Naar boven ↑

Update

Nummer 29, 2014
Uitspraken van 11-08-2014 tot 22-08-2014
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. drs. K.H. Boonzaaijer en mr. E.H. Leemreis.

Geachte heer/mevrouw,

Rechtspraak
Hierbij de nieuwsbrief met daarin de uitspraken van de afgelopen week. Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.

Einde van het enquêteonderzoek pas bij nederlegging van het verslag ter griffie
In OR 2014-0298 ligt een verzoek tot verhoging van het onderzoeksbudget en vaststelling van de vergoeding van de onderzoeker op grond van artikel 2:350 lid 3 BW. De OK komt tot de conclusie dat het verzoek tijdig is ingediend. Het verzoek dient weliswaar hangende het onderzoek te worden gedaan (zie ook Hoge Raad 2 maart 1994, NJ 1994/548), maar het onderzoek neemt pas een einde met nederlegging van het verslag ter griffie.

Geen machtiging tot het doen van mededelingen uit het onderzoeksverslag
In OR 2014-0296 wordt een machtiging tot het doen van mededelingen uit het onderzoeksverslag van de OK dat niet openbaar is gemaakt afgewezen. In casu ging het om de vraag of een advocaat in een tuchtrechtelijke  procedure mededelingen uit het onderzoeksverslag mocht doen. De OK oordeelt echter dat dit niet is toegestaan.

Bestuurdersaansprakelijkheid
In OR 2014-0299 wordt de bestuurder/vereffenaar van de failliete vennootschap aansprakelijkheid gehouden voor de schade als gevolg van het onbetaald blijven van rekeningen. De vordering wordt echter afgewezen vanwege onvoldoende onderbouwing.

In OR 2014-0297 wordt een bestuurder aansprakelijk gehouden op grond van betalingsonmacht of betalingsonwil. Naar het oordeel van het hof slaagt de grief omdat bestuurdersaansprakelijkheid niet beperkt is tot aansprakelijkheid ter zake van het aangaan van verplichtingen. In casu wordt de bestuurder aansprakelijk gehouden voor de huurachterstand van de winkels in winkelcentrum op grond van betalingsonwil, omdat de vennootschap genoeg middelen had om de huur te betalen.

Schending artikel 2:216 BW?
In OR 2014-0300 wordt een beroep gedaan op artikel 2:216 lid 2 en 3 BW. Het hof komt echter tot de conclusie dat er geen sprake is van een schending van 2:216 lid 2 en lid 3 BW.

Annotatie Harold Koster inzake de Favini-uitspraak: vernietiging juridische splitsing
Graag wijs ik u verder op de nieuwe noot van Harold Koster over de Favini-uitspraak van de Hoge Raad (OR 2014-0295). In zijn noot gaat Harold in op de vraag of vernietiging van een juridische afsplitsing op grond van een actio pauliana (artikel 42 Fw) mogelijk is, of dat men gehouden is aan de toets van artikel 2:334u BW.

Rest mij nog u een bijzonder goede dag toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Emmanuel Lokin
Hoofdredacteur OR Updates

Hoge Raad

Hof