Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.
Rechtspraak
Hierbij de nieuwsbrief met daarin een korte weergave van de recent verschenen ondernemingsrechtelijke uitspraken.
Ga naar onze website (www.or-updates.nl) of klik op een or-nummer om de hele samenvatting te lezen. Daar kunt u ook gebruikmaken van onze zoekmachine om te zoeken op artikelnummer, onderwerp, advocaat, rechter en nog veel meer!
In het bijzonder wijs ik u graag op de volgende uitspraken.
Hof van Justitie EU
Nietigheid van splitsingen
Uit OR 2020-0063 volgt dat artikel 12 van de Zesde richtlijn (82/891/EEG) van de Raad van 17 december 1982 zoals gewijzigd bij Richtlijn 2007/63/EG, aldus moet worden uitgelegd dat het zich er niet tegen verzet dat de schuldeisers van een gesplitste vennootschap wier vorderingen dateren van vóór de splitsing, een actio pauliana instellen nadat de splitsing van kracht is geworden, hoewel zij de overeenkomstig dit artikel 12 in het nationale recht vastgelegde beschermingsinstrumenten niet hebben aangewend, teneinde de splitsing jegens hen onverbindend te laten verklaren en executie- of bewarende maatregelen te treffen aangaande de activa die aan de nieuw opgerichte vennootschap zijn overgedragen. Artikel 19 van de Zesde richtlijn, dat voorziet in de regeling inzake nietigheid van splitsingen, moet aldus worden uitgelegd dat het zich er niet tegen verzet dat de schuldeisers van de gesplitste vennootschap, nadat de splitsing van kracht is geworden, een actio pauliana instellen die de geldigheid van die splitsing niet aantast maar het enkel mogelijk maakt dat de splitsing niet aan deze schuldeisers kan worden tegengeworpen.
Hof
Bestuurdersaansprakelijkheid ex artikel 2:248 BW; echtgenoot bestuurder aangemerkt als feitelijk beleidsbepaler; matiging afgewezen
In OR 2020-0064 worden in het faillissement van een incassobureau de bestuurder en haar echtgenoot aangesproken op grond van artikel 2:248 BW. Anders dan de rechtbank oordeelt het hof dat de echtgenoot aangemerkt kan worden als feitelijk beleidsbepaler (art. 2:248 lid 7 BW). De rechtbank had het aansprakelijkheidsbedrag gematigd tot € 30.000, maar het hof ziet geen grond voor matiging.
Bestuurdersaansprakelijkheid ex artikel 2:248 BW; schending publicatieplicht
In OR 2020-0062 acht het hof de bestuurder aansprakelijk op grond van artikel 2:248 BW, nu de schending van de publicatieplicht vaststaat en geen sprake is van een onbelangrijk verzuim. De bestuurder kan het vermoeden niet weerleggen, omdat hij er niet in slaagt andere belangrijke oorzaken van het faillissement aannemelijk te maken. Ook de onttrekking van gelden aan de vennootschap voor privédoeleinden levert onbehoorlijk bestuur op.
Geen recht op nakoming op grond van de redelijkheid en billijkheid vanwege tegenstrijdig belang
OR 2020-0046 ziet op een beroep op het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn van een beroep door geïntimeerde op nakoming van een overeenkomst tussen een door een trustkantoor vertegenwoordigde vennootschap en geïntimeerde, aangezien geïntimeerde zich bewust was van het aanwezige tegenstrijdig belang en het onrechtmatige nadeel dat de overeenkomst de vennootschap opleverde. Het beroep slaagt: het hof vernietigt het vonnis waarvan beroep en wijst de vordering van geïntimeerde tot nakoming van de overeenkomst alsnog af.
Verplichting tot aanbieding certificaten in kort geding
In OR 2020-0056 komt de uitleg van een certificaathoudersovereenkomst aan bod vanwege het vertrek van een van de bestuurders die nog certificaten heeft. Het geschil gaat over de vraag of de bestuurder de certificaten heeft aangeboden en zo ja, voor welke prijs. Het hof acht het voorshands aannemelijk dat de oud-bestuurder zijn certificaten heeft aangeboden voor € 1. Uit een belangenafweging volgt dat het belang van de door de bestuurders gevraagde voorziening zwaarder weegt dan het belang van de oud-bestuurder om certificaathouder te blijven tot de bodemrechter in hoger beroep heeft beslist. De oud-bestuurder zou immers bevoegd zijn de aandeelhoudersvergadering van de vennootschap bij te wonen, vergaderrechten te gebruiken en trachten informatie in te winnen, terwijl hij inmiddels actief is met een onderneming die met de vennootschap concurreert.
