Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan.

Rechtspraak

Hierbij de nieuwsbrief met daarin een korte weergave van de recent verschenen ondernemingsrechtelijke uitspraken.

Ga naar onze website (www.or-updates.nl) of klik op een or-nummer om de hele samenvatting te lezen. Daar kunt u ook gebruikmaken van onze zoekmachine om te zoeken op artikelnummer, onderwerp, advocaat, rechter en nog veel meer!

In het bijzonder wijs ik u graag op de volgende uitspraken.

Hoge Raad

Het vereiste van de voorzienbaarheid van de schade bij externe aansprakelijkheid geldt niet onverkort bij interne aansprakelijkheid
In OR 2017-0105 staat de interne bestuurdersaansprakelijkheid voor het afleggen van een onjuiste verklaring aan een kredietverstrekker over de zekerheidspositie centraal. Geldt het constitutieve vereiste van de voorzienbaarheid van de schade bij de externe persoonlijke bestuurdersaansprakelijkheid jegens derden ex artikel 6:162 BW ook bij interne aansprakelijkheid ex artikel 2:9 BW? In beide eerdere instanties is geoordeeld van niet. Ook A-G Hartlief concludeert dat het constitutieve vereiste van de voorzienbaarheid van de schade dat geldt bij de externe persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder jegens derden op grond van artikel 6:162 BW, niet in algemene zin als constitutief vereiste geldt bij de interne aansprakelijkheid jegens de vennootschap op grond van artikel 2:9 BW. De Hoge Raad doet het cassatieberoep af met toepassing van artikel 81 lid 1 RO.

Bestuurdersaansprakelijkheid omdat een projectvennootschap niet wordt voorzien van financiële middelen
In OR 2017-0109 vordert een contractspartij van een projectvennootschap van diens bestuurder schadevergoeding wegens wanprestatie door de vennootschap. ’s Hofs toewijzing van die vordering op grond van frustratie van betaling en verhaal geeft volgens de Hoge Raad geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. In het oordeel van het hof ligt besloten dat de bestuurder heeft bewerkstelligd of toegelaten dat de projectvennootschap haar verplichtingen jegens de contractspartij niet kon nakomen, terwijl de bestuurder redelijkerwijze had behoren te begrijpen dat de projectvennootschap geen verhaal zou bieden voor de schadevordering van de contractspartij doordat de bestuurder de projectvennootschap niet van financiële middelen heeft voorzien.

Omzetting van een kerkvennootschap in een andere rechtsvorm?
In OR 2017-0090 wordt ingegaan op de conclusie van A-G Timmerman in de prejudiciële procedure inzake de Nederlands-Israëlitische Instelling voor Sociale Arbeid over de vraag of kerkgenootschappen en zelfstandige onderdelen dan wel lichamen daarvan in de zin van artikel 2:2 lid 1 BW door toepassing van artikel 2:18 BW kunnen worden omgezet in een andere rechtsvorm en omgekeerd. De A-G concludeert dat niet valt in te zien waarom de aard van een kerkgenootschap zich er in het algemeen tegen verzet dat een kerkgenootschap zich omzet in een andere rechtsvorm en dat ook de omgekeerde route mogelijk moet zijn.

Hof

Bestuurdersaansprakelijkheid vanwege het niet nakomen van de huurovereenkomst
In OR 2017-0089 vordert een verhuurder dat de bestuurder van de vennootschap persoonlijk aansprakelijk is voor de schade die de verhuurder lijdt door niet-nakoming door de vennootschap. De verhuurder legt aan zijn vordering ten grondslag dat de bestuurder heeft bewerkstelligd dat de vennootschap haar verplichtingen niet kon nakomen door zonder de huurovereenkomst te beëindigen het pand te verlaten om de activiteiten onder een andere naam voort te zetten en de inkomsten die de vennootschap verwierf over te hevelen. Het hof overweegt dat van de bestuurder verwacht mag worden dat hij ter onderbouwing van zijn verweer concrete informatie verschaft betreffende de feiten die in zijn domein liggen, zoals administratiegegevens. Nu de informatie in dit hoger beroep weer zeer summier is, stelt het hof de bestuurder in de gelegenheid om aanvullende informatie te verstrekken.

Ondernemingskamer

Geen onderzoek en onmiddellijke voorzieningen bij TMG
In OR 2017-0106 wordt verzocht tot het gelasten van een enquête en het treffen van onmiddellijke voorzieningen in de vorm van een onafhankelijk commissaris en een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van TMG. Aan de commissaris dient exclusief de bevoegdheid toe te komen met betrekking tot het biedingsproces, de benoeming/het ontslag van bestuurders en de vertegenwoordiging van TMG bij alle rechtshandelingen tussen TMG enerzijds en Mediahuis, VPE en Talpa Holding anderzijds. Aan het verzoek hebben Talpa c.s. kort samengevat ten grondslag gelegd dat de raad van commissarissen van TMG in strijd met de redelijkheid en billijkheid en met heersende opvattingen over goede corporate governance hebben gehandeld. De OK wijst de verzoeken af en houdt iedere verdere beslissing aan.

Enquêteverzoek afgewezen
In OR 2017-0107 verzoekt de bloot eigenaar van aandelen het gelasten van een enquête en het treffen van onmiddellijke voorzieningen. De OK wijst de verzoeken af bij gebreke aan gegronde redenen om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken.

