmatig handelen vennootschap door onbehoorlijke taakvervulling. Maatstaf. Niet vereist dat bestuurder ernstig verwijt kan worden gemaakt, ook niet indien onrechtmatige gedragingen bestuurder moeten worden toegerekend aan vennootschap 23-11-2012
- Hoge Raad Prejudiciële vragen aan HvJ EU met betrekking tot uitleg Prospectusrichtlijn. Moet men bij een executoriale verkoop van in beslag genomen certificaten van aandelen ook een prospectus uitvaardigen? Toepasselijkheid prospectusplicht (art. 5:2 Wft) en vrijstellingsbepaling (art. 53 lid 2 Vrijstellingsregeling Wft). Hoge Raad stelt vragen van uitleg aan HvJ EU met betrekking tot artikel 1 en 3 Prospectusrichtlijn (Richtlijn 2003/71/EG) 28-09-2012
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Toerekenbare tekortkoming rechtspersoon die als vermogensbeheerder (art. 7:401 BW) is opgetreden en onrechtmatig handelen van bestuurder van die rechtspersoon 20-11-2012
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden De grieven leggen de vraag voor of appellante op grond van haar algemene statutaire bevoegdheid was gerechtigd aan leden een boete op te leggen voor het niet nakomen van een verplichting, terwijl die verplichting niet in enig stuk was vastgelegd 20-11-2012
- Gerechtshof Den Haag Turboliquidatie. Vennootschap is ontbonden volgens turboliqidatie (art. 2:19 lid 4 BW) bij gebrek aan baten. Schuldeisers hebben aannemelijk gemaakt dat er nog wel sprake was van (toekomstige voorzienbare) baten, onder meer op grond van het feit dat de bestuurder van de vennootschap de jaarrekening te laat gedeponeerd heeft en de vennootschap (bij faillissement) een vordering op grond van artikel 2:248 BW op de bestuurder zou kunnen hebben 06-09-2012
Rechtbank
- Rechtbank Midden-Nederland Fortis-zaak. Rechtbank bevoegd op grond van artikel 6 sub 1 EEX-Vo vanwege nauwe band tussen vorderingen. Afwijzing incident tot aanhouding ex artikel 28 EEX-Vo i.v.m. artikel 6 EVRM 21-11-2012
- Rechtbank Rotterdam Bestuurdersaansprakelijkheid. Administratieplicht. Dividenduitkeringen. Onbehoorlijk bestuur. Ernstige verwijtbaarheid. Vorderingen van de curator worden grotendeels afgewezen 14-11-2012
- Rechtbank Overijssel Ontvankelijkheid rechtspersoon na ontbinding van de rechtspersoon 24-10-2012
- Rechtbank Midden-Nederland Bestuurder en indirect bestuurder worden met succes aangesproken door twee ex-werknemers omdat zij de ex-werkgeefster/B.V. failliet hebben laten gaan met als enig doel om aldus snel en goedkoop van de arbeidsrechtelijke verplichting jegens eisers af te komen 26-09-2012