Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.
Rechtspraak
Hierbij de nieuwsbrief met daarin de uitspraken van de afgelopen week. Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.
Vervolg Imeko-holding
In OR 2014 – 0384 komt het vervolg van het Imeko-arrest aan de orde. Een commissaris had tijdelijk gefungeerd als bestuurder van de nv en maakte op grond van een besluit van de rvc aanspraak op managementvergoedingen. De rechtbank verwijst naar het arrest van de Hoge Raad – in een aan deze zaak verwante procedure – waarin de Hoge Raad heeft geoordeeld dat de beloning van bestuurders en commissarissen, ongeacht de aard van de door hen verrichte werkzaamheden, in het belang van duidelijke verhoudingen binnen de vennootschap op het punt van de bevoegdhedenverdeling, en om belangenconflicten bij de toekenning van beloningen van bestuurders en commissarissen te voorkomen, dient te geschieden door de in de wet en de statuten aangewezen organen. Aangezien de statuten van Imeko de ava aanwijzen als het bevoegde orgaan voor het benoemen van bestuurders, is X aldus de rechtbank in formele zin nooit bestuurder geweest. De rvc is statutair bevoegd de bezoldiging van het bestuur vast te stellen. Omdat de bezoldiging van commissarissen enkel door de ava kan worden bepaald, ontbeert het rvc-besluit tot vaststelling van de vergoedingen voor bestuursdaden van commissarissen rechtsgevolg. Het beroep van Imeko op onverschuldigde betaling is naar het oordeel van de rechtbank evenwel naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar (artikelen 2:8 lid 2 BW en 6:248 lid 2 BW). De rechtbank komt tot de conclusie dat Imeko (voldoende) van de werkzaamheden heeft geprofiteerd. Gezien het feit dat Imeko niet heeft toegelicht dat en waarom de gehanteerde uurtarieven onredelijk waren, haakt de rechtbank bij die tarieven aan. Ten aanzien van de gedeclareerde onkostenvergoeding overweegt de rechtbank dat die vergoeding ziet op de door X gemaakte onkosten als commissaris, al dan niet handelend in de uitvoering van bestuurstaken, en dat er voor die vergoeding derhalve wel een (statutaire) grondslag is.
Bestuurdersaansprakelijkheid
Afgelopen week waren er wederom diverse zaken waarin de aansprakelijkheid van een bestuurder gevorderd wordt. Zie onder andere:
OR 2014 – 0382 waarin de vennootschap niet kan voldoen aan haar betalingsverplichtingen wegens liquiditeitstekorten. De bestuurder van de vennootschap wordt aansprakelijk gesteld op grond van onrechtmatige daad. De rechtbank wijst een groot deel van de vordering toe. Het hof verwerpt de stelling van de bestuurder dat de schuldeiser meer voor haar eigen belangen had moeten waken door zekerheden te bedingen of de werkzaamheden op te schorten.
In OR 2014 – 0381 wordt een bestuurder van een stichting ontslagen en aangesproken op grond van artikel 2:9 BW. De handelwijze van de bestuurder was in strijd met zorgvuldig bestuurderschap en er was sprake van belangenverstrengeling. Geoordeeld wordt dat het ontslagbesluit van de bestuurder legitiem is en dat de vordering tot schadevergoeding van de stichting gedeeltelijk moet worden toegewezen.
In OR 2014 – 0380 wordt overwogen dat persoonlijk verwijtbaar handelen van een bestuurder in beginsel, gelet op de jurisprudentie, niet snel wordt aangenomen. Daar zijn bijkomende bijzondere omstandigheden voor vereist. In casu is hier echter sprake van. De bestuurder hield geen kwaliteitsrekening aan en cliënten die geld stortten werden hiervoor niet gewaarschuwd. Dit is hem persoonlijk te verwijten, omdat hij enig bestuurder was en ‘alle touwtjes in handen’ had.
In OR 2014 – 0379 worden de aandelen van een vennootschap gekocht. Als de vennootschap later failleert wordt de bestuurder van de vennootschap aansprakelijk gesteld. De bestuurder is volgens de aankopende partij naast de vennootschap hoofdelijk aansprakelijk voor wanbeleid c.q. slecht bestuur en onrechtmatig handelen jegens crediteuren en aandeelhouders. De vorderingen worden afgewezen. Daarnaast oordeelt de rechtbank, dat omdat de aankopende partij wist dat de koopsom niet op de werkelijk waarde van de aandelen was gebaseerd, maar op de financieringsbehoefte van die vennootschap, hij de bestuurder niet kan tegenwerpen dat de waarde van die aandelen lager was.
