Naar boven ↑

Update

Nummer 10, 2014
Uitspraken van 01-03-2014 tot 07-03-2014
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. drs. K.H. Boonzaaijer en mr. E.H. Leemreis.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.

Aansprakelijkheid van toezichthouders
In OR 2014-0095 worden, na de bestuurder, ook de toezichthouders van een stichting persoonlijk aansprakelijk gehouden. Het feit dat het handelen van de bestuurder als onbehoorlijk te kwalificeren is, wil echter niet zeggen dat de toezichthouders ook onbehoorlijk toezicht hebben gehouden. De rechtbank concludeert echter dat de RvT op een serieuze wijze invulling heeft gegeven aan zijn toezichthoudende taak. Hoewel een strenger toezicht het onbehoorlijk bestuurlijk handelen van de bestuurder wellicht had kunnen voorkomen, betekent dit nog niet dat de RvT zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld en dat de toezichthouders daarvan een ernstig verwijt kan worden gemaakt nu dit strengere toezicht niet heeft plaatsgevonden. De aansprakelijkheid van de toezichthouders wordt derhalve afgewezen.

Bestuurdersaansprakelijkheid
In OR 2014-0094 komt de Comsys-norm (HR 11 september 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH4033) aan bod. Naast de bestuurders wordt ook een zustervennootschap van een wanpresterende vennootschap aansprakelijk gehouden omdat deze zustervennootschap onrechtmatig van de wanprestatie heeft geprofiteerd.

In OR 2014-0091 worden de bestuurders aansprakelijk gehouden op grond van artikel 2:248 lid 2 BW wegens schending van de publicatieplicht. De rechtbank acht het in onderhavige geval echter ernstig dat er dividenden zijn uitgekeerd, terwijl op dat moment duidelijk was dat aan toekomstige verplichtingen niet zou kunnen worden voldaan.

In OR 2014-0089 wordt ook een vordering tot bestuurdersaansprakelijkheid ingesteld. Gedaagde in onderhavige casus is bestuurder en aandeelhouder van een bv. Namens de bv koopt gedaagde een auto met financiering van Volkswagen Bank. Vervolgens draagt gedaagde de bv over aan een ander uit het buitenland (zowel als bestuurder als aandeelhouder). De auto verdwijnt zonder dat deze is afbetaald en de bv wordt ontbonden. Volkswagen Bank houdt gedaagde persoonlijk aansprakelijk voor de schade, onder meer omdat gedaagde geen onderzoek heeft gedaan naar de kredietwaardigheid van degene aan wie de bv is overgedragen. De rechtbank wijst de vordering van Volkswagen Bank af.

In OR 2014-0087 worden binnen een concern de activa van een vennootschap (A) tegen boekwaarde, dus zonder goodwill, overgedragen aan een zustervennootschap (B). A bevat alleen nog een te betalen vordering. A wordt geliquideerd, maar herleeft later in verband met vereffening. Een schuldeiser acht de handeling onrechtmatig. Het bestaan van goodwill komt echter niet vast te staan, zodat er op dat gebied niet onrechtmatig is gehandeld. De gekozen handelwijze, waarbij een schuldeiser als enige onbetaald en zonder verhaalmogelijkheden achterblijft, is wel onrechtmatig. Dit vormt een ernstig verwijt en leidt tot bestuursaansprakelijkheid ex artikel 2:9 BW en opmerkelijk genoeg voorts tot aansprakelijkheid van de andere concernvennootschappen.

Verzoek tot beëindiging van de enquêteprocedure niet ingewilligd
In OR 2014-0086 wordt de OK verzocht tot het stopzetten van het onderzoek dat is bevolen naar het gevoerde beleid en de gang van zaken bij een vennootschap door een aandeelhouder van die vennootschap. De OK wijst dit verzoek af omdat het belang van de aandeelhouder, dat zit op de tijd en het geld dat het de aandeelhouder kost om te mee te werken aan het onderzoek, minder zwaar weegt dan het belang van openheid van zaken en het vaststellen van verantwoordelijkheden. Hierbij wordt het gegeven dat andere betrokkenen bezwaar hebben tegen het verzoek van de aandeelhouder en het feit dat de curator bij toewijzing zelfstandig een verzoek tot een enquête zal indienen meegewogen.

Verzet tegen faillietverklaring na turboliquidatie
In OR 2014-0092 wordt verzet aangetekend tegen de faillietverklaring van een vennootschap nadat deze (door turboliquidatie) ontbonden is. Het verzet wordt ongegrond geacht omdat het bestaan van een vordering uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid op grond van de door geopposeerde gestelde (en niet betwiste) feiten en omstandigheden aannemelijk is. Aldus is summierlijk gebleken dat er nog baten zijn en dient het faillissement in stand te worden gelaten.

Negatief advies ondernemingsraad
In OR 2014-0088 wordt de OR door het bestuur van het Fundis ziekenhuis om toestemming gevraagd te participeren in een noodlijdend ander ziekenhuis. De OR is huiverig wegens mogelijke financiële risico’s en weigert toestemming. Na een nieuw negatief advies zet het bestuur toch door. De OK oordeelt dat Fundis zich na de closing in een substantieel andere positie zal bevinden en zij minder haar eigen voorwaarden op zal kunnen leggen. Op grond hiervan heeft Fundis in redelijkheid niet tot het genomen besluit kunnen komen, aldus de OK.

Benoeming bestuurders van een stichting door de rechtbank
In OR 2014-0090 doet zich de situatie voor dat vanwege de overgang van een onderneming onduidelijk is of de bestuurders van een gelieerde stichting nog wel rechtsgeldig aan te merken zijn als bestuurders. Aan de rechtbank wordt derhalve gevraagd nieuwe bestuurders te benoemen.

Corporate opportunities
In OR 2014-0084 staan de ontnomen corporate opportunities door medewerkers van een onderneming centraal. Een aandeelhouder/bestuurder stelt dat werknemers met behulp van de door de werknemers gecontroleerde vennootschappen en bevriende (rechts)personen tijdens hun dienstverband zowel de aandeelhouder/bestuurder als de vennootschap jarenlang heimelijk hebben beconcurreerd via eigen vennootschappen. De werknemers en de vennootschappen die hebben meegedaan met het heimelijk beconcurreren worden aansprakelijk gehouden.

Sprake van een maatschap of een arbeidsovereenkomst?
OR 2014-0085 draait om de vraag of er sprake is van een maatschap of een arbeidsovereenkomst. De ex-geliefden hebben samengewoond en samengewerkt. De vrouw stelt dat de paardenfokkerij, die een eenmanszaak was, een maatschap is geworden in die periode. De man stelt dat de paardenfokkerij een eenmanszaak is gebleven. Na het bekijken van de omstandigheden, vanwege het ontbreken van een schriftelijke overeenkomst, wordt de man in het gelijk gesteld.

Annotatie Renzo ter Haseborg
Graag wijs ik u verder op de annotatie van Renzo ter Haseborg bij OR 2013-0349. Renzo gaat in zijn annotatie in op de besluitvorming inzake ontslag en het opzeggen van een managementovereenkomst van een statutair directeur. Daarbij paseren zowel Janssen Pers, als Wijsmuller de revue!

Rest mij nog u een bijzonder goede dag toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Emmanuel Lokin
Hoofdredacteur OR Updates

Hof

Rechtbank