Bestuurdersaansprakelijkheid
In OR 2013-0284 wordt de bestuurder van Bureau Jeugdzorg intern aansprakelijk gehouden op grond van artikel 2:9 BW. De bestuurder is bij het afsluiten van de huur van panden, in tegenstelling tot de beleidsvoorschriften, een boven marktconforme huurprijs overeengekomen. De parallel wordt getrokken met HR 10 januari 1997, NJ 1997, 360 (Staleman/Van de Ven), in welke zaak de bestuurders ook in strijd handelden met de beleidsvoorschriften en aansprakelijk werden gehouden. De Rechtbank ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de bestuurder in onderhavige casus ook persoonlijk aansprakelijk is. Het beroep op decharge dat gedaan wordt door de bestuurder wordt, evenals in Staleman/Van der Ven, afgewezen.

In OR 2013-0283 staat een gepleegde fraude ten nadele van een B.V. door een groep van personen centraal. Een van de personen uit de groep was de bestuurders. De bestuurder wordt aansprakelijk gehouden tegenover de B.V. uit hoofde van artikel 2:9 BW en uit hoofde van onrechtmatige daad onder verwijzing naar HR 2 maart 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ 3535 (Nutsbedrijf Westland). De rest van de groep wordt aansprakelijk gehouden uit hoofde van artikel 6:166 BW.

In OR 2013-0285 worden de bestuurders van een vennootschap aansprakelijk gehouden. De Rechtbank ’s-Hertogenbosch beantwoordt de vraag of bestuurders aan eiser misleidende informatie hebben verstrekt op basis waarvan hij tot investering in een project is overgegaan, ontkennend en wijst de vorderingen af.

Ondernemingskamer
Ook zijn er verschillende beschikkingen gewezen door de Ondernemingskamer. Graag vestig ik de aandacht op OR 2013-0278. In deze beschikking stond een dispuut tussen de ondernemingsraad en het bestuur van de vennootschap centraal. Het bestuur heeft met het oog op het concernbelang een besluit genomen. Volgens de Ondernemingskamer heeft het bestuur echter verzuimd bij het voorbereiden en het nemen van het besluit zelfstandig het concernbelang af te wegen naast of tegen de overige belangen van de vennootschap. De Ondernemingskamer wijst derhalve het verzoek van de ondernemingsraad om de gevolgen van het besluit ongedaan te maken, toe.

Afwijzing vordering tot vernietiging van eigen besluit van de vennootschap
In OR 2013-0275 verzoekt de vennootschap (en een van haar aandeelhouders) om vernietiging van een door de vennootschap zelf genomen besluit. Op grond van artikel 2:15 lid 3 wijst de rechtbank deze vordering af. In dit artikel is bepaald dat vernietiging van een besluit van een orgaan van een rechtspersoon op verzoek van de betreffende rechtspersoon, moet worden ingesteld 'tegen degenen die door de voorzieningenrechter van de rechtbank is aangewezen op een daartoe gedaan verzoek van de rechtspersoon'. Dit betekent dat de rechtspersoon niet zélf tegen haar aandeelhouders, of zoals in dit geval één van haar aandeelhouders, een procedure tot nietigverklaring van haar eigen besluit kan instellen.

Faillietverklaring van een limited
Ten slotte wil ik u nog graag wijzen op OR 2013-0271, waarin de Rechtbank Alkmaar zich bevoegd acht een limited failliet te verklaren onder meer op grond van artikel 3 lid 1 van Verordening 1346/2000 van de Raad van de Europese Unie.