Update
Bestuurdersaansprakelijkheid
In OR 2013-0237 verwerpt de Hoge Raad, conform de conclusie van A-G Wesseling-van Gent, het cassatieberoep van een bestuurder onder verwijzing naar artikel 81 RO. In casu had de bestuurder van de ene vennootschap de activa overgedragen aan een andere vennootschap van hem terwijl er nog een vordering tegen de eerste vennootschap liep. Deze eerste vennootschap gaat vervolgens failliet, waardoor de vordering die vervolgens vast komt te staan niet meer geïnd kan worden. Volgens de A-G heeft het hof geoordeeld dat met de activatransactie kennelijk doelbewust werd bewerkstelligd dat de gerechtigde tot bovengenoemde vordering ook na het verkrijgen van een executoriale titel geen verhaal meer op de vennootschap zou kunnen halen. Ter verdediging was nog aangevoerd dat de vennootschap waartegen de vordering gericht was reeds voor de transactie in betalingsonmacht verkeerde en de activatransactie toen de enige mogelijkheid vormde om op termijn jegens de oude crediteuren een deelbetaling te doen. Volgens de A-G heeft het hof deze omstandigheden in zijn overwegingen betrokken en dienaangaande geoordeeld dat deze omstandigheden de ernst van het verwijt niet kan opheffen.
In OR 2013-0235 doet zich een eigenaardige situatie voor. De curator houdt de bestuurders van een failliete onderneming hoofdelijk aansprakelijk op grond van artikel 2:248 lid 2 BW en voert daartoe aan dat door de bestuurders niet voldaan is aan artikel 2:10 BW, de administratieplicht. De administratie van de onderneming is reeds overgedragen aan de curator, maar door diefstal beschikt de curator niet meer over de gehele administratie zoals verkregen. De stelplicht en bewijslast liggen echter bij de curator, waardoor de vordering op grond van artikel 2:248 lid 2 BW jo artikel 2:10 BW door de rechtbank wordt verworpen. Ook de vordering op grond van artikel 2:248 lid 1 BW wordt verworpen. Wel worden de bestuurders verplicht om ten onrechte verkregen interim-dividend terug te betalen.
Hoge Raad
Rechtbank
- Rechtbank Midden-Nederland Geschil tussen ondernemingsraad en ondernemer over de vraag of sprake is van een wijziging van een regeling op het gebied van de personeelsbeoordeling (art. 27 lid 1 onder g WOR) en over de vraag of sprake is van vaststelling of wijziging van een beloningssysteem (art. 27 lid 1 onder c WOR) 25-06-2013
- Rechtbank Overijssel In casu is sprake van een disfunctionerende cliëntenraad. Zes van de negen leden zijn opgestapt. De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen sprake meer is van representativiteit en dat de overige drie hun taken neer moeten leggen 14-06-2013
- Rechtbank Gelderland De curator spreekt het oude bestuur van de failliete vennootschap aan voor tekort in het faillissement op grond van kennelijk onbehoorlijk bestuur. Volgens de rechtbank is geen sprake van kennelijk onbehoorlijk bestuur. Wel dienen de gewezen bestuurders het aan hen uitgekeerde interim-dividend aan de boedel terug te betalen, omdat achteraf is gebleken dat het betreffende boekjaar met verlies was afgesloten 29-05-2013