Update
Geachte heer/mevrouw,
Rechtspraak
De afgelopen week stond in het teken van beschikkingen van de Ondernemingskamer (OK). Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.
Fortis
De OK diende in drie beschikkingen te beslissen over het verlenen van een machtiging aan verzoekers op de voet van artikel 2:353 lid 3 BW, zodat verzoekers aan derden mededeling konden doen uit het onderzoeksverslag tijdens de rechtszaken die bij de burgerlijke rechter lopen inzake Fortis en de ondernemingsleiding van Fortis. Zowel aan de VEB (OR 2014-0442), als aan een andere belanghebbende (OR 2014-0443) wordt de machtiging, zij het met beperkingen, verleend. De Staat ontvangt echter geen machtiging van de Ondernemingskamer (OR 2014-0441), omdat de Staat niet als belanghebbende in het dictum kan worden aangemerkt.
Verkoop onderneming zonder instemming aandeelhouders
In OR 2014-0447 wordt het verzoek tot het instellen van enquête door de OK gehonoreerd. In onderhavige beschikking was door het bestuur een besluit genomen om de dochtervennootschappen te verkopen zonder goedkeuring daarvoor te vragen aan de aandeelhouders. Het verweer dat de overkoepelende vennootschap in een noodsituatie verkeerde die noopte tot het aangaan van de transactie onder terzijdestelling van het statutaire vereiste van unanimiteit wordt door de OK verworpen. Ook acht de OK een mogelijk tegenstrijdig belang aanwezig bij de bestuurder, aangezien de transactie meebracht dat de garanties die de bestuurder had verleend ter zake van de verplichtingen van de vennootschap (deels) zouden vervallen. De opmerking dat alle aandeelhouders op dezelfde wijze van hun garantie bevrijd zouden worden, neemt volgens de OK de mogelijke tegenstrijdigheid met het belang van de vennootschap niet weg, nog daargelaten dat het voorbijgaat aan de mogelijkheid dat een solvente garantsteller eerder dan andere garantstellers (of uitsluitend) zal worden aangesproken, zodat de onderscheiden aandeelhouders mogelijk niet telkens identieke of even gewichtige belangen bij de transactie hadden. De OK stelt dat er gegronde redenen tot twijfel van beleid bestaan en wijst het onderzoek toe.
Ondernemingsraad
In OR 2014-0446 en OR 2014-0445 trachten ondernemingsraden hun gelijk te halen bij de Ondernemingskamer. In beide gevallen vangt de ondernemingsraad bot.
Vereenzelviging
In OR 2014-0444 wordt wederom tevergeefs een beroep gedaan op vereenzelviging. De Rechtbank Amsterdam wijst de vordering af.
Rest mij nog u een bijzonder goede dag toe te wensen.
Met vriendelijke groet,
Emmanuel Lokin
Hoofdredacteur OR Updates
Hof
- Gerechtshof Amsterdam Beschikking Ondernemingskamer d.d. 8 november 2013; VEB NCVB / AGEAS SA/NV. Aan de orde is het verzoek van belanghebbenden hen te machtigen gebruik te maken van de overige bijlagen in de door VEB aanhangig gemaakte aansprakelijkheidsprocedure. De voorzitter van de Ondernemingskamer is van oordeel dat belanghebbenden een voldoende zwaarwegend belang bij de gevraagde machtiging hebben. Hij zal de machtiging verlenen en daaraan dezelfde beperking verbinden als in zijn beschikking van 6 november 2013 gegeven op het machtigingsverzoek van VEB 08-11-2013
- Gerechtshof Amsterdam Beschikking Ondernemingskamer d.d. 6 november 2013; VEB NCVB / AGEAS SA/NV. De VEB heeft de voorzitter van de Ondernemingskamer verzocht haar op de voet van artikel 2:353 lid 3 BW machtiging te verlenen aan derden mededeling te doen uit het onderzoeksverslag, met dien verstande dat het doen van dergelijke mededelingen beperkt zal zijn tot gebruik van het verslag in de rechtszaak die thans bij de Rechtbank Amsterdam aanhangig is, met inbegrip van voortzetting van die procedure in hoger beroep en in (verwijzing na) cassatie. De voorzitter van de Ondernemingskamer verleent de gevraagde machtiging. Hij zal daarbij bepalen dat de machtiging is beperkt tot gebruik in de desbetreffende procedure voor zover VEB dat gebruik ter toelichting en/of (ondersteuning van) bewijs van haar stellingen in die procedure nodig heeft. Het spreekt vanzelf, dat (de advocaat van) VEB daarbij een zekere beoordelingsvrijheid toekomt en dat het gebruikmaken daarvan met terughoudendheid dient te worden getoetst 06-11-2013
- Gerechtshof Amsterdam Geschil Open Universiteit en de OR. Het enkele feit dat de ondernemingsraad en de bestuurder het niet eens zijn over de in de deeladviezen bestreken onderwerpen, kan niet leiden tot de conclusie dat het adviesrecht van de ondernemingsraad niet is gerespecteerd 30-09-2013
- Gerechtshof Amsterdam Verzoek tot instellen van enquête. Besluit om dochtervennootschappen te verkopen is genomen in strijd met de statuten. De AVA heeft niet unaniem ingestemd met de verkoop. Daarnaast is er mogelijk een tegenstrijdig belang. De OK stelt dat er gegronde redenen is tot twijfel aan het beleid van Phoenicia 23-09-2013
- Gerechtshof Amsterdam Het verzoek van de ondernemingsraad is niet toewijsbaar, omdat voor zover het verzochte is gegrond op de stelling dat Orionis het besluit van 1 februari 2013 anders uitvoert dan is besloten, daarvoor niet de Ondernemingskamer, maar de gewone burgerlijke rechter de geëigende rechtsgang biedt 13-09-2013
- Gerechtshof Amsterdam Beschikking Ondernemingskamer d.d. 25 augustus 2013. De Staat der Nederlanden/Vereniging van effectenbezitters e.a. De Ondernemingskamer concludeert dat de Staat niet als belanghebbende als bedoeld in het dictum van de beschikking van 16 juni 2010 kan worden aangemerkt. Ook overigens ziet de Ondernemingskamer geen gronden om te bepalen dat (ook) de overige bijlagen op de voet van artikel 2:353 BW voor de Staat ter inzage liggen 25-08-2013