Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan.

Rechtspraak

Hierbij de nieuwsbrief met daarin een korte weergave van de recente ondernemingsrechtelijke uitspraken.

Ga naar onze website (www.or-updates.nl) of klik op een or-nummer om de hele samenvatting te lezen of om gebruik te maken van onze zoekmachine om te zoeken op artikelnummer, onderwerp, advocaat, rechter en nog veel meer!

In het bijzonder wijs ik u graag op de volgende uitspraken.

Hoge Raad

Geen bekrachtiging omdat de verklaring de wederpartij niet heeft bereikt
In OR 2017-0053 vordert de verkoper van een onroerende zaak van de oprichters van de kopende vennootschap nakoming van de gesloten koopovereenkomst. De Hoge Raad oordeelt dat het hof niet heeft vastgesteld dat de bekrachtigingsverklaring die volgens het oordeel van het hof in de oprichtingsakte lag besloten tot de verkoper was gericht en haar heeft bereikt.

Hof

Bestuurdersaansprakelijkheid toegewezen wegens niet bedingen van zekerheid
In OR 2017-0070 vordert de vennootschap voor recht te verklaren dat haar gewezen bestuurder aansprakelijk is tot schadevergoeding. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank, inhoudende dat de bestuurder zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld, onder meer door vrijwel het gehele kapitaal ter beschikking te stellen aan een onbekende buitenlandse derde zonder enige afspraak over rente- en aflossingsverplichtingen te maken en vast te leggen, en zonder enige zekerheid voor terugbetaling te verlangen.

Bestuurdersaansprakelijkheid op grond van onder meer artikel 2:216 (oud) BW afgewezen
OR 2017-0068 ziet op de vordering van de curator van een gefailleerde vennootschap tegen diens gewezen (middellijk/feitelijk) bestuurders en aandeelhouder tot betaling van het boedeltekort. Het hof oordeelt dat er geen sprake is van paulianeus handelen bij het nemen van drie besluiten tot uitkeringen van dividend en agio. Ook is er geen sprake van enige wetenschap van benadeling. Evenmin is er, na toetsing van de besluiten aan de maatstaf van artikel 2:216 (oud) BW sprake van onbehoorlijk bestuur.

Bestuurdersaansprakelijkheid afgewezen, geen sprake van betalingsonwil of selectieve betaling
In OR 2017-0063 vordert een opdrachtnemer van een gefailleerde vennootschap van diens gewezen (middellijk) bestuurders nakoming van een rechterlijke veroordeling. Het hof acht betalingsonwil of onrechtmatige selectieve betaling niet aanwezig en bekrachtigt de in eerste aanleg uitgesproken afwijzing van de vordering.

Vermoeden van bestuurdersaansprakelijkheid ex artikel 2:248 BW weerlegd
In OR 2017-0051 vordert de curator van de gewezen bestuurders betaling van het boedeltekort. Het hof acht het aannemelijk dat andere feiten of omstandigheden (kostbare juridische procedure en tegenwerkende aandeelhouder) dan hun onbehoorlijke taakvervulling (schending publicatieplicht) een belangrijke oorzaak van het faillissement zijn geweest. Ook oordeelt het hof dat het intreden van die oorzaak hen niet te verwijten is.

Aansprakelijkheid bestuurder wegens concurrerende activiteiten
In OR 2017-0049 vordert de vennootschap van haar gewezen bestuurder-werknemer schadevergoeding wegens schending van het concurrentiebeding en onrechtmatig handelen. Het hof oordeelt dat de bestuurder concurrerende activiteiten heeft verricht onder meer door het aanbieden van dezelfde producten en schadeplichtig is jegens de vennootschap.

