Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan.
Rechtspraak
Hierbij de nieuwsbrief met daarin een korte weergave van de recente ondernemingsrechtelijke uitspraken.
Ga naar onze website (www.or-updates.nl) of klik op een or-nummer om de hele samenvatting te lezen of om gebruik te maken van onze zoekmachine om te zoeken op artikelnummer, onderwerp, advocaat, rechter en nog veel meer!
In het bijzonder wijs ik u graag op de volgende uitspraken.
Bestuurdersaansprakelijkheid toegewezen, afgeleide schade afgewezen
In OR 2016-0079 onttrekt de bestuurder/aandeelhouder vermogen aan een familiebedrijf, naar eigen zeggen wegens afpersing en chantage. De werkmaatschappij en de medebestuurders/aandeelhouders vorderen schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad. De rechtbank oordeelt tot afwijzing van de vordering van de medebestuurders/aandeelhouders omdat gesteld noch gebleken is dat sprake is van een schending van een specifieke zorgvuldigheidsnorm die de aandeelhouders van de werkmaatschappij beoogt te beschermen. Deze vordering tot vergoeding van de afgeleide schade strandt dus. Wel wordt de vordering van de werkmaatschappij toegewezen. Door als bestuurder veelvuldig aan de werkmaatschappij gelden te onttrekken in strijd met het belang van de vennootschap en zonder overleg met de medebestuurders, heeft gedaagde onrechtmatig jegens de werkmaatschappij gehandeld. De rechtbank oordeelt verder dat er geen grond is voor matiging.
Bestuurdersaansprakelijkheid toegewezen wegens het aangaan van een arbeidsovereenkomst zonder financiële middelen
In OR 2016-0081 wordt de vordering van een gewezen werknemer tegen de bestuurders van een failliete vennootschap tot schadevergoeding wegens niet-nakomen van de met hem aangegane arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd deels toe- en deels afgewezen. Het hof oordeelt dat de bestuurder die namens de vennootschap de arbeidsovereenkomst is aangegaan, terwijl hij behoorde te weten dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen en geen verhaal zou bieden, persoonlijk aansprakelijk is. De andere bestuurder is alleen aansprakelijk indien sprake is van meer bijzondere omstandigheden, die in dit geval onvoldoende zijn onderbouwd.
Bestuurdersaansprakelijk op grond van de Beklamel-norm toegewezen
In OR 2016-0082 is gedaagde indirect bestuurder van de vennootschap. Hij heeft deze vennootschap een koopovereenkomst tot aankoop van een pand laten aangaan met eiseres, terwijl hij wist althans redelijkerwijs moest begrijpen dat de vennootschap de daarmee gemoeide verplichtingen niet zou kunnen nakomen en voorts aan eiseres geen verhaal zou bieden. De rechtbank oordeelt dan ook dat gedaagde een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt en dat hij aansprakelijk is voor de door eiseres geleden schade.
Bestuurders aansprakelijk wegens toepassen sterfhuisconstructie
In OR 2016-0093 hebben de bestuurders van My-Bodyguard B.V. na ontwikkeling van hun product de activa van de inmiddels gefailleerde BV’s overgeheveld naar X-Guard B.V. De tegenprestaties hiervoor zijn onduidelijk en duiden daarom op paulianeus handelen. De vorderingen van de curator om de bestuurders persoonlijk aansprakelijk te houden zijn derhalve vatbaar voor toewijzing, maar de rechtbank ziet aanleiding om te overleggen over een minnelijke regeling.
Bestuurdersaansprakelijkheid van beleggingsadviseurs tevens bestuurders toegewezen
In OR 2016-0091 worden twee beleggingsadviseurs die tevens bestuurders waren, samen met de vennootschap hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan eisers. De rechtbank is van oordeel dat er problemen waren te verwachten door de aard van de onderneming. Verder overweegt de rechtbank dat de bestuurders een voldoende ernstig persoonlijk verwijt gemaakt kan worden. Daarbij moet volgens de rechtbank worden benadrukt dat zij in hun hoedanigheid van bestuurder van de vermogensbeheerder een bijkomende bijzondere fiduciaire verantwoordelijkheid jegens eisers hadden, waaruit volgde dat zij de belangen van eisers moesten behartigen.