Uitkoopprocedure waarbij een NV eerst is omgezet in een BV
OR 2017-0088 ziet op de uitkoopregeling na openbaar bod. De OK overweegt dat voldoende is aangetoond dat de naamloze vennootschap is omgezet in een besloten vennootschap. Aangezien de omzetting heeft plaatsgevonden nadat de dagvaarding is uitgebracht, heeft Recruit Holdings volgens de OK gedaagden juist gedagvaard. Ook is volgens de OK voldaan aan de negentig procent-drempel in het kader van het prijsvermoeden van artikel 2:359c BW. Nu de negentig procent-drempel is gehaald en geen feiten of omstandigheden zijn gebleken die meebrengen dat afgeweken moet worden van het wettelijk vermoeden, acht de OK de bij het bod geboden tegenprestatie per aandeel een billijke prijs.

OK sluit bij vaststelling van de bezoldiging aan bij de WNT
In OR 2017-0096 oordeelt de OK ten aanzien van een bezoldigingsverzoek dat het, gelet op het bijzondere karakter van de functie van de door de OK in een enquêteprocedure benoemde voorzitter van de raad van toezicht, gerechtvaardigd is voor toekenning van een beloning aan een persoon in die functie aansluiting te zoeken bij de voor topfunctionarissen zonder dienstbetrekking geldende bezoldigingsmaxima (vgl. art. 2.2 Wet normering topinkomens (‘WNT’) en art. 2.1 lid 4 WNT jo. art. 4 Uitvoeringsbesluit WNT). Een andere opvatting zou volgens de OK ertoe leiden dat ernstig afbreuk kan worden gedaan aan de effectiviteit van onmiddellijke voorzieningen die nodig zijn vanwege de toestand waarin de rechtspersoon zich ten tijde van het treffen van die voorzieningen bevindt.

Holland Casino kon in redelijkheid tot het besluit tot afsplitsing komen
In OR 2017-0094 oordeelt de OK dat Holland Casino in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen tot juridische afsplitsing van het gehele vermogen van Stichting Holland Casino naar een nieuw op te richten N.V. en ontbinding van Stichting Holland Casino als zodanig, waarna de Staat der Nederlanden de aandelen in Holland Casino N.V. via een liquidatie-uitkering van de Stichting Holland Casino zal verkrijgen.

Rechtbank

Bestuurdersaansprakelijkheid bij een woningstichting
OR 2017-0092 ziet op de aansprakelijkheid van voormalig bestuurders van een woningstichting in verband met onterecht ontvangen vergoedingen en privéuitgaven ten laste van de stichting, alsmede ontoelaatbare betrokkenheid als privépersoon bij onroerendgoedtransacties ten behoeve van de stichting. De rechtbank acht een tegenstrijdig belang aanwezig en veroordeelt de bestuurders tot terugbetaling van de betalingen/onttrekkingen op grond van onverschuldigde betaling, ongerechtvaardigde verrijking, onrechtmatige daad en/of bestuurdersaansprakelijkheid.

Geen bestuurdersaansprakelijkheid voor niet afdragen pensioenpremies en werkgeversbijdragen
In OR 2017-0098 vordert een bedrijfspensioenfonds van de (indirect) bestuurder van een aangesloten vennootschap betaling van niet afgedragen pensioenpremies en werkgeversbijdragen op grond van onrechtmatige daad. De rechtbank oordeelt dat geen sprake is van bestuurdersaansprakelijkheid wegens bewuste non-afdracht of betalingsonwil.

Geen bestuurdersaansprakelijkheid voor de voormalige bestuurder van de Gaykrant
In OR 2017-0100 staat de vordering van de Stichting Vrienden van de Gaykrant tegen haar voormalige bestuurder tot schadevergoeding wegens teruggevorderde overheidssubsidie centraal. De rechtbank oordeelt dat de stichting onvoldoende heeft gesteld/onderbouwd om te kunnen aannemen dat sprake is geweest van persoonlijk ernstig verwijtbaar handelen door de voormalig voorzitter en dat dit de oorzaak is geweest van de intrekking van de subsidie.

Verbod tot het geven van uitvoering aan een besluit vanwege ontbreken gekwalificeerde meerderheid
In OR 2017-0099 is de oprichter van een belangenvereniging een kortgedingprocedure begonnen om deze laatste te verbieden uitvoering te geven aan besluiten tot voortijdige beëindiging van de huur- en beheerovereenkomst. De voorzieningenrechter oordeelt dat het besluit is aan te merken als een besluit tot ontbinding en dat de daartoe vereiste besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid niet heeft plaatsgevonden.

Het statutaire doel van de stichting belet uitkering
In OR 2017-0108 vordert een terminaal zieke patiënte in kort geding van de (bestuurders van de) stichting, die opgericht is ten behoeve van een crowdfundingsactie voor de bekostiging van haar uitvaart, tot uitkering van het opgehaalde bedrag om haar behandeling in België te betalen. De voorzieningenrechter wijst de vordering af wegens strijdigheid met het statutaire doel van de stichting.

Rest mij nog u een bijzonder goede dag toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Emmanuel Lokin
Hoofdredacteur OR Updates