Update
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.
Beslag gelegd op aanspraken bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering
In OR 2013-0267 speelde een interessante zaak. Een voormalig bestuurder en de toezichthouders van een woningstichting worden persoonlijk aansprakelijk gehouden. Ten behoeve van haar bestuurders en toezichthouders heeft de woningstichting een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering afgesloten bij Achmea. De woningstichting legt echter beslag op de aanspraken van deze verzekering, zodat Achmea geen fondsen meer beschikbaar stelt voor de verdediging van de bestuurder en de toezichthouders in hun bestuurdersaansprakelijkheidszaak tegen de woningstichting. Enkele van de gedaagden verzoeken tot opheffing van het beslag, evenals Achmea. De vordering van de gedaagden wordt toegewezen. Het beroep van Achmea op het non peius-beginsel wordt echter afgewezen.
Prejudiciële vraag Ahold-schandaal
In OR 2013-0268 speelt de rechtszaak aangespannen door VEB c.s. tegen Deloitte inzake het Ahold-schandaal. VEB stelt dat de accountants van Deloitte onrechtmatig hebben gehandeld door de (achteraf te rooskleurige) geconsolideerde jaarrekeningen van Ahold van een goedkeurende verklaring te voorzien. Er worden enkele voorvragen beantwoord. Ten aanzien van een van de voorvragen overweegt de rechtbank een prejudiciële vraag te stellen aan de Hoge Raad. De vraag is: kan de VEB als rechtspersoon in de zin van artikel 3:305a lid 1 BW de verjaring van de in die bepaling bedoelde rechtsvordering op de voet van artikel 3:317 lid 1 BW stuiten en, zo ja, sorteert die stuiting effect ten behoeve van alle in artikel 3:305a lid 1 BW bedoelde andere personen dan wel slechts ten behoeve van de leden van de VEB?
Bestuurdersaansprakelijkheid
In OR 2013-0264 wordt een bestuurder persoonlijk aansprakelijk gehouden op grond van artikel 2:28 BW. De bestuurder heeft niet voldaan aan de publicatieplicht. Op grond van vaste jurisprudentie van de Hoge Raad brengt een redelijke uitleg van artikel 2:248 BW mee dat de bestuurder ter weerlegging van dit wettelijk bewijsvermoeden en dus ter voorkoming van privé-aansprakelijkheid voor het faillissementstekort van lid 1 van artikel 2:248 BW aannemelijk moet maken dat buiten zijn risicosfeer gelegen andere feiten of omstandigheden dan zijn onbehoorlijke taakvervulling door structurele schending van de formele publicatieverplichtingen belangrijke(r) oorzaken van de twee faillissementen zijn geweest, en zo nodig ook dat de bestuurder als redelijk denkend en redelijk handelend bestuurder niet nalatig is geweest in het treffen van tijdige en passende maatregelen tegen die andere externe oorzaken van de faillissementen. De bestuurders slaagt hier niet in.
In OR 2013-0262 wordt een statutair directeur en een controller/financieel directeur aansprakelijk gehouden op grond van respectievelijk artikel 2:9 BW en artikel 7:661 BW wegens het onthouden van een corporate opportunity. Het hof matigt de schade wel.
Herroeping besluit ter ontbinding van de vennootschap
In OR 2013-0266 werd de herroeping van de ontbinding van een vennootschap gevorderd. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden gaat uitgebreid in op de mogelijkheden en onmogelijkheden van een eventuele herroeping. In onderhavige casus wordt de herroeping gehonoreerd.
Curatoren opgepast!
In OR 2013-0265 wordt een curator aansprakelijk gehouden wegens onzorgvuldig handelen bij een doorstart. Volgens het Hof ’s-Hertogenbosch dient een curator rekening te houden met uiteenlopende belangen van maatschappelijke aard. Een doelmatige afwikkeling van het faillissement behoort weliswaar niet tot deze zwaarwegende belangen van maatschappelijke aard, maar de curator dient zich wel op de hoogte te stellen van de rechtstoestand van de meer waardevollere bestandsdelen. Zeker als daarvoor al vroeg aandacht is gevraagd door een belangstellende kandidaat-koper. In onderhavige casus had de curator hieraan niet voldaan.
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Aansprakelijkheid curator wegens onzorgvuldig handelen bij het verzorgen van een doorstart. Een curator dient rekening te houden met uiteenlopende belangen van maatschappelijke aard. Een doelmatige afwikkeling van het faillissement behoort echter niet tot deze zwaarwegende belangen van maatschappelijke aard. Wel dient de curator echter op de hoogte te stellen van de rechtstoestand van de meer waardevollere bestandsdelen, zeker als daarvoor al vroeg aandacht was gevraagd door een belangstellende kandidaat-koper 23-07-2013
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Onrechtmatig handelen van een statutair directeur en een controller/financieel directeur (resp. artikel 2:9 BW en artikel 7:661 BW) wegens het onthouden van een corporate opportunity. Het hof acht zich niet in staat om te bepalen of er schade is geleden als gevolg van winstderving 23-07-2013
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Herroeping van het besluit tot ontbinding door de ontbonden rechtspersoon. (On)mogelijkheden en voorwaarden waaronder dat mogelijk is 19-07-2013
Rechtbank
- Rechtbank Oost-Brabant Een voormalig bestuurder en de toezichthouders van een woningstichting worden aansprakelijk gehouden. De woningstichting had ten behoeve van haar bestuurder en toezichthouders een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering afgesloten bij Achmea, maar op de aanspraken van deze verzekering is beslag gelegd. Verzoek tot opheffing van het beslag deels toegewezen, zodat de bestuurder en de toezichthouders zich kunnen verweren. Het beroep van de verzekeraar op het non peius beginsel is onvoldoende onderbouwd 24-07-2013
- Rechtbank Midden-Nederland Besluit in strijd met reglementen. Uitleg reglementen. Redelijkheid en Billijkheid 10-07-2013
- Rechtbank Den Haag Faillissement; bestuurdersaansprakelijkheid; onbehoorlijke taakvervulling (indirect) bestuurder; schending publicatieverplichting 10-07-2013
- Rechtbank Rotterdam Huurders houden gedaagden ((middellijk: artikel 2:11 BW) bestuurders van de failliete B.V. A) hoofdelijk aansprakelijk op grond van bekrachtigingsaansprakelijkheid (artikel 2:203 lid 3 BW), oprichtingsaansprakelijkheid (artikel 2:203 lid 2) en bestuurdersaansprakelijkheid (artikel 6:162 BW). De vorderingen worden afgewezen 03-07-2013
- Rechtbank Amsterdam Fraude bij Amerikaanse Ahold-dochter USF. Collectieve actie van de VEB tegen Nederlandse maatschap van accountants die (achteraf te rooskleurige) geconsolideerde jaarrekeningen van Ahold van een goedkeurende verklaring heeft voorzien. Bevoegdheidsincident. Gevolgen van Amerikaanse Settlement Agreement en Final Judgment and Order of Dismissal voor rechtsmacht Nederlandse rechter. Beantwoording van voorvragen. De rechtbank is voornemens een van die voorvragen voor te leggen aan de Hoge Raad ter beantwoording bij wijze van prejudiciële beslissing: kan de VEB als rechtspersoon in de zin van artikel 3:305a lid 1 BW de verjaring van de in die bepaling bedoelde rechtsvordering op de voet van artikel 3:317 lid 1 BW stuiten en, zo ja, sorteert die stuiting effect ten behoeve van alle in artikel 3:305a lid 1 BW bedoelde andere personen dan wel slechts ten behoeve van de leden van de VEB? 26-06-2013