Naar boven ↑

Update

Nummer 1, 2019
Uitspraken van 23-12-2018 tot 30-01-2019
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. drs. K.H. Boonzaaijer en mr. E.H. Leemreis.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan met daarin een korte weergave van de ondernemingsrechtelijke uitspraken die de afgelopen weken in samenvatting zijn verschenen op www.or-updates.nl. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Ga naar onze website (www.or-updates.nl) of klik op een or-nummer om de hele samenvatting te lezen of om gebruik te maken van onze zoekmachine om te zoeken op artikelnummer, onderwerp, advocaat, rechter en nog veel meer!

In het bijzonder wijs ik u graag op de volgende uitspraken.

Hoge Raad

Bestuurdersaansprakelijkheid vanwege een onbehoorlijk bedrijfsmodel in stand gelaten
In OR 2019-0006 komt het cassatieberoep in de bestuurdersaansprakelijkheidsprocedure naar aanleiding van het faillissement van Partrust aan de orde. Leidt het hanteren van een onjuist en onbehoorlijk bedrijfsmodel (door de AFM aangemerkt als oneerlijke handelspraktijken) tot bestuurdersaansprakelijkheid op grond van artikel 2:248 lid 1 BW? A-G Timmerman concludeert dat uit het totaal van de door het hof in aanmerking genomen omstandigheden moet blijken dat het hof de hoge drempel voor aansprakelijkheid juist heeft toegepast. De constatering van het hof dat het overgrote deel van de door beleggers ingelegde gelden niet is gebruikt om te beleggen, maar voor aflossingen en rente, leidt volgens hem tot een voldoende gemotiveerd oordeel dat een dergelijk bedrijfsmodel vroeg of laat tot faillissement moet leiden. Nu het hof tevens heeft vastgesteld dat het onbehoorlijk bestuur een belangrijke oorzaak is voor faillissement, is aan alle vereisten voor aansprakelijkheid op grond van artikel 2:248 lid 1 BW voldaan. De Hoge Raad doet het cassatieberoep af met toepassing van artikel 81 lid 1 RO. Lees de hele samenvatting.

Vervolg: onbehoorlijk verzuim?
In OR 2019-0010 en OR 2019-0016 speelt een vergelijkbare vordering inzake Partrust, maar daar doet de curator een beroep op grond van artikel 2:248 lid 2 jo 2:394 BW. De bestuurder stelt dat het niet voldoen aan de publicatieplicht dient te worden gezien als een onbehoorlijk verzuim. Hij voert aan dat de uitkomst van een onderzoek van de Belastingdienst en een discussie met de AFM moest worden afgewacht, de concept jaarrekening wel tijdig gereed was en de schuldeisers tussendoor adequaat zijn geïnformeerd, waardoor zij geen nadeel hebben ondervonden van de te late publicatie. Het hof is hier niet in meegegaan: noch een lopend onderzoek, noch een discussie met de AFM is een valide reden om de jaarrekening niet tijdig te publiceren. In een periode dat een onderneming, zoals Partrust, negatief in het nieuws is, is het aldus het hof te meer van belang de termijn voor publicatie na te leven. Desnoods kan er een opmerking over een onderzoek of discussie worden opgenomen in de jaarrekening. Het is daarnaast niet aan de bestuurder om te bepalen dat de schuldeisers geen belang hebben bij een jaarrekening met opmerking. Dat de administratie van Partrust verder op orde zou zijn doet volgens het hof niets af aan de publicatieverplichting. A-G Timmerman concludeert tot verwerping. De Hoge Raad volgt de A-G en doet het beroep af met toepassing van artikel 81 RO. Lees de hele samenvatting.

Hof

Bestuurdersaansprakelijkheid voor onbetaald gebleven advocatendeclaraties toegewezen
In OR 2019-0005 speelt de vraag of de (in)direct bestuurders van een failliete opdrachtgever aansprakelijk zijn voor onbetaald gebleven declaraties van de opdrachtnemer? Het hof hanteert de Kribbebijter-maatstaf en overweegt dat hen op grond van hun toezeggingen persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt, temeer nu de boedel nagenoeg geen actief bevat. Lees de hele samenvatting.

Verbod Bandidos Motorcycle Club
In OR 2019-0014 komt het hoger beroep aan de orde in de procedure tot verbod en ontbinding van Bandidos Motorcycle Club op grond van artikel 2:20 BW wegens strijd met de openbare orde. Het hof vernietigt de beschikking van de rechtbank op het punt van de verklaring voor recht en laat de verbodenverklaring van de Nederlandse afdeling van de Bandidos Motorcycle Club in stand, met dien verstande dat deze beslissing geen betrekking heeft op het bestaan van andere zelfstandige Bandidos-motorclubs in Nederland. Lees de hele samenvatting.

Ondernemingskamer

Gegronde redenen vanwege financiering koopsom door dividenduitkering target
In OR 2019-0002 speelt de onenigheid bij SteelFrame c.s. nadat deze onderneming is overgedragen en de koper die de koopsom grotendeels heeft gefinancierd door middel van een dividenduitkering door Steelframe c.s. Certificaathouders Tornado c.s. verzoeken de OK een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken binnen Steelframe c.s. te bevelen. Als onmiddellijke voorzieningen vragen zij de bestuurder van Steelframe Beheer en TTB Staal te schorsen en het dividendbesluit van Steelframe Beheer te vernietigen. De OK ziet gegronde redenen in de verslechterde financiële positie van Steelframe c.s. en wijst ook het verzoek tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen toe. Lees de hele samenvatting.

Wanbeleid vanwege nalaten vestigen zekerheden en bijeenroepen AVA
In OR 2019-0003 komt de enquêteprocedure inzake Loda Holding aan bod. Enig bestuurder van de vennootschap heeft nagelaten zekerheden te vestigen ten behoeve van de vennootschap en nagelaten de algemene vergadering bijeen te roepen tot vaststelling van jaarrekeningen. De onderzoeker komt tot de conclusie dat de bestuurder zijn eigen (tegenstrijdige) belangen voorop heeft gesteld. Dit heeft er mede aan bijgedragen dat er sprake is van wanbeleid. Veroordeling van de bestuurder in de onderzoekskosten en ontbinding van de vennootschap. Lees de hele samenvatting.

Verzoek certificaathouder ten aanzien van dochter niet-ontvankelijk
In OR 2019-0004 is een (indirect) aandeelhouder wel ontvankelijk ten aanzien van de vennootschap maar niet-ontvankelijk ten aanzien van de dochtervennootschap omdat niet kan worden gezegd dat de dochtervennootschap onderdeel uitmaakt van een economische en organisatorische eenheid onder gemeenschappelijke leiding die zou rechtvaardigen dat het indirecte belang van deze aandeelhouder op één lijn te stellen is met de positie van aandeel- of certificaathouder. Het aandeelhoudersbesluit tot toekenning van een managementvergoeding met terugwerkende kracht levert geen gegronde redenen op voor twijfel aan een juist beleid en een juiste gang van zaken. Lees de hele samenvatting.

Enquêteverzoek door de OK afgewezen
OR 2019-0007 ziet op de enquêteprocedure bij Hortiglass International. De aandeelhouders van de vennootschap verzoeken een onderzoek te bevelen en onmiddellijke voorzieningen te treffen, omdat besluitvorming onmogelijk is geworden wegens ernstig verstoorde verhoudingen tussen de (prioriteits)aandeelhouders. De OK overweegt dat er inderdaad sprake is van verstoorde verhoudingen, maar dat deze niet afdoen aan de bestaande stemverhoudingen. Als gevolg daarvan is er juist geen blokkade geweest in de besluitvorming; niet op aandeelhoudersniveau, en niet op bestuursniveau omdat B de enig bestuurder is. Onder deze omstandigheden leveren de verstoorde verhoudingen tussen de aandeelhouders geen gegronde reden op voor twijfel aan een juist beleid en een juiste gang van zaken. Voorts oordeelt de OK dat niet is gebleken van onvolledige, tegenstrijdige of gebrekkige informatievoorziening. De OK wijst de verzoeken af. Lees de hele samenvatting.

Afgeleide schade kan worden verdisconteerd in de uitkoopprijs
In OR 2019-0008 speelt het vervolg in een uitkoopprocedure na aanhouding in afwachting van een beschikking in een enquêteprocedure waarin wanbeleid is vastgesteld. De OK trekt een parallel met de billijke verhoging bij een uittreedprocedure en oordeelt dat de afgeleide schade van de minderheidsaandeelhouders die aannemelijk is op grond van het vastgestelde wanbeleid betrokken dient te worden bij de vaststelling van de uitkoopprijs. Lees de hele samenvatting.

Vervolgonderzoek inzake Teka (nu Heritage) afgewezen
OR 2019-0009 ziet op het vervolg van de enquêteprocedure inzake Heritage B (Teka). Er speelt daar een geschil tussen de twee aandeelhoudende families naar aanleiding van een aandelenuitgifte in verband met een financieringsnoodzaak. Is het incassobeleid ten aanzien van een miljoenenschuld van de bestuursvoorzitter (die deel uitmaakt van een van de beide families) onzakelijk? Wordt op een goede manier omgegaan met mogelijke tegenstrijdig belangen? De OK wijst de verzoeken tot het bevelen van een onderzoek en het treffen van onmiddellijke voorzieningen af. Lees de hele samenvatting.

Enquêteverzoek toegewezen
In OR 2019-0011 bestaat er een geschil tussen indirecte aandeelhouders, tevens bestuurders, naar aanleiding van een beoogde splitsing van de vennootschap. Centraal staat onder meer het ontslag van één van hen als bestuurder. De OK ziet in de ontstane onherstelbare vertrouwensbreuk, de onzekerheid over de besluitvormingsregels en de ontoelaatbaarheid van het ontslag, gegronde redenen om aan een juist beleid te twijfelen. Lees de hele samenvatting.

Gezamenlijk verzoek tot benoeming commissaris toegewezen
OR 2019-0012 ziet op de enquêteprocedure inzake Nordeon. Tijdens de zitting wordt overeenstemming bereikt over voorlopige financiering en wordt het verzoek gedaan de huidige commissarissen te schorsen en een onafhankeljike commissaris te benoemen. De OK wijst het gezamenlijke verzoek toe en houdt iedere verdere beslissing aan tot de voortzetting van de mondelinge behandeling. Lees de hele samenvatting.

Enquêteprocedure inzake Casa Della Goia
In OR 2019-0013 komt de enquêteprocedure inzake Casa Della Goia aan de orde. De OK oordeelt dat het verzoek deels niet-ontvankelijk is, aangezien de certificaathouder heeft nagelaten om haar bezwaren tegen het beleid of de gang van zaken vooraf schriftelijk aan het bestuur van de vennootschap kenbaar te maken, zoals wordt voorgeschreven door artikel 2:349 lid 1 BW. De vennootschap zelf – vertegenwoordigd door de certifcaathouder/bestuurder – is wel ontvankelijk aangezien artikel 2:349 lid 1 BW niet op de vennootschap van toepassing is. Op grond van de verstoorde verhoudingen en gebrekkige informatievoorziening over de (financiële) gang van zaken tussen de bestuurders wijst de OK het enquêteverzoek toe en benoemt een derde als zelfstandig vertegenwoordigingsbevoegde met beslissende stem. Lees de hele samenvatting.

Aanwijzen van dezelfde accountant bij voorgenomen juridische fusie
In OR 2019-0018 hebben twee vennootschappen bij verzoekschrift de voorzitter van de OK met het oog op hun voorgenomen juridische fusie verzocht dat dezelfde persoon zal worden aangewezen voor het verrichten van het onderzoek en het afleggen van de verklaring als bedoeld in artikel 2:328 lid 1 BW en op het opstellen van het verslag als bedoeld in artikel 2:328 lid 2 BW. De voorzitter van de OK stelt voorop dat artikel 2:328 lid 3 BW – dat bepaalt dat indien twee of meer van de fuserende vennootschappen naamloze vennootschappen zijn, dezelfde persoon slechts als accountant wordt aangewezen na goedkeuring daarvan door de voorzitter van de OK – strekt tot waarborging van de belangen van (minderheids)aandeelhouders van de fuserende vennootschappen. De voorzitter wijst het verzoek toe. Lees de hele samenvatting. 

Rest mij nog u een bijzonder goede dag toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Emmanuel Lokin
Hoofdredacteur OR Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank