Update
Geachte heer/mevrouw,
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.
Maatstaf onbehoorlijk bestuur ex artikel 2:248 BW
In OR 2013-0363 staat de maatstaf voor het weerleggen van het wettelijk vermoeden van onbehoorlijk bestuur op grond van artikel 2:248 BW centraal. De bestuurder voert feiten en omstandigheden aan ter weerlegging van dit wettelijke vermoeden. De rechtbank heeft in eerste aanleg de vorderingen van de curator afgewezen. In hoger beroep voert de curator aan dat vereist is dat de bestuurder een ‘externe’ of ‘van buiten komende’ oorzaak van het faillissement aannemelijk dient te maken die de bestuurder niet is toe te rekenen. Het hof overweegt dat dit niet de maatstaf is. Volgens het hof kan de bestuurder volstaan met aannemelijk maken dat andere feiten of omstandigheden dan zijn onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak van het faillissement zijn geweest. Daarbij geldt dat pas sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur als de bestuurder heeft gehandeld zoals geen redelijk denkend bestuurder onder dezelfde omstandigheden gehandeld zou hebben.
Vertegenwoordigingsbevoegdheid bij tegenstrijdig belang
In OR 2013-0362 heeft een bestuurder bij het aanvragen van advies namens de vennootschap een tegenstrijdig belang. De vraag staat centraal of de bestuurder vertegenwoordigingsbevoegd is jegens de derde (opdrachtnemer). De rechtbank oordeelt dat de bestuurder weliswaar vertegenwoordigingsbevoegd is, maar concludeert tevens dat de opdrachtnemer door, ondanks kennis te hebben van het tegenstrijdige belang van de bestuurder, toch de opdracht aan te nemen, onrechtmatig heeft gehandeld.
Aansprakelijkheid van de moedermaatschappij op basis van het Comsys-criterium
In OR 2013-0360 staat de aansprakelijkheid van de moedermaatschappij inzake het faillissement van een dochter centraal op basis van het Comsys-criterium (HR 11 september 2009, UJO_112076, Comsys/Van den End q.q). In hoeverre heeft de moedermaatschappij een (financiële) zorgplicht ten opzichte van de dochter? Rechtbank Amsterdam oordeelt dat in onderhavige casus geen sprake is van aansprakelijkheid van de moeder.
Gelden artikel 1:88 BW en 1:89 BW ook voor een grensoverschrijdende borgtocht?
OR 2013-0358 ziet op de uitleg van het toepassingsbereik van de artikelen 1:88 en 1:89 BW. Heeft de bank een zorgplicht jegens de echtgenote bij het aangaan van een borgtocht? En welk recht is van toepassing bij een grensoverschrijdende borgtocht? Rechtbank Den Haag oordeelt dat de uitzonderingen van de artikelen 1:88 en 1:89 BW ook van toepassing kunnen zijn als de rechtshandeling wordt verricht ten behoeve van de normale bedrijfsuitoefening van een buitenlandse rechtspersoon, zoals in dit geval een GmbH.
Geen akte voor het bestaan van een vof vereist?
In OR 2013-0357 staat de vraag centraal of de stichting een overeenkomst gesloten heeft met de vof of met een van de vennoten in persoon. Opmerkelijk aan dit arrest is dat de Kantonrechter Noord-Holland (Hoorn) oordeelt dat voor het aangaan van een vof geen akte vereist is. Dat hierover nog enige twijfel bestaat, laat de conclusie van A-G Timmerman van 7 juni zien (zie Hoge Raad 07-06-2013, OR 2013-0343, De Bakkerij V.O.F.). Zie ook de recente noot van Renzo Ter Haseborg bij deze conclusie (Commentaar bij HR 7 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA3786).
Schorsing en ontslag bestuurder van stichting ex artikel 2:298 BW
Ten slotte zou ik u nog willen wijzen op OR 2013-0361, waarin de schorsing en het ontslag van een bestuurder van een stichting conform artikel 2:298 BW centraal staat.
Rest mij nog u een bijzonder goede dag toe te wensen.
Met vriendelijke groet,
Emmanuel Lokin
Hoofdredacteur OR Updates
Hof
Rechtbank
- Rechtbank Limburg Schorsing en ontslag van bestuurder(s) van een stichting (art. 2:298 BW). Bestuurders worden op verzoek van onder meer de moederstichting bij voorlopige voorziening geschorst. Ten tijde van de beslissing op het verzoek tot ontslag hebben de desbetreffende bestuurders op één na hun functie neergelegd. De overgebleven bestuurder tot wie het verzoek zich richt wordt ontslagen. Grondslag voor de beslissingen is dat de bestuurders in strijd hebben gehandeld met de statuten en de wet (art. 2:8 BW en 2:9 BW). Zij hebben een conform de statuten door de moederstichting aangewezen medebestuurder ontslagen en vervolgens de bepalingen die strekten tot verzekering van de belangen van onder meer de moederstichting uit de statuten geschrapt 09-10-2013
- Rechtbank Midden-Nederland Bestuurder heeft bij het aanvragen van advies een tegenstrijdig belang. De vraag staat centraal of de bestuurder vertegenwoordigingsbevoegd was jegens de derde (opdrachtnemer). De rechtbank concludeert dat de opdrachtnemer door, ondanks kennis van het tegenstrijdige belang van de bestuurder, toch de opdracht aan te nemen, onrechtmatig heeft gehandeld 02-10-2013
- Rechtbank Den Haag Uitleg toepassing artikelen 1:88-1:89 BW. Heeft de bank een zorgplicht jegens de echtgenote bij het aangaan van een borgtocht? En welk recht is van toepassing bij een grensoverschrijdende borgtocht? De uitzonderingen van artikel 1:88 BW en 1:89 BW kunnen ook van toepassing zijn als de rechtshandeling wordt verricht ten behoeve van de normale bedrijfsuitoefening van een buitenlandse rechtspersoon, zoals in dit geval een GmbH 18-09-2013
- Rechtbank Amsterdam Bestuurdersaansprakelijkheid; onderneming afhankelijk van financiering door moedermaatschappij. In hoeverre heeft de moedermaatschappij een (financiële) zorgplicht ten opzichte van de dochter? Comsys-criterium 21-08-2013
- Rechtbank Amsterdam Onrechtmatige onttrekking aan rekeningen door voormalig medewerker 31-07-2013
- Rechtbank Noord-Holland Stichting Rondom had geen (duur)overeenkomst met X, maar met vof A, waarvan X een van de vennoten was. X voert de onderhavige procedure slechts namens hemzelf. Om die reden worden de vorderingen van X afgewezen. Overigens is de kantonrechter van mening dat er geen duurovereenkomst tot stand is gekomen en dat er, als er al een duurovereenkomst tot stand zou zijn gekomen, geen opzegtermijn in acht diende te worden gehouden of schadevergoeding diende te worden betaald. Volgens de kantonrechter is voor het aangaan van een vof geen akte vereist 15-04-2013