Update
Rechtspraak
Graag wijs ik u op onderstaande uitspraken.
Afgeleide schade
In OR 2013-0171 wordt de ingestelde vordering tot schadevergoeding van een kopende vennootschap op de verkoper gekwalificeerd als afgeleide schade. Onder verwijzing naar het Poot/ABP-arrest wordt de vordering afgewezen. Volgens Hof Amsterdam is niet gesteld en bewezen dat de verkoper een specifieke zorgvuldigheidsnorm jegens de aandeelhouders van de kopende vennootschap heeft geschonden. Hof Amsterdam oordeelt overigens dat de vordering ook niet zou kunnen worden toegewezen als er wel een specifieke norm zou zijn geschonden, omdat de aandeelhouders niet-tijdig hebben geklaagd.
Bestuurdersaansprakelijkheid
In OR 2013-0170 wordt de bestuurder hoofdelijk aansprakelijk gehouden wegens het selectief betalen van crediteuren (betalingsonwil). Rechtbank Leeuwarden overweegt dat ongelijke behandeling van crediteuren in beginsel onrechtmatig is bij voorzienbaarheid van daadwerkelijke benadeling, tenzij deze handelwijze door bijzondere omstandigheden kan worden gerechtvaardigd. In het onderhavige geval is bij de beoordeling van deze bijzondere omstandigheden de rangorde van de vennootschapscrediteuren van belang. Op grond van de Beklamel-norm komt de rechtbank tot het oordeel dat aan de bestuurder geen ernstig verwijt kan worden gemaakt. De vorderingen worden derhalve afgewezen.
In OR 2013-0169 wordt de feitelijke bestuurder hoofdelijk aansprakelijk gehouden onder verwijzing naar het Beklamel-arrest. Hof Leeuwarden neemt voorhands aan dat onderhavige persoon als feitelijk bestuurder kan worden aangemerkt en tevens ernstig verwijtbaar gehandeld heeft. Het hof staat het leveren van aanvullend tegenbewijs toe.
In OR 2013-0161 komt Rechtbank Arnhem tot een eindvonnis in de Mirzon-uitspraken. Volgens de rechtbank hebben de Roemeense vennootschapen en hun (oud)bestuurder onrechtmatig gehandeld en zijn zowel de vennootschappen, als de (oud)bestuurder aansprakelijk voor de geleden schade.
In OR 2013-0163 wordt bestuurdersaansprakelijkheid gevorderd ex artikel 2:248 BW (handelen in strijd met artikel 2:10 BW) en ex artikel 2:207c (oud) BW. De vorderingen worden door Hof ’s-Hertogenbosch afgewezen. Ook in OR 2013-0160 wordt aansprakelijkheid van een bestuurder, ditmaal op grond van artikel 6:162 BW, afgewezen.
Geen verjaring van een vordering op een niet meer bestaande rechtspersoon
In OR 2013-0165 is de hoofdschuldenaar een vennootschap die na het opheffen van haar faillissement niet meer bestaat. De vraag die speelt, is of een vordering op een niet meer bestaande rechtspersoon verjaart. Volgens Rechtbank ’s-Gravenhage moet het antwoord op deze vraag ontkennend zijn. De periode tussen het hebben opgehouden te bestaan en het herleven van de rechtspersoon levert een verlengingsgrond op (terwijl de mogelijkheid tot herleven van de rechtspersoon niet in de tijd is beperkt).
Hoofdelijke aansprakelijkheid binnen de commanditaire vennootschap
In OR 2013-0164 staat de hoofdelijke aansprakelijkheid van een uitgetreden vennoot van een commanditaire vennootschap (CV), voor een uitgebleven huurschuld in de periode waarin de vennoot als beherend vennoot optrad, centraal. In wordt gegaan op de positie van de commanditaire vennoot ten opzichte van de beherende vennoot van een CV. In onderhavig geval brengen de omstandigheden hoofdelijke aansprakelijkheid van de uitgetreden vennoot met zich mee.
Kan men een pandrecht vestigen op een assurantieportefeuille?
In OR 2013-0167 wordt door de Rechtbank Rotterdam ambtshalve aan de Hoge Raad de volgende rechtsvraag ter beantwoording gesteld, bij wijze van prejudiciële beslissing: is het mogelijk om een pandrecht op een assurantieportefeuille te vestigen, ofwel: is een assurantieportefeuille een vermogensrecht in de zin van artikel 3:6 BW?
Hoge Raad en het Haviltex-criterium
Tevens wijs ik u op de samenvatting van de uitspraak van de Hoge Raad inzake het Haviltex-criterium. In OR 2013-0162 benadrukt de Hoge Raad dat ook indien bij de uitleg van een overeenkomst groot gewicht toekomt aan de taalkundige betekenis van de gekozen bewoordingen, de overige omstandigheden van het geval mee kunnen brengen dat een andere (dan de taalkundige) betekenis aan de bepalingen van de overeenkomst moet worden gehecht. In onderhavige casus gaat de Hoge Raad onder meer in op de in de overeenkomst opgenomen ‘entire agreement clause’.
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Bestuurdersaansprakelijkheid ex artikel 2:248 BW. Handelen in strijd met artikel 2:10 BW en artikel 2:207c (oud) BW. Vorderingen worden door het hof afgewezen 23-04-2013
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden In casu staat de zorgplicht van bank in vermogensadviesrelatie centraal. Het hof overweegt dat de vraag of de bank een advies heeft gegeven dat een redelijk bekwaam en redelijk handelend beleggingsadviseur niet had mogen geven, beoordeeld dient te worden naar de gangbare inzichten ten tijde van het advies. De vraag die beantwoord dient te worden is of de koersdaling die zich na 2004 heeft voorgedaan voor de bank ten tijde van haar advies voorzienbaar was dan wel of de bank met het risico van een dergelijke koersdaling destijds bij haar advisering redelijkerwijs rekening diende te houden. Het advies om in deze obligaties te beleggen kon in de omstandigheden van dit geval door een redelijk bekwaam en redelijk handelend beleggingsadviseur gegeven worden 23-04-2013
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Feitelijk bestuurder en Beklamel-norm 16-04-2013
- Gerechtshof Amsterdam Zelfstandige vordering van aandeelhouders van een kopende vennootschap op de verkoper. ABP/Poot-criteria: in het onderhavige geschil is niet gesteld en bewezen dat de verkoper een specifieke zorgvuldigheidsnorm jegens de aandeelhouders van de kopende vennootschap heeft geschonden. De vordering van de aandeelhouders kan daarom niet worden toegewezen. Overigens zou de vordering ook niet kunnen worden toegewezen als er wel een specifieke norm zou zijn geschonden, omdat de aandeelhouder niet-tijdig hebben geklaagd 26-02-2013
Rechtbank
- Rechtbank Noord-Nederland Selectieve betaling (betalingsonwil) van crediteuren; ongelijke behandeling van crediteuren is in beginsel onrechtmatig bij voorzienbaarheid van daadwerkelijke benadeling, tenzij deze handelwijze door bijzondere omstandigheden kan worden gerechtvaardigd. In het onderhavige geval is bij de beoordeling van deze bijzondere omstandigheden de rangorde van de vennootschapscrediteuren van belang. Beklamel-norm; een bestuurder handelt onrechtmatig indien hij op het moment dat hij namens de vennootschap een overeenkomst sluit wist of redelijkerwijze behoorde te weten dat zijn vennootschap de transactie niet kan nakomen en geen verhaal zal bieden voor de ten gevolge van de wanprestatie te lijden schade 24-04-2013
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant De zaak ziet op de (al dan niet aanwezige) hoofdelijke aansprakelijkheid van een uitgetreden vennoot van een commanditaire vennootschap (CV) voor een uitgebleven huurschuld in de periode waarin de vennoot als beherend vennoot optrad. De zaak gaat in op de positie van de commanditaire vennoot ten opzichte van de beherende vennoot van een CV. Bij twee of meer beherende vennoten is de CV in beginsel een variant van de vennootschap onder firma. In onderhavig geval brengen de omstandigheden hoofdelijke aansprakelijkheid van de uitgetreden vennoot met zich mee 17-04-2013
- Rechtbank Rotterdam Is het mogelijk is om een pandrecht op een assurantieportefeuille te vestigen, ofwel: is een assurantieportefeuille een vermogensrecht in de zin van artikel 3:6 BW? 17-04-2013
- Rechtbank Gelderland Toerekenbaar tekortschieten. Onrechtmatig handelen 17-04-2013
- Rechtbank Rotterdam Uitleg huurovereenkomst. Onrechtmatig handelen van de bestuurder van de hurende vennootschap 11-04-2013
- Rechtbank Den Haag De hoofdschuldenaar in casu is een vennootschap die na het opheffen van haar faillissement niet meer bestaat. De vraag die speelt, is of een vordering op een niet meer bestaande rechtspersoon verjaart. Het antwoord op deze vraag moet ontkennend zijn, de periode tussen het hebben opgehouden te bestaan en het herleven van de rechtspersoon levert een verlengingsgrond op (terwijl de mogelijkheid tot herleven van de rechtspersoon niet in de tijd is beperkt) 10-04-2013
- Rechtbank Amsterdam Tekortkoming in nakoming verplichtingen financiering autoleaseportefeuille; bestuurdersaansprakelijkheid; garanties; borgtocht 30-11-2011