Update
Geachte heer/mevrouw,
Rechtspraak
Vanwege de overgang naar een nieuw systeem vindt u hierbij de nieuwsbrief met daarin de uitspraken van de afgelopen twee weken. Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.
Verzet aangetekend inzake SNS
In OR 2014-0208 wordt verzet aangetekend op grond van artikel 2:404 BW tegen het voornemen van SNS Bank respectievelijk SNS Reaal tot beëindiging van de overblijvende aansprakelijkheid voor schulden uit rechtshandelingen van Propertize respectievelijk PRPZ die vóór 1 januari 2014 zijn verricht. De rechtbank roept in herinnering dat een verzet gegrond wordt verklaard indien voor de voldoening van de vorderingen van schuldeiser geen zekerheid wordt gesteld of een andere waarborg wordt gegeven. Dit geldt niet indien de schuldeiser, na het beëindigen van de aansprakelijkheid, gezien de vermogenstoestand van de rechtspersoon of uit anderen hoofde, voldoende waarborgen heeft voor de voldoening van zijn vorderingen. In casu ligt de bewijslast bij SNS om aan te tonen dat er voldoende waarborgen zijn. De rechtbank draagt SNS op tot bewijs en houdt iedere beslissing verder aan.
Verplichting tot het afleggen van rekening en verantwoording
In OR 2014-0200 oordeelt de Hoge Raad over het afleggen van rekening en verantwoording. In casu vorderen twee aandeelhouders/bestuurders ontbinding van de vennootschap, nu een derde vermogensbestanddelen zou hebben onttrokken en weigert verantwoording af te leggen. De Hoge Raad oordeelt dat er volgens vaste rechtspraak een verplichting tot het doen van rekening en verantwoording aanwezig is indien een rechtsverhouding bestaat of heeft bestaan krachtens welke de een jegens de ander verplicht is zich omtrent de behoorlijkheid van vermogensrechtelijk beleid te verantwoorden. Een zodanige verhouding kan voortvloeien uit de wet, rechtshandeling of ongeschreven recht. De Hoge Raad oordeelt dat er in onderhavige casus rekening mee gehouden dient te worden dat iedere aandeelhouder na vereffening voor gelijke delen tot het vermogen gerechtigd is, waardoor ook allen rekening en verantwoording dienen af te leggen.
Overtreding beheersverbod commanditaire vennoten CV
In OR 2014-0212 wordt door het hof geoordeeld dat de commanditaire vennoten van een CV hun beheersverbod overtreden hebben doordat zij mede de huurovereenkomst van de door de CV geëxploiteerde lunchroom hebben ondertekend. Het feit dat de verhuurder op de hoogte was van het feit dat beide vennoten commanditaire vennoten waren en de andere twee vennoten de beherende vennoten waren, doet daar niets aan af.
Wanbeleid aangenomen waarvoor de bestuurder verantwoordelijk is
In OR 2014-0215 stelt de OK als resultaat van een door de OK bevolen onderzoek wanbeleid vast. De (indirect) bestuurder van de vennootschappen is hiervoor verantwoordelijk en wordt veroordeeld in de kosten van het onderzoek.
Omzetting in vereniging brengt niet direct lidmaatschap mee
In OR 2014-0216 hebben eisers een beleggingsadviseur aanzienlijke middelen laten investeren. Zeven jaar later meldt de adviseur dat zijn adviesbureau wordt omgezet in een vereniging. Eisers maken noch bezwaar, noch stemmen zij toe. Als eisers in 2007 en 2009 om uitbetaling verzoeken, geeft de vereniging niet thuis, stellende dat er met de leden een afspraak is gemaakt om niet tot uitbetaling over te gaan. De rechtbank oordeelt dat nu door de vereniging niet helder over de lidmaatschapsrechten is gecommuniceerd, niet kan worden gezegd dat de vereniging er bij het ontbreken van bezwaar gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat eisers met de omzetting hebben ingestemd. Aldus zijn eisers geen lid geworden van de vereniging en geldt de afspraak om niet tot uitbetaling over te gaan voor hen niet.