In OR 2014 – 0378 spreekt men de onmiddellijk en middellijk bestuurder van afnemer aan in verband met onbetaald gebleven facturen. Aan de vordering ligt ten grondslag de beklamelnorm. De aangedragen feiten kunnen naar het genoemde oordeel van de rechtbank niet tot toewijzing leiden, althans zijn gezien de betwisting van de middellijk bestuurder niet voldoende onderbouwd. De jaarcijfers lieten weliswaar een zorgwekkend beeld zien, maar die cijfers dienen niet tot de conclusie te leiden dat de vereiste wetenschap bij de middellijk bestuurder aanwezig was. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat nog wel diverse – zij het van mindere omvang – betalingen zijn verricht. Bovendien bleef de leverancier ondanks de achterstand in betalingen bestellingen accepteren, wat naar het oordeel van de rechtbank maakt dat de onmiddellijk en middellijk bestuurder niet kan worden verweten dat zij iets hebben verzwegen wat de leverancier niet wist. De vorderingen van de leverancier worden afgewezen.
Vervolg Slotervaartziekenhuis
In OR 2014 – 0388 komen enkele perikelen die spelen rondom het Slotervaartziekenhuis aan de orde. A is bestuurder van het Slotervaartziekenhuis (SZ) en van Meromi. Namens Meromi verstrekt A een geldlening aan Drimpy. SZ betaalt bevrijdend voor Meromi aan Drimpy. SZ vordert van Meromi terugbetaling. De rechtbank wijst de vordering van SZ volledig toe. Meromi heeft onvoldoende onderbouwd gesteld dat er tussen Meromi en SZ een overeenkomst tot stand is gekomen. A was bovendien niet vertegenwoordigingsbevoegd om een overeenkomst met dergelijk geldelijk belang namens SZ aan te gaan.
Ruzie in de vof
In OR 2014 – 0389 is sprake van een echtpaar (X en Y) dat samen in een vof zit. Het gaat uiteindelijk mis tussen het echtpaar. De rechtbank Amsterdam heeft op 12 maart 2014 de vof en X hoofdelijk veroordeeld tot terugbetaling van een aantal geldleningen. Het vonnis is aan de vof en X betekend. Na uitblijven van de terugbetaling is er executoriaal derdenbeslag ten laste van de vof gelegd. In de onderhavige procedure heeft de voorzieningsrechter Y gemachtigd om de belangen van de vof in het geschil met de schuldeiser te behartigen en (onder andere) een executiegeschil te starten. Daarnaast is X, in het belang van de vof, op straffe van een dwangsom verboden om onder andere rechtshandelingen te verrichten die de kans van slagen van het door geïntimeerde aanhangig te maken hoger beroep en/of executie kort geding zouden kunnen verkleinen.
X is tegen dit vonnis in appel gegaan, met conclusie dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen. Het hof neemt bij de beoordeling van de incidentele vordering tot uitgangspunt dat voor schorsing van de tenuitvoerlegging van een vonnis waarvan beroep slechts plaats is indien tenuitvoerlegging misbruik van executiebevoegdheid oplevert. Het hof wijst de incidentele vordering af. Gesteld noch gebleken is dat het bestreden vonnis klaarblijkelijk op een feitelijke of juridische misslag berust.
Rest mij nog u een bijzonder goede dag toe te wensen.
