Update
Rechtspraak
Graag wijs ik u op onderstaande uitspraken.
Ontvankelijkheid OK als economisch gerechtigde
De Hoge Raad oordeelt in OR 2013-0133 over de ontvankelijkheid van een economisch gerechtigde inzake het instellen van een onderzoek bij de OK. In casu ging het om een aandeelhouder van een vennootschap naar het recht van Hong Kong, die een onderzoek wil laten verrichten naar het beleid en de gang van zaken van een Nederlandse BV waar de vennootschap naar het recht van Hong Kong alle aandelen van bezit. De OK achtte de aandeelhouder ontvankelijk. De Hoge Raad overweegt dat volgens vaste rechtspraak de strekking van het enquêterecht meebrengt, dat de verschaffer van risicodragend kapitaal die een eigen economisch belang heeft in de vennootschap waarop het verzoek betrekking heeft, welk belang in zoverre op een lijn kan worden gesteld met het belang van een aandeelhouder of certificaathouder, voor de toepassing van artikel 2:346, aanhef en onder b, BW, dient te worden gelijkgesteld met aandeelhouders of certificaathouders. Volgens de Hoge Raad getuigt het oordeel van de OK om de desbetreffende aandeelhouder als economisch gerechtigde ontvankelijk te verklaren, niet van een onjuiste rechtsopvatting. Niet nodig is dat de aandeelhouder rechtstreeks aandelen houdt in de Nederlandse BV. Ook de omstandigheid dat de moedervennootschap een vennootschap is naar het recht van Hong Kong leidt niet tot een ander oordeel nu de OK heeft vastgesteld dat de ondernemingsactiviteiten plaatsvinden in de Nederlandse BV.
Graag wijs ik u tevens op annotatie OR 2012–0130 van Harold Koster, die hij schreef naar aanleiding van de uitspraak van de Ondernemingskamer in dezelfde kwestie.
Vrijspraak AFM
In OR 2013-0132 spreekt het hof Amsterdam de AFM vrij. Een kredietverschaffer van DSB had de AFM aansprakelijk gehouden wegens het in strijd handelen met hetgeen van haar als redelijk handelend toezichthouder mocht worden verlangd. De rechtbank had de desbetreffende kredietverschaffer nog gelijk gegeven. Hof Amsterdam maakt echter korte metten met betrekking tot een eventuele aansprakelijkheid van de AFM. Het hof volgt de AFM in haar stelling dat zich niet de situatie voordoet dat zij, als zij in de relevante periode aandacht had besteed aan de achtergestelde deposito’s, in redelijkheid maatregelen op grond van de Wft niet achterwege had kunnen laten.
Zorgvuldigheidsnorm jegens aandeelhouder geschonden
In OR 2013-0126 leed een aandeelhouder schade vanwege het schenden van een concurrentiebeding door zijn mede-aandeelhouder. De aandeelhouder houdt zijn mede-aandeelhouder aansprakelijk, terwijl deze laatste zich beroept op het APB/Poot-criterium. Volgens het hof Leeuwarden is het uitgangspunt het zogenaamde ABP/Poot-criterium, inhoudend dat de schade die een individuele aandeelhouder lijdt als gevolg van onrechtmatig handelen door een derde jegens de vennootschap, niet door de individuele aandeelhouder tegen die derde te gelde kan worden gemaakt (HR 2 december 1994, NJ 1995, 288). In afwijking daarvan kan echter voor toekenning van een schadevergoeding aan een aandeelhouder toch reden zijn, indien sprake is van een toerekenbare tekortkoming of als jegens die bepaalde aandeelhouder een specifieke zorgvuldigheidsnorm in acht had moeten worden genomen (HR 13 januari 2010, LJN BK2143). Die situatie doet zich hier voor, aldus het hof.
Ondernemingsraad
In OR 2013-0122 speelde het volgende. Het Albert Heijn-concern heeft besloten om Albert Heijn to go en Albert.nl onder te brengen in een andere vennootschap. Hierdoor moeten nieuwe ondernemingsraden ingesteld worden. De uitvoering hiervan had het Albert Heijn-concern overgelaten aan haar eigen ondernemingsraad. FNV en CNV proberen de verkiezingen van de ondernemingsraden van Albert Heijn to go en Albert.nl uit te stellen. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van FNV en CNV echter af.
In OR 2013-0123 hadden drie leden van de ondernemingsraad van het bestuur een waarschuwingsbrief ontvangen met daarin onder meer een verbod tot het benaderen van relaties van de onderneming. De ondernemingsraad vordert tenietdoen van de waarschuwingsbrief en het verbod. De kantonrechter overweegt dat de waarschuwingsbrief geen reactie van de onderneming is op iets wat de betrokken ondernemingsraadsleden in hun hoedanigheid als OR-lid bij de uitoefening van hun uit de WOR voortvloeiende bevoegdheden hebben gedaan. Een OR-lidmaatschap is geen vrijbrief om in strijd met goed werknemerschap te handelen als het gaat om iets wat niet direct iets met OR-bevoegdheden te maken heeft. Het staat een werkgever vrij om in een dergelijk geval aan te geven waar de grenzen liggen en, bij overtreding daarvan, wat de consequenties zijn. Vanzelfsprekend kan de waarschuwingsbrief van de onderneming niet zien op handelingen die OR-leden in het kader van de uitoefening van hun OR-taak in de toekomst zullen verrichten.
