Naar boven ↑

Update

Nummer 6, 2014
Uitspraken van 31-01-2014 tot 06-02-2014
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. drs. K.H. Boonzaaijer en mr. E.H. Leemreis.

Geachte heer/mevrouw,

Rechtspraak

Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.

Bestuurdersaansprakelijkheid

In OR 2014-0052 worden twee bestuurders aansprakelijk gehouden op grond van artikel 2:248 lid 2 BW. De rechtbank is van oordeel dat de door de bestuurders gevoerde boekhouding niet aan de eisen voldoet. Uit de vele door de accountant doorgevoerde correcties had het voor de beide bestuurders duidelijk moeten zijn dat de bestuurder die over de boekhouding ging onvoldoende in staat was om de werkboekhouding naar behoren te voeren, zeker nu ze daartoe ook geen specifieke opleiding had genoten. Nu de accountant slechts eenmaal per jaar correcties uitvoerde op de door de bestuurders aangeleverde werkboekhouding, staat daarmee vast dat de bestuurders zich gedurende de rest van het jaar bij hun bedrijfsvoering uitsluitend verlieten op de door een van de bestuurders bijgehouden (onjuiste) werkboekhouding. De rechtbank overweegt kortom dat een boekhouding het gehele jaar door op orde moet zijn.

In OR 2014-0057 worden twee bestuurders aansprakelijk gehouden op grond van artikel 2:248 lid 2 BW omdat de administratie niet op orde was. De rechtbank overweegt dat de administratie voordat aan een project begonnen wordt op orde moet zijn. Juist bij het aangaan van de overeenkomst dient rekening te worden gehouden met de mogelijkheid van eventuele ‘tegenvallers’, zeker in een situatie zoals de onderhavige, waarbij sprake was van een negatief eigen vermogen van de vennootschap. Ook indien deze tegenvallers daadwerkelijk een belangrijke oorzaak van het faillissement van de vennootschap zouden zijn, is de oorzaak daarvan dus in het onbehoorlijk bestuur gelegen door met de mogelijkheid van tegenvallers bij het aangaan van de overeenkomst geen rekening te houden.

In OR 2014-0058 wordt de norm voor bestuurdersaansprakelijkheid uit Ontvanger/Roelofsen (HR 8 december 2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ0758, UJO_112053) ook toegepast op degene die leiding geeft aan de ondernemingsactiviteiten van een commanditaire vennootschap.

In OR 2014-0053 is het loon van een werknemer onbetaald gebleven en biedt de vennootschap geen verhaal. In casu is er geen sprake van een ernstig verwijt van de bestuurder. Een complexe bedrijfsstructuur met als kenmerk dat activa (grotendeels) buiten de werkmaatschappij worden ondergebracht leidt op zichzelf niet tot doorbraak van aansprakelijkheid. Uit de resultaten van de vennootschap blijkt ook niet dat zij kon nakomen. Verder zijn derden niet bevoordeeld boven de eiser, omdat de loonvordering van eiser nog niet vaststond toen de onderhandelingen plaatsvonden en niet gebleken is van substantiële betalingen aan derden daarna.

Ten slotte stond ook in OR 2014-0050 en OR 2014-0054 de aansprakelijkheid van bestuurders centraal.

Turboliquidatie
In OR 2014-0055 heeft een werknemer/aandeelhouder een vordering op een vennootschap. De vennootschap wordt echter via turboliquidatie ontbonden. De werknemer/aandeelhouder slaagt erin om aan te tonen dat de vennootschap nog wel over baten beschikte. De vennootschap wordt in staat gesteld te bewijzen dat er op het moment van ontbinding geen baten meer aanwezig waren in de vennootschap.

Rest mij nog u een bijzonder goede dag toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Emmanuel Lokin
Hoofdredacteur OR-Updates

Hof

Rechtbank