Met vriendelijke groet,
Emmanuel Lokin
Hoofdredacteur OR Updates
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch X koopt aandelen van Y B.V. en stelt de bestuurder van Y B.V. aansprakelijk als de doelvennootschap later failleert. Omdat X wist dat de koopsom niet op de werkelijke waarde van de aandelen was gebaseerd, maar op de financieringsbehoefte van die vennootschap, kan hij Y niet tegenwerpen dat de waarde van die aandelen lager was. 04-11-2014
- Gerechtshof Amsterdam De cliëntenraad van het Zuwe Hofpoort ziekenhuis verzoekt de OK een onderzoek te gelasten naar het beleid en de gang van zaken van Zuwe Hofpoort. De cliëntenraad voert aan dat er tekort is gedaan aan zijn adviesrecht. De OK wijst het verzoek van de cliëntenraad af. Er doen zich geen gegronde redenen voor om aan een juist beleid of een juiste gang van zaken te twijfelen. De cliëntenraad heeft voldoende mogelijkheden gehad om zijn adviesrecht uit te oefenen. 29-10-2014
- Gerechtshof Amsterdam Treffen onmiddellijke voorzieningen. 28-10-2014
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Toepasselijk recht ten aanzien van een onrechtmatige daad en ten aanzien van een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis uit overeenkomst. 21-10-2014
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch In hoger beroep vordert eiser schadevergoeding wegens onrechtmatige daad van twee bestuurders op grond van bestuurdersaansprakelijkheid, nadat eerstgenoemde een beleggingsproject met de bestuurders – handelend namens de vennootschappen – heeft afgesloten. In eerste aanleg heeft de rechtbank geoordeeld dat niet vastgesteld kan worden dat sprake is van een onrechtmatige daad. In hoger beroep richten beide partijen zich op de normen van het Spaanse Villa-arrest, waarin de bestuurder niet namens de vennootschap als bestuurder maar persoonlijk als bemiddelaar optrad. Het hof oordeelt dat deze normen in casu niet van toepassing zijn en houdt de behandeling aan om de partijen in de gelegenheid te stellen zich te herstellen. 21-10-2014
- Gerechtshof Den Haag Na hervatting heeft het hof geoordeeld dat de deskundigenrapporten en -opinies geen soelaas bieden voor de voormalig bestuurder van een bouwbedrijf. Stichting SOBI vordert schadevergoeding namens haar lastgevers bij de bestuurder wegens vermeende bestuurdersaansprakelijkheid. Het hof oordeelt dat het de bestuurder bekend had moeten zijn dat het bedrijf een zinkend schip was en dat het bedrijf drijvende werd gehouden voor risico van onderaannemers en leveranciers. Het hof vernietigt het bestreden vonnis en wijst de vordering tot schadevergoeding toe. 14-10-2014
- Gerechtshof Amsterdam Gegronde redenen om aan een juist beleid en een juiste gang van zaken te twijfelen, nu sprake is van belangenverstrengeling tussen de bestuurder en Nieuwendijk Monumenten. 01-10-2014
- Gerechtshof Amsterdam Bestuurder B (geïntimeerde) van Stichting A (appellante) is ontslagen op grond van artikel 2:9 BW (wanbeleid). De handelwijze van geïntimeerde was in strijd met zorgvuldig bestuurderschap en er was sprake van belangenverstrengeling. Geïntimeerde heeft namens appellante een lening verstrekt zonder toestemming of zonder de raad van toezicht in te lichten. Het eigen belang van geïntimeerde bestaat eruit dat hij buitensporig heeft gedeclareerd bij leningnemer Stichting X, beoogd fusiepartner. Ontslagbesluit geïntimeerde legitiem en vordering schadevergoeding van appellante gedeeltelijk toegewezen. 30-09-2014
- Gerechtshof Amsterdam Appellant heeft een incidentele vordering ingesteld, strekkende tot schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis van de rechtbank. Het hof neemt bij de beoordeling van de incidentele vordering tot uitgangspunt dat voor schorsing van de tenuitvoerlegging van een vonnis waarvan beroep slechts plaats is indien tenuitvoerlegging misbruik van executiebevoegdheid oplevert. Het hof wijst de incidentele vordering af. Gesteld noch gebleken is dat het bestreden vonnis klaarblijkelijk op een feitelijke of juridische misslag berust. 05-08-2014
- Gerechtshof Amsterdam Vennootschapsrecht. Vernietiging van besluit van BV (art. 2:15 BW). Betrokkene in de zin van artikel 2:8 BW. Verdere afwikkeling van de schade. 22-07-2014
- Gerechtshof Amsterdam De Ondernemingskamer oordeelt dat er gegronde redenen zijn om aan een juist beleid te twijfelen en dat die redenen een onderzoek daarnaar rechtvaardigen, onder andere omdat de bestuurders rekening hadden moeten houden met een mogelijke aansprakelijkheidstelling en het gevoerde beleid daarop hadden moeten aanpassen. 21-07-2014
- Gerechtshof Amsterdam Treffen onmiddellijke voorzieningen. 09-07-2014
- Gerechtshof Amsterdam Y BV kan niet voldoen aan haar betalingsverplichtingen wegens liquiditeitstekorten. X stelt appellant (bestuurder van Y BV) aansprakelijk op grond van onrechtmatige daad. De rechtbank wijst een groot deel van de vordering van X toe. Het hof verwerpt de stelling van appellant dat X meer voor haar eigen belangen had moeten waken door zekerheden te bedingen of de werkzaamheden op te schorten. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan en stelt zich voor deskundigen te benoemen die meer inzicht kunnen geven in de financiële situatie van Y BV. 03-02-2007
Rechtbank
- Rechtbank Amsterdam Bestuurdersaansprakelijkheid. Leverancier spreekt onmiddellijk (JSD) en middellijk bestuurder (X) van afnemer aan in verband met onbetaald gebleven facturen. Weliswaar wordt aan JSD verstek verleend, maar rechtsbetrekking tussen JSD en X maakt dat het door X gevoerde verweer ook tot afwijzing dient te leiden van de vordering tegen JSD. 29-10-2014
- Rechtbank Rotterdam Partijen zijn in een overeenkomst tot koop en verkoop van aandelen overeengekomen dat zij de overeenkomst niet konden ontbinden of vernietigen. De verklaring van een van de partijen tot ontbinding van de overeenkomst heeft derhalve geen werking. De bestuurders van de verkopende vennootschap zijn echter op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk, nu zij bij de transactie voor de aankoop relevante informatie hebben achtergehouden. 22-10-2014
- Rechtbank Noord-Holland A is bestuurder van het Slotervaartziekenhuis en van Meromi. Namens Meromi verstrekt A een geldlening aan Drimpy. Het Slotervaartziekenhuis betaalt bevrijdend voor Meromi aan Drimpy. Het Slotervaartziekenhuis (SZ) vordert van Meromi terugbetaling. De rechtbank wijst de vordering van SZ volledig toe. Meromi heeft onvoldoende onderbouwd gesteld dat tussen Meromi en SZ een overeenkomst tot stand is gekomen. A was bovendien niet vertegenwoordigingsbevoegd om een overeenkomst met dergelijk geldelijk belang namens SZ aan te gaan. 22-10-2014
- Rechtbank Rotterdam Geschil over het bestaan van een (gewijzigde) overeenkomst van geldlening. Is de geldlener tekortgeschoten in de nakoming van die overeenkomst? Is de geldgever op goede gronden overgegaan tot ontbinding? Verder speelt de vraag of de geldlener, tevens bestuurder van geldgever, zich schuldig heeft gemaakt aan onrechtmatige concurrentie. 22-10-2014
- Rechtbank Amsterdam Centraal staat de vraag of de voorzitter van de raad van commissarissen (X), die bij het ontbreken van bestuurders van de N.V. enige tijd daden van bestuur heeft verricht, op grond van een RvC-besluit aanspraak kan maken op een (onkosten-)vergoeding voor dat bestuurswerk. De rechtbank verwijst naar ECLI:NL:HR:2012:BU6509 en oordeelt dat daartoe een besluit van een door statuten/wet aangewezen orgaan is vereist. Wel kan X een beroep doen op redelijkheid en billijkheid. 15-10-2014
- Rechtbank Rotterdam Persoonlijke verwijtbaarheid bestuurder wordt in beginsel, gelet op de jurisprudentie, niet snel aangenomen. Daar zijn bijkomende bijzondere omstandigheden voor vereist, waarvan in casu sprake is. Bestuurder hield geen kwaliteitsrekening aan en cliënten die geld stortten werden hiervoor niet gewaarschuwd. Dit is hem persoonlijk te verwijten, omdat hij enig bestuurder was en ‘alle touwtjes in handen’ had. 05-09-2014
- Rechtbank Amsterdam Indover raakt door de Azië-crisis (1998) in moeilijkheden. Haar moeder, Bank Indonesia, steekt de helpende hand toe en maakt dat ook bekend. Haar steunmaatregelen blijven enkele jaren lang in stand. Leidt dat ertoe dat Bank Indonesia bij het uitbreken van de wereldwijde financiële crisis (2008) tegenover Indover en/of de gezamenlijke schuldeisers van Indover gehouden is om het faillissement van Indover te voorkomen? 27-08-2014