Bestuurdersaansprakelijkheid
In OR 2014-0218 staat de aansprakelijkheid van een bestuurder centraal. Het hof oordeelt in onderhavige casus, dat gelet op alle omstandigheden van het geval - onder meer de formulering van de mededeling door de bestuurder (de vermeende stelligheid wordt in de direct daarop volgende volzin al enigszins genuanceerd), de aard en omvang van de nieuwe, aanvullende verplichting van de vennootschap en de in verband daarmee gedane toezegging van de schuldeiser - hier geen sprake is van een zodanig ernstig persoonlijk verwijt aan de bestuurder, dat hierdoor sprake is van bestuurdersaansprakelijkheid.
In OR 2014-0210 wordt vastgesteld dat een bestuur van een stichting onbehoorlijk zijn taak heeft vervuld, door in de laatste jaren voor het faillissement niet zorg te dragen voor een deugdelijke administratie. Nu de curator echter niet aannemelijk heeft gemaakt dat de schuldeisers door de ondeugdelijke administratie schade hebben geleden, wordt de vordering van de curator afgewezen.
In OR 2014-0209 draagt een bestuurder de onderneming over aan een ander en worden tijdens het bestuur van de ander belangrijke assets verkocht, waardoor de onderneming haar reeds gesloten samenwerkingsovereenkomst niet meer kan nakomen. Vervolgens wordt de oude bestuurder weer bestuurder en gaat de vennootschap failliet. De schuldeiser spreekt de eerste bestuurder persoonlijk aan en stelt dat de wissel slechts gedaan is ter voorkoming van privéaansprakelijkheid. De rechtbank oordeelt dat dit niet aannemelijk is en wijst de vordering af.
In OR 2014-0201 komt een beoogde joint-venture niet tot stand. De eiser vordert terugbetaling van reeds gestorte gelden. De ontvangende vennootschap is hiertoe niet in staat, waarop de eiser de bestuurder in privé aansprakelijk heeft gesteld, stellende dat sprake is van betalingsonwil. Het hof oordeelt dat gezien de omstandigheden, zijnde betalingsonwil en misleidende jaarrekeningen, de bestuurder persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt.
Rest mij nog u een bijzonder goede dag toe te wensen.
Met vriendelijke groet,
Emmanuel Lokin
Hoofdredacteur OR Updates
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Er bestaat onduidelijkheid over de vraag of nog sprake is van een arbeidsovereenkomst. Aangezien het hof concludeert dat hiervan geen sprake meer was, zijn de bestuurders ook niet hoofdelijk aansprakelijk vanwege het feit dat de bestuurders zijn afgetreden zonder een nieuw bestuur te benoemen. Zij hebben daardoor niet onrechtmatig gehandeld. 13-05-2014
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Gelet op alle omstandigheden van het geval – onder meer de formulering van de mededeling door de bestuurder (de vermeende stelligheid wordt in de direct daarop volgende volzin al enigszins genuanceerd), de aard en omvang van de nieuwe, aanvullende verplichting van de vennootschap en de in verband daarmee gedane toezegging van de schuldeiser – is het hof van oordeel dat hier geen sprake is van een zodanig ernstig persoonlijk verwijt aan de bestuurder, dat hierdoor sprake is van bestuurdersaansprakelijkheid. 13-05-2014
- Gerechtshof Amsterdam Partijen waren het er al over eens dat een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken noodzakelijk was, maar hebben daarvan afgezien wegens het treffen van een regeling. Die regeling is echter niet nagekomen, zodat geen openheid is verkregen. Holding c.s. hebben verder erkend dat A en C geld aan Holding hebben onttrokken. Voorts is de vraag in hoeverre C, in strijd met de regeling, feitelijk bij het bestuur van Holding betrokken is geweest. Ook kan aan de zakelijkheid van de leningen van Holding aan A en C worden getwijfeld. Tot slot is niet duidelijk aan wie de aandelen Holding toekomen. Dit alles roept twijfel op over een juist beleid en een juiste gang van zaken en vormt voldoende grond voor een onderzoek. 08-05-2014
