Naar boven ↑

Update

Nummer 38, 2013
Uitspraken van 03-10-2013 tot 09-10-2013
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. drs. K.H. Boonzaaijer en mr. E.H. Leemreis.

Geachte heer/mevrouw,

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken van de afgelopen week.

Aandeelhouder geen schadevergoeding wegens eigen nalatigheid als bestuurder

In OR 2013-0352 probeert een aandeelhouder en medebestuurder van een vennootschap de andere aandeelhouder/bestuurder persoonlijk aansprakelijk te houden wegens het verkopen van ‘assets’ zonder het besluit tot verkoop conform de statuten voor te leggen aan de aandeelhouders. De Rechtbank Amsterdam is van oordeel dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, dat (de persoonlijke vennootschap van) de eisende aandeelhouder/bestuurder – op basis van de geschetste omstandigheden – in de hoedanigheid van aandeelhouder met succes een beroep zou kunnen doen op de schending van een statutaire bepaling. De wijze waarop beide aandeelhouders/bestuurders de BV en hun bevoegdheden daarbinnen hebben ingericht brengt immers mee dat de eisende aandeelhouder/bestuurder en zijn vennootschappen net zozeer verantwoordelijk zijn voor de gang van zaken rondom deze verkoop als de aangesproken aandeelhouder/bestuurder en zijn vennootschappen. De bepaling is niet in de statuten opgenomen om de (indirect) aandeelhouder in de gelegenheid te stellen schade vergoed te krijgen die hij (mede) door zijn eigen nalatigheid als bestuurder heeft geleden.

Frustreren van mogelijke betaling van een voorzienbare vordering: aansprakelijk

In OR 2013-0351 wordt een bestuurder door het Hof ’s-Hertogenbosch hoofdelijk aansprakelijk gehouden, omdat hij bewerkstelligd heeft, dan wel heeft toegelaten, dat een vordering die voortvloeit uit een overeenkomst niet wordt nagekomen, hoewel deze op het moment van het bewerkstelligen/toelaten nog niet bestaat doch wel voorzienbaar is.

Letter of Intent
In OR 2013-0353 speelt de vraag of een wederpartij na het tekenen van een Letter of Intent aansprakelijk gehouden kan worden voor kosten gemaakt door de andere partij na het afbreken van de onderhandelingen. In de onderhavige casu oordeelt de Rechtbank Amsterdam van wel.

Onrechtmatig handelen wegens uitvoering van een (later vernietigd) arrest?

In OR 2013-0356 stelt een voormalige aandeelhouder/bestuurder dat de overige aandeelhouders van een vennootschap onrechtmatig hebben gehandeld wegens het ten uitvoer brengen van een arrest van het hof dat later vernietigd is door de Hoge Raad. De rechtbank ziet aanleiding de procedure bij het verwijzingshof af te wachten, alvorens verdere beslissingen te nemen.

Geen vrucht van overleg?
In OR 2013-0349 ten slotte is de Rechtbank Amsterdam van mening dat het genomen aandeelhoudersbesluit om een van de bestuurders te ontslaan geldig is. De bestuurder is gekend in het bestuursvoornemen om de aandeelhoudersvergadering bijeen te roepen. Dat inhoudelijk overleg niet heeft plaatsgevonden, is hierbij volgens de rechtbank van minder belang; omdat partijen lijnrecht tegenover elkaar stonden en de andere aandeelhouders de meerderheid binnen het bestuur vormden, zou inhoudelijk overleg zinloos zijn. De vraag is echter hoe deze redenering zich verhoudt tot het Wijsmuller-arrest (zie HR 15-07-1968, UJO_112122) en het spreekrecht van de bestuurder (zie HR 10-03-1995, UJO_112098, Janssen Pers).

Rest mij nog u een bijzonder goede dag toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Emmanuel Lokin
Hoofdredacteur OR Updates

Hof

Rechtbank

Antillen