Naar boven ↑

Update

Nummer 6, 2013
Uitspraken van 06-02-2013 tot 12-02-2013
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. drs. K.H. Boonzaaijer en mr. E.H. Leemreis.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op onderstaande uitspraken. De nadruk deze week lag voornamelijk op bestuurdersaansprakelijkheid.

Hoge Raad
In OR 2013-0066 speelde een zaak over de vraag of beurshoudster Euronext onrechtmatig heeft gehandeld door bepaalde optiecontracten op basis van door haar opgestelde beleidsregels (Corporate Actions Policy) aan te passen. De Hoge Raad verwerp het cassatieberoep van All Options tegen Euronext op grond van artikel 81 RO.

Bestuurdersaansprakelijkheid
In OR 2013-0060 vecht een bestuurder van een stichting zijn ontslag aan, maar wordt hij in reconventie persoonlijk aansprakelijk gehouden op grond van artikel 2:9 BW wegens het verstrekken van een behoorlijke lening zonder toestemming te vragen aan de raad van toezicht of deze zelfs in te lichten. De rechtbank Amsterdam oordeelt dat het ontslag niet onrechtmatig verleent is en dat de bestuurder dusdanig onbehoorlijk gehandeld heeft dat hij persoonlijk aansprakelijk is.

In OR 2013-0062 oordeelt de rechtbank Arnhem dat de bestuurders van een vennootschap persoonlijk aansprakelijk zijn wegens het in de administratie verdoezelen van het feit dat niet tijdig aan de stortingsplicht was voldaan. De rechtbank toetst ambtshalve of er sprake is van een onbelangrijk verzuim, maar concludeert dat dit niet het geval is. Het feit dat er niet tijdig was gestort leidt volgens de rechtbank niet tot bestuurdersaansprakelijkheid. Dat niet tijdig gestort was, is zeker onbehoorlijk, en onrechtmatig, maar dit is gedaan in de hoedanigheid als oprichter van de vennootschap en dus nog niet in haar hoedanigheid van bestuurder van de vennootschap, zodat dit gegeven, zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet leidt tot bestuurdersaansprakelijkheid ex artikel 2:248 BW.

Ook in OR 2013-0063 worden bestuurders persoonlijk aansprakelijk gehouden. Het hof 's-Hertogenbosch beslist hier over twee zaken die samengevoegd zijn en komt tot de conclusie dat de indirecte bestuurder wel persoonlijk aansprakelijk is wegens betalingsonwil, maar een van de directe bestuurders niet.

In OR 2013-0064 zijn de feitelijke en de gewezen bestuurder persoonlijk aansprakelijk voor het tekort in het faillissement. De curator beroept zich op artikel 2:248 lid 2 BW en stelt dat er niet voldaan is aan de publicatieplicht (art. 2:394 BW). Eenzelfde geval speelde in OR 2013-0065.

Bevoegdheid rechtbank op grond van artikel 2:241 BW
In OR 2013-0059, ten slotte, wordt de rechtbank Almelo uitgedaagd te oordelen in welke gevallen de rechtbank bevoegd is om op grond van artikel 2:241 BW kennis te nemen van een zaak waarin zowel arbeidsrechtelijke, als vennootschapsrechtelijke vragen aan de orde zijn. De rechtbank beroept zich op de uitspraak van de Hoge Raad van 17 november (1995, NJ 1996, 142, Atlantic Nominees/Van den Elshout) en acht zich bevoegd. Verwijzing naar de kantonrechter blijft dus achterwege.