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Een mogelijke joint-venture komt niet tot stand; de eiser vordert terugbetaling van de gelden. De ontvangende vennootschap is hiertoe niet in staat, dus heeft eiser de bestuurder in privé aansprakelijk gesteld, stellende dat sprake is van betalingsonwil. Het hof oordeelt dat gezien de omstandigheden, zijnde betalingsonwil en misleidende jaarrekeningen, de bestuurder persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. 06-05-2014
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Op 1 september 1998 wordt CV X opgericht met A en B als commanditaire vennoten en hun zoons als beherend vennoten. De CV drijft een onderneming met daarin een lunchroom. Op 21 september 2010 koopt Z de lunchroom van CV X. In de overeenkomst wordt opgenomen dat de overdrager zorg dient te dragen voor de lopende verplichtingen van werknemers. Voor gevallen waarin niet wordt nagekomen, wordt een boetebeding opgenomen. Er blijft een verplichting jegens een werknemer onbetaald. Z vordert betaling van dit schuldig gebleven bedrag en de contractuele boete. Ook A en B zijn hoofdelijk aansprakelijk gesteld, omdat zij hun beheersverbod zouden hebben overtreden. Het hof wijst de vordering uit hoofde van de werknemersaanspraak toe. De boete wordt wegens het achterwege blijven van een ingebrekestelling echter verworpen. A en B hebben hun beheersverbod overtreden en zijn hoofdelijk aansprakelijk. 06-05-2014
- Gerechtshof Amsterdam Als resultaat van een door de OK bevolen onderzoek is wanbeleid vastgesteld. De (indirect) bestuurder van de vennootschappen is hiervoor verantwoordelijk en derhalve wordt deze eveneens veroordeeld in de kosten van het onderzoek. 01-05-2014
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Na turboliquidatie is alsnog het faillissement uitgesproken van de vennootschap, omdat summierlijk gebleken is van feiten en omstandigheden die voldoende aannemelijk maken dat er nog baten zijn. Ook is summierlijk gebleken van een vorderingsrecht ten tijde van de faillissementsaanvraag en van meerdere (opeisbare) schulden, zodat sprake is van pluraliteit van schuldeisers en van een toestand dat appellante is opgehouden te betalen. De handhaving van de vordering levert geen misbruik van bevoegdheid op. 24-04-2014
- Gerechtshof Amsterdam Aangezien de prijs billijk wordt geacht en er zich verder geen omstandigheden en feiten hebben voorgedaan die nopen tot afwijking van de biedprijs, besluit de OK dat de prijs van de over te dragen aandelen gelijk is aan de biedprijs onder het openbaar bod. 22-04-2014
- Gerechtshof Amsterdam Ten aanzien van een deskundigenrapport ten behoeve van een onderzoek naar het vaststellen van de overnameprijs per aandeel is niet alle informatie aan alle partijen verstrekt. Derhalve is niet voldaan aan het beginsel van hoor en wederhoor ex artikel 19 Rv. De OK oordeelt dat deskundigen een niet-inhoudelijk overzicht dienen te overleggen, waarna de overnemende partij kan melden welke stukken niet overlegd mogen worden door een gemotiveerd beroep op vertrouwelijkheid te doen. 22-04-2014
- Gerechtshof Amsterdam Aandeelhouder en tevens oud-bestuurder doet een enquêteverzoek bij de OK naar aanleiding van een tweetal ava-besluiten, namelijk het ontslag van hem als bestuurder en het aanvragen van faillissement. Dit verzoek wordt afgewezen, omdat dergelijke beslissingen aangelegenheden zijn van de ava en omdat onvoldoende is gesteld en aannemelijk is gemaakt dat de besluiten leiden tot twijfel aan een juist beleid. 16-04-2014
- Gerechtshof Amsterdam Uitkoopprocedure op grond van artikel 2:92a BW. MMHH heeft op de dag van de dagvaarding ten minste 95% van het geplaatste kapitaal aan Wegener verschaft. Ook heeft MMHH de gezamenlijke andere aandeelhouders gedagvaard. De Ondernemingskamer stelt voorop dat met betrekking tot de waarde van de aandelen het aankomt op de waarde die de aandelen op de peildatum hebben in het economisch verkeer en dat als peildatum geldt een datum die zo dicht mogelijk ligt bij de datum waarop de aandelen in eigendom overgaan. Van een ten beurze genoteerd aandeel dient de waarde te worden gesteld op de prijs die op de beurs voor dat aandeel wordt betaald. 15-04-2014
