Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan.

Rechtspraak

Hierbij de nieuwsbrief met daarin een korte weergave van de recente ondernemingsrechtelijke uitspraken.

Ga naar onze website (www.or-updates.nl) of klik op een or-nummer om de hele samenvatting te lezen of om gebruik te maken van onze zoekmachine om te zoeken op artikelnummer, onderwerp, advocaat, rechter en nog veel meer!

In het bijzonder wijs ik u graag op de volgende uitspraken.

Hoge Raad

Bestuurdersaansprakelijkheid wegens vereenzelviging (afgewezen), misbruik van identiteitsverschil, profiteren van fraude en ongerechtvaardigde verrijking (toegewezen)
In OR 2016-0263 oordeelt de Hoge Raad over de benadeling van een crediteur door X door het onderbrengen van onroerend goed in een ‘Stichting Particulier Fonds’ naar het recht van Sint Maarten, terwijl X fraude pleegde. De Hoge Raad wijst een beroep op vereenzelviging af onder verwijzing naar het Rainbow-arrest, maar acht wel de cassatiemiddelen gegrond tegen het oordeel van het hof dat er geen sprake is van (i) misbruik van identiteitsverschil, (ii) profiteren van fraude en (iii) ongerechtvaardigde verrijking. De Hoge Raad overweegt over het misbruik van identiteitsverschil dat degene die (volledige of overheersende) zeggenschap heeft over twee rechtspersonen, misbruik kan maken van het identiteitsverschil tussen deze rechtspersonen. Zodanig misbruik zal in de regel moeten worden aangemerkt als een onrechtmatige daad. Wat het misbruik van identiteitsverschil betreft, is het hof volgens de Hoge Raad ten onrechte niet ingegaan op de gestelde omstandigheid dat het onroerend goed in de stichting is ondergebracht om te verijdelen dat de fraudeschade verhaald zou kunnen worden. Via het Kleuterschool-Babbel-arrest kan daarnaast de kennis van X worden toegerekend aan de stichting. Het hof had in dat licht moeten onderzoeken of de stichting, bekend met de fraude, hiervan niet onrechtmatig geprofiteerd heeft. Ten slotte had het hof ook de grondslag ongerechtvaardigde verrijking moeten onderzoeken.

Hof

Bestuurdersaansprakelijkheid toegewezen doordat niet is gewaarschuwd dat de garantstelling vermoedelijk niet zou kunnen worden uitgewonnen
In OR 2016-0262 tekent een bestuurder een garantstelling namens zijn vennootschap. Vervolgens besluit de bank niet langer de financiering te willen voortzetten, waarna de vennootschap in staat van faillissement wordt verklaard. De bestuurder wordt daarop persoonlijk aangesproken omdat de vennootschap niet aan de garantstelling kan voldoen. Het hof wijst aansprakelijkheid conform Ontvanger/Roelofsen op het moment van het aangaan van de garantstelling af. Het hof is echter wel van oordeel dat de bestuurder zodanig onzorgvuldig gehandeld heeft dat hem een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Als grond wijst het hof op een clausule in de garantstelling dat de vennootschap zou waarschuwen wanneer niet-nakoming van de garantstelling zou dreigen. Door niet te waarschuwen en omdat de andere vennootschap (waarvoor garant werd gestaan) is doorgegaan met het afnemen van goederen is de bestuurder persoonlijk aansprakelijk.

Bestuurdersaansprakelijkheid afgewezen; niet voldaan aan de Beklamel-norm
In OR 2016-0261 wordt bestuurdersaansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad van de hand gewezen. Het hof oordeelt dat de bestuurder geen nieuwe verplichtingen is aangegaan op het moment dat duidelijk was dat de vennootschap niet langer aan haar verplichtingen kon voldoen.

Schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid
In OR 2016-0258 geeft een reeds teruggetreden vennoot namens een inmiddels beëindigde vof opdracht aan de boekhouder om een jaarrekening te verzorgen, waarna de factuur onbetaald blijft. De boekhouder vordert betaling van de gewezen medevennoot. De vordering wordt toegewezen op grond van schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid.

Ondernemingskamer

Enquêteverzoek Highfields inzake Delta Lloyd afgewezen
In OR 2016-0260 verzoekt Highfields Capital Management LP (‘Highfields’) de OK een enquête te gelasten naar het handelen van Delta Lloyd N.V. en Fubon Life Insurance Co. Ltd. Aan haar enquêteverzoek legt Highfields onder meer en kort gezegd ten grondslag dat het bestuur van Delta Lloyd geen grip had op en onvoldoende inzicht had in de solvabiliteit, de informatieverschaffing van Delta Lloyd aan haar aandeelhouders tekortschoot, de claimemissie niet noodzakelijk was om de solvabiliteit te verbeteren, en een Heads of Agreement tussen Delta Lloyd en Fubon niet deugdelijk is, vooral omdat Highfields hierover niet is geïnformeerd. De OK wijst het verzoek af.

Adviesrecht centrale ondernemingsraad NS bij wijziging governance-structuur
In OR 2015-0259 verzoekt de centrale ondernemingsraad (‘COR’) van NS Groep voor recht te verklaren dat NS Groep niet in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen tot wijziging van de governance-structuur van dochtervennootschap Abellio Transport Holding B.V. De COR verzoekt bij wijze van (voorlopige) voorziening NS Groep te gebieden het besluit in te trekken en de gevolgen daarvan ongedaan te maken. De OK oordeelt dat dit besluit de gehele onderneming van NS betreft en daarom kwalificeert als een belangrijk voorgenomen besluit in de zin van artikel 25 lid 1 sub e WOR, zodat de COR van NS Groep te dien aanzien een adviesrecht heeft. Het verzoek wordt toegewezen.

Rechtbank

Ontslag bestuur van een stichting afgewezen, aangezien verzoeker geen belanghebbende is
In OR 2016-0264 verzoekt A, lid en gewezen bestuurder van de vereniging Algemeen Nederlands Verbond (‘ANV’), ontslag van alle bestuurders en benoeming van een nieuw bestuur van de Stichting ANV Fondsen. A verzoekt dit omdat het bestuur van de Stichting een groter deel dan één achtste van de jaarlijkse opbrengsten van het Fonds uitgeeft aan organisatiekosten en kosten voor personeel en huisvesting. A wordt door de rechtbank echter niet-ontvankelijk verklaard omdat hij niet als belanghebbende kan worden aangemerkt.

Stuiting jegens vof heeft geen stuitende werking jegens de vennoten
In OR 2016-0265 ligt de vraag voor of stuiting van de verjaring van een vorderingsrecht tegen de vennootschap onder firma ook stuitende werking heeft ten aanzien van een vordering tegen de vennoten. De rechtbank oordeelt van niet.

Rest mij nog u een bijzonder goede dag toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Emmanuel Lokin
Hoofdredacteur OR Updates