Update
Geachte heer/mevrouw,
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken van de afgelopen week.
Aandeelhouder geen schadevergoeding wegens eigen nalatigheid als bestuurder
In OR 2013-0352 probeert een aandeelhouder en medebestuurder van een vennootschap de andere aandeelhouder/bestuurder persoonlijk aansprakelijk te houden wegens het verkopen van ‘assets’ zonder het besluit tot verkoop conform de statuten voor te leggen aan de aandeelhouders. De Rechtbank Amsterdam is van oordeel dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, dat (de persoonlijke vennootschap van) de eisende aandeelhouder/bestuurder – op basis van de geschetste omstandigheden – in de hoedanigheid van aandeelhouder met succes een beroep zou kunnen doen op de schending van een statutaire bepaling. De wijze waarop beide aandeelhouders/bestuurders de BV en hun bevoegdheden daarbinnen hebben ingericht brengt immers mee dat de eisende aandeelhouder/bestuurder en zijn vennootschappen net zozeer verantwoordelijk zijn voor de gang van zaken rondom deze verkoop als de aangesproken aandeelhouder/bestuurder en zijn vennootschappen. De bepaling is niet in de statuten opgenomen om de (indirect) aandeelhouder in de gelegenheid te stellen schade vergoed te krijgen die hij (mede) door zijn eigen nalatigheid als bestuurder heeft geleden.
Frustreren van mogelijke betaling van een voorzienbare vordering: aansprakelijk
In OR 2013-0351 wordt een bestuurder door het Hof ’s-Hertogenbosch hoofdelijk aansprakelijk gehouden, omdat hij bewerkstelligd heeft, dan wel heeft toegelaten, dat een vordering die voortvloeit uit een overeenkomst niet wordt nagekomen, hoewel deze op het moment van het bewerkstelligen/toelaten nog niet bestaat doch wel voorzienbaar is.
Letter of Intent
In OR 2013-0353 speelt de vraag of een wederpartij na het tekenen van een Letter of Intent aansprakelijk gehouden kan worden voor kosten gemaakt door de andere partij na het afbreken van de onderhandelingen. In de onderhavige casu oordeelt de Rechtbank Amsterdam van wel.
Onrechtmatig handelen wegens uitvoering van een (later vernietigd) arrest?
In OR 2013-0356 stelt een voormalige aandeelhouder/bestuurder dat de overige aandeelhouders van een vennootschap onrechtmatig hebben gehandeld wegens het ten uitvoer brengen van een arrest van het hof dat later vernietigd is door de Hoge Raad. De rechtbank ziet aanleiding de procedure bij het verwijzingshof af te wachten, alvorens verdere beslissingen te nemen.
Geen vrucht van overleg?
In OR 2013-0349 ten slotte is de Rechtbank Amsterdam van mening dat het genomen aandeelhoudersbesluit om een van de bestuurders te ontslaan geldig is. De bestuurder is gekend in het bestuursvoornemen om de aandeelhoudersvergadering bijeen te roepen. Dat inhoudelijk overleg niet heeft plaatsgevonden, is hierbij volgens de rechtbank van minder belang; omdat partijen lijnrecht tegenover elkaar stonden en de andere aandeelhouders de meerderheid binnen het bestuur vormden, zou inhoudelijk overleg zinloos zijn. De vraag is echter hoe deze redenering zich verhoudt tot het Wijsmuller-arrest (zie HR 15-07-1968, UJO_112122) en het spreekrecht van de bestuurder (zie HR 10-03-1995, UJO_112098, Janssen Pers).
Rest mij nog u een bijzonder goede dag toe te wensen.
Met vriendelijke groet,
Emmanuel Lokin
Hoofdredacteur OR Updates
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Bestuurdersaansprakelijkheid. Bewerkstelligen/toelaten dat een vordering die voortvloeit uit een overeenkomst, maar op het moment van het bewerkstelligen/toelaten nog niet bestaat doch wel voorzienbaar is, niet wordt nagekomen 01-10-2013
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Eindarrest inzake bestuurdersaansprakelijkheid na verwijzing Hoge Raad (cassatie: ECLI:NL:HR:2006:AY7916, conclusie in cassatie: ECLI:NL:PHR:2006:AY7916). In casu gaat het over een geschil tussen de curator van een gefailleerde vennootschap – een middelgrote rechtspersoon als bedoeld in artikel 2:397 BW – en haar voormalig (feitelijk) bestuurder over zijn aansprakelijkheid op grond van artikel 2:248 BW voor onbehoorlijke taakvervulling wegens schending van haar publicatieverplichting ingevolge artikel 2:394 in verbinding met artikel 2:392 BW. Kan niet-openbaarmaking van de accountantsverklaring of de mededeling waarom deze ontbreekt gelden als een onbelangrijk verzuim als bedoeld in artikel 2:248 lid 2 BW slotzin? Het hof is van oordeel dat er in een dergelijk geval geen sprake kan zijn van een onbelangrijk verzuim. Het hof ziet aanleiding bij de veroordeling te bepalen dat appellant aansprakelijk is voor een vijfde gedeelte van het tekort in het faillissement, welk tekort dient te worden opgemaakt bij staat op de voet van artikel 248 lid 5 BW 16-11-2004
Rechtbank
- Rechtbank Overijssel Schending zorgplicht van een beleggingsonderneming door onvoldoende informatie in te winnen over de financiële positie, beleggingsdoelstelling en risicobereidheid van een belegger en door die belegger niet te waarschuwen voor specifieke risico’s die verbonden zijn aan de handel in futures en opties op futures 25-09-2013
- Rechtbank Overijssel Het verwijzingshof zal dienen te beoordelen of een tweetal overeenkomsten tot verkoop van aandelen rechtsgeldig heeft plaatsgevonden alvorens de rechtbank kan beoordelen of er sprake is van onrechtmatig handelen in groepsverband 18-09-2013
- Rechtbank Amsterdam De bestuurder kan, onder de gegeven omstandigheden, geen ernstig verwijt worden gemaakt van het feit dat hij een deelneming van de vennootschap heeft verkocht zonder een daarmee verband houdend bestuursbesluit ter goedkeuring voor te leggen aan de ava, zoals de statuten eisen. Daarbij heeft de rechtbank onder meer betrokken de groepsstructuur en de verdeling van bevoegdheden binnen de groep, dat eiser zich als aandeelhouder de belangen in de verkochte deelneming nauwelijks heeft aangetrokken en dat niet gebleken is dat hij bewust buiten spel gehouden werd. De geschonden norm strekt niet ter bescherming van de vennootschap zelf, zodat deze zich daarop niet kan beroepen 10-07-2013
- Rechtbank Amsterdam De onderhavige procedure ziet op de geldigheid van een ontslagbesluit ten aanzien van een statutair bestuurder van een BV en de verplichting tot vergoeding van schade aan die bestuurder 10-07-2013
- Rechtbank Amsterdam Overeenkomst tot verkoop; precontractuele fase; eventuele gevolgen van de 'Letter of Intent' 04-07-2007