Naar boven ↑

Update

Nummer 22, 2017
Uitspraken van 28-09-2017 tot 05-10-2017
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. drs. K.H. Boonzaaijer en mr. E.H. Leemreis.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Rechtspraak

Hierbij de nieuwsbrief met daarin een korte weergave van de recent verschenen ondernemingsrechtelijke uitspraken.

Ga naar onze website (www.or-updates.nl) of klik op een or-nummer om de hele samenvatting te lezen. Daar kunt u ook gebruikmaken van onze zoekmachine om te zoeken op artikelnummer, onderwerp, advocaat, rechter en nog veel meer!

In het bijzonder wijs ik u graag op de volgende uitspraken.

Hof

Geen bestuurdersaansprakelijkheid inzake Tulip Air (hof na verwijzing)
In OR 2017-0242 oordeelt Hof Amsterdam na verwijzing over de bestuurder van Tulip Air (HR 5 september 2014 ECLI:NL:HR:2014:2628; OR 2014-0415, m.nt. M. Mussche). Het hof oordeelt dat de bestuurder van Tulip Air die als gevolmachtigde namens A een tweetal vliegtuigen verkoopt, waarna hij bewerkstelligt dat betaling van de koopsom op een bankrekening van een door hem bestuurde vennootschap wordt gestort, in de gegeven omstandigheden niet persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt.

Geen bestuurdersaansprakelijkheid wegens onbetaald gebleven getankte brandstof
In OR 2017-0245 vordert een tankmaatschappij, die tankpassen op krediet heeft verstrekt aan een transportbedrijf, van de (indirect) bestuurder van de laatstgenoemde vennootschap schadevergoeding wegens onbetaald gebleven getankte brandstof. Het hof oordeelt dat de bestuurder in de gegeven omstandigheden geen persoonlijk, ernstig verwijt kan worden gemaakt en evenmin onrechtmatig heeft gehandeld, te meer omdat de bestuurder allerlei stappen heeft gezet om faillissement te voorkomen.

Geen bestuurdersaansprakelijkheid ondanks schending van de publicatieplicht en niet voldoen aan 403
In OR 2017-0240 vordert de curator van een gefailleerd bouwbedrijf van haar voormalige (indirecte) bestuurders betaling van het boedeltekort. Het hof overweegt dat voor het verkrijgen van vrijstelling van de verplichting om een jaarrekening te publiceren, ten minste noodzakelijk is dat de ‘403’-verklaring betrekking heeft op schulden, aangegaan of anderszins ontstaan in het gehele desbetreffende jaar. Omdat de ‘403’-verklaring hier niet aan voldoet (het kende geen terugwerkende-kracht-element), was er geen sprake van vrijstelling van de verplichting om de jaarrekening over dat jaar te publiceren. Desalniettemin oordeelt het hof, anders dan de rechtbank, dat de schending van de publicatieverplichting geen kennelijk onbehoorlijke taakvervulling oplevert. De overheveling van een concernonderdeel naar een andere vennootschap is naar het oordeel van het hof onvoldoende om de geslaagde ontzenuwing van het vermoeden dat het onbehoorlijk bestuur (gelegen in het niet voldoen aan de publicatieplicht) een belangrijke oorzaak van het faillissement is geweest, te ontkrachten.

Vordering tot nakoming van een koopovereenkomst valt onder de 403-verklaring
In OR 2017-0243 komt een vordering in kort geding aan de orde van de verkoper van een eenmanszaak tot nakoming van de koopovereenkomst op grond van een 403-verklaring. In hoger beroep staat de vraag centraal hoe de 403-verklaring moet worden uitgelegd. Het hof oordeelt dat door de bekrachtiging van een rechtshandeling verricht door een vennootschap in oprichting de schuld uit hoofde van de overeenkomst onder de reikwijdte van de 403-verklaring van de moedermaatschappij van de opgerichte vennootschap is gebracht.

Rechtbank

Geen interne bestuurdersaansprakelijkheid wegens nalatigheid bestuurders
In OR 2017-0244 staat de vraag centraal of de bestuurders/ontwikkelaars persoonlijk aansprakelijk zijn wegens de oplevering van een bedrijvenpark met een niet deugdelijke riolering. De rechtbank oordeelt dat geen sprake is van een ernstig verwijt, ook indien wordt aangenomen dat de bestuurders nalatig zijn geweest bij de vervulling van hun (collectieve) taak om de riolering bij de ontwikkeling van een bedrijventerrein te controleren. De rechtbank weegt daarbij zwaar in het nadeel van eiseres dat zij in eerste instantie de ontwikkelingscombinatie had moeten aanspreken tot vergoeding van schade op grond van wanprestatie, en niet gedaagden als voormalig bestuurders, mede gelet op de zeer ingrijpende gevolgen van het verhalen van de kosten van renovatie van de riolering voor de bestuurders en hun families.

Verzoek tot heropening na turboliquidatie toegewezen
In OR 2017-0241 overweegt de rechtbank dat uit de overgelegde stukken blijkt dat het faillissement van de vennootschap is opgeheven wegens gebrek aan baten, waarmee de vennootschap krachtens artikel 2:19 lid 1 sub c BW is ontbonden en tevens krachtens lid 4 van datzelfde artikel is opgehouden te bestaan. Ook stelt de rechtbank vast dat nadien van het bestaan van een bate is gebleken. De rechtbank wijst het verzoek tot heropening van de vereffening derhalve toe.

Rest mij nog u een bijzonder goede dag toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Emmanuel Lokin
Hoofdredacteur OR Updates

Hof

Rechtbank