Naar boven ↑

Update

Nummer 24, 2017
Uitspraken van 14-10-2017 tot 01-11-2017
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. drs. K.H. Boonzaaijer en mr. E.H. Leemreis.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Rechtspraak

Hierbij de nieuwsbrief met daarin een korte weergave van de recent verschenen ondernemingsrechtelijke uitspraken.

Ga naar onze website (www.or-updates.nl) of klik op een or-nummer om de hele samenvatting te lezen. Daar kunt u ook gebruikmaken van onze zoekmachine om te zoeken op artikelnummer, onderwerp, advocaat, rechter en nog veel meer!

In het bijzonder wijs ik u graag op de volgende uitspraken.

Hoge Raad

Vergoeding van afgeleide schade afgewezen
In OR 2017-0256 vordert een moedervennootschap tevens contractspartij vergoeding van schade die een afgeleide is van het door dochtervennootschappen ondervonden nadeel. De Hoge Raad doet het cassatieberoep af met toepassing van artikel 81 lid 1 RO.

Hof

Bestuurders van ontbonden stichting niet bevoegd om op eigen naam vordering tot nakoming in te stellen
In OR 2017-0254 vorderen de (vereffenaars van) de Stichting Vrienden van de Gay Krant in liquidatie van haar voormalig bestuurder/voorzitter schadevergoeding in verband met de terugvordering van subsidiebedragen. Het hof bekrachtigt het bestreden vonnis, waarin de vordering is afgewezen. De vordering uit onbehoorlijk bestuur komt alleen aan de Stichting toe. De Stichting is weliswaar ontbonden maar bestaat nog altijd (art. 2:19 lid 5 BW); haar bestuurders zijn als vereffenaars weliswaar bevoegd tot vertegenwoordiging, maar kunnen niet op eigen naam nakoming vorderen van een vorderingsrecht dat de Stichting eventueel zou toekomen.

Bestuurdersaansprakelijkheid aangenomen na verwijzing in ING/Deuzeman
In OR 2017-0255 komt een geding na verwijzing aan de orde (ECLI:NL:HR:2015:499; OR 2015-0106). Het hof oordeelt dat de (indirect) bestuurder van een failliet verklaarde bv een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt dat geen rekening is gehouden met de reële mogelijkheid dat de rechtbank na indiening van het verzoek nog dezelfde dag het faillissement zou uitspreken en dat het dus niet langer geoorloofd was om de bank betalingen te laten verrichten.

Bestuurdersaansprakelijkheid afgewezen
In OR 2017-0257 vordert een gepensioneerd arts van een effectenhandelaar en beleggingsadviseur, voormalig bestuurders van een gefailleerde investeringsvennootschap, terugbetaling van door hem en zijn pensioenvennootschap verstrekte geldleningen. Anders dan de rechtbank is het hof van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat de bestuurders van het gestelde tekortschieten of onrechtmatig handelen van de investeringsvennootschap ter zake van de door geïntimeerden verstrekte geldleningen persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt.

Bestuurdersaansprakelijkheid afgewezen omdat de financiële onmacht niet voorzienbaar was
In OR 2017-0265 vordert de verkoper van een jacht schadevergoeding van de indirect bestuurder van de vennootschap die daarbij heeft bemiddeld en de koopsom heeft ontvangen maar vóór afdracht daarvan aan verkoper failliet is gegaan. Evenals de rechtbank acht het hof de bestuurder niet aansprakelijk, omdat de ontstane financiële onmacht niet voorzienbaar was.

Verhouding tussen toetsing OK (jaarrekeningprocedure) en het Hof Amsterdam (vernietigbaar besluit tot vaststelling jaarrekening)
In OR 2017-0266 speelt een geschil tussen de aandeelhouders van een projectontwikkelingsvennootschap. Gevorderd worden de vernietiging van bestuursbesluiten en besluiten van de AVA. Ex-bestuurder als crediteur niet ontvankelijk want geen redelijk belang op grond van artikel 2:15 lid 3 BW. Verder komt aan de orde de vraag of toetsing in het kader van de jaarrekeningprocedure door de OK ervoor zorgt dat in de onderhavige procedure geen ruimte bestaat om te toetsen of het besluit tot vaststelling van de jaarrekening vernietigbaar is op de voet van artikel 2:8 jo. 2:15 BW. Nu de aan te leggen toetsen van elkaar verschillen, wordt de bevoegdheid van het hof niet aangetast. Vervolgens oordeelt het hof dat het besluit niet vernietigbaar is vanwege strijd met de redelijkheid en billijkheid.

Schadestaatprocedure na schending contractuele garanties
In OR 2017-0263 komt de schadestaatprocedure aan de orde na hoofdelijke veroordeling van een vennootschap en haar enig aandeelhouder/bestuurder tot schadevergoeding wegens schending contractuele garanties in een intentieverklaring. Het hof laat geïntimeerde toe tot bewijslevering van de omvang van twee schadeposten.

Ondernemingskamer

Gebrekkige informatievoorzieningen aan aandeelhouders bij Neckermann
In OR 2017-0260 is een verzoek ingediend bij de OK tot enquête door een minderheidsaandeelhouder van de moedervennootschap van Neckermann.com. De OK oordeelt dat er sprake is van gegronde redenen tot twijfel aan een juist beleid en juiste gang van zaken van Readen Retail c.s. door gebrekkige informatievoorziening aan aandeelhouders.

OK wijst het verhoren van getuigen toe
In OR 2017-0259 verzoekt de onderzoeker de OK om vier getuigen te doen horen, nu hij twijfelt aan het waarheidsgehalte van enkele verklaringen, ondanks herhaald verzoek niet alle vragen beantwoord zijn en de onderzoeker afhankelijk is van mondelinge informatie die door de bestuurders is verstrekt aangezien Delco en haar bestuurders vrijwel geen schriftelijke administratie ter beschikking hebben gesteld. De OK acht het horen van getuigen ex 2:353a BW toewijsbaar.

Rechtbank

Bestuurdersaansprakelijkheid van een bestuurder van een (nagenoeg) lege bv wegens frustratie van verhaal
In OR 2017-0261 vordert een crediteur van een vrijwel lege vennootschap van haar feitelijk enig bestuurder schadevergoeding wegens (primair) schending van de Beklamelnorm en (subsidiair) frustratie van betaling en verhaal. De rechtbank overweegt dat de verantwoordelijkheid van een rechtspersoon voor de schijn van volmachtverlening niet (automatisch) een persoonlijk ernstig verwijt oplevert. Wel is de rechtbank van oordeel dat de subsidiaire grondslag slaagt.

Geen vereenzelviging, noch sprake van bestuurdersaansprakelijkheid
In OR 2017-0262 vorderen twee zelfstandige tegelzetters van de bestuurder van de inmiddels failliete opdrachtgever (en een nieuw opgerichte vennootschap) vergoeding van onbetaald gebleven facturen op grond van artikel 6:162 BW. De rechtbank wijst beide vorderingen af, omdat niet voldoende is gesteld dat sprake was van wetenschap en van vereenzelviging van de nieuwe vennootschap met de oude vennootschap.

Beherend vennoten verplicht tot terugbetaling financiering
In OR 2017-0258 is een vordering ingesteld tegen de bestuurders van de (beherend) vennoten van een cv tot terugbetaling van een betaalde garantie en commissies uit hoofde van een financieringsovereenkomst. In dit tussenvonnis acht de rechtbank een terugbetalingsverplichting aanwezig en worden partijen in de gelegenheid gesteld hun stellingen (nader) te onderbouwen/bewijzen.

Rest mij nog u een bijzonder goede dag toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Emmanuel Lokin
Hoofdredacteur OR Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank

Antillen