Bevoegdheid Nederlandse rechter inzake bestuurdersaansprakelijkheid
In OR 2017-0045 is een vordering ingesteld door een Nederlandse verzekeraar tegen de directeur van een Engelse Ltd. tot terugbetaling van uitkeringen uit hoofde van een verzuimverzekering. Het hof acht zich bevoegd op grond van Brussel-I en verklaart Nederlands recht van toepassing omdat de aansprakelijkheid van de directeur is gebaseerd op een onrechtmatige daad. Ten gronde oordeelt het hof dat het aan gedaagden is om nadere stukken te overleggen waaruit blijkt wat de inhoud en aard van hun rechtsverhouding is, teneinde de verzekeraar in de gelegenheid te stellen haar stelling te onderbouwen dat de directeur onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld.

Ontvankelijkheid van een ontbonden vennootschap
In OR 2017-0052 staat de ontvankelijkheid ter discussie van een door de Kamer van Koophandel ontbonden besloten vennootschap (Refocus) wier liquidatie is beëindigd. Hoewel Refocus door de Kamer van Koophandel is ontbonden, valt het handelen van Recofus in eerste aanleg en hoger beroep binnen het beperkte doel waartoe Refocus na haar ontbinding is blijven voortbestaan, namelijk ten behoeve van de vereffening van haar vermogen. Refocus is daarom ontvankelijk te achten in het door haar ingestelde (principale) hoger beroep.

Tegenstrijdig belang zorgt voor toepassing artikel 6:248 lid 2 BW
In OR 2017-0048 staat de ontvlechting van de samenwerking tussen een kerkgenootschap en vastgoedondernemingen centraal. Het hof oordeelt dat de voormalig bestuurder verplicht was voorafgaand aan het sluiten van de gewraakte samenwerkingsovereenkomst de raad van toezicht goedkeuring te vragen. Het hof acht het een zwaarwegende omstandigheid dat de voormalig bestuurder dat heeft nagelaten. Volgens het hof was er sprake van een evident tegenstrijdig belang en heeft de voormalig bestuurder de raad van toezicht evenmin hierover geïnformeerd. Het hof komt tot het oordeel dat de omstandigheden van het geval, onderling en in samenhang bezien, tot de conclusie leiden dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar moet worden geacht dat de geheel door de voormalig bestuurder beheerste vennootschap de andere door hem beheerste vennootschap kan houden aan de in de samenwerkingsovereenkomst geformuleerde betalingsverplichtingen.

Schorsing bestuurder Stichting Loterijverlies
In OR 2017-0047 bekrachtigt het hof de in eerste aanleg uitgesproken schorsing van de bestuurder van Stichting Loterijverlies met benoeming van een tijdelijk bestuurder. Volgens het hof dient de bestuurder van een stichting erop toe te zien dat de financiële transacties uitsluitend plaatsvinden in het kader van de behartiging van de belangen van de gedupeerden en waar dat mogelijk niet het geval is, dient hij daartegen op te treden. De financiële transacties van Loterijverlies geven aanleiding om te vermoeden dat er sprake is van een met de statuten van de stichting strijdig financieel beheer.

Afwijzing vordering tot nabetaling door een gewezen vennoot
In OR 2017-0062 wordt van een gewezen vennoot van een cv nabetaling gevorderd van winstaandelen, evenals oplegging van een dwangsom indien financiële cijfers niet worden overgelegd. In dit eindarrest wijst het hof de vordering af, omdat niet voldaan is aan de voorwaarden waaronder de vennoot recht zou hebben op nabetaling.

Ondernemingskamer

Verzoek tot beëindiging van de tijdelijke benoeming van de OK-bestuurder van ZED+ tot tweemaal toe afgewezen In OR 2017-0069 wordt inzake ZED+ verzocht tot vervanging van de door de OK benoemde bestuurder (Wakkie) wegens betrokkenheid in een strafrechtelijk onderzoek door het Spaanse Openbaar Ministerie. De OK oordeelt dat de enkele omstandigheid dat Wakkie als ‘investigado’ (onderzochte) in een strafrechtelijk onderzoek betrokken is geen grond vormt voor ontheffing van Wakkie als tijdelijk bestuurder van ZED+. Zie eveneens OR 2017-0046, waarin een verzoek is ingediend tot vaststelling van wanbeleid en tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen bij ZED+. De OK heeft het verzoek tot beëindiging van de tijdelijke benoeming van Wakkie als tijdelijk bestuurder afgewezen, omdat van een belangenconflict niet is gebleken. Ter facilitering van de besluitvorming over een overnamebod heeft de OK alle aandelen in ZED+ alsmede de bevoegdheden van de RvC overgedragen aan een nader te noemen beheerder.