- Gerechtshof Amsterdam De vennootschap heeft, onder druk van haar statutair bestuurder, diensten verricht ten behoeve van een derde, zonder dat daar een zakelijke vergoeding tegenover stond en zonder dat de belangen van de vennootschap daarmee gediend waren. Daarnaast heeft de vennootschap in strijd gehandeld met de wettelijke verplichtingen tot inhouding van loonheffing, waardoor de continuïteit van de onderneming in het geding is. Tot slot moet worden getwijfeld aan de effectiviteit van het bestuur van de vennootschap. Op grond van het voorgaande zijn er gegronde redenen om aan een juist beleid en een juiste gang van zaken te twijfelen. 10-04-2014
- Gerechtshof Amsterdam De onderneming heeft, anders dan de ondernemingsraad heeft aangevoerd, na afweging van alle betrokken belangen in redelijkheid kunnen komen tot het besluit van verplaatsing van (een deel van) haar werkzaamheden. 10-04-2014
- Gerechtshof Amsterdam Brief aan de ondernemingsraad moest worden aangemeld als kennisgeving van een besluit van de onderneming. Termijn voor indiening beroep verzoekschrift, als bepaald in artikel 26 lid 2 WOR, is verlopen. 03-04-2014
Rechtbank
- Rechtbank Midden-Nederland Verzet ex artikel 2:404 BW tegen het voornemen van SNS Bank resp. SNS Reaal tot beëindiging van de overblijvende aansprakelijkheid voor schulden uit rechtshandelingen van Propertize resp. PRPZ die vóór 1 januari 2014 zijn verricht. De rechtbank roept in herinnering dat een verzet gegrond wordt verklaard indien voor de voldoening van de vorderingen van schuldeiser geen zekerheid wordt gesteld of een andere waarborg wordt gegeven. Dit geldt niet indien de schuldeiser, na het beëindigen van de aansprakelijkheid, gezien de vermogenstoestand van de rechtspersoon of uit anderen hoofde, voldoende waarborgen heeft voor de voldoening van zijn vorderingen. In casu ligt de bewijslast bij SNS om aan te tonen dat er voldoende waarborgen zijn. De rechtbank draagt SNS op tot bewijs en houdt iedere beslissing verder aan. 07-05-2014
- Rechtbank Gelderland Eisers hebben in 2000 een beleggingsadviseur aanzienlijke middelen laten investeren. In 2007 meldt de adviseur dat zijn adviesbureau wordt omgezet in een vereniging. Eisers maken noch bezwaar, noch stemmen zij toe. Als eisers in 2007 en 2009 om uitbetaling verzoeken, geeft de vereniging niet thuis, stellende dat er met de leden een afspraak is gemaakt om niet tot uitbetaling over te gaan. De rechtbank oordeelt dat, nu door de vereniging niet helder over de lidmaatschapsrechten is gecommuniceerd, niet kan worden gezegd dat de vereniging er bij het ontbreken van bezwaar gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat eisers met de omzetting hebben ingestemd. Aldus zijn eisers geen lid geworden van de vereniging en geldt de afspraak om niet tot uitbetaling te gaan voor hen niet. 07-05-2014
- Rechtbank Noord-Nederland Een bestuurder draagt de onderneming over aan een ander. Tijdens het bestuur van de ander worden belangrijke assets verkocht, waardoor de onderneming haar reeds gesloten samenwerkingsovereenkomst niet meer kan nakomen. Vervolgens wordt de oude bestuurder weer bestuurder en gaat de vennootschap failliet. De schuldeiser spreekt de eerste bestuurder persoonlijk aan en stelt dat de wissel slechts gedaan is ter voorkoming van privéaansprakelijkheid. De rechtbank oordeelt dat dit niet aannemelijk is en wijst de vordering af. 30-04-2014
- Rechtbank Midden-Nederland Bestuurdersaansprakelijkheid. Onbehoorlijke taakvervulling bestuurders van een stichting door in de laatste jaren voor faillissement niet zorg te dragen voor een deugdelijke administratie. Nu de curator echter niet aannemelijk heeft gemaakt dat de schuldeiser door de ondeugdelijke administratie schade hebben geleden, wordt de vordering van de curator afgewezen. 30-04-2014