Update
Geachte heer/mevrouw,
Nu het zomerreces weer is geëindigd, treft u bijgaand een nieuwe OR Update aan met daarin een korte weergave van de ondernemingsrechtelijke uitspraken die de afgelopen weken in samenvatting zijn verschenen op www.or-updates.nl. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.
Ga naar onze website (www.or-updates.nl) of klik op een or-nummer om de hele samenvatting te lezen of om gebruik te maken van onze zoekmachine om te zoeken op artikelnummer, onderwerp, advocaat, rechter en nog veel meer!
In het bijzonder wijs ik u graag op de volgende uitspraken.
Hoge Raad
Hof dient opnieuw te onderzoeken of er sprake was van frustratie van nakoming
In OR 2018-0123 komt een geschil aan de orde tussen joint venture partners na de beëindiging van de samenwerking. Een bestuurder van een van de partners wordt aangesproken tot schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad. Als grondslag wordt zowel frustratie van nakoming aangevoerd, als schending van de Beklamel-norm. Het hof ziet in één omstandigheid geen grond voor het verwijt dat de bestuurder nakoming heeft gefrustreerd en wijst ook schending van de Beklamel-norm af. De Hoge Raad oordeelt dat het hof ten onrechte is voorbijgegaan aan andere door eiser gestelde omstandigheden waaruit frustratie van nakoming zou blijken.
Executoriale verkoop en blokkeringsregeling
In OR 2018-0127 ligt de vraag voor of bij een executoriale verkoop op de voet van artikel 2:198 lid 6 BW er geen sprake zou zijn van zuiverende werking ten aanzien van een lager gerangschikt pandrecht (art. 3:248 lid 3 BW). Naar het oordeel van de Hoge Raad dient de executoriale verkoop van aandelen door de pandhouder steeds plaats te vinden volgens de algemene regels van artikel 3:250 e.v. BW en moet daarbij in voorkomend geval het bepaalde in artikel 2:198 lid 6 BW in acht worden genomen, zodat het hof terecht artikel 3:251 lid 1 BW heeft toegepast. Het cassatieberoep wordt, in afwijzing van de conclusie A-G, verworpen.
Hof
Besluit tot verlaging van de uittredingsleeftijd in strijd met de redelijkheid en billijkheid?
In OR 2018-0126 wordt het AVA-besluit tot verlaging van de uittredingsleeftijd van de aandeelhouders van een accountants- en belastingadvieskantoor aangevochten. De rechtbank acht het besluit niet in strijd met de redelijkheid en billijkheid. Het hof acht het desbetreffende besluit op zichzelf niet in strijd met de redelijkheid en de billijkheid, maar het ontbreken van enige compensatie wel.
Aansprakelijkheid bestuurder vereniging afgewezen
In OR 2018-0125 is een (middellijk) bestuurder van een woonvereniging door twee van haar leden aansprakelijk gesteld, omdat zij slechts lidmaatschapsrechten van de woonvereniging hadden verworven, terwijl zij in de veronderstelling verkeerden dat zij het eigendomsrecht op een studio verwierven. De bestuurder is in eerste aanleg niet verschenen en tegen hem is verstek verleend. In dit hoger beroep oordeelt het hof dat de bestuurder niet aansprakelijk is.
Ondernemingskamer
Onderzoek gelast inzake Eneco
In OR 2018-0121 komt de enquêteprocedure van Eneco aan bod. Naar aanleiding van het voornemen van de aandeelhouders tot verkoop van hun belang in Eneco, verslechteren de verhoudingen tussen de aandeelhouderscommissie, de raad van bestuur, de raad van commissarissen en de ondernemingsraad van Eneco. Dit resulteert in het vertrek van de voorzitter van de raad van bestuur. De ondernemingsraad van Eneco verzoekt een enquête te gelasten, alsmede de schorsing van de voorzitter van de raad van commissarissen en de benoeming van een tijdelijk voorzitter. De OK wijst de verzoeken toe.
Wanbeleid bij Hepta leidt tot ontbinding van de vennootschap
In OR 2018-0130 stelt de OK vast dat er sprake is van wanbeleid van Hepta G, in het bijzonder ten aanzien van de administratie en het ontbreken van jaarrekeningen en de samenstelling van haar statutair bestuur. De OK acht diverse bestuurders (uit beide kampen) over verschillende periodes verantwoordelijk voor het wanbeleid. De OK oordeelt dat het gerechtvaardigd is Hepta G te ontbinden, nu geen normalisering van de verhoudingen valt te verwachten. Totdat de beschikking onherroepelijk is geworden, zal de tijdelijk bestuurder in functie blijven en daarna overgaan tot de vereffening van Hepta G. Tot slot ontslaat de OK de huidige bestuurder, gezien de (mede)verantwoordelijkheid van deze bestuurder voor gebleken wanbeleid en de ontbinding en vereffening.
Enquêteverzoek afgewezen
In OR 2018-0124 verzoekt een voormalige maat om enquête inzake een advocatenmaatschap die wegens verdenking van fraude door die maat is beëindigd. Het geschil draait onder meer om een besluit tot een huurprijsverlaging van het kantoorpand. De OK oordeelt dat het besluit geen gegronde reden oplevert om aan een juist beleid en een juiste gang van zaken te twijfelen.
Rechtbank
Bestuurdersaansprakelijkheid wegens het vervalsen van mutatieoverzichten van bankrekeningen
In OR 2018-0116 wordt de bestuurders verweten niet te hebben voldaan aan de administratieplicht van artikel 2:10 BW. In het bijzonder omdat er sprake zou zijn van vervalsing van mutatieoverzichten van bankrekening(en) van de vennootschap. De bestuurders worden aansprakelijk gehouden voor faillissementstekort op grond van artikel 2:248 BW.
Ingeschreven bestuurder aansprakelijkheid ex artikel 2:248 BW
OR 2018-0122 ziet op het faillissement van een zwemschool. De curator vordert van een zweminstructrice, die in het handelsregister als bestuurder stond ingeschreven, betaling van het boedeltekort. De rechtbank acht voldoende omstandigheden aanwezig om aan te nemen dat de instructrice bestuurder was, en stelt haar in de gelegenheid tegenbewijs te leveren.
Bestuurdersaansprakelijkheid wegens selectieve betaling
In OR 2018-0117 wordt aansprakelijkheid van de bestuurders aangenomen wegens selectieve betaling voorafgaand aan liquidatie vennootschap.
Bestuurdersaansprakelijkheid vanwege schending van de Beklamel-norm afgewezen
In OR 2018-0128 huurt een vennootschap een zeeschip. Vervolgens verhuurt deze vennootschap het zeeschip door aan een onderbevrachter, en komt de vennootschap haar verplichtingen jegens de verhuurder niet (geheel) na. De rechtbank acht de bestuurder van de vennootschap niet aansprakelijk op grond van de Beklamel-norm.
Nietigverklaring van een bestuursbesluit vanwege tegenstrijdig belang
In OR 2018-0120 vordert een aandeelhouder van een besloten vennootschap nietigverklaring van een bestuursbesluit tot verkoop/overdracht van een substantieel deel van de activa aan een door het bestuur opgerichte entiteit. De rechtbank oordeelt dat bestuurders zich niet in staat hadden mogen achten het belang van de vennootschap met de vereiste integriteit en objectiviteit te kunnen behartigen, en acht het besluit om die reden nietig.
Leden (informele) vereniging hebben recht op adressen van andere leden
In OR 2018-0118 speelt een Caribische zaak die draait om de ontvankelijkheid van een informele vereniging zonder rechtspersoonlijkheid. Enkele leden van een vereniging stellen een vordering in tot verstrekking van (e-mail)adressen van de leden om met hen in contact te komen voorafgaand aan een algemene ledenvergadering. Het Gerecht oordeelt dat eisers als lid een gerechtvaardigd belang hebben om op een effectieve wijze met de andere leden te kunnen communiceren.
Belanghebbende inzake omzetting kerkgenootschap in andere rechtsvorm
In OR 2018-0119 komt het vervolg aan bod van de prejudiciële procedure bij de Hoge Raad over de vraag of kerkgenootschappen kunnen worden omgezet in een andere rechtsvorm en omgekeerd (HR 21 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:771, OR 2017-0140). Een kerkgenootschap en een lid daarvan verzoeken toegelaten te worden als belanghebbende. De rechtbank wijst alleen het verzoek van het kerkgenootschap toe.
Rest mij nog u een bijzonder goede dag toe te wensen.
Met vriendelijke groet,
Emmanuel Lokin
Hoofdredacteur OR Updates
Hoge Raad
- Hoge Raad Geschil tussen joint venture partners na beëindiging samenwerking. Voorwaardelijke vordering in hoger beroep tegen de bestuurder van een van de partners tot schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad. Het hof ziet in één omstandigheid geen grond voor het verwijt dat de bestuurder nakoming heeft gefrustreerd. De Hoge Raad oordeelt dat het hof hiermee ten onrechte is voorbijgegaan aan andere door eiser gestelde omstandigheden. 06-07-2018
- Hoge Raad Executoriale verkoop van aandelen door pandhouder met inachtneming van blokkeringsregeling moet plaatsvinden volgens regels van artikel 3:250 e.v. BW. 22-06-2018
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden In eerste aanleg is een (middellijk) bestuurder van een woonvereniging door twee van haar leden aansprakelijk gesteld, omdat zij slechts lidmaatschapsrechten van de woonvereniging hadden verworven, terwijl zij in de veronderstelling verkeerden dat zij het eigendomsrecht op een studio verwierven. De bestuurder is in eerste aanleg niet verschenen en tegen hem is verstek verleend. In dit hoger beroep oordeelt het hof dat de bestuurder niet aansprakelijk is. 24-07-2018
- Gerechtshof Amsterdam OK; enquête Eneco. Naar aanleiding van het voornemen van de aandeelhouders tot verkoop van hun belang in Eneco, verslechteren de verhoudingen tussen de aandeelhouderscommissie, de raad van bestuur, de raad van commissarissen en de ondernemingsraad van Eneco. Dit resulteert in het vertrek van de voorzitter van de raad van bestuur. De ondernemingsraad van Eneco verzoekt een enquête te gelasten, alsmede de schorsing van de voorzitter van de raad van commissarissen en de benoeming van een tijdelijk voorzitter. De OK wijst de verzoeken toe. 18-07-2018
- Gerechtshof Amsterdam OK. Enquêteverzoek van een voormalige maat in een advocatenmaatschap, die wegens verdenking van fraude door die maat is beëindigd. Geschil over een besluit tot een huurprijsverlaging van het kantoorpand. De OK oordeelt dat het besluit geen gegronde reden oplevert om aan een juist beleid en een juiste gang van zaken te twijfelen. 20-06-2018
- Gerechtshof Amsterdam OK; enquêterecht. Vaststelling wanbeleid bij Hepta G. (Feitelijk) bestuurders verantwoordelijk. Ontbinding Hepta G. 02-05-2018
- Gerechtshof Amsterdam AVA-besluit tot verlaging van de uittredingsleeftijd van de aandeelhouders van een accountants- en belastingadvieskantoor. Anders dan de rechtbank acht het hof het desbetreffende besluit niet geheel in strijd met de redelijkheid en de billijkheid. 19-12-2017
Rechtbank
- Rechtbank Limburg Bestuurdersaansprakelijkheid. Niet voldoen aan administratieplicht van artikel 2:10 BW; vervalsing mutatieoverzichten van bankrekening(en) van de vennootschap. Aansprakelijkheid voor faillissementstekort op grond van artikel 2:248 BW. 25-07-2018
- Rechtbank Midden-Nederland Een vennootschap huurt een zeeschip, verhuurt deze door aan een onderbevrachter, en komt vervolgens haar verplichtingen jegens de verhuurder niet (geheel) na. De rechtbank acht de bestuurder van de vennootschap niet aansprakelijk op grond van de Beklamel-norm. 18-07-2018
- Rechtbank Midden-Nederland Faillissement zwemschool. Vordering van de curator tegen een zweminstructrice die in het handelsregister als bestuurder stond ingeschreven, tot betaling van het boedeltekort. De rechtbank acht voldoende omstandigheden aanwezig om aan te nemen dat de instructrice bestuurder was, en stelt haar in de gelegenheid tegenbewijs te leveren. 11-07-2018
- Rechtbank Oost-Brabant Verdeling of toebedeling op grond van bepalingen van de vennootschapsakte of op grond van artikel 3:185 BW (verdeling door de rechter van een eenvoudige gemeenschap). 11-07-2018
- Rechtbank Amsterdam Vordering van een aandeelhouder van een besloten vennootschap tot nietigverklaring van een bestuursbesluit tot verkoop/overdracht van een substantieel deel van de activa aan een door het bestuur opgerichte entiteit. De rechtbank oordeelt dat bestuurders zich niet in staat hadden mogen achten het belang van de vennootschap met de vereiste integriteit en objectiviteit te kunnen behartigen, en acht het besluit om die reden nietig. 11-07-2018
- Rechtbank Gelderland Bestuurdersaansprakelijkheid aangenomen wegens selectieve betaling voorafgaand aan liquidatie vennootschap. 27-06-2018
- Rechtbank Amsterdam Vervolg op prejudiciële procedure bij de Hoge Raad over de vraag of kerkgenootschappen kunnen worden omgezet in een andere rechtsvorm en omgekeerd (HR 21 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:771, OR 2017-0140); verzoeken van een kerkgenootschap en een lid daarvan tot toelating als belanghebbende. De rechtbank wijst alleen het verzoek van het kerkgenootschap toe. 07-06-2018