Rechtbank

Bestuurdersaansprakelijkheid wegens ontvangen betalingen na faillissementsaanvraag
In OR 2017-0067 heeft de curator een paulianavordering ingesteld jegens de bestuurder van een crediteur die voorafgaand en na het faillissement betalingen van de failliete vennootschap heeft ontvangen. De rechtbank acht de bestuurder wel persoonlijk aansprakelijk ter zake de betalingen na de faillissementsaanvraag, maar niet ter zake de betalingen daarvoor, aangezien op dat moment nog pogingen werden gedaan om de verkoop van de vennootschap te realiseren.

Bestuurdersaansprakelijkheid stichting wegens overhevelen activa
OR 2017-0066 ziet op de vordering van een crediteur van een stichting tegen haar bestuurders tot betaling van achterstallige huurpenningen wegens frustratie van betaling en verhaal. De kantonrechter acht de bestuurders aansprakelijk omdat zij de activiteiten van de stichting hebben overgeheveld naar een nieuwe stichting en de ‘oude’ stichting zonder enige activa hebben laten voortbestaan.

Bestuurdersaansprakelijkheid (na turboliquidatie) vanwege het overhevelen van activa
In OR 2017-0065 vorderen eisers schadevergoeding van de bestuurders vanwege een onrechtmatige daad uit selectieve betaling. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van bestuurdersaansprakelijkheid enkel doordat ter uitvoering van een schikking een concurrente schuldeisers betaald is. Wel zijn de bestuurders aansprakelijk vanwege het overhevelen van vermogensbestanddelen.

Bestuurdersaansprakelijkheid wegens frustratie van verhaal
In OR 2017-0060 vordert een expediteur tegen de gewezen bestuurders van de opdrachtgever betaling van nageheven invoerrechten wegens frustratie van betaling en verhaal. De rechtbank acht de bestuurders aansprakelijk omdat zij een lege vennootschap hebben achtergelaten zonder daarbij zekerheid te bedingen. Nu de expediteur ook blaam treft omdat zij zelf geen zekerheden heeft bedongen, wordt de helft van het gevorderde bedrag toegewezen.

Bestuurdersaansprakelijkheid afgewezen, geen ernstig verwijt
In OR 2017-0055 vordert de crediteur van een ontbonden vennootschap van haar gewezen bestuurder betaling van onbetaald gebleven facturen op grond van frustratie van betaling en verhaal. De rechtbank oordeelt dat onvoldoende gesteld is om een ernstig verwijt te kunnen aannemen.

Geen benoemingsbesluit, geen bestuurder ondanks inschrijving handelsregister
In OR 2017-0054 (Caribische zaak) maakt verzoeker aanspraak op de betaling van achterstallig loon en stelt daartoe geen statutair bestuurder van de vennootschap te zijn geweest maar een ‘normale’ arbeidsovereenkomst te hebben. Verzoeker stelt nooit bij aandeelhoudersbesluit benoemd te zijn en slechts als bestuurder te zijn ingeschreven in het handelsregister. Het gerecht wijst het gevorderde toe, nu er enkel een ontslagbesluit is genomen en de arbeidsovereenkomst nooit rechtsgeldig is beëindigd.

Geen inkoop van aandelen mogelijk op grond van artikel 2:207 lid 2 BW
In OR 2017-0064 vorderen de gewezen partners van een besloten vennootschap inkoop van eigen aandelen anders dan om niet. De rechtbank komt tot een uitleg van de waarderingsregel in het participatieplan aan de hand van de cao-norm en oordeelt dat er sprake is van het inkoopverbod van artikel 2:207 lid 2 BW.

Rest mij nog u een bijzonder goede dag toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Emmanuel Lokin
Hoofdredacteur OR Updates