Afwijzing van een vordering tot aansprakelijkheid bestuurders wegens ondeugdelijke advisering
In OR 2016-0085 vorderen aandeelhouders schadevergoeding wegens ondeugdelijke advisering door een medebestuurder/aandeelhouder. Gesteld wordt onder meer dat deze misbruik zou hebben gemaakt van zijn dubbelrol als adviseur en belangstellende koper. De rechtbank wijst de vordering af. De verwijten over de kwaliteit van het advies zijn onterecht; de vordering is onvoldoende onderbouwd. Ook zijn eisers door anderen geadviseerd.
Aansprakelijkheid medeaandeelhouders/bestuurders jegens aandeelhouder afgewezen (onvoldoende onderbouwd)
In OR 2016-0080 verstrekt een aandeelhouder een relatief achtergestelde lening aan de vennootschap. Vervolgens wordt overeengekomen dat bij herfinanciering de door aandeelhouder verstrekte lening zal worden afgelost. De rechtbank oordeelt dat er sprake is van herfinanciering doordat de rekening-courant is verhoogd en wijst de vordering van aandeelhouder tegen de vennootschap en haar kleindochter toe. Zijn lening had moeten worden afgelost. De vordering van aandeelhouder jegens de medeaandeelhouders/bestuurders wordt afgewezen omdat de schade niet aannemelijk is gemaakt en de onrechtmatige daad van de medeaandeelhouders onvoldoende is onderbouwd.
Vordering tot vergoeding afgeleide schade afgewezen
In OR 2016-0074 oordeelt de rechtbank over een vordering uit afgeleide schade. De vordering van Varibel en haar aandeelhouders tegen Beter Horen tot vergoeding van schade op grond van onrechtmatige daad wordt afgewezen. Varibel stelt dat Beter Horen moedwillig wanprestatie heeft gepleegd om contractaanpassing af te dwingen, als gevolg waarvan Varibel bedrijfsonderdelen heeft moeten verkopen en haar aandeelhouders schade hebben geleden. De rechtbank oordeelt dat geen sprake is van onrechtmatig handelen omdat Beter Horen op een zakelijke handelwijze heeft geprobeerd het verlies zo veel mogelijk te beperken. Daarnaast is er tevens geen sprake van de situatie dat Beter Horen als derde desbewust bij zijn onzorgvuldig handelen heeft gepoogd de aandeelhouder(s) te treffen.
Bestuurdersaansprakelijkheid afgewezen vanwege omstandigheden die gerekend kunnen worden tot het ondernemersrisico
In OR 2016-0095 sluit de bestuurder van Autodax B.V. een overeenkomst voor de koop van aandelen in Autobedrijf Klein Molenbeek B.V. en een geldleningsovereenkomst ten behoeve van de te betalen koopsom. Volgens eiseres kan de bestuurder een persoonlijk ernstig verwijt worden gemaakt en is hij aansprakelijk voor de schade als gevolg van het feit dat Autodax niet aan haar verplichtingen uit de koopovereenkomst voldoet. Naar het oordeel van de rechtbank is aannemelijk dat Autodax niet aan haar verplichtingen kon voldoen omdat het verwachte herstel op de uitzendmarkt uitbleef en de groei die was ingezet omsloeg in een daling, wat een omstandigheid is die behoort tot het ondernemersrisico. Het niet voorzien van een dergelijke ontwikkeling leidt niet tot persoonlijke aansprakelijkheid van een bestuurder, aldus de rechtbank.
Nakoming toegewezen van een schikking tussen curator en bestuurders ondanks dat de curator twee jaar heeft stilgezeten
In OR 2016-0097 wordt de vordering van een curator tegen de gewezen bestuurders tot voldoening van het faillissementstekort en de faillissementskosten na een in voorafgaande procedure bereikte schikking toegewezen. Het beroep op rechtsverwerking wordt afgewezen omdat de curator meer dan twee jaren, na het uitspreken van het faillissement jegens de bestuurders, zou hebben stilgezeten: er is geen sprake van bijzondere omstandigheden die bij appellanten het gerechtvaardigd vertrouwen hebben gewekt dat de curator zijn aanspraken niet (meer) geldend zou maken.
Vordering tot uittreding afgewezen
In OR 2016-0094 wordt de vordering tot uittreding van gedaagde als aandeelhouder afgewezen. In tegenstelling tot wat eiseres stelt, geeft gedaagde aan dat er geen sprake is van schadelijke gedragingen voor de vennootschap. Ook de rechtbank oordeelt dat hiervan onvoldoende is gebleken en wijst de vorderingen derhalve niet toe.