Bestuurdersaansprakelijkheid
In OR 2013-0125 worden de bestuurders toegelaten tot het leveren van tegenbewijs, nadat de rechtbank Rotterdam geoordeeld had, dat de bestuurders in beginsel aansprakelijk zijn op grond van artikel 2:138 lid 2 BW. Het verweer dat er sprake is van een onbelangrijk verzuim wordt door de rechtbank verworpen.
In OR 2013-0130 en 2013-0127 zien crediteuren die de aansprakelijkheid van bestuurders vorderde, hun vordering stranden.
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Schending zorgvuldigheidsnorm aandeelhouder. (Uitzondering op) ABP/Poot-criterium 26-03-2013
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Bijzondere pauliana van artikel 2: 138 lid 9 BW 26-03-2013
- Gerechtshof Amsterdam Onvoldoende toezicht AFM op informatieverstrekking DSB met betrekking tot achtergesteld deposito? Geen gehoudenheid van AFM tot ingrijpen in de relevante periode 26-03-2013
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Faillissement uitgesproken op de dag waarop eigen aangifte is gedaan. Vrijwaringszaak van HR 23-03-2012, LJN BV0614. Heeft bestuurder onrechtmatig gehandeld door op de dag van de aanvraag ten laste van het creditsaldo bij de bank loonbetalingen te doen? 26-03-2013
- Gerechtshof Den Haag Opzegging lidmaatschap Rotterdamse tuinvereniging 26-03-2013
- Gerechtshof Amsterdam Onverschuldigde betaling. Faillissementsrecht. Vóór het faillissement betaalt de vennootschap aan een derde. Er bestaat tussen deze partijen geen rechtsverhouding die tot deze betaling verplicht. De curator vordert het betaalde als onverschuldigd terug. Het verweer van derde is dat het geld toebehoorde aan de middellijk bestuurder en aandeelhouder van de vennootschap en hij met deze betaling een privéschuld voldeed. Het hof oordeelt dat de door de vennootschap ontvangen bedragen deel zijn van haar vermogen en niet tot het privévermogen van de middellijk bestuurder behoorden. De vordering uit onverschuldigde betaling wordt toegewezen 15-01-2013
Rechtbank
- Rechtbank Rotterdam Eiser (curator) vordert dat gedaagden hoofdelijk worden veroordeeld tot betaling van een bedrag gelijk aan het tekort in het faillissement van B.V. waar gedaagden bestuurder van zijn/waren. Jaarstukken niet tijdig gedeponeerd (art. 2:394 BW). Geen onbelangrijk verzuim. Niet voldaan aan de boekhoudverplichting (art. 2:10 BW). Beroep op disculpatie slaagt niet. Op grond van het bepaalde in artikel 2:138 lid 2 BW wordt vermoed dat de onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak van het faillissement is. Gedaagden worden toegelaten tot het leveren van tegenbewijs van het wettelijk vermoeden dat de onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak van het faillissement is 20-03-2013
- Rechtbank Rotterdam Eiseres spreekt op grond van onrechtmatig handelen de bestuurder van een failliete vennootschap aan voor onbetaald gebleven facturen. Primaire beroep op de Beklamelnorm wordt als onvoldoende onderbouwd gepasseerd. Hetzelfde geldt voor de subsidiaire stelling dat de bestuurder zonder te waarschuwen eiseres prestaties heeft laten verrichten terwijl hij had kunnen en moeten weten dat de vennootschap die niet kon betalen en op een faillissement afstevende. Vaststelling omslagpunt aan de veilige kant. Vordering afgewezen 13-03-2013
- Rechtbank Rotterdam Eiser vordert betaling facturen op grond van nakoming (primair) en op grond van bestuurdersaansprakelijkheid (subsidiair). Gedaagde is niet in persoon opdrachtgever, maar heeft als bestuurder van Ltd. opdracht verstrekt. Vordering o.g.v. nakoming afgewezen. Geen ernstig verwijt aan zijde gedaagde. Geen bestuurdersaansprakelijkheid. Vordering afgewezen 27-02-2013
- Rechtbank Noord-Holland Reglementen voor de nog in te stellen ondernemingsraad. Vakbonden vorderen uitstel van de verkiezingen voor de ondernemingsraden van AH to go en Albert.nl, stellende dat de voorlopige reglementen van die ondernemingsraden in strijd zijn met artikel 6 en artikel 9 lid 2 sub b WOR. De voorzieningenrechter overweegt dat een vordering tot aantasting van de voorlopige reglementen in een bodemprocedure een geringe kans van slagen heeft en weigert de gevraagde voorzieningen 26-02-2013
- Rechtbank Oost-Brabant Ondoorzichtige constructie van BV's. Onrechtmatig handelen 14-02-2013
- Rechtbank Oost-Brabant (De uitleg van) een waarschuwingsbrief gestuurd door werkgever aan drie ondernemingsraadsleden 12-02-2013