Update
Rechtspraak
De meest spraakmakende uitspraak van deze week is gedaan door de rechtbank Assen inzake het voortbestaan van (pedo)vereniging Martijn OR-121219. De rechtbank stelt daarin voorop dat het uitdragen van in de ogen van velen ongewenste opvattingen op zichzelf genomen geen grond geeft om tot een verbodenverklaring en ontbinding te komen van een vereniging. Vorenstaande laat echter onverlet dat de rechtbank wel van oordeel is dat de vereniging ontbonden en vereffend dient te worden op grond van art. 2:20 BW, omdat de werkzaamheid van de Vereniging Martijn inbreuk maakt op de algemeen aanvaarde grondvesten van ons rechtsstelsel en deze werkzaamheid daarom in strijd is met de openbare orde.
Voorts wijs ik u graag op OR-121218. In dit arrest staat de huidige tegenstrijdige belangregeling opgenomen in art. 2:256 BW centraal. Hierbij komen verschillende interessante vragen aan bod, waaronder de vraag of een bestuurder de vennootschap kan vertegenwoordigen bij het vaststellen van zijn eigen vertrekvergoeding. De rechtbank Maastricht oordeelt dat deze bevoegdheid als accessoir aan de bevoegdheid tot ontslag kleeft en dus de AVA toekomt, ook indien de bestuurder bij overeenkomst vertrekt en niet ontslagen wordt. Verder wordt tevens ingegaan op een eventuele verplichting van de bestuurder tot het zo tijdig informeren van de AVA over de aanwezigheid van een tegenstrijdig belang, ook in het geval dat het tegenstrijdig belang in de statuten is weggeschreven. Ook komt aan bod dat hoewel het wegschrijven van het tegenstrijdig belang tot gevolg heeft dat bepaalde rechtshandelingen niet nietig zijn, dit niet meebrengt dat de vennootschap daarmee het instrument van art. 2:9 BW uit handen geslagen wordt.
Verder wijs ik u graag op OR-121216 waarin een ongeoorloofd kasrondje wordt aangenomen, waardoor de aandeelhouders/oprichters tot betaling verplicht worden op grond van art. 2:180 lid 2 BW en de bestuurder aansprakelijk wordt gehouden op grond van art. 2:248 BW voor het niet tijdig publiceren van de jaarrekening.
Als laatste wijs ik u nog op OR-121215 waarin een bestuurder aansprakelijk wordt gehouden door het hof Amsterdam. Het hof past daarbij de heersende maatstaf toe en oordeelt dat de bestuurder wist of redelijkerwijze had behoren te begrijpen dat de door hem bewerkstelligde althans toegelaten transacties tot gevolg hadden dat de vennootschap een project waarvoor gelden ontvangen waren niet kon realiseren, dat daarmee elke kans dat de vennootschap aan haar verplichtingen jegens de twee schuldeisers zou kunnen voldoen illusoir werd en dat de vennootschap ook geen verhaal bood voor de als gevolg daarvan optredende schade.
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Fiscale consequenties van afspraak afwikkeling van een maatschap. Het enkele feit dat eiser zich die consequenties niet goed heeft gerealiseerd rechtvaardigt - als het al waar is - niet dat zij een vordering heeft op de voormalige maten 26-06-2012
- Gerechtshof Amsterdam Uitspraak Ondernemingskamer d.d. 19 juni 2012 New World Resources PLC. Vaststelling prijs van de aandelen na openbaar bod. De door het openbaar bod en deze uitkoopprocedure tot stand te brengen wijziging in de vennootschappelijke structuur van de NWR Groep brengt geen wijziging in de onderneming, de strategie, de werknemers, het bestuur of het dividendbeleid van de NWR Groep. De OK neemt bij het bepalen van de prijs van de over te dragen aandelen tot uitgangspunt dat de waarde van een aandeel A in NWR NV (op enig moment) gelijk is aan de waarde van een aandeel A in NWR Plc (op datzelfde moment) 19-06-2012
- Gerechtshof Den Haag Aansprakelijkheid bestuurder op grond van betalingsonwil afgewezen. Het feit dat een huurder in een kantonprocedure in het ongelijk is gesteld, impliceert niet dat de huurder in de periode dat de huur niet werd betaald, wist of behoorde te weten dat die huur daadwerkelijk verschuldigd was. Een verhuurder kan in dat geval niet gelijk worden gesteld met een crediteur met een opeisbare vordering 10-04-2012
- Gerechtshof Amsterdam Bestuurdersaansprakelijkheid. Het handelen van de (indirect) bestuurder is zodanig onzorgvuldig dat hem daarvan persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Bestuurder is aansprakelijk voor de schade van geïntimeerden 27-03-2012
Rechtbank
- Rechtbank Noord-Nederland Verbodenverklaring Vereniging Martijn. De rechtbank overweegt dat de werkzaamheid van de Vereniging Martijn in strijd is met de openbare orde. Ingevolge art. 2:20 BW verklaart de rechtbank haar verboden, ontbindt haar en benoemt een vereffenaar 27-06-2012
- Rechtbank Noord-Holland Borgstelling door echtgenote rechtsgeldig vernietigd op grond van artikel 1:88 lid 1 aanhef en onder c jo. artikel 1:89 BW. De uitzondering van artikel 1:88 lid 5 BW gaat niet op 27-06-2012
- Rechtbank Limburg Toekenning ontslagvergoeding is als sequeel van of accesoir aan de bevoegdheid tot ontslag van een bestuurder voorbehouden aan de AVA. Besluit tot toekenning van de ontslagvergoeding door de bestuurder is nietig ex art. 2:14 BW. Tegenstrijdig belang is weggeschreven in de statuten. Het niet in acht nemen van de informatieplicht ex art. 2:256 (tweede zin) BW tast de bevoegdheid tot vertegenwoordiging van de BV door de bestuurder niet aan, maar maakt het besluit slechts vernietigbaar ex art. 2:15 BW 20-06-2012
- Rechtbank Den Haag (Onrechtmatige) benoeming en ontslag bestuurders 11-06-2012
- Rechtbank Gelderland Er is sprake van bestuurdersaansprakelijkheid indien een bestuurder niet alleen namens de vennootschap investeringen heeft aangenomen waarvan hij wist of had behoren te weten dat de vennootschap niet in staat zou zijn deze terug te betalen dan wel op andere wijze compensatie bieden, maar hij ook bewust hangende de procedure en tijdens beslaglegging op onder meer de aandelen, de vennootschap heeft opgeheven en op die wijze gelden heeft onttrokken 28-03-2012
Uitspraken zonder ECLI
- Ongeoorloofd kasrondje. De rechtbank is van oordeel dat niet is voldaan aan de stortingsplicht, nu het gestorte bedrag nog vóór de oprichtingsdatum van de vennootschap volledig is teruggestort op de rekening van de enig aandeelhouder die het bedrag eerst enkele dagen daarvoor had gestort. De bestuurder is naast de failliet hoofdelijk aansprakelijk is ex artikel 2:180 lid 2 sub b BW
- 81 RO. Geen recht op meerwaarde van de prioriteitsaandelen die in het bezit zijn van de andere aandeelhouder