Vernietiging besluiten van een vereniging afgewezen
Eisers in OR 2016-0096 zijn gewezen leden van een vereniging. In het onderhavige kort geding vorderen zij vernietiging althans schorsing van het besluit van het bestuur van de vereniging tot opzegging van hun lidmaatschap, alsmede het uitschrijven van een ALV en de schorsing van het bestuur. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen af. Daartoe wordt overwogen dat geen sprake is van een vernietigbaar besluit aangezien met een (voldoende) meerderheid tot het opzeggingsbesluit is besloten en het bestuur dat besluit naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ook heeft mogen nemen. Voorts wordt overwogen dat de ALV waarin eisers' verzoek om een nieuw bestuur te kiezen aan de orde komt aanstaande is, zodat een schorsing of op non-actiefstelling van het huidige bestuur niet in de rede ligt.
Vordering tot meewerken aan een zuivere splitsing
In OR 2016-0098 wordt een vordering van een vruchtgebruikster van een nalatenschap, waartoe aandelen in een BV behoren, tot veroordeling van een notaris om mee te werken aan het passeren van de akte tot zuivere splitsing van die vennootschap toegewezen. Er is in casu geen toestemming vereist van de bloot-eigenaren van de nalatenschap (de kinderen van vruchtgebruikster).
Verzoek tot statutenwijziging van een stichting afgewezen
OR 2016-0084 betreft een verzoek van een stichting tot statutenwijziging op de voet van artikel 2:294 BW. In haar statuten is bepaald dat wijziging ervan alleen mogelijk is na goedkeuring van vereniging X, welke vereniging is opgehouden te bestaan. De vraag is onder meer of een vereniging Y aangewezen kan worden als rechtsopvolger van de eerdergenoemde vereniging X, waardoor het goedkeuringsrecht op deze vereniging Y rust. Vereniging Y meent dat de verzochte statutenwijziging moet worden afgewezen en heeft een tegenverzoek ingediend strekkende tot wijziging van de statuten op andere wijze dan is verzocht (art. 2:294 lid 2 BW). De rechtbank verklaart vereniging Y niet-ontvankelijk in haar tegenverzoek omdat zij als belanghebbende niet behoort tot de in artikel 2:294 lid 1 BW genoemde kring van personen en instanties die bevoegd zijn om rechtstreeks een verzoek tot statutenwijziging te doen. Het verzoek van de stichting wijst de rechtbank ook af. De rechtbank ziet echter wel aanleiding om de statuten te wijzigen op een andere wijze dan verzocht, en bepaalt dat het goedkeurings- en benoemingsrecht bij vereniging Y zal komen te rusten omdat deze beschouwd kan worden als de rechtsopvolger van vereniging X.
Vernietiging ontslag van een stichtingsbestuurder op grond van artikel 2:8 BW afgewezen
In OR 2016-0076 wordt de vordering in kort geding tot intrekking/schorsing van een besluit tot ontslag/op non-actiefstelling van een bestuurder van een zorgorganisatie op grond van artikel 2:8 BW afgewezen. De bestuurder heeft gedurende haar functioneren gezorgd voor een situatie waarin zij door slechte communicatie met de RvT is ontslagen. De vorderingen van de bestuurder zijn niet voldoende aannemelijk gemaakt.
Afwijzing vordering tot schadevergoeding wegens misbruik van faillissementsrecht
In OR 2016-0077 wordt de vordering van gewezen werknemers tegen gewezen bestuurders van de gefailleerde vennootschap tot schadevergoeding op grond van misbruik van faillissementsrecht afgewezen. Niet gebleken is dat de bestuurders bij het aanvragen van het faillissement van de vennootschap het vooropgezette doel hebben gehad te bewerkstelligen dat de activiteiten van de vennootschap zonder de werknemers konden worden voortgezet.
Ondernemingskamer
OK wijst onderzoek en onmiddellijke voorzieningen inzake Delta Lloyd N.V. af
In OR 2016-0083 verzoeken Highfields Capital Management LP e.a. ('Highfields') en Fubon Life Insurance Co. Ltd. ('Fubon') een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Delta Lloyd N.V. ('Delta Lloyd') alsmede diverse onmiddellijke voorzieningen die in essentie ertoe strekken Delta Lloyd te verbieden tijdens de BAVA van 16 maart 2016 enig voorstel met betrekking tot een voorgenomen claimemissie in stemming te brengen. De OK wijst de onmiddellijke voorziening af, omdat het niet aan haar is maar aan de BAVA om over de noodzaak of wenselijkheid van een emissie te beslissen, en voorts niet gesteld of gebleken is dat de door Delta Lloyd verstrekte informatie feitelijk onjuist is, noch dat deze zo gebrekkig is dat de aandeelhouders zich op basis daarvan geen oordeel kunnen vormen. De OK oordeelt dat er onvoldoende zwaarwegende redenen zijn voor het treffen van de verzochte onmiddellijke voorzieningen, en komt niet toe aan een belangenafweging noch aan een oordeel over de gestelde redenen om te twijfelen aan een juist beleid of gang van zaken.
Ontvankelijkheid aandeelhouder na sluiten overeenkomst tot verkoop aandelen
In OR 2016-0092 oordeelt de OK over de ontvankelijkheid van een enquêteverzoek. Hoewel de koopovereenkomst tot overdracht van de aandelen PiF reeds is gesloten, zijn de aandelen nog niet geleverd. Het geschil stelt niet enkel vermogensrechtelijke onderwerpen aan de orde. De aandeelhouder die de aandelen op basis van de koopovereenkomst moet overdragen is derhalve ontvankelijk. Gelet op de door verzoekers aangedragen bezwaren en het feit dat deze feiten zich reeds geruime tijd geleden hebben voorgedaan, brengt de door de OK gemaakte belangenafweging mee dat het verzoek tot het gelasten van een enquête bij PiF desondanks wordt afgewezen.
Verlenging voorzieningen na wanbeleid
In OR 2016-0075 heeft de OK in een eerdere beschikking vastgesteld dat er sprake is van wanbeleid. Verzocht wordt om de getroffen voorzieningen te verlengen. De OK wijst het verzoek tot verlenging van de tijdelijke aanstelling van een reeds benoemde bestuurder, alsmede tot overdracht ten titel van beheer van de aandelen in de vennootschap, toe.
Afwijzing verzoek tot het geven van een aanwijzing aan de onderzoeker
In OR 2016-0078 komt de beschikking van de raadsheer-commissaris inzake enquête aan bod. De raadsheer-commissaris wijst het verzoek van de geschorste bestuurder tot het geven van een aanwijzing aan de onderzoeker, inhoudende het opstellen van een plan van aanpak en het stellen van een termijn voor de afronding van het onderzoek, af.
Toewijzing enquêteonderzoek inzake XRC Connect zonder onmiddellijke voorzieningen
In OR 2016-0086 wordt het enquêteverzoek van DR Groep c.s. met betrekking tot XRC Connect toegewezen. De OK acht het verzoek ontvankelijk omdat verzoekers bij e-mail hun bezwaren schriftelijk kenbaar hebben gemaakt in de zin van artikel 2:349 lid 1 BW. Ten gronde overweegt de OK dat XRC Group en verzoekers in een diepgaand conflict zijn geraakt, als gevolg waarvan de bedrijfsvoering feitelijk is lamgelegd, hetgeen reeds gegronde redenen oplevert tot twijfel aan een juist beleid. De OK beveelt een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van XRC Connect. Er worden geen onmiddellijke voorzieningen getroffen.
OK wijst het verzoek van certificaathouders tot enquête af vanwege de wens tot wijziging van het beleid
In OR 2016-0088 komen certificaathouders door familieomstandigheden verder van de vennootschap te staan. Zij richten zich nu op eigen rendementsbelang en eisen een herziening van het dividendbeleid. De vennootschap weigert dit en de certificaathouders verzoeken de Ondernemingskamer een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken bij de vennootschap. De Ondernemingskamer wijst dit verzoek af. Beleid van de vennootschap is een taak van het bestuur en wordt slechts marginaal getoetst. Daarnaast loopt er een bodemprocedure bij de rechtbank over het dividendbeleid, waardoor er in dit stadium nog geen sprake kan zijn van twijfel aan een juist beleid en een juiste gang van zaken.
Ontvankelijkheid van een vereffenaar van de nalatenschap bij de Ondernemingskamer
In OR 2016-0090 oordeelt de OK dat de van de erven ontvangen procesvolmacht voldoende is voor de bevoegdheid van een vereffenaar van een nalatenschap q.q. om een enquêteverzoek in te dienen bij de Ondernemingskamer.
Marginale toetsing door de OK van de kosten van de beheerder van aandelen
In OR 2016-0089 heeft de OK de heer Schreve aangewezen als beheerder van aandelen. Volgens artikel 2:357 lid 4 BW kan de OK aan (onder andere) de beheerder een beloning ten laste van de vennootschap toekennen. Schreve verzoekt de Ondernemingskamer om verweersters te veroordelen tot betaling van het nog niet betaalde deel van zijn beloning. Verweersters voeren aan dat zij zich niet met dit verzoek kunnen verenigen omdat de tijdsbesteding van Schreve niet redelijk zou zijn. De Ondernemingskamer overweegt dat zij de door een beheerder aan zijn werkzaamheden te besteden tijd en/of de kosten van door de beheerder ingeschakelde derden met terughoudendheid toetst, en is daarnaast van oordeel dat Schreve, mede gelet op de omvang en de complexiteit van de zaak, geen onredelijk tarief gerekend en/of onredelijke of onnodige kosten heeft gemaakt.
Rest mij nog u een bijzonder goede dag toe te wensen.
Met vriendelijke groet,
Emmanuel Lokin
Hoofdredacteur OR Updates
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof Amsterdam Beschikking van de raadsheer-commissaris inzake enquête. De raadsheer-commissaris wijst het verzoek van geschorste bestuurder tot het geven van een aanwijzing aan de onderzoeker, inhoudende het opstellen van een plan van aanpak en het stellen van een termijn voor de afronding van het onderzoek, af. 18-03-2016
- Gerechtshof Amsterdam In dit geschil verzoeken Highfields Capital Management LP e.a. ('Highfields') en Fubon Life Insurance Co. Ltd. ('Fubon') een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Delta Lloyd N.V. ('Delta Lloyd') alsmede diverse onmiddellijke voorzieningen die in essentie ertoe strekken Delta Lloyd te verbieden tijdens de BAVA van 16 maart 2016 enig voorstel met betrekking tot een voorgenomen claimemissie in stemming te brengen. De OK wijst de onmiddellijke voorziening af, omdat het niet aan haar is maar aan de BAVA om over de noodzaak of wenselijkheid van een emissie te beslissen, en voorts niet gesteld of gebleken is dat de door Delta Lloyd verstrekte informatie feitelijk onjuist is, noch dat deze zo gebrekkig is dat de aandeelhouders zich op basis daarvan geen oordeel kunnen vormen. De OK oordeelt dat er onvoldoende zwaarwegende redenen zijn voor het treffen van de verzochte onmiddellijke voorzieningen, en komt niet toe aan een belangenafweging noch aan een oordeel over de gestelde redenen om te twijfelen aan een juist beleid of gang van zaken. 14-03-2016
- Gerechtshof Amsterdam Vastgesteld is in de tweede fase dat er sprake is van wanbeleid. Het verzoek tot verlenging van de tijdelijke aanstelling van een reeds benoemde bestuurder, alsmede tot overdracht ten titel van beheer van de aandelen in de vennootschap, wordt door de OK toegewezen. 09-03-2016
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Aandeelhouder verstrekt een relatief achtergestelde lening aan de vennootschap. Vervolgens wordt overeengekomen dat bij herfinanciering de door aandeelhouder verstrekte lening zou worden afgelost. De rechtbank oordeelt dat er sprake is van herfinanciering doordat de rekening-courant is verhoogd en wijst de vordering van aandeelhouder tegen de vennootschap en haar kleindochter toe. Zijn lening had moeten worden afgelost. De vordering van aandeelhouder jegens de medeaandeelhouders/bestuurders wordt afgewezen omdat de schade niet aannemelijk is gemaakt en de onrechtmatige daad van de medeaandeelhouders onvoldoende is onderbouwd. 08-03-2016
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Vordering gewezen werknemer tegen bestuurders van failliete vennootschap tot schadevergoeding wegens niet-nakomen van de met hem aangegane arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Persoonlijke aansprakelijkheid bestuurder die namens de vennootschap de arbeidsovereenkomst is aangegaan, terwijl hij behoorde te weten dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen en geen verhaal zou bieden. De andere bestuurder is alleen aansprakelijk indien sprake is van meer bijzondere omstandigheden, die in dit geval onvoldoende zijn onderbouwd. 08-03-2016
- Gerechtshof Amsterdam Deponeren onderzoeksverslag. In een eerdere beschikking heeft de OK een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Bedrijven- en Kantorencentrum Lansinkveste B.V. en Bedrijvenpark Centrum Almelo B.V. De destijds door de OK benoemde onderzoeker heeft thans zijn onderzoeksverslag aan de OK doen toekomen, alsmede zijn financiële verantwoording. De OK bepaalt dat het onderzoeksverslag met bijlagen voor belanghebbenden ter inzage ligt bij de griffie en stelt partijen in de gelegenheid zich schriftelijk uit te laten over de vergoeding van de onderzoeker. 23-02-2016
- Gerechtshof Amsterdam Enquêteverzoek van DR Groep c.s. met betrekking tot XRC Connect toegewezen. De OK acht het verzoek ontvankelijk omdat verzoekers bij e-mail hun bezwaren schriftelijk kenbaar hebben gemaakt in de zin van artikel 2:349 lid 1 BW. Ten gronde overweegt de OK dat XRC Group en verzoekers in een diepgaand conflict zijn geraakt, als gevolg waarvan de bedrijfsvoering feitelijk is lamgelegd, hetgeen reeds gegronde redenen oplevert tot twijfel aan een juist beleid. De OK beveelt een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van XRC Connect. Er worden geen onmiddellijke voorzieningen getroffen. 19-02-2016
- Gerechtshof Amsterdam In deze zaak heeft de Ondernemingskamer de heer Schreve aangewezen als beheerder van aandelen. Volgens artikel 2:357 lid 4 BW kan de Ondernemingskamer aan (onder andere) de beheerder een beloning ten laste van de vennootschap toekennen. Schreve verzoekt de Ondernemingskamer om verweersters te veroordelen tot betaling van het nog niet betaalde deel van zijn beloning. Verweersters voeren aan dat zij zich niet met dit verzoek kunnen verenigen omdat de tijdsbesteding van Schreve niet redelijk zou zijn. De Ondernemingskamer overweegt dat zij de door een beheerder aan zijn werkzaamheden te besteden tijd en/of de kosten van door de beheerder ingeschakelde derden met terughoudendheid toetst, en is daarnaast van oordeel dat Schreve, mede gelet op de omvang en de complexiteit van de zaak, geen onredelijk tarief gerekend en/of onredelijke of onnodige kosten heeft gemaakt. 04-02-2016
- Gerechtshof Amsterdam Certificaathouders komen door familieomstandigheden verder van de vennootschap te staan. Zij richten zich nu op eigen rendementsbelang en eisen een herziening van het dividendbeleid. De vennootschap weigert dit en de certificaathouders verzoeken de Ondernemingskamer een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken bij de vennootschap. De Ondernemingskamer wijst dit verzoek af. Beleid van de vennootschap is een taak van het bestuur en wordt slechts marginaal getoetst. Daarnaast loopt er een bodemprocedure bij de rechtbank over het dividendbeleid, waardoor er in dit stadium nog geen sprake kan zijn van twijfel aan een juist beleid en een juiste gang van zaken. 02-02-2016
- Gerechtshof Amsterdam Ontvankelijkheid en belangenafweging enquêteverzoek. Hoewel de koopovereenkomst tot overdracht van de aandelen PiF reeds is gesloten, zijn de aandelen nog niet geleverd. Het geschil stelt niet enkel vermogensrechtelijke onderwerpen aan de orde. E is derhalve ontvankelijk. Gelet op de door verzoekers aangedragen bezwaren en het feit dat deze feiten zich reeds geruime tijd geleden hebben voorgedaan, brengt de door de Ondernemingskamer gemaakte belangenafweging mee dat het verzoek tot het gelasten van een enquête bij PiF desondanks wordt afgewezen. 05-01-2016
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Vordering curator tegen gewezen bestuurders tot voldoening faillissementstekort en de faillissementskosten na een in voorafgaande procedure bereikte schikking toegewezen. Beroep afgewezen op rechtsverwerking omdat de curator meer dan twee jaren, na het uitspreken van het faillissement jegens de bestuurders, zou hebben stilgezeten: er is geen sprake van bijzondere omstandigheden die bij appellanten het gerechtvaardigd vertrouwen hebben gewekt dat de curator zijn aanspraken niet (meer) geldend zou maken. 31-01-2006
Rechtbank
- Rechtbank Den Haag Afwijzing vordering in kort geding van een (voormalig) bestuurder tot intrekking/schorsing van een besluit tot ontslag/op non-actiefstelling van een bestuurder van een zorgorganisatie. De rechtbank overweegt dat de bestuurder gedurende haar functioneren gezorgd heeft voor een situatie waarin zij door slechte communicatie met de RvT is ontslagen. De vorderingen van de bestuurder zijn niet voldoende aannemelijk gemaakt. 25-03-2016
- Rechtbank Den Haag Toewijzing vordering van vruchtgebruikster van een nalatenschap, waartoe aandelen in een BV behoren, tot veroordeling van een notaris om mee te werken aan het passeren van de akte tot zuivere splitsing van die vennootschap. Geen toestemming vereist van de bloot-eigenaren van de nalatenschap (de kinderen van vruchtgebruikster). 17-03-2016
- Rechtbank Noord-Holland Bestuurder/aandeelhouder onttrekt vermogen aan een familiebedrijf, naar eigen zeggen wegens afpersing en chantage. De werkmaatschappij en de medebestuurders/aandeelhouders vorderen schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad. De rechtbank oordeelt tot afwijzing van de vordering van de medebestuurders/aandeelhouders omdat gesteld noch gebleken is dat sprake is van een schending van een specifieke zorgvuldigheidsnorm die de aandeelhouders van de werkmaatschappij beoogt te beschermen. Deze vordering tot vergoeding van de afgeleide schade strandt dus. Wel wordt de vordering van de werkmaatschappij toegewezen. Door als bestuurder veelvuldig aan de werkmaatschappij gelden te onttrekken in strijd met het belang van de vennootschap en zonder overleg met de medebestuurders, heeft gedaagde onrechtmatig jegens de werkmaatschappij gehandeld. De rechtbank oordeelt verder dat er geen grond is voor matiging. 16-03-2016
- Rechtbank Overijssel Afwijzing vordering van gewezen werknemers tegen gewezen bestuurders van gefailleerde vennootschap tot schadevergoeding op grond van misbruik van faillissementsrecht. Niet gebleken is dat de bestuurders bij het aanvragen van het faillissement van de vennootschap het vooropgezette doel hebben gehad te bewerkstelligen dat de activiteiten van de vennootschap zonder de werknemers konden worden voortgezet. 09-03-2016
- Rechtbank Noord-Nederland Deze zaak betreft een verzoek van Stichting X ('de Stichting') tot statutenwijziging op de voet van artikel 2:294 BW. In haar statuten is bepaald dat wijziging ervan alleen mogelijk is na goedkeuring van de Afdeling Leeuwarden van de Dierenbescherming, een vereniging die is opgehouden te bestaan. De Stichting stelt zich op het standpunt dat de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren ('de Dierenbescherming'), belanghebbende bij dit verzoek, niet als de rechtsopvolgster van de Afdeling Leeuwarden kan worden aangemerkt. De Dierenbescherming meent dat de verzochte statutenwijziging moet worden afgewezen en heeft een tegenverzoek ingediend strekkende tot wijziging van de statuten op andere wijze dan is verzocht (art. 2:294 lid 2 BW). De rechtbank verklaart de Dierenbescherming niet-ontvankelijk in haar tegenverzoek omdat zij als belanghebbende niet behoort tot de in artikel 2:294 lid 1 BW kring van personen en instanties die bevoegd zijn om rechtstreeks een verzoek tot statutenwijziging te doen. Het verzoek van de Stichting wijst de rechtbank af omdat het doel van de Stichting breder is dan alleen het ondersteunen van het dierenopvangcentrum De Wissel en er een juridisch, bestuurlijk en financieel zeer nauwe band bestaat tussen Stichting De Wissel en de Dierenbescherming. De rechtbank ziet echter, gezien de patstelling tussen de Stichting en de Dierenbescherming, wel aanleiding om de statuten te wijzigen op een andere wijze dan verzocht, en bepaalt dat het goedkeurings- en benoemingsrecht bij de Dierenbescherming zal komen te rusten omdat deze beschouwd kan worden als de rechtsopvolger van de Afdeling Leeuwarden. 03-03-2016
- Rechtbank Gelderland Afgeleide schade. Afwijzing vordering Varibel en haar aandeelhouders tegen Beter Horen tot vergoeding van schade op grond van onrechtmatige daad. Varibel stelt dat Beter Horen moedwillig wanprestatie heeft gepleegd om contractaanpassing af te dwingen, als gevolg waarvan Varibel bedrijfsonderdelen heeft moeten verkopen en haar aandeelhouders schade hebben geleden. De rechtbank oordeelt dat geen sprake is van onrechtmatig handelen omdat Beter Horen op een zakelijke handelwijze heeft geprobeerd het verlies zo veel mogelijk te beperken. Daarnaast is er tevens geen sprake van de situatie dat Beter Horen als derde desbewust bij zijn onzorgvuldig handelen heeft gepoogd de aandeelhouder(s) te treffen. 02-03-2016
- Rechtbank Rotterdam Eisers zijn gewezen leden van een vereniging. In het onderhavige kort geding vorderen zij vernietiging althans schorsing van het besluit van het bestuur van de vereniging tot opzegging van hun lidmaatschap, alsmede het uitschrijven van een ALV en de schorsing van het bestuur. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen af. Daartoe wordt overwogen dat geen sprake is van een vernietigbaar besluit aangezien met een (voldoende) meerderheid tot het opzeggingsbesluit is besloten en het bestuur dat besluit naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ook heeft mogen nemen. Voorts wordt overwogen dat de ALV waarin eisers' verzoek om een nieuw bestuur te kiezen aan de orde komt aanstaande is, zodat een schorsing of op non-actiefstelling van het huidige bestuur niet in de rede ligt. 02-03-2016
- Rechtbank Amsterdam Beleggingsadviseurs die tevens bestuurders waren, worden samen met de vennootschap hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan eisers. De rechtbank is van oordeel dat er problemen waren te verwachten door de aard van de onderneming. Verder overweegt de rechtbank dat de bestuurders een voldoende ernstig persoonlijk verwijt gemaakt kan worden. Daarbij moet volgens de rechtbank worden benadrukt dat zij in hun hoedanigheid van bestuurder van de vermogensbeheerder een bijkomende bijzondere fiduciaire verantwoordelijkheid jegens eisers hadden, waaruit volgde dat zij de belangen van eisers moesten behartigen. 24-02-2016
- Rechtbank Overijssel De bestuurders van My-Bodyguard B.V. hebben na ontwikkeling van hun product de activa van de inmiddels gefailleerde BV’s overgeheveld naar X-Guard B.V. De tegenprestaties hiervoor zijn onduidelijk en duiden daarom op paulianeus handelen. De vorderingen van de curator zijn derhalve vatbaar voor toewijzing, maar de rechtbank ziet aanleiding om te overleggen over een minnelijke regeling. 17-02-2016
- Rechtbank Overijssel De vordering tot uittreding van gedaagde als aandeelhouder wordt afgewezen. In tegenstelling tot wat eiseres stelt, geeft gedaagde aan dat er geen sprake is van schadelijke gedragingen voor de vennootschap. Ook de rechtbank oordeelt dat hiervan onvoldoende is gebleken en wijst de vorderingen derhalve niet toe. 17-02-2016
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Gedaagde is indirect bestuurder van Lange Haven II B.V. ('Lange Haven'). Hij heeft deze vennootschap een koopovereenkomst tot aankoop van een pand laten aangaan met eiseres, Gebroeders Coster Vastgoed B.V. ('Gebr. Coster'), terwijl hij wist althans redelijkerwijs moest begrijpen dat Lange Haven de daarmee gemoeide verplichtingen niet zou kunnen nakomen en voorts aan Gebr. Coster geen verhaal zou bieden. 07-10-2015
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant De bestuurder van Autodax B.V. sluit een overeenkomst voor de koop van aandelen in Autobedrijf Klein Molenbeek B.V. en een geldleningsovereenkomst ten behoeve van de te betalen koopsom. Volgens eiseres kan de bestuurder een persoonlijk ernstig verwijt worden gemaakt en is hij aansprakelijk voor de schade als gevolg van het feit dat Autodax niet aan haar verplichtingen uit de koopovereenkomst voldoet. Naar het oordeel van de rechtbank is aannemelijk dat Autodax niet aan haar verplichtingen kon voldoen omdat het verwachte herstel op de uitzendmarkt uitbleef en de groei die was ingezet omsloeg in een daling, wat een omstandigheid is die behoort tot het ondernemersrisico. Het niet voorzien van een dergelijke ontwikkeling leidt niet tot persoonlijke aansprakelijkheid van een bestuurder, aldus de rechtbank. 30-09-2015
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Afwijzing van een vordering tot schadevergoeding van aandeelhouders wegens ondeugdelijke advisering door een medebestuurder/aandeelhouder. Gesteld wordt onder meer dat deze misbruik zou hebben gemaakt van zijn dubbelrol als adviseur en belangstellende koper. De rechtbank wijst de vordering af. De verwijten over de kwaliteit van het advies zijn onterecht; de vordering is onvoldoende onderbouwd. Ook zijn eisers door anderen geadviseerd. 26-08-2015