Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.
Rechtspraak
Hierbij de nieuwsbrief met daarin een korte weergave van de recent verschenen ondernemingsrechtelijke uitspraken.
Ga naar onze website (www.or-updates.nl) of klik op een or-nummer om de hele samenvatting te lezen. Daar kunt u ook gebruikmaken van onze zoekmachine om te zoeken op artikelnummer, onderwerp, advocaat, rechter en nog veel meer!
In het bijzonder wijs ik u graag op de volgende uitspraken.
Hoge Raad
Post M&A: schending balansgarantie
In OR 2017-0281 speelt een geschil na aandelenoverdracht over een beweerdelijke schending van de balansgarantie en de uitleg van de daaronder vallende post inventaris. Het hof heeft geoordeeld dat de koper er in beginsel niet op bedacht hoefde te zijn dat in de post inventaris tevens de actuele waarde van het huurdersbelang was opgenomen. Dit is volgens het hof anders wanneer de koper vóór de verkoop van de aandelen al op de hoogte was van een stelselwijziging met activering van de huurdersbelangen. De klachten tegen deze overwegingen in cassatie worden door de Hoge Raad verworpen. De Hoge Raad acht deze oordelen feitelijk en niet onbegrijpelijk.
Hof
Nederlandse rechter niet bevoegd inzake BP: plaats van het schadebrengend feit voor beleggers niet in Nederland
In OR 2017-0284 komt de collectieve actie (ex art. 3:305a BW) van VEB tegen BP aan bod in verband met de explosie op boorplatform Deepwater Horizon in 2010. Evenals de rechtbank acht het hof de Nederlandse rechter niet bevoegd, omdat de plaats van het schadebrengende feit (hier: niet-nakoming van een verplichting om informatie te verschaffen) in het licht van de rechtspraak van het Hof van Justitie over de EEX-verordening in beginsel moet worden gesitueerd op de plaats waar de besluitvorming van de verweerder heeft plaatsgevonden. Dit geldt ook voor de plaats waar de schade is ingetreden; het gaat om zuiver financiële schade die door beleggers beweerdelijk in Nederland is ingetreden als gevolg van gebeurtenissen (handelen en/of nalaten van BP) die niet in Nederland hebben plaatsgevonden. De Nederlandse rechter is niet bevoegd.
Geen bestuurdersaansprakelijkheid na dividenduitkering
In OR 2017-0279 komt de vordering aan bod van een schuldeiser tegen de bestuurders van de gefailleerde vennootschap tot betaling van een nog niet voldane koopsom uit hoofde van een aandelentransactie wegens onrechtmatig handelen. Evenals de rechtbank is het hof van oordeel dat er onvoldoende is gesteld waaruit kan worden afgeleid dat de (voormalige) bestuurders wisten of behoorden te begrijpen dat X als gevolg van hun handelen schade zou lijden. De bestuurders kan in de gegeven omstandigheden derhalve geen ernstig verwijt worden gemaakt.
Wel een persoonlijk verwijt aanwezig, maar geen bestuurdersaansprakelijkheid
In OR 2017-0286 vordert een lessor van de voormalige bestuurder van de lessee betaling van achterstallige leasetermijnen. Het hof acht een persoonlijk ernstig verwijt aanwezig, maar wijst de vordering alsnog af omdat onvoldoende is gesteld dat de lessor daardoor daadwerkelijk in haar verhaalsmogelijkheden is geschaad en schade heeft geleden.
Verwijtbaar handelen van een gelieerde vennootschap kan niet worden toegerekend
In OR 2017-0280 vordert een vennootschap van een van haar bestuurder-aandeelhouders betaling van commissiegelden die laatstgenoemde heeft ontvangen en verzwegen. Het hof acht dat handelen verwijtbaar, maar de daardoor opgetreden schade onvoldoende onderbouwd. Reden hiervoor is dat de bestuurder-aandeelhouder niet zelf de gelden heeft ontvangen maar een aan bestuurder-aandeelhouder gelieerde vennootschap. Deze gedragingen kunnen dan ook niet zonder meer aan de bestuurder-aandeelhouder worden verweten, omdat de gedragingen van de andere vennootschap in het maatschappelijk verkeer niet – althans niet in de omstandigheden zoals deze in dit geding naar voren zijn gekomen – aan de bestuurder-aandeelhouder kunnen worden toegerekend. Voorts wijst het hof een beroep op vereenzelviging en misbruik van identiteitsverschil af.
Ondernemingskamer
Verzoek tot enquête afgewezen inzake Avinco
In OR 2017-0285 speelt een geschil tussen de aandeelhouders van Avinco. Het geschil gaat onder meer over de vraag wie bevoegd is een van de aandeelhouders te vertegenwoordigen in de AVA van Avinco. De OK wijst het enquêteverzoek af bij gebrek aan een gegronde reden om te twijfelen aan een juist beleid en/of een juiste gang van zaken, en overweegt dat een onderzoek naar de oorzaak van het niet functioneren van de AVA niet opportuun is, omdat een enquête in Nederland naar alle waarschijnlijkheid geen duidelijkheid kan scheppen op het punt van de vertegenwoordigingsbevoegdheid (waarvoor procedures moeten worden gestart en waarbij onder meer het Panamees recht en het recht van Curaçao van toepassing zijn).
Geen aanleiding om de OK-onderzoeker een aanwijzing op te leggen
In OR 2017-0282 verzoeken twee belanghebbenden een termijn om te reageren op het concept-onderzoeksverslag. In zijn beschikking oordeelt de raadsheer-commissaris dat het aan de onderzoeker is te bepalen welke informatie voor het onderzoek nodig is en welke personen daartoe in het onderzoek dienen te worden betrokken, en dat er geen aanleiding is om in afwijking daarvan aan de onderzoeker een aanwijzing op te leggen.
Onderzoek gelast en bestuurder benoemd na onjuist declaratiegedrag
In OR 2017-0283 speelt een geschil tussen (de praktijkvennootschappen van) een drietal kaakchirurgen als gevolg van een vertrouwensbreuk nadat een van hen bewust foutief heeft gedeclareerd en de anderen dit aan het bestuur van het ziekenhuis hebben gemeld. De OK wijst het enquêteverzoek toe en treft onmiddellijke voorzieningen.
Rest mij nog u een bijzonder goede dag toe te wensen.
Met vriendelijke groet,
Emmanuel Lokin
Hoofdredacteur OR Updates
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof Amsterdam Collectieve actie (art. 3:305a BW) van VEB tegen BP in verband met de explosie op boorplatform Deepwater Horizon in 2010. Evenals de rechtbank acht het hof de Nederlandse rechter niet bevoegd, omdat de plaats van het schadebrengende feit (hier: niet-nakoming van een verplichting om informatie te verschaffen) in het licht van rechtspraak van het Hof van Justitie over de EEX-verordening in beginsel moet worden gesitueerd op de plaats waar de besluitvorming van de verweerder heeft plaatsgevonden. Dit geldt ook voor de plaats waar de schade is ingetreden; het gaat om zuiver financiële schade die door beleggers beweerdelijk in Nederland is ingetreden als gevolg van gebeurtenissen (handelen en/of nalaten van BP) die niet in Nederland hebben plaatsgevonden. 07-11-2017
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Een curator vordert een verklaring voor recht dat de verpanding van activa door de failliete vennootschap aan haar voormalige bestuurder paulianeus was, alsmede veroordeling van de bestuurder tot betaling van de opbrengsten van de verkochte activa. Het hof oordeelt dat de bestuurder niet onrechtmatig heeft gehandeld door de koopsom van verkochte activa op zijn privérekening te storten en deze te gebruiken ter aflossing van het zakelijke krediet van de vennootschap waarvoor de bestuurder persoonlijk borg stond. Het vermogen van de boedel is de facto niet verslechterd. Wel dient hij een contant ontvangen bedrag terug te betalen aan de boedel. 07-11-2017
- Gerechtshof Amsterdam OK, enquête. Twee belanghebbenden verzoeken een termijn om te reageren op het concept-onderzoeksverslag. In zijn beschikking oordeelt de raadsheer-commissaris dat het aan de onderzoeker is te bepalen welke informatie voor het onderzoek nodig is en welke personen daartoe in het onderzoek dienen te worden betrokken, en dat er geen aanleiding is om in afwijking daarvan aan de onderzoeker een aanwijzing op te leggen. 25-10-2017
- Gerechtshof Amsterdam OK, enquête. Geschil tussen (de praktijkvennootschappen van) een drietal kaakchirurgen als gevolg van een vertrouwensbreuk nadat een van hen bewust foutief heeft gedeclareerd en de anderen dit aan het bestuur van het ziekenhuis hebben gemeld. De OK wijst het enquêteverzoek toe. 23-10-2017
- Gerechtshof Amsterdam OK, enquêteverzoek afgewezen. Geschil tussen aandeelhouders Avinco Holdings B.V., onder meer over de vraag wie bevoegd is een van de aandeelhouders te vertegenwoordigen in de AVA van Avinco. De OK wijst het enquêteverzoek af bij gebrek aan een gegronde reden om te twijfelen aan een juist beleid en/of een juiste gang van zaken, en overweegt dat een onderzoek naar de oorzaak van het niet functioneren van de AVA niet opportuun is, omdat een enquête in Nederland naar alle waarschijnlijkheid geen duidelijkheid kan scheppen op het punt van de vertegenwoordigingsbevoegdheid. 06-10-2017
- Gerechtshof Den Haag Een vennootschap vordert van een van haar bestuurder-aandeelhouders betaling van commissiegelden die laatstgenoemde heeft ontvangen en verzwegen. Het hof acht dat handelen verwijtbaar, maar de daardoor opgetreden schade onvoldoende onderbouwd. Voorts wijst het hof een beroep op vereenzelviging en misbruik van identiteitsverschil af. 03-10-2017
- Gerechtshof Den Haag Vordering van een schuldeiser tegen de bestuurders van de gefailleerde vennootschap tot betaling van een nog niet voldane koopsom uit hoofde van een aandelentransactie wegens onrechtmatig handelen. Evenals de rechtbank is het hof van oordeel dat onvoldoende is gesteld om de bestuurders in de gegeven omstandigheden een ernstig verwijt te kunnen maken. 26-09-2017
- Gerechtshof Den Haag Vordering van een lessor tegen de voormalige bestuurder van de lessee tot betaling van achterstallige leasetermijnen. Het hof acht een persoonlijk ernstig verwijt aanwezig, maar wijst de vordering alsnog af omdat onvoldoende is gesteld dat de lessor daardoor daadwerkelijk in haar verhaalsmogelijkheden is geschaad en schade heeft geleden. 26-09-2017