Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan.
Rechtspraak
Hierbij de nieuwsbrief met daarin een korte weergave van de recente ondernemingsrechtelijke uitspraken.
Ga naar onze website (www.or-updates.nl) of klik op een or-nummer om de hele samenvatting te lezen of om gebruik te maken van onze zoekmachine om te zoeken op artikelnummer, onderwerp, advocaat, rechter en nog veel meer!
In het bijzonder wijs ik u graag op de volgende uitspraken.
Hoge Raad: maatstaf inzake persoonlijke aansprakelijkheid feitelijk bestuurder
In OR 2016-0071 gaat het om de aansprakelijkheid van een feitelijk bestuurder van een Arubaanse vennootschap. De rechtbank heeft het Nederlandse recht toegepast door de in de jurisprudentie aanvaarde norm voor bestuurdersaansprakelijkheid naar analogie van toepassing te achten op degene die formeel geen bestuurder is maar die rol feitelijk wel vervult. In cassatie wordt de vraag opgeworpen of het hof niet ambtshalve het conflictenrecht had moeten toepassen. A-G Vlas concludeert dat dit niet het geval is. Verder acht hij de maatstaf zoals geformuleerd in Ontvanger/Roelofsen ook van toepassing op een feitelijk bestuurder. De Hoge Raad doet de zaak af met artikel 81 RO.
Bestuurdersaansprakelijkheid wegens niet afdragen pensioenpremies toegewezen
In OR 2016-0064 wordt een bestuurder van een vennootschap persoonlijk aansprakelijk gehouden voor het jarenlang inhouden van pensioenpremies van werknemers zonder deze af te dragen aan de pensioenverzekeraar.
Bestuurdersaansprakelijkheid inzake niet voldoen leasetermijnen niet aangenomen
In OR 2016-0067 wordt geen bestuurdersaansprakelijkheid aangenomen. In casu ging het om een leasemaatschappij die de bestuurder aansprakelijk houdt wegens het niet nakomen van de leasetermijnen. Het enkele feit dat de BV na ongeveer een half jaar niet meer in staat was om aan haar betalingsverplichtingen te voldoen, levert volgens het hof geen ernstig verwijtbaar handelen op en ook geen ‘gewone’ onrechtmatige daad.
Bestuurdersaansprakelijkheid wegens uitschrijven vennootschap afgewezen
In OR 2016-0068 wordt de vordering uit hoofde van bestuurdersaansprakelijk afgewezen. In casu sluit de bestuurder van twee vennootschappen overeenkomsten van geldlening met de erflater van eiseres. Eiseres voert aan dat gedaagde (als bestuurder van die vennootschappen) wegens onrechtmatige daad aansprakelijk is voor de schade die is ontstaan doordat genoemde vennootschappen tekort zijn geschoten bij terugbetaling van de geleende bedragen. De rechtbank is evenwel van oordeel dat de enkele door eiseres in dit verband aangehaalde omstandigheid dat de vennootschap is uitgeschreven uit het handelsregister zonder dat gedaagde een voorziening heeft getroffen voor tijdige terugbetaling van de lening, geen ernstig verwijt constitueert.
Aansprakelijkheid feitelijke beleidsbepalers (art. 2:248 lid 7 BW) toegewezen
In OR 2016-0069 is de onderneming voor € 1 verkocht aan een katvanger. X en Y hebben zich als feitelijk bestuurders opgesteld als in artikel 2:248 lid 7 BW door aankopen te verrichten en verschillende leveranciers op te lichten. De rechtbank oordeelt dat X en Y op grond van artikel 2:248 lid 1 BW jegens de boedel hoofdelijk aansprakelijk zijn. De rechtbank oordeelt dat alleen X aansprakelijk is voor schulden van voor de periode van overname, aangezien hij door de overname heeft ingestemd met de overname van de schulden van de failliet (Y was niet bij de overname betrokken). De verkopende partij blijft buiten schot.
Bestuurdersaansprakelijkheid afgewezen wegens terugdraaien uitschrijving (Engelse) vennootschap
In OR 2016-0070 blijkt de vennootschap naar Engels recht niet ontbonden te zijn (waardoor de bestuurder onrechtmatig zou kunnen hebben gehandeld). De activiteiten zijn slechts op een laag pitje gezet waardoor de Companies House de vennootschap ambtshalve heeft uitgeschreven en de vennootschap verplicht was daarvan melding te doen bij de Kamer van Koophandel. Met terugwerkende kracht is deze uitschrijving teruggedraaid. Op grond hiervan kunnen de vorderingen uit bestuurdersaansprakelijkheid niet worden toegewezen.
Persoonlijke aansprakelijkheid rechtsbijstandverlener via zijn BV
In OR 2016-0072 overweegt de kantonrechter, dat als een cliënt de advocaat aanspreekt die de opdracht feitelijk heeft uitgevoerd, maar die niet zijn contractuele wederpartij is, aansprakelijkheid kan worden aangenomen op grond van onrechtmatige daad van de advocaat die een beroepsfout maakt. In onderhavig geval blijkt uit de feiten en omstandigheden volgens de kantonrechter dat gedaagde als rechtsbijstandverlener niet de zorgvuldigheid heeft betracht die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht.
Hoe ver reikt de informatieplicht bij een vereniging?
In OR 2016-0073 wordt aangevoerd dat er onvoldoende openheid is binnen de vereniging. De kortgedingrechter wijst de vorderingen tot verregaande transparantie af. Een dergelijke vergaande informatieplicht van (het bestuur van) een vereniging ten opzichte van één of meer individuele leden volgt in ieder geval niet uit artikel 2:8 BW. Zoals gedaagden terecht hebben aangevoerd, kent het in Boek 2 van het BW neergelegde verenigingsrecht – anders dan ten aanzien van de naamloze en de besloten vennootschap (zie art. 2:107 lid 2 en 2:217 lid 2 BW) – niet expliciet aan (individuele) leden een recht op informatie toe.
Ondernemingskamer
Verzoek tot enquête afgewezen
In OR 2016-0065 wordt het verzoek tot enquête in vennootschappen die gelieerd zijn aan een vennootschap waarnaar reeds een onderzoek gaande is, afgewezen. De Ondernemingskamer ziet geen aanleiding om aan te nemen dat er sprake zou zijn van een onzorgvuldige taakuitoefening van de OK-bestuurder, die de genoemde verdachtmakingen weerspreekt. De bestuurder van de vennootschap, Perspektief, wordt wel toegelaten als belanghebbende in de procedure.
Verzoek tot enquête afgewezen
In OR 2016-0066 wordt een enquêteverzoek en verzoek tot voorlopige voorzieningen door de vennootschap zelf (M&M) afgewezen. M&M stelt dat aandeelhouders SMM c.s. hun bevoegdheden als aandeelhouders in strijd met de redelijkheid en billijkheid gebruiken, aangezien zij enkel hun eigen positie als crediteur willen verbeteren, terwijl de aandeelhouders al waren overeengekomen uit elkaar te gaan. De Ondernemingskamer sluit aan bij het verweer van SMM c.s. en oordeelt kort gezegd dat het niet onredelijk was dat SMM c.s. een algemene vergadering hebben afgedwongen, aangezien (het bestuur van) M&M geen gevolg gaf aan het verzoek tot het houden daarvan. Aan dit oordeel doet volgens de Ondernemingskamer niet af dat partijen in onderhandeling waren (geweest) over de beëindiging van hun samenwerking, nu deze onderhandelingen niet tot overeenstemming hebben geleid. De Ondernemingskamer wijst het verzoek af.
Verhoging onderzoeksbudget ondanks late indiening
In OR 2016-0063 wordt het onderzoeksbudget inzake het enquêteonderzoek van Xeikon verhoogd. De door de Ondernemingskamer benoemde onderzoeker heeft voor een tweede keer verzocht om een verhoging van het onderzoeksbudget. Ten tijde van het indienen van zijn verzoek heeft de onderzoeker het eerder vastgestelde budget reeds overschreden. De Ondernemingskamer meent echter dat het verzoek alsnog tijdig is gedaan, wijst het verzoek van de onderzoeker toe en ziet geen aanleiding om te bepalen dat geen verdere kostenverhogingen zullen worden toegestaan zoals door Xeikon was verzocht.
Rest mij nog u een bijzonder goede dag toe te wensen.
Met vriendelijke groet,
Emmanuel Lokin
Hoofdredacteur OR Updates
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden De vennootschap naar Engels recht blijkt niet ontbonden te zijn (waardoor de bestuurder onrechtmatig zou kunnen hebben gehandeld). De activiteiten zijn slechts op een laag pitje gezet waardoor de Companies House de vennootschap ambtshalve heeft uitgeschreven en de vennootschap verplicht was daarvan melding te doen bij de Kamer van Koophandel. Met terugwerkende kracht is deze uitschrijving teruggedraaid. Op grond hiervan kunnen de vorderingen uit bestuurdersaansprakelijkheid niet worden toegewezen. 01-03-2016
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Geen bestuurdersaansprakelijkheid aangenomen. In casu ging het om een leasemaatschappij die de bestuurder aansprakelijk houdt wegens het niet nakomen van de leasetermijnen. Het enkele feit dat de BV na ongeveer een half jaar niet meer in staat was om aan haar betalingsverplichtingen te voldoen, levert volgens het hof geen ernstig verwijtbaar handelen op en ook geen ‘gewone’ onrechtmatige daad. 01-03-2016
- Gerechtshof Amsterdam Enquêteverzoek en verzoek tot voorlopige voorzieningen door de vennootschap zelf (M&M) afgewezen. M&M stelt dat aandeelhouders SMM c.s. hun bevoegdheden als aandeelhouders in strijd met de redelijkheid en billijkheid gebruiken, aangezien zij enkel hun eigen positie als crediteur willen verbeteren, terwijl de aandeelhouders al waren overeengekomen uit elkaar te gaan. De Ondernemingskamer wijst het verzoek af. 26-02-2016
- Gerechtshof Amsterdam Verhoging onderzoeksbudget. De Ondernemingskamer heeft in een eerdere beschikking een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Xeikon. De door de Ondernemingskamer benoemde onderzoeker heeft voor een tweede keer verzocht om een verhoging van het onderzoeksbudget. Ten tijde van het indienen van zijn verzoek heeft de onderzoeker het eerder vastgestelde budget reeds overschreden. De Ondernemingskamer meent dat het verzoek tijdig is gedaan, wijst het verzoek van de onderzoeker toe en ziet geen aanleiding om te bepalen dat geen verdere kostenverhogingen zullen worden toegestaan zoals door Xeikon was verzocht. 27-01-2016
- Gerechtshof Amsterdam Geen onderzoek bevolen naar vennootschappen die gelieerd zijn aan een vennootschap waarnaar al een onderzoek plaatsvindt en waar een OK-bestuurder is aangesteld. De Ondernemingskamer ziet geen aanleiding om aan te nemen dat er sprake zou zijn van een onzorgvuldige taakuitoefening van de OK-bestuurder, die de genoemde verdachtmakingen weerspreekt. De bestuurder van de vennootschap, Perspektief, wordt wel toegelaten als belanghebbende in de procedure. 18-01-2016
- Gerechtshof Amsterdam Bestuurder van een vennootschap is persoonlijk aansprakelijk voor het jarenlang inhouden van pensioenpremies van werknemers zonder deze af te dragen aan de pensioenverzekeraar. 24-11-2015
Rechtbank
- Rechtbank Den Haag Rekening en verantwoording vereniging. Hoe ver reikt de informatieplicht? Een vergaande informatieplicht van (het bestuur van) een vereniging ten opzichte van één of meer individuele leden volgt in ieder geval niet uit artikel 2:8 BW. Zoals gedaagden terecht hebben aangevoerd, kent het in Boek 2 van het BW neergelegde verenigingsrecht – anders dan ten aanzien van de naamloze en de besloten vennootschap (zie art. 2:107 lid 2 en 2:217 lid 2 BW) – niet expliciet aan (individuele) leden een recht op informatie toe. 03-03-2016
- Rechtbank Amsterdam Vordering uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid afgewezen. De bestuurder van twee vennootschappen sluit overeenkomsten van geldlening met de erflater van eiseres. Eiseres voert aan dat gedaagde (als bestuurder van die vennootschappen) wegens onrechtmatige daad aansprakelijk is voor de schade die is ontstaan doordat genoemde vennootschappen tekort zijn geschoten bij terugbetaling van de geleende bedragen. De rechtbank is evenwel van oordeel dat de enkele door eiseres in dit verband aangehaalde omstandigheid dat de vennootschap is uitgeschreven uit het handelsregister zonder dat gedaagde een voorziening heeft getroffen voor tijdige terugbetaling van de lening, geen ernstig verwijt constitueert. 10-02-2016
- Rechtbank Den Haag De onderneming is voor € 1 verkocht aan een katvanger. X en Y hebben zich als feitelijk bestuurders opgesteld als in artikel 2:248 lid 7 BW door aankopen te verrichten en verschillende leveranciers op te lichten. De rechtbank oordeelt dat X en Y op grond van artikel 2:248 lid 1 BW jegens de boedel hoofdelijk aansprakelijk zijn. De rechtbank oordeelt dat alleen X aansprakelijk is voor schulden van voor de periode van overname, aangezien hij door de overname heeft ingestemd met de overname van de schulden van de failliet (Y was niet bij de overname betrokken). De verkopende partij blijft buiten schot. 03-02-2016
- Rechtbank Den Haag Persoonlijke aansprakelijkheid rechtsbijstandverlener. Als een cliënt de advocaat aanspreekt die de opdracht feitelijk heeft uitgevoerd, maar die niet zijn contractuele wederpartij is, kan aansprakelijkheid worden aangenomen op grond van onrechtmatige daad van de advocaat die een beroepsfout maakt. In onderhavig geval blijkt uit de feiten en omstandigheden volgens de kantonrechter dat gedaagde als rechtsbijstandverlener niet de zorgvuldigheid heeft betracht die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht. 16-12-2015