Naar boven ↑

Update

Nummer 20, 2014
Uitspraken van 10-05-2014 tot 22-05-2014
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. drs. K.H. Boonzaaijer en mr. E.H. Leemreis.

Geachte heer/mevrouw,

Rechtspraak
Vanwege de overgang naar een nieuw systeem vindt u hierbij de nieuwsbrief met daarin de uitspraken van de afgelopen twee weken. Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.

Verzet aangetekend inzake SNS
In OR 2014-0208 wordt verzet aangetekend op grond van artikel 2:404 BW tegen het voornemen van SNS Bank respectievelijk SNS Reaal tot beëindiging van de overblijvende aansprakelijkheid voor schulden uit rechtshandelingen van Propertize respectievelijk PRPZ die vóór 1 januari 2014 zijn verricht. De rechtbank roept in herinnering dat een verzet gegrond wordt verklaard indien voor de voldoening van de vorderingen van schuldeiser geen zekerheid wordt gesteld of een andere waarborg wordt gegeven. Dit geldt niet indien de schuldeiser, na het beëindigen van de aansprakelijkheid, gezien de vermogenstoestand van de rechtspersoon of uit anderen hoofde, voldoende waarborgen heeft voor de voldoening van zijn vorderingen. In casu ligt de bewijslast bij SNS om aan te tonen dat er voldoende waarborgen zijn. De rechtbank draagt SNS op tot bewijs en houdt iedere beslissing verder aan.

Verplichting tot het afleggen van rekening en verantwoording

In OR 2014-0200 oordeelt de Hoge Raad over het afleggen van rekening en verantwoording. In casu vorderen twee aandeelhouders/bestuurders ontbinding van de vennootschap, nu een derde vermogensbestanddelen zou hebben onttrokken en weigert verantwoording af te leggen. De Hoge Raad oordeelt dat er volgens vaste rechtspraak een verplichting tot het doen van rekening en verantwoording aanwezig is indien een rechtsverhouding bestaat of heeft bestaan krachtens welke de een jegens de ander verplicht is zich omtrent de behoorlijkheid van vermogensrechtelijk beleid te verantwoorden. Een zodanige verhouding kan voortvloeien uit de wet, rechtshandeling of ongeschreven recht. De Hoge Raad oordeelt dat er in onderhavige casus rekening mee gehouden dient te worden dat iedere aandeelhouder na vereffening voor gelijke delen tot het vermogen gerechtigd is, waardoor ook allen rekening en verantwoording dienen af te leggen.

Overtreding beheersverbod commanditaire vennoten CV
In OR 2014-0212 wordt door het hof geoordeeld dat de commanditaire vennoten van een CV hun beheersverbod overtreden hebben doordat zij mede de huurovereenkomst van de door de CV geëxploiteerde lunchroom hebben ondertekend. Het feit dat de verhuurder op de hoogte was van het feit dat beide vennoten commanditaire vennoten waren en de andere twee vennoten de beherende vennoten waren, doet daar niets aan af.

Wanbeleid aangenomen waarvoor de bestuurder verantwoordelijk is
In OR 2014-0215 stelt de OK als resultaat van een door de OK bevolen onderzoek wanbeleid vast. De (indirect) bestuurder van de vennootschappen is hiervoor verantwoordelijk en wordt veroordeeld in de kosten van het onderzoek.

Omzetting in vereniging brengt niet direct lidmaatschap mee
In OR 2014-0216 hebben eisers een beleggingsadviseur aanzienlijke middelen laten investeren. Zeven jaar later meldt de adviseur dat zijn adviesbureau wordt omgezet in een vereniging. Eisers maken noch bezwaar, noch stemmen zij toe. Als eisers in 2007 en 2009 om uitbetaling verzoeken, geeft de vereniging niet thuis, stellende dat er met de leden een afspraak is gemaakt om niet tot uitbetaling over te gaan. De rechtbank oordeelt dat nu door de vereniging niet helder over de lidmaatschapsrechten is gecommuniceerd, niet kan worden gezegd dat de vereniging er bij het ontbreken van bezwaar gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat eisers met de omzetting hebben ingestemd. Aldus zijn eisers geen lid geworden van de vereniging en geldt de afspraak om niet tot uitbetaling over te gaan voor hen niet.

Bestuurdersaansprakelijkheid
In OR 2014-0218 staat de aansprakelijkheid van een bestuurder centraal. Het hof oordeelt in onderhavige casus, dat gelet op alle omstandigheden van het geval - onder meer de formulering van de mededeling door de bestuurder (de vermeende stelligheid wordt in de direct daarop volgende volzin al enigszins genuanceerd), de aard en omvang van de nieuwe, aanvullende verplichting van de vennootschap en de in verband daarmee gedane toezegging van de schuldeiser - hier geen sprake is van een zodanig ernstig persoonlijk verwijt aan de bestuurder, dat hierdoor sprake is van bestuurdersaansprakelijkheid.

In OR 2014-0210 wordt vastgesteld dat een bestuur van een stichting onbehoorlijk zijn taak heeft vervuld, door in de laatste jaren voor het faillissement niet zorg te dragen voor een deugdelijke administratie. Nu de curator echter niet aannemelijk heeft gemaakt dat de schuldeisers door de ondeugdelijke administratie schade hebben geleden, wordt de vordering van de curator afgewezen.

In OR 2014-0209 draagt een bestuurder de onderneming over aan een ander en worden tijdens het bestuur van de ander belangrijke assets verkocht, waardoor de onderneming haar reeds gesloten samenwerkingsovereenkomst niet meer kan nakomen. Vervolgens wordt de oude bestuurder weer bestuurder en gaat de vennootschap failliet. De schuldeiser spreekt de eerste bestuurder persoonlijk aan en stelt dat de wissel slechts gedaan is ter voorkoming van privéaansprakelijkheid. De rechtbank oordeelt dat dit niet aannemelijk is en wijst de vordering af.

In OR 2014-0201 komt een beoogde joint-venture niet tot stand. De eiser vordert terugbetaling van reeds gestorte gelden. De ontvangende vennootschap is hiertoe niet in staat, waarop de eiser de bestuurder in privé aansprakelijk heeft gesteld, stellende dat sprake is van betalingsonwil. Het hof oordeelt dat gezien de omstandigheden, zijnde betalingsonwil en misleidende jaarrekeningen, de bestuurder persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt.

Rest mij nog u een bijzonder goede dag toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Emmanuel Lokin
Hoofdredacteur OR Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank