Update
Geachte heer/mevrouw,
Rechtspraak
Hierbij zend ik u de nieuwsbrief met daarin de uitspraken van de afgelopen week. Graag wijs ik u specifiek op de volgende uitspraken.
Ondernemingskamer
In OR 2014-0335 hebben de curatoren van Resort Appelscha Beheer B.V. (RAB) onder andere verzocht een onderzoek in te stellen naar het beleid en de gang van zaken vanaf januari 2006. Dit verzoek is gehonoreerd, nu de OK genoegzaam is komen vast te staan dat (het bestuur van) RAB weigerachtig is gebleken om ter zake van de door de curatoren opgeworpen vragen en twijfelpunten helderheid te verschaffen. Voorts is het aannemelijk dat er een ongeoorloofde belangenverstrengeling aan de zijde van de bestuurder van RAB aanwezig is, waardoor RAB wordt benadeeld. Hiermee acht de OK het aannemelijk dat de bestuurder van RAB de belangen van RAB heeft veronachtzaamd en heeft toegelaten dat dier onderneming is of kon worden geschaad. De OK beveelt een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken vanaf 1 januari 2006.
Beklamelnorm
Bewijsopdracht
In OR 2014-0328 en OR 2014-0327 is de op grond van artikel 6:162 BW gedaagde bestuurder in de gelegenheid gesteld om te bewijzen dat hij ten tijde van het plaatsen van een bestelling niet op de hoogte was, of redelijkerwijs behoorde te begrijpen, dat de vennootschap de verplichtingen niet zou kunnen nakomen. De bestuurder slaagt niet in dit bewijs.
Algemeen
In OR 2014-0329 wordt een verklaring voor recht gevorderd dat gedaagde als enig bestuurder en enig indirect aandeelhouder van de vennootschap onrechtmatig heeft gehandeld omdat hij verplichtingen aanging in naam van de vennootschap, terwijl hij wist of behoorde te begrijpen dat de vennootschap niet of niet binnen een redelijke termijn aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen. De rechtbank oordeelt dat er sprake is van een schending van de hiervoor geschetste Beklamelnorm.
Zorgplicht bank jegens crediteuren
In OR 2014-0334 speelt een Leveraged Buy Out (LBO), waarbij de ING de overname heeft gefinancierd. Het Hof overweegt hierover dat het feit dat door een dergelijke LBO het risico op financiële problemen toeneemt doordat de overname wordt gefinancierd door vreemd vermogen nog niet maakt dat, zoals de curator heeft gesteld, op ING een zorgplicht jegens de overige schuldeisers van A kwam te rusten. Een LBO is immers een toegestane wijze van financiering en het behoort tot de taken van het bestuur van een vennootschap om de risico’s van een LBO te wegen. A werd ten tijde van de besprekingen ook bijgestaan door een extern adviesbureau en door een accountants- en belastingadvieskantoor. ING was daarvan op de hoogte en mocht ervan uitgaan dat het bestuur van de vennootschappen, daarbij bijgestaan door zijn adviseurs, in het oog zou houden of de financieringsconstructie geen onverantwoorde risico’s voor de continuïteit van de ondernemingen behelsde. Voorts geldt dat uit de analyse van ING geen groot risico voor de continuïteit van de ondernemingen naar voren kwam.
Daarbij komt dat ING gemotiveerd heeft gesteld dat uit de faillissementsverslagen blijkt dat de faillissementen niet zijn veroorzaakt door de verstrekte financiering, maar door het handelen van de bestuurder van A en zijn echtgenote.
Evenmin kan een dergelijke bijzondere omstandigheid worden gevonden in het feit dat de LBO mogelijk in strijd was met het destijds geldende artikel 2:207c lid 2 BW. ING heeft A gewezen op dat artikel en A heeft hierop zijn accountant geraadpleegd. Daarmee heeft ING meer zorg betracht jegens haar contractspartijen dan waartoe zij verplicht was.
Uitstoting
In OR 2014-0332 staat de vraag centraal of de overige aandeelhouders kunnen worden uitgestoten dan wel dat aandelen gedwongen kunnen worden overgedragen. De Voorzieningenrechter overweegt dat voor toewijzing van een uitstoting op grond van artikel 2:336 BW vereist is dat het belang van de vennootschap wordt geschaad. De waarde van de aandelen moet worden vastgesteld door een deskundige, tenzij de prijs van de aandelen zonder meer door de rechter kan worden vastgesteld omdat daarover overeenstemming bestaat tussen partijen of als de statuten of een overeenkomst een duidelijke maatstaf bevatten. Dit is in het onderhavige geschil niet het geval.
Voor de vordering op grond van artikel 2:343 BW geldt dat het voortduren van het aandeelhouderschap in redelijkheid niet meer van de benard geraakte aandeelhouder kan worden gevergd. Aan een inhoudelijke beoordeling komt de voorzieningenrechter niet toe, nu een onderbouwing van de waarde van de aandelen ontbreekt en er in het onderhavige kort geding geen ruimte is voor benoeming van een deskundige voor de bepaling van de waarde.
Pauliana
In OR 2014-0331 staat de vraag centraal of een verkoop van een echtelijke woning door een inmiddels gefailleerde bestuurder voor € 1,- aan een stichting waarvan hijzelf en zijn echtgenote bestuurder zijn, paulianeus is. De wetenschap van benadeling wordt aanwezig geacht omdat de werkelijke waarde van de woning rond de € 1,2 miljoen werd getaxeerd. Geoordeeld wordt echter dat het faillissement van de bestuurder niet voorzienbaar was.
6 EVRM en artikel 143 Rv
In OR 2014-0330 staat allereerst de vraag centraal of de in de rechtspraak op basis van artikel 6 EVRM ontwikkelde uitzondering op artikel 143 Rv in casu kan worden toegepast. Het hof oordeelt dat daarvoor voldoende aanleiding bestaat nu is komen vast te staan dat de bij verstek veroordeelde persoon pas met het verstekvonnis bekend is geworden (en kon worden) op een moment dat lag ver na aanvang van de executie.
Het hof ziet bovendien geen aanleiding voor het aannemen van bestuurdersaansprakelijkheid, omdat de bestuurder zeer kort voor het faillissement is benoemd (ongeveer één maand) en het hof de kans dat de onderneming toen nog door de bestuurder kon worden gered verwaarloosbaar klein acht, gelet op de omvang van de al bestaande schulden.
Rest mij nog u een bijzonder goede dag toe te wensen.
Met vriendelijke groet,
Evert Leemreis
Redacteur OR Updates
Hof
- Gerechtshof Den Haag Allereerst staat centraal de vraag of de in de rechtspraak op basis van artikel 6 EVRM ontwikkelde uitzondering op artikel 143 Rv in casu kan worden toegepast. Het hof oordeelt dat daarvoor voldoende aanleiding bestaat nu is komen vast te staan dat de bij verstek veroordeelde persoon pas met het verstekvonnis bekend is geworden (en kon worden) op een moment dat lag ver na aanvang van de executie. Het hof ziet bovendien geen aanleiding voor het aannemen van bestuurdersaansprakelijkheid, omdat de bestuurder zeer kort voor het faillissement is benoemd (ongeveer één maand) en het hof de kans dat de onderneming toen nog door de bestuurder kon worden gered verwaarloosbaar klein acht, gelet op de omvang van de al bestaande schulden. 16-09-2014
- Gerechtshof Amsterdam De OK heeft eerder een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Body Control Concepts Holding B.V. en oordeelt nu dat het verslag met bijlagen ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden. 26-08-2014
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden ING heeft bij een kredietverstrekking in het kader van een leveraged buyout geen zorgvuldigheidsnorm geschonden. Hof: een LBO is een toegestane wijze van financiering en het behoort tot de taken van het bestuur van een vennootschap om de risico’s van een LBO te wegen. A BV werd ten tijde van de besprekingen ook bijgestaan door externe adviesbureaus en ING was daarvan op de hoogte. Uit de analyse van ING kwam geen groot risico voor de continuïteit van de ondernemingen naar voren. Om die reden rustte op haar dan ook geen (verdergaande) onderzoeks- en zorgplicht jegens de overige schuldeisers. Daarbij komt dat ING gemotiveerd heeft gesteld dat uit de faillissementsverslagen blijkt dat de faillissementen juist zijn veroorzaakt door het handelen van de bestuurder van A BV. De statutaire doelomschrijvingen laten er geen twijfel over bestaan dat A BV tegen het verstrekken van zekerheden leningen mocht aangaan. Daarom kan ING in beginsel niet worden tegengeworpen dat zij wist, dan wel zonder nader onderzoek had moeten weten, dat het belang van de vennootschap niet zou zijn gediend met de betrokken rechtshandeling. 26-08-2014
- Gerechtshof Amsterdam De OK beveelt een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken vanaf 1 januari 2006 bij Resort Appelscha Beheer B.V. Aan de curatoren is onvoldoende informatie verstrekt inzake de financiële positie van RAB en er is mogelijk sprake van belangenverstrengeling. 22-08-2014
- Gerechtshof Amsterdam OK. Enquête. Afwijzing enquêteverzoek en verzoek tot treffen onmiddellijke voorzieningen. Redelijkheid overeengekomen bindend adviesprocedure reeds onderworpen aan oordeel gewone burgerlijke rechter, maar OK ziet op voorhand geen gegronde redenen voor deze bindend adviesprocedure. Ook overigens geen gegronde redenen. 21-08-2014
- Gerechtshof Amsterdam Ondernemingskamer. Enquête. Verzoek tot het bevelen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken en tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen. 21-08-2014
- Gerechtshof Amsterdam Minderheidsaandeelhouder vordert een onderzoek naar de prijs. 08-07-2014
- Gerechtshof Den Haag Appellante niet-ontvankelijk verklaard in hoger beroep wegens ontbreken helder geformuleerde klacht. Afwijzing vordering in eerste aanleg. 24-06-2014
Rechtbank
- Rechtbank Overijssel Voormalig crediteur van een inmiddels uit het handelsregister uitgeschreven vennootschap vordert schadevergoeding van de voormalig dga van de vennootschap op grond van onrechtmatige daad. De rechtbank oordeelt dat inderdaad sprake is van de Beklamel-norm en de vordering wordt toegewezen. 27-08-2014
- Rechtbank Amsterdam Nadat gedaagde in de gelegenheid is gesteld om haar stelling met nadere stukken te onderbouwen, komt de kantonrechter toch tot de conclusie dat deze stukken het tegendeel niet kunnen bewijzen. Derhalve wordt de vordering tot schadevergoeding, zoals deze is ingesteld door eiseres, toegewezen. 12-08-2014
- Rechtbank Gelderland Vordering tot onder meer vernietiging van aandeelhoudersbesluiten. Eiser legt aan zijn vordering ten grondslag dat op grond van artikel 2:334m, lid 3, BW voor het splitsingsbesluit de regels gelden die voor statutenwijziging gelden. Het verzoek tot splitsing is bij de Kamer van Koophandel neergelegd zonder eiser daarover vooraf te informeren. Daarnaast heeft eiser aanvankelijk een volmacht ontvangen met slecht één stemkeuze en zijn de besluiten van 11 oktober 2013 niet unaniem genomen, zoals artikel 1 van de aandeelhoudersovereenkomst voorschrijft. Daarom zijn de besluiten van 11 oktober 2013 vernietigbaar wegens strijd met artikel 2:8 BW en artikel 2:15 BW. Voorts zijn DDAP en Griffin gehouden de aandelen in VenM van eiser over te nemen, nu zijn dienstverband en partnerschap is geëindigd. De boete zijn DDAP en Griffin verschuldigd omdat zij de aandeelhoudersovereenkomst niet zijn nagekomen. 30-07-2014
- Rechtbank Gelderland Een inmiddels in staat van faillissement verklaarde bestuurder van een gefailleerde groep van vennootschappen heeft zijn echtelijke woning voor € 1 verkocht aan een stichting waarvan hij en zijn echtgenote bestuurder zijn. Wetenschap van benadeling is aanwezig, nu de werkelijke waarde van de woning veel hoger is, maar geoordeeld wordt dat het faillissement niet voorzienbaar was. 18-06-2014
- Rechtbank Gelderland Curator vordert hoofdelijke veroordeling bestuurders vennootschap van terugbetaling selectieve betalingen, verricht na het moment dat bestuurder besloot tot beëindiging van de onderneming. 28-05-2014
- Rechtbank Midden-Nederland Centraal staat de vraag of de overige aandeelhouders kunnen worden uitgestoten, dan wel dat aandelen gedwongen kunnen worden overgedragen. Een onderbouwing van de waarde van de aandelen ontbreekt, terwijl er in het onderhavige kort geding geen ruimte is voor benoeming van een deskundige voor de bepaling van de waarde. 21-05-2014
- Rechtbank Amsterdam Een leverancier van elektronische producten spreekt de (voormalig) bestuurder van een vennootschap aan na het onbetaald blijven van facturen en het ontbinden van de desbetreffende vennootschap. De bestuurder voert aan dat geen sprake is van onwil, maar van een verslechterende financiële situatie van de vennootschap. De kantonrechter stelt de bestuurder in de gelegenheid om die stellingen met stukken nader te onderbouwen. 01-04-2014