Aandeelhoudersgeschil over verkoop aandelen
In OR 2020-0055 staat een koopovereenkomst centraal tussen twee aandeelhouders, waarbij de ene aandeelhouder de aandelen van de andere aandeelhouder koopt. Vraag is of wilsovereenstemming is bereikt over (de berekening van) de koopprijs van de aandelen. Het hof oordeelt dat de diverse correctiemechanismen die op de prijsbepaling van de aandelen zouden plaatsvinden, door de rechtbank juist als uitgangspunt zijn genomen. Het hof gaat over tot een matiging van de contractuele boete voor het niet tijdig meewerken aan de levering van de aandelen door de kopende aandeelhouder.
Schorsing verbodenverklaring en ontbinding Hells Angels
In OR 2020-0054 oordeelt het hof over de beschikking van de Rechtbank Utrecht om de Hells Angels verboden te verklaren en te ontbinden (art. 2:20 BW en art. 10:122 BW). De Hells Angels zijn in beroep gegaan en verzoeken bij incident de werking van de beschikking te schorsen. Mede vanwege de onomkeerbare gevolgen van de ontbinding en de vereffening oordeelt het hof dat het belang van Hells Angels bij behoud van de bestaande toestand – zolang niet op het hoger beroep is beslist – zwaarder weegt dan het belang van het OM bij tenuitvoerlegging van de beschikking.
Curator is geen bewaarder in de zin van artikel 2:24 lid 1 BW
In OR 2020-0065 oordeelt het hof (anders dan de voorzieningenrechter) dat artikel 193 lid 3 Fw ook van toepassing is op failliete rechtspersonen. De vordering van de (middellijk) bestuurder tot afgifte van de administratie van een bv waarvan het faillissement inmiddels is beëindigd, wordt toegewezen. Uit de statuten volgt dat het bestuur optreedt als vereffenaar. Hierin ligt naar het oordeel van het hof besloten dat het bestuur bewaarder is in de zin van artikel 2:24 lid 1 BW.
Ondernemingskamer
Toewijzing enquêteverzoek: zorgvuldigheidsplicht en informatieplicht jegens minderheidsaandeelhouder
In OR 2020-0050 wordt een verzoek tot enquête ingediend door een minderheidsaandeelhouder. In de kern gaat het om de vraag wat de uitwerking is van de zorgvuldigheidsplicht ex artikel 2:8 BW en de informatieplicht jegens de minderheidsaandeelhouder zoals omschreven door de Hoge Raad in de ASMI-beschikking. De OK wijst het verzoek toe en benoemt een derde tot bestuurder bij wijze van onmiddellijke voorziening.
Toewijzing enquêteverzoek vanwege het eigenmachtig en eigenzinnig optreden van de indirect bestuurder
In OR 2020-0049 treft de OK onmiddellijke voorzieningen bij een zorgonderneming vanwege het eigenmachtig en eigenzinnig optreden van de indirect bestuurder. De OK schorst de bestuurder, benoemt een bestuurder (met beslissende stem), een commissaris (met beslissende stem) en een beheerder van de aandelen die de indirect bestuurder in de zorgonderneming houdt. Ook schorst de OK besluiten van de algemene vergadering, te weten een besluit tot schorsing van een bestuurder en een besluit tot tussentijdse dividenduitkering.
Toewijzing enquêteverzoek door de OK: niet-naleving besluitvormingsvoorschriften, tegenstrijdig belang en gebrekkige boekhouding
In OR 2020-0051 wijst de OK het enquêteverzoek toe. De OK overweegt dat bij meerdere rechtshandelingen er sprake was van een tegenstrijdig belang van de beheerder en de vereiste aandeelhoudersgoedkeuring van de Stichting ontbrak, er onduidelijke betalingen zijn gedaan en de vennootschap geen behoorlijke administratie voerde.
Verzoek OK-bestuurder tot schorsing medebestuurders
In OR 2020-0048 verzoekt de tijdelijk OK-bestuurder schorsing van de medebestuurders en overdracht van alle aandelen ten titel van beheer. Het verzoek wordt toegewezen vanwege het onmogelijk maken van collegiaal overleg binnen het bestuur door de medebestuurders. Het verzoek van de medebestuurders tot schorsing van de eerdere onmiddellijke voorziening wordt afgewezen, omdat het toewijzen van het verzoek in strijd is met het belang van de vennootschap.
Afwijzing enquêteverzoek door de OK
In OR 2020-0052 verzoekt een 25%-aandeelhouder om een enquête. Er bestaat onenigheid tussen de aandeelhouders die tevens het bestuur van de vennootschap vormen. De minderheidsaandeelhouder is ontslagen als bestuurder. Het enkele feit dat de verhoudingen tussen aandeelhouders (ernstig) zijn verstoord, is volgens de OK onvoldoende om een onderzoek te rechtvaardigen. De OK wijst dan ook het verzoek en tegenverzoek af.
Wanbeleid bij DeSeizoenen
In OR 2020-0053 komt de tweede fase rondom zorgaanbieder DeSeizoenen aan bod. Er is onderzoek gedaan naar de constructie waarin vastgoed is ondergebracht in een aparte vennootschap. De OK stelt voorop dat een vennootschap op grond van artikel 2:8 BW bedacht moet zijn op gevallen van tegenstrijdig belang dan wel belangenverstrengeling, en daarmee zorgvuldig moet omgaan. Volgens de OK heeft het bestuur van DeSeizoenen zich onvoldoende rekenschap gegeven van de betekenis van zijn geconflicteerde positie in het kader van de verwerving van het vastgoed. De OK oordeelt dat de governance en de besluitvorming blijk geven van wanbeleid. Er worden geen eindvoorzieningen getroffen omdat de gang van zaken in het verleden ligt en sindsdien stappen zijn ondernomen.
Uitkoopprocedure: kanttekeningen waardebepaling onvoldoende toegelicht
In OR 2020-0047 vordert de grootaandeelhouder overdracht van de aandelen van een minderheidsaandeelhouder tegen een door een deskundige in het kader van artikel 2:201a BW vastgestelde prijs. De door de minderheidsaandeelhouder geplaatste kanttekeningen bij deze waardebepaling zijn onvoldoende toegelicht. Het hof wijst de vordering toe en veroordeelt de minderheidsaandeelhouder tot overdracht van de aandelen tegen de door de deskundige vastgestelde prijs.
Rechtbank
Bestuurdersaansprakelijkheid ex artikel 2:248 BW toegewezen; schending administratieplicht
In OR 2020-0060 wordt een bestuurder aansprakelijk gehouden ex artikel 2:248 BW vanwege een schending van de administratieplicht. Het overzicht dat na faillissement is opgemaakt is niet voldoende om de stelling van de curator dat de administratieplicht (art. 2:10 BW) is geschonden te weerspreken. Het beroep op ‘marktomstandigheden’ als andere belangrijke oorzaak van het faillissement faalt.
Faillietverklaring bestuurder na bestuurdersaansprakelijkheid wegens handelen zonder vergunning AFM
In OR 2020-0061 verzoeken gedupeerde beleggers de faillietverklaring van een bestuurder van een Amerikaanse vennootschap. Het verzoek wordt toegewezen, omdat verzoekers een vordering op de bestuurder hebben op grond van onrechtmatige daad. De bestuurder heeft namelijk in strijd met artikel 2:65 Wft rechten van deelneming in een beleggingsinstelling aangeboden in Nederland zonder te beschikken over een vergunning van de AFM.
Ontslagen bestuurder niet werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst maar een managementovereenkomst
In OR 2020-0059 komt de rechtbank tot het oordeel dat de gemeenschappelijke wens van partijen om een managementovereenkomst te sluiten, en vervolgens om ook handelingen te verrichten die aan deze wens beantwoorden, ertoe leidt dat bestuurder niet werkzaam was op basis van een arbeidsovereenkomst maar een managementovereenkomst.
Vordering vanwege vernietiging overeenkomst wegens doeloverschrijding; toerekening kennis bestuurder leidt tot verjaring
In OR 2020-0058 had de voormalige enig bestuurder van een stichting, in persoon, een schuld aan de Ontvanger van de Belastingdienst, en heeft de bestuurder de stichting die schuld laten voldoen. De stichting vordert terugbetaling van de Ontvanger, onder meer op basis van een ongedaanmakingsverplichting als gevolg van vernietiging van de rechtshandeling van betaling wegens doeloverschrijding. De Ontvanger verweert zich met een beroep op verjaring. De wetenschap en wil van de voormalige bestuurder kunnen worden toegerekend aan de stichting. De verjaringstermijn is als gevolg van die wetenschap op de dag van betaling gaan lopen en deze is inmiddels verstreken. De rechtbank gaat daarin mee en wijst de vordering af.
Benoeming interim-bestuurders stichting als voorlopige voorziening
In OR 2020-0057 wordt een verzoek gedaan tot (primair) vervulling van de lege plaatsen in het bestuur van stichting en (subsidiair) tot schorsing van stichtingsbestuur en benoeming van interim-bestuurders, of tot ontslag van het stichtingsbestuur met benoeming van nieuwe bestuurders. De rechtbank schorst het stichtingsbestuur en benoemt interim-bestuurders als voorlopige voorziening.
Rest mij nog u een bijzonder goede dag toe te wensen.
Met vriendelijke groet,
Emmanuel Lokin
Hoofdredacteur OR Updates
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Het hof acht de bestuurder aansprakelijk op grond van artikel 2:248 BW, nu de schending van de publicatieplicht vaststaat en geen sprake is van een onbelangrijk verzuim. De bestuurder kan het vermoeden niet weerleggen, omdat hij er niet in slaagt andere belangrijke oorzaken van het faillissement aannemelijk te maken. Ook de onttrekking van gelden aan de vennootschap voor privédoeleinden levert onbehoorlijk bestuur op. 04-02-2020
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch In het faillissement van een incassobureau worden de bestuurder en haar echtgenoot aangesproken op grond van artikel 2:248 BW. Anders dan de rechtbank oordeelt het hof dat de echtgenoot aangemerkt kan worden als feitelijk beleidsbepaler (art. 2:248 lid 7 BW). De rechtbank had het aansprakelijkheidsbedrag gematigd tot € 30.000, maar het hof ziet geen grond voor matiging. 28-01-2020
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Rechtbank Utrecht heeft Hells Angels bij beschikking verboden verklaard en ontbonden (art. 2:20 BW en art. 10:122 BW). Hells Angels gaat in beroep en verzoekt bij incident de werking van de beschikking te schorsen. Mede vanwege de onomkeerbare gevolgen van ontbinding en vereffening oordeelt het hof dat het belang van Hells Angels bij behoud van de bestaande toestand – zolang niet op het hoger beroep is beslist – zwaarder weegt dan het belang van het OM bij tenuitvoerlegging van de beschikking. 28-01-2020
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. Zorgaanbieder DeSeizoenen. Onderzoek naar constructie waarin vastgoed is ondergebracht in een aparte vennootschap. Fase 2. Governance en besluitvorming geven blijk van wanbeleid. Geen voorzieningen. 24-01-2020
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. Enquêteverzoek door 25%-aandeelhouder. Onenigheid tussen aandeelhouders die tevens het bestuur van de vennootschap vormen. Ontslag van minderheidsaandeelhouder als bestuurder. Het enkele feit dat de verhoudingen tussen aandeelhouders (ernstig) zijn verstoord, is volgens de OK onvoldoende om een onderzoek te rechtvaardigen. Afwijzing verzoek en tegenverzoek. 16-01-2020
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. Toewijzing enquêteverzoek door niet-naleving besluitvormingsvoorschriften, tegenstrijdig belang en gebrekkige boekhouding. 16-01-2020
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. Enquêteverzoek door minderheidsaandeelhouder. Uitwerking van de zorgvuldigheidsplicht ex artikel 2:8 BW en de informatieplicht jegens de minderheidsaandeelhouder zoals omschreven door de Hoge Raad in de ASMI-beschikking. Toewijzing verzoek en benoeming derde tot bestuurder bij wijze van onmiddellijke voorziening. 09-01-2020
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. OK treft onmiddellijke voorzieningen bij een zorgonderneming vanwege eigenmachtig en eigenzinnig optreden indirect bestuurder. OK schorst bestuurder, benoemt een bestuurder (met beslissende stem), commissaris (met beslissende stem) en een beheerder van de aandelen die de indirect bestuurder in de zorgonderneming houdt. Ook schorst de OK besluiten van de algemene vergadering, te weten een besluit tot schorsing van een bestuurder en een besluit tot tussentijdse dividenduitkering. 24-12-2019
- Gerechtshof Den Haag Koopovereenkomst tussen twee aandeelhouders, waarbij de ene aandeelhouder de aandelen van de andere aandeelhouder koopt. Is wilsovereenstemming bereikt over (de berekening van) de koopprijs van de aandelen? Geen oplegging nieuwe dwangsom. Matiging contractuele boete voor niet tijdig meewerken aan levering van de aandelen door de kopende aandeelhouder. 24-12-2019
- Gerechtshof Amsterdam Beroep op het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn van een beroep door geïntimeerde op nakoming van een overeenkomst tussen een door een trustkantoor vertegenwoordigde vennootschap en geïntimeerde, aangezien geïntimeerde zich bewust was van het aanwezige tegenstrijdig belang en het onrechtmatige nadeel dat de overeenkomst de vennootschap opleverde. Het beroep slaagt: het hof vernietigt het vonnis waarvan beroep en wijst de vordering van geïntimeerde tot nakoming van de overeenkomst alsnog af. 17-12-2019
- Gerechtshof Amsterdam Het hof oordeelt (anders dan de voorzieningenrechter) dat artikel 193 lid 3 Fw ook van toepassing is op failliete rechtspersonen. De vordering van de (middellijk) bestuurder tot afgifte van de administratie van een bv waarvan het faillissement inmiddels is beëindigd, wordt toegewezen. Uit de statuten volgt dat het bestuur optreedt als vereffenaar. Hierin ligt naar het oordeel van het hof besloten dat het bestuur bewaarder is in de zin van artikel 2:24 lid 1 BW. 10-12-2019
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. Vervolg op Hof Amsterdam (OK) 26 juli 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:2754 (OR 2019-0136). Verzoek van tijdelijk bestuurder tot schorsing van medebestuurders en overdracht van alle aandelen ten titel van beheer toegewezen vanwege onmogelijk maken collegiaal overleg binnen het bestuur door medebestuurders. Verzoek van medebestuurders tot schorsing van de eerdere onmiddellijke voorziening afgewezen, omdat het toewijzen van het verzoek in strijd is met het belang van de vennootschap. 27-11-2019
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Uitleg certificaathoudersovereenkomst. Hoger beroep in kort geding. Geschil tussen oprichters over de vraag welke prijs voor de door één oprichter aangeboden certificaten betaald dient te worden. 05-11-2019
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam Vordering grootaandeelhouder tot overdracht aandelen minderheidsaandeelhouder tegen een door een deskundige in het kader van artikel 2:201a BW vastgestelde prijs. De door de minderheidsaandeelhouder geplaatste kanttekeningen bij deze waardebepaling zijn onvoldoende toegelicht. Het hof wijst de vordering toe en veroordeelt de minderheidsaandeelhouder tot overdracht van de aandelen tegen de door de deskundige vastgestelde prijs. 09-07-2019
Rechtbank
- Rechtbank Rotterdam Gedupeerde beleggers verzoeken de faillietverklaring van een bestuurder van een Amerikaanse vennootschap. Het verzoek wordt toegewezen, omdat verzoekers een vordering op de bestuurder hebben op grond van onrechtmatige daad. De bestuurder heeft namelijk in strijd met artikel 2:65 Wft rechten van deelneming in een beleggingsinstelling aangeboden in Nederland zonder te beschikken over een vergunning van de AFM. 04-02-2020
- Rechtbank Rotterdam Na faillissement opgemaakt overzicht niet voldoende om stelling van curator dat administratieplicht (art. 2:10 BW) is geschonden te weerspreken; beroep op ‘marktomstandigheden’ als andere belangrijke oorzaak faillissement faalt. 29-01-2020
- Rechtbank Rotterdam De voormalige enig bestuurder van een stichting had, in persoon, een schuld aan de Ontvanger van de Belastingdienst, en heeft de stichting die schuld laten voldoen. De stichting vordert terugbetaling van de Ontvanger, onder meer op basis van een ongedaanmakingsverplichting als gevolg van vernietiging van de rechtshandeling van betaling wegens doeloverschrijding. De Ontvanger verweert zich met een beroep op verjaring. De wetenschap en wil van de voormalige bestuurder kunnen worden toegerekend aan de stichting. De verjaringstermijn is als gevolg van die wetenschap op de dag van betaling gaan lopen en deze is inmiddels verstreken. De rechtbank gaat daarin mee en wijst de vordering af. 22-01-2020
- Rechtbank Limburg Verzoek tot (primair) vervulling van de lege plaatsen in het bestuur van stichting en