Naar boven ↑

Update

Nummer 31, 2013
Uitspraken van 08-08-2013 tot 21-08-2013
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. drs. K.H. Boonzaaijer en mr. E.H. Leemreis.

Bestuurdersaansprakelijkheid
In OR 2013-0290 komt het vervolg op de bekende Nilarco-uitspraak (HR 11-02-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO9577, OR Updates UJO_11205) door het Hof ’s-Gravenhage aan de orde. Een bestuurder/meerderheidsaandeelhouder van een failliete vennootschap wordt door de curator uitgenodigd om een partij tegels uit de failliete boedel te kopen. Vervolgens verkoopt de bestuurder deze tegels tegen een substantieel hoger bedrag door. Is de bestuurder persoonlijk aansprakelijk op grond van onrechtmatige daad? Het hof oordeelt, in navolging van de Hoge Raad, dat op de bestuurder een extra zorgplicht rust en houdt de bestuurder persoonlijk aansprakelijk.

In OR 2013-0291 worden twee bestuurders aansprakelijk gehouden op grond van onrechtmatige daad. De Rechtbank Rotterdam oordeelt dat op grond van de maatstaf uit HR 8 december 2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ0758 (Ontvanger/Roelofsen), evenals de maatstaf uit HR 18 februari 2000, NJ 2000, 295 (New Holland Belgium/Oosterhof) en HR 06-10-1989, NJ 1990, 286 (Beklamel) beide bestuurders niet persoonlijk aansprakelijk zijn.

In OR 2013-0289 staat ook de aansprakelijkheid van een bestuurder centraal. Het Hof Leeuwarden had de desbetreffende bestuurder de kans gegeven tegenbewijs te leveren tegen het voorshands oordeel van het hof dat de bestuurder heeft moeten begrijpen dat de BV als gevolg van zijn handelwijze geen verhaal zou bieden voor de als gevolg van de niet-nakoming (door de BV) door de onderhavige schuldeiser geleden schade. Het hof acht de bestuurder niet geslaagd in het leveren van dit tegenbewijs.

Bestuurdersaansprakelijkheid: hoe het niet moet
In OR 2013-0297 behandelt de voorzieningenrechter een vordering tot bestuurdersaansprakelijkheid. Vanwege de ‘totaal onvoldragen vordering’ wijst de rechter de vordering af. In niet te misverstane verwoordingen maakt de voorzieningenrechter duidelijk dat de wijze waarop de vordering is ingesteld niet tot bestuurdersaansprakelijkheid kan leiden.

Vereenzelviging
Zowel in OR 2013-0288 als in OR 2013-0287 wordt (onder meer) een beroep gedaan op vereenzelviging. Ook in deze beide zaken wordt het beroep niet gehonoreerd, waardoor eens te meer duidelijk wordt dat een beroep op vereenzelviging zelden slaagt.

IPR & Ondernemingsrecht

In OR 2013-0286 wordt de bevoegdheid van de Nederlandse rechter betwist door een buitenlandse vennootschap. Het Hof ’s-Hertogenbosch verwerpt het standpunt van de Nederlandse vennootschap in het onderhavige geschil dat de vorderingen de geldigheid, nietigheid of rechtsgevolgen van besluiten van de vennootschap of van organen van de vennootschap betreffen. Het voorgaande doet er, volgens het hof, echter niet aan af dat naar het oordeel van het hof de Nederlandse rechter ten aanzien van de in het geding zijnde vorderingen, ook naar de hiervoor gerelateerde daadwerkelijke grondslagen daarvan, rechtsmacht toekomt.

Annotatie Harold Koster inzake het eigen vermogen van de maatschap

Verder zou ik u graag willen wijzen op de annotatie van Harold Koster (Annotaties OR 2013-0269), waarin hij ingaat op de wijze waarop maten aansprakelijk kunnen worden gesteld en in het bijzonder de beantwoording van de vraag door de Hoge Raad dat een maatschap een eigen vermogen heeft.

Hof

Rechtbank