Update
Geachte heer/mevrouw,
Rechtspraak
Afgelopen weken was een rustige week met slechts vier uitspraken. Graag wijs ik u op de volgende.
DNB heeft niet onrechtmatig gehandeld inzake Icesave
De IJslandse bank Landsbanki introduceerde via een Nederlands bijkantoor internetsparen in Nederland onder de naam Icesave. In OR 2013-0348 staat de rol van De Nederlandse Bank voor en na de introductie van Icesave centraal. De Vereniging Gedupeerde Icesave Spaarders is van mening dat DNB onrechtmatig jegens hen gehandeld heeft door de introductie goed te keuren althans niet te traineren. Het hof volgt de vereniging – in navolging van de rechtbank - niet en oordeelt dat DNB niet onrechtmatig heeft gehandeld jegens de spaarders van Icesave.
Bestuurdersaansprakelijkheid
Afgelopen week zijn er twee arresten gewezen waarin de bestuurders aansprakelijk worden gehouden voor hun handelen. In OR 2013-0347 worden de bestuurders van een vennootschap aansprakelijk gehouden op grond van de onrechtmatige daad. De Rechtbank Den Haag wijst de vorderingen echter af.
In OR 2103-0345 staat selectieve betaling door bestuurders terwijl het faillissement reeds in zicht was centraal. Bepaalde betalingen zijn zelfs verricht nadat het besluit tot aanvraag van het faillissement reeds door de aandeelhouders genomen was. In beginsel acht de Rechtbank Den Haag de bestuurders aansprakelijk, tenzij aangetoond kan worden dat de curator niet opkomt voor de gezamenlijke schuldeisers, maar slechts voor enkele. In dat geval dient de curator niet ontvankelijk verklaard te worden in zijn vordering (zie hiervoor het arrest van de Hoge Raad uit 1983 Peeters q.q. – Gatzen: HR 14 januari 1983, NJ 1983, 597 (m.nt. BW)).
Hoofdelijke aansprakelijkheid vof ook na ontbinding
In OR 2013-0346 komt een voormalige vennoot van een vof van een koude kermis thuis. De vof die hij met zijn medevennoot dreef, hebben zij gezamenlijk ontbonden. De voormalig medevennoot heeft het bedrijf voortgezet als eenmanszaak. In onderhavige casus staat de hoofdelijke aansprakelijkheid van beide vennoten ten aanzien van door de vof aangegane verplichtingen centraal. De Rechtbank Amsterdam overweegt dat de verplichtingen die de vof is aangegaan nog hoofdelijk rusten op beide vennoten. Deze hoofdelijke aansprakelijkheid houdt niet op bij het einde van de vennootschap. De vennoten hebben voorts over de interne draagplicht geen afwijkende afspraken gemaakt, dus de ene vennoot is niet gehouden de andere vennoot te vrijwaren voor zijn betalingsverplichtingen.
Annotatie Renzo Ter Haseborg: Is voor het bestaan van een vof een akte vereist?
Graag wijs ik u op annotatie van Renzo Ter Haseborg, waarin hij ingaat op de vraag of er voor het bestaan van een vof een akte vereist is. De annotatie is geschreven bij de uitspraak van de Hoge Raad van 7 juni 2013 (HR 7 juni 2013 ECLI:NL:HR:2013:CA3786). Renzo knoopt voor de kwalificatievraag van een vof in zijn noot aan bij de gezichtspunten die de Hoge Raad heeft ontwikkeld om twee andere duurovereenkomsten van elkaar te onderscheiden: de arbeidsovereenkomst en de overeenkomst van opdracht.
Rest mij nog u een bijzonder goede dag toe te wensen.
Met vriendelijke groet,
Emmanuel Lokin
Hoofdredacteur OR Updates
Hof
Rechtbank
- Rechtbank Den Haag Bestuurders hebben onrechtmatig jegens de gezamenlijke schuldeisers gehandeld door in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid in het zicht van het faillissement selectieve betalingen te (doen) verrichten. Aan de curator komt een Peeters-Gatzenvordering toe. De schadeonderbouwing is mogelijk van invloed op de vraag of de curator niet slechts belangen van één of twee individuele schuldeisers behartigt. De zaak wordt naar de rol verwezen voor het nemen van een nadere akte 18-09-2013
- Rechtbank Amsterdam Vennoten van een vof zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de vennootschap. Deze hoofdelijke aansprakelijkheid houdt niet op bij het einde van de vennootschap. Vennoten hebben voorts over de interne draagplicht geen afwijkende afspraken gemaakt, dus de ene vennoot is niet gehouden de andere vennoot te vrijwaren voor zijn betalingsverplichtingen 28-08-2013
- Rechtbank Den Haag Aandeelhouder beroept zich op putoptie in aandeelhoudersovereenkomst, waarna de wederpartij (groot-aandeelhouder) haar aandelen levert aan de optiegerechtigde met een betaling toe van € 475.000. Beroep op dwaling en vordering tot ongedaanmaking van het nadeel, gebaseerd op, met name, verzwegen feiten en omstandigheden die de grootaandeelhouder zouden hebben weerhouden van de levering en betaling aan de optiegerechtigde. Vordering tot vergoeding van schade gericht tegen de optiegerechtigde en tegen de op voorspraak van de bank in de onderneming werkzame interim-manager (die na het afscheid van de grootaandeelhouder certificaathouder is geworden). De vorderingen worden afgewezen. 24-07-2013