Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.
Rechtspraak
Hierbij de nieuwsbrief met daarin een korte weergave van de recent verschenen ondernemingsrechtelijke uitspraken. Het betreft een selectie.
Ga naar onze website (www.or-updates.nl) of klik op een or-nummer om de hele samenvatting te lezen. Daar kunt u ook gebruikmaken van onze zoekmachine om te zoeken op artikelnummer, onderwerp, advocaat, rechter en nog veel meer!
In het bijzonder wijs ik u graag op de volgende uitspraken.
Hoge Raad
Jaarrekeningprocedure: ontvankelijkheid van een aandeelhouder in een jaarrekeningprocedure, het wettelijke inzichtvereiste en de classificatie van eigen of vreemd vermogen.
In OR 2020-0279 staat een jaarrekeningenprocedure centraal over de enkelvoudige jaarrekening van een besloten vennootschap die is opgesteld volgens titel 9 van Boek 2 BW. De besloten vennootschap en een aandeelhouder hebben een overeenkomst tot inkoop van de aandelen van de aandeelhouder gesloten, maar de aandelen worden juridisch niet geleverd. De vennootschap moet namelijk de koopprijs schuldig blijven. De aandeelhouder en de vennootschap worden het niet eens over (de voorwaarden van) de lening voor een bedrag ten hoogte van de koopprijs. De vennootschap verantwoordt de aandelen in haar jaarrekening als eigen vermogen. In eerste aanleg beveelt de OK, op verzoek van de aandeelhouder, de jaarrekening te wijzigen, met de aanwijzing dat de verhouding tot de aandeelhouder als vreemd vermogen moet worden verantwoord. Deze beschikking blijft in cassatie in materiële zin in stand, maar de Hoge Raad vernietigt de beschikking van de OK gedeeltelijk om een omissie van de OK te verbeteren. Voor het overige doet de Hoge Raad het cassatieberoep af met toepassing van artikel 81 RO. Dit is in lijn met de conclusie van A-G Timmerman, die uitgebreid ingaat op de ontvankelijkheid van een aandeelhouder in een jaarrekeningprocedure, het wettelijke inzichtvereiste en de classificatie van eigen of vreemd vermogen.
Hof
Bestuurdersaansprakelijkheid toegewezen
In OR 2020-0270 geeft een huurder zonder toestemming van de verhuurder een deel van het gehuurde pand in gebruik aan een derde. Deze derde gebruikt het gehuurde als hennepkwekerij, waardoor brand ontstaat in het pand. Het hof houdt de (indirecte) bestuurder van de huurder persoonlijk aansprakelijk voor de schade van de verhuurder, nu deze bestuurder wist of moet hebben geweten van de aanwezigheid van de hennepkwekerij.
Bestuurdersaansprakelijkheid wegens schending Beklamelnorm of selectieve betaling afgewezen
In OR 2020-0277 wijst het hof, evenals eerder de rechtbank, een vordering op grond van bestuurdersaansprakelijkheid (Beklamel) vanwege het onbetaald laten van facturen af. De vennootschap was niet praktisch insolvent ten tijde van het aangaan van de overeenkomst en selectieve betaling leidt niet tot een ernstig verwijt.
Door voorzieningenrechter benoemde tijdelijke bestuurder niet vervangen
In OR 2020-0272 wordt de vordering van een aandeelhouder tot vervanging van een door de voorzieningenrechter benoemde bestuurder afgewezen. De bestuurder is benoemd in een conflictsituatie, waardoor het voor hem vrijwel onmogelijk is op te treden zonder dat dit bij een van de aandeelhouders tot bezwaren leidt. Het hof verlengt de benoeming van de tijdelijk bestuurder. Een kort geding leent zich vanwege het definitieve karakter niet voor een beslissing over de door de bestuurder gemaakte kosten van verweer op grond van artikel 2:357 lid 6 BW.
Een beperking van de vrijheid van een aandeelhouder bij de uitoefening van stemrecht ex artikel 2:8 BW
OR 2020-0271 ziet op het hoger beroep in kort geding inzake Avinco, waarin wordt gepoogd een aandeelhouder (althans de beheerder van zijn aandelen) te dwingen om in te stemmen met een management buy-out. Het hof stelt voorop dat een aandeelhouder in beginsel vrij is om bij de uitoefening van zijn stemrecht vrij zijn eigen belang te dienen. Deze vrijheid wordt beperkt door het leerstuk van misbruik van recht en de redelijkheid en billijkheid die artikel 2:8 BW voorschrijft. Van een uitzondering op de vrijheid bij het uitoefenen van het stemrecht zal slechts onder zeer bijzondere omstandigheden sprake zijn. In dit geval oordeelt het hof dat zich dergelijke omstandigheden voordoen, waardoor de aandeelhouder was gehouden in te stemmen met de MBO. Het hof benadrukt dat artikel 2:8 BW een voldoende wettelijke basis biedt voor een inbreuk op artikel 1 EP, daar de inbreuk het algemeen belang dient (te weten het belang van de vennootschap, het belang van het behoud van de onderneming en het belang van behoud van werkgelegenheid) en dat is voldaan aan de eisen van proportionaliteit.
Vorderingen op voormalige maat na turboliquidatie van die maat
OR 2020-0276 betreft een geschil in hoger beroep tussen een maatschap en haar twee vennoten enerzijds en de aandeelhouder van een voormalige vennoot anderzijds. De voormalige vennoot zelf is vlak na uittreding uit de maatschap opgehouden te bestaan door middel van een turboliquidatie. Partijen stellen over en weer vorderingen op elkaar te hebben.
Wanbeheer bij een testamentaire stichting
In OR 2020-0294 oordeelt het verwijzingshof dat de stichting in strijd heeft gehandeld met de testamentaire last, evenals in strijd met het uitkeringsverbod (art. 2:285 lid 3 BW). Ook is er sprake van wanbeheer (art. 2:298 BW). Er is reden voor ontbinding van de stichting en vernietiging van de laatste statutenwijziging. Het hof geeft de stichting evenwel de gelegenheid om een alternatieve, minder ingrijpende oplossing aan te dragen. Interessant zijn ook de overwegingen van het hof over de vraag of eiser, die geen direct belang heeft, als belanghebbende kan worden aangemerkt (zie de samenvatting).
Ondernemingskamer
‘Nawerking’ van artikel 2:8 BW jegens gewezen aandeelhouder
In OR 2020-0275 heft de OK een getroffen voorziening, betreffende een tijdelijke aandelenoverdracht ten titel van beheer, op nu de aandelen in één hand zijn gekomen. Een andere voorziening, betreffende de benoeming van een tijdelijke commissaris, blijft voorlopig gehandhaafd, nu de commissaris er op kan toezien dat de vennootschap zich overeenkomstig de norm van artikel 2:8 BW blijft gedragen jegens de gewezen aandeelhouder. De gewezen aandeelhouder is nog zo nauw betrokken bij de vennootschap dat artikel 2:8 nawerking heeft, aldus de OK.
Enquêteverzoek toegewezen: belangenverstrengeling en benadeling minderheidsaandeelhouders
In OR 2020-0273 is de onderlinge verstandhouding tussen de minderheidsaandeelhouders en de bestuurder, tevens UBO van een vennootschap, verstoord. Er bestaat een reëel risico dat de verwevenheid van functies en belangen van de bestuurder van de vennootschap en diens meerderheidsaandeelhouder leiden tot benadeling van de vennootschap. De minderheidsaandeelhouders worden onvoldoende geïnformeerd. De OK wijst het enquêteverzoek toe en gelast een onderzoek. Als onmiddellijke voorziening benoemt de OK een derde bestuurder en stelt zij een bepaling uit de statuten van verweerster buiten werking.
Vergoeding van de kosten van verweer van de OK-bestuurder tegen aansprakelijkheidsvorderingen toegewezen
Bij eerdere beschikking in deze zaak oordeelde de OK dat er een tijdelijk bestuurder bij de vennootschap zou worden benoemd. Deze bestuurder wordt algauw bestookt met aansprakelijkheidsclaims door een van de andere bestuurders van de vennootschap. De OK wijst in OR 2020-0274 het verzoek van de OK-bestuurder voor vergoeding van de kosten van verweer toe.
Rechtbank
Verplichting tot overdracht aandelen na weigeren terugkeren na sabbatical
In OR 2020-0281 weigert een bestuurder, tevens aandeelhouder, terug te komen na een sabbatical. De overige twee aandeelhouders, tevens bestuurders, vorderen vervolgens dat hij zijn aandelen in de vennootschap aanbiedt aan de overige aandeelhouders. Hierbij beroepen zij zich op een aandeelhoudersovereenkomst en een sabbaticalovereenkomst. De rechtbank wijst de vorderingen toe, omdat het de bedoeling was dat de aandeelhouder/bestuurder na het sabbatical zou terugkeren in de vennootschap.
Bestuurdersaansprakelijkheid bij een stichting ex artikel 2:9 en 6:162 BW afgewezen
In OR 2020-0289 heeft de curator van Stichting World Expo Milaan 2015 de (voormalig) bestuurder aansprakelijk gesteld op grond van artikel 2:9 en 6:162 BW. De rechtbank oordeelt dat de curator tevergeefs een beroep doet op artikel 2:9 BW, omdat, zou de bestuurder al onbehoorlijk bestuur kunnen worden verweten, naar het oordeel van de rechtbank de Stichting geen schade heeft geleden. Vervolgens wordt ook de vordering ex artikel 6:162 BW door de rechtbank afgewezen. Interessant zijn onder meer de overwegingen van de rechtbank over de administratieplicht (zie de samenvatting).
Bestuurdersaansprakelijkheid (Peeters/Gatzen-vordering) toegewezen
In OR 2020-0288 hebben bestuurders onrechtmatig gehandeld jegens de gezamenlijke schuldeisers door kort voor faillissement forse bedragen aan zichzelf te betalen, terwijl overige schuldeisers onbetaald bleven. Het gevorderde voorschot van € 100.000 wijst de voorzieningenrechter toe.
Herstructurering hoofdelijk schuldenaar is niet onrechtmatig
In OR 2020-0287 is de herstructurering door een hoofdelijk schuldenaar, waarbij alle dochtervennootschappen zijn verhangen naar een nieuwe vennootschap, niet strijdig met de goede zeden, paulianeus of onrechtmatig. Volgens de rechtbank heeft ook de bank van de schuldenaar, die als financier en pandhouder op de aandelen in de verhangen dochters met de herstructurering heeft ingestemd, niet onrechtmatig gehandeld.
Post M&A litigation
In OR 2020-0280 heeft verkoper vorderingen op een door haar verkochte onderneming genaamd Meyhold. Meyhold gaat een jaar na overname failliet. De onderneming wordt voortgezet door een aan koper gelieerde vennootschap. De rechtbank oordeelt niet tot de conclusie te kunnen komen dat verkoper is benadeeld door het faillissement. In casu was Meyhold ook zonder de feitelijke doorstart failliet gegaan en zou de vordering van verkoper onverhaalbaar blijven. De rechtbank concludeert daarom dat koper niet onrechtmatig heeft gehandeld jegens verkoper. Ook de bestuurdersaansprakelijkheidsvordering wordt afgewezen.
Afspraken in echtscheidingsconvenant worden aangemerkt als besluit AV
In OR 2020-0283 leggen ex-echtgenoten afspraken omtrent het bestuur van de gezamenlijke vennootschap vast in een echtscheidingsconvenant. De vraag of de hierin opgenomen afspraken moeten worden beschouwd als een besluit van de AV van de vennootschap, wordt door de rechtbank bevestigend beantwoord.
Toelating tot en stemmen op de algemene vergadering
In OR 2020-0278 stellen X c.s. in kort geding dat het bestuur van de Politie Sport Vereniging niet rechtsgeldig is verkozen, omdat veel leden geen toegang hadden tot de algemene vergadering. Politie Sport Vereniging verweert zich door te stellen dat eventuele leden dienden te reageren op een algemeen bericht waarin zij werden verzocht kenbaar te maken dat zij lid zijn en dat X c.s. geen leden meer zijn, omdat zij al jaren geen contributie betalen. Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao overweegt dat leden onterecht niet zijn toegelaten tot de algemene vergadering, dat het niet reageren op het algemene bericht niet als opzegging moet worden beschouwd en dat leden eerst moeten worden aangesproken, alvorens tot opzegging over te gaan. Het gerecht veroordeelt de Politie Sport Vereniging tot het houden van een algemene vergadering binnen drie maanden, dat eenieder die zich tot uiterlijk drie dagen voor de algemene vergadering als lid meldt, toegang tot en stemrecht in de algemene vergadering krijgt en dat de Politie Sport Vereniging een oproep tot het melden als lid dient te doen uitgaan binnen de politieorganisatie.
Zonder benoemingsbesluit geen (stilzwijgende) benoeming
In OR 2020-0292 oordeelt de rechtbank dat het feit dat het de bedoeling van partijen is geweest dat werknemer de functie van statutair bestuurder zou vervullen, onvoldoende is om aan te nemen dat werknemer ook tot statutair bestuurder is benoemd, nu een AVA niet heeft plaatsgevonden en een benoemingsbesluit ontbreekt.
Schorsing van bestuurders in afwachting van een procedure bij de OK
In OR 2020-0282 schorst de voorzieningenrechter twee bestuurders bij wege van ordemaatregel, in afwachting van een procedure bij de OK. Hierbij staat de maatstaf die de OK hanteert voorop. Volgens de voorzieningenrechter is sprake van gegronde redenen om aan een juist beleid te twijfelen, waardoor de ordemaatregel noodzakelijk is.
Ontslagbesluit wordt vernietigd, omdat ontslag al onherroepelijk vaststond en de raadplegende stem dus geen zin had
In OR 2020-0291 wordt een statutair bestuurder ontslagen. De bestuurder heeft geen gebruikgemaakt van de mogelijkheid om een raadgevende stem uit te brengen op de buitengewone algemene vergadering, omdat toen reeds was gecommuniceerd dat de bestuurder ontslagen was. De rechtbank oordeelt met betrekking tot het ontslagbesluit dat de bestuurder voor een ‘fait accompli’ is geplaatst en dat zijn advies, als hij dat had uitgebracht, geen enkele invloed zou hebben gehad op de beslissing van de aandeelhouders. Die beslissing stond voor het uitbrengen van dat advies immers al onherroepelijk vast. Daarmee staat ook vast dat het vennootschapsrechtelijk ontslagbesluit is genomen in strijd met een wettelijke bepaling, zodat dit besluit vernietigbaar is op grond van artikel 2:15 lid 1 sub a BW, aldus de rechtbank. Nu het vennootschapsrechtelijke besluit tot ontslag ‘sneuvelt’, is de arbeidsrechtelijke opzegging hetzelfde lot beschoren en is de arbeidsovereenkomst in stand is gebleven.
Ontslagbesluit houdt stand, maar redelijke grond voor het ontslag ontbreekt
In OR 2020-0290 wordt ook een statutair bestuurder ontslagen. De rechtbank oordeelt dat het vennootschapsrechtelijk ontslag standhoudt, maar dat een redelijke grond voor het arbeidsrechtelijk ontslag ontbreekt, zodat een billijke vergoeding van € 70.000 wordt toegewezen.
Uitgetreden vennoot vof is ook aansprakelijk voor schulden na uittreding
In OR 2020-0284 oordeelt de kantonrechter dat een uitgetreden vennoot van een vof ook aansprakelijk is voor schulden ontstaan na zijn uittreden, die voortvloeien uit een duurovereenkomst van vóór zijn uittreden. De kantonrechter veroordeelt de voormalige medevennoot in vrijwaring tot betaling van het door de uitgetreden vennoot te betalen bedrag in de hoofdzaak.
Geschil in de maatschap
In OR 2020-0286 speelt een geschil over de beëindiging van een maatschapsovereenkomst. De ene maat zegt de maatschapsovereenkomst op, zet de onderneming alleen voort en vordert in kort geding dat geen medewerking van de andere maat meer vereist is om betalingen vanaf de maatschapsrekening uit te voeren. De vorderingen worden afgewezen.
Rest mij nog u een bijzonder goede dag toe te wensen.
Met vriendelijke groet,
Emmanuel Lokin
Hoofdredacteur OR Updates
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Evenals eerder de rechtbank, wijst het hof een vordering op grond van bestuurdersaansprakelijkheid (Beklamel) vanwege het onbetaald laten van facturen af. De vennootschap was niet praktisch insolvent ten tijde van het aangaan van de overeenkomst en selectieve betaling leidt niet tot een ernstig verwijt. 14-07-2020
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK, enquête. De OK heft een getroffen voorziening, betreffende een tijdelijke aandelenoverdracht ten titel van beheer, op nu de aandelen in één hand zijn gekomen. Een andere voorziening, betreffende de benoeming van een tijdelijke commissaris, blijft voorlopig gehandhaafd, nu de commissaris er op kan toezien dat de vennootschap zich overeenkomstig de norm van artikel 2:8 BW blijft gedragen jegens de gewezen aandeelhouder. De gewezen aandeelhouder is nog zo nauw betrokken bij de vennootschap dat artikel 2:8 nawerking heeft, aldus de OK. 11-06-2020
- Gerechtshof Den Haag Deze uitspraak betreft een geschil in hoger beroep tussen een maatschap en haar twee vennoten enerzijds en de aandeelhouder van een voormalige vennoot anderzijds. De voormalige vennoot zelf is vlak na uittreding uit de maatschap opgehouden te bestaan door middel van een turboliquidatie. Partijen stellen over en weer vorderingen op elkaar te hebben. 09-06-2020
- Gerechtshof Amsterdam Testamentair fonds. Wanbeheer. Mogelijke ontbinding van stichting die fonds beheert. 09-06-2020
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. Bij eerdere beschikking in deze zaak oordeelde de OK dat er een tijdelijk bestuurder bij de vennootschap zou worden benoemd. Deze bestuurder wordt algauw bestookt met aansprakelijkheidsclaims door een van de andere bestuurders van de vennootschap. De OK wijst in deze procedure het verzoek van de OK-bestuurder voor vergoeding van de kosten van verweer toe. 27-05-2020
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. In deze zaak is de onderlinge verstandhouding tussen de minderheidsaandeelhouders en de bestuurder, tevens UBO van een vennootschap, verstoord. Er bestaat een reëel risico dat de verwevenheid van functies en belangen van de bestuurder van de vennootschap en diens meerderheidsaandeelhouder leiden tot benadeling van de vennootschap. De minderheidsaandeelhouders worden onvoldoende geïnformeerd. De OK wijst het enquêteverzoek toe en gelast een onderzoek. Als onmiddellijke voorziening benoemt de OK een derde bestuurder en stelt zij een bepaling uit de statuten van verweerster buiten werking. 25-05-2020
- Gerechtshof Amsterdam Hoger beroep in kort geding waarin wordt gepoogd een aandeelhouder (althans de beheerder van zijn aandelen) te dwingen om in te stemmen met een management buy-out. Het hof stelt voorop dat een aandeelhouder in beginsel vrij is om bij de uitoefening van zijn stemrecht vrij zijn eigen belang te dienen. Deze vrijheid wordt beperkt door het leerstuk van misbruik van recht en de redelijkheid en billijkheid die artikel 2:8 BW voorschrijft. Van een uitzondering op de vrijheid bij het uitoefenen van het stemrecht zal slechts onder zeer bijzondere omstandigheden sprake zijn. In dit geval oordeelt het hof dat zich dergelijke omstandigheden voordoen, waardoor de aandeelhouder was gehouden in te stemmen met de MBO. Het hof benadrukt dat artikel 2:8 BW een voldoende wettelijke basis biedt voor een inbreuk op artikel 1 EP, daar de inbreuk het algemeen belang dient (te weten het belang van de vennootschap, het belang van het behoud van de onderneming en het belang van behoud van werkgelegenheid) en is voldaan aan de eisen van proportionaliteit. 12-05-2020
- Gerechtshof Amsterdam Vordering van aandeelhouder tot vervanging van een door de voorzieningenrechter benoemde bestuurder afgewezen. Bestuurder is benoemd in een conflictsituatie, waardoor het voor hem vrijwel onmogelijk is op te treden zonder dat dit bij een van de aandeelhouders tot bezwaren leidt. Het hof verlengt de benoeming van de tijdelijk bestuurder. Een kort geding leent zich vanwege het definitieve karakter niet voor een beslissing over de door de bestuurder gemaakte kosten van verweer op grond van artikel 2:357 lid 6 BW. 12-05-2020
- Gerechtshof Amsterdam Een huurder geeft zonder toestemming van de verhuurder een deel van het gehuurde pand in gebruik aan een derde. Deze derde gebruikt het gehuurde als hennepkwekerij, waardoor brand ontstaat in het pand. Het hof houdt de (indirecte) bestuurder van de huurder persoonlijk aansprakelijk voor de schade van de verhuurder, nu deze bestuurder wist of moet hebben geweten van de aanwezigheid van de hennepkwekerij. 09-07-2019
Rechtbank
- Rechtbank Gelderland Managing director is bevoegdheden te buiten gegaan door – zonder volmacht en/of medeweten van werkgever – side letter aan logistiek manager af te geven en een wintersportvakantie door werkgever te laten financieren. Ernstig verwijtbaar handelen. Ontbinding (e-grond). 19-08-2020
- Rechtbank Noord-Holland Een uitgetreden vennoot van een vof is ook aansprakelijk voor schulden ontstaan na zijn uittreden, die voortvloeien uit een duurovereenkomst van vóór zijn uittreden. De kantonrechter veroordeelt de voormalige medevennoot in vrijwaring tot betaling van het door de uitgetreden vennoot te betalen bedrag in de hoofdzaak. 22-07-2020
- Rechtbank Gelderland Ontslag statutair bestuurder. Vennootschapsrechtelijk ontslag houdt stand, maar een redelijke grond voor (arbeidsrechtelijk) ontslag ontbreekt, zodat een billijke vergoeding van € 70.000 wordt toegewezen. 22-07-2020
- Rechtbank Gelderland Dat de bedoeling van partijen is geweest dat werknemer de functie van statutair bestuurder zou vervullen, is onvoldoende om aan te nemen dat werknemer ook tot statutair bestuurder is benoemd nu een AVA niet heeft plaatsgevonden en een benoemingsbesluit ontbreekt. 17-07-2020
- Rechtbank Amsterdam Bestuurder tevens aandeelhouder weigert terug te komen na sabbatical. De overige twee aandeelhouders, tevens bestuurders, vorderen vervolgens dat hij zijn aandelen in de vennootschap aanbiedt aan de overige aandeelhouders. Hierbij beroepen zij zich op een aandeelhoudersovereenkomst en een sabbaticalovereenkomst. De rechtbank wijst de vorderingen toe, omdat het de bedoeling was dat de aandeelhouder/bestuurder na de sabbatical zou terugkeren in de vennootschap. 15-07-2020
- Rechtbank Rotterdam De curator van Stichting World Expo Milaan 2015 heeft de (voormalig) bestuurder aansprakelijk gesteld op grond van artikel 2:9 en 6:162 BW, maar de rechtbank wijst de vorderingen af. 15-07-2020
- Rechtbank Limburg Ex-echtgenoten leggen afspraken omtrent het bestuur van de gezamenlijke vennootschap vast in een echtscheidingsconvenant. De vraag of de hierin opgenomen afspraken moeten worden beschouwd als een besluit van de AVA van de vennootschap, wordt door de rechtbank bevestigend beantwoord. 07-07-2020
- Rechtbank Midden-Nederland Bestuurders hebben onrechtmatig gehandeld jegens de gezamenlijke schuldeisers door kort voor faillissement forse bedragen aan zichzelf te betalen, terwijl overige schuldeisers onbetaald bleven. Het gevorderde voorschot van € 100.000 wijst de voorzieningenrechter toe. 03-07-2020
- Rechtbank Gelderland Voorzieningenrechter schorst bestuurders bij wege van ordemaatregel in afwachting van een procedure bij de OK. Hierbij staat de maatstaf die de OK hanteert voorop. Volgens de voorzieningenrechter is sprake van gegronde redenen om aan een juist beleid te twijfelen, waardoor de ordemaatregel noodzakelijk is. 30-06-2020
- Rechtbank Overijssel Geschil over de beëindiging van een maatschapsovereenkomst. Maat zegt maatschapsovereenkomst op, zet de onderneming alleen voort en vordert in kort geding dat geen medewerking van de andere maat meer vereist is om betalingen vanaf de maatschapsrekening uit te voeren. Vorderingen worden afgewezen. 24-06-2020
- Rechtbank Noord-Nederland De herstructurering door een hoofdelijk schuldenaar, waarbij alle dochtervennootschappen zijn verhangen naar een nieuwe vennootschap, is niet strijdig met de goede zeden, paulianeus of onrechtmatig. Volgens de rechtbank heeft ook de bank van de schuldenaar, die als financier en pandhouder op de aandelen in de verhangen dochters met de herstructurering heeft ingestemd, niet onrechtmatig gehandeld. 17-06-2020
- Rechtbank Amsterdam Verkoper heeft vorderingen op een door haar verkochte onderneming genaamd Meyhold. Meyhold gaat een jaar na overname failliet. De rechtbank oordeelt dat zij niet de conclusie kan trekken dat verkoper is benadeeld door het faillissement, omdat dan vast dient komen te staan dat het bedrag dat de boedel van een doorstarter zou hebben ontvangen, genoeg zou zijn geweest om een uitkering aan concurrente crediteuren (zoals verkoper) mogelijk te maken. De rechtbank concludeert daarom dat koper niet onrechtmatig heeft gehandeld jegens verkoper. 10-06-2020
- Rechtbank Noord-Nederland Een contractuele afnameverplichting wordt niet nagekomen vanwege een tussentijdse opzegging van de vennootschap. Vraag is of de bestuurder persoonlijke aansprakelijk is wegens schending van de Beklamelnorm. Nadere bewijslevering ten aanzien van wetenschap bestuurder. 22-04-2020
- Rechtbank Limburg Als het vennootschapsrechtelijke besluit tot ontslag ‘sneuvelt’, is de arbeidsrechtelijke opzegging hetzelfde lot beschoren en is de arbeidsovereenkomst in stand is gebleven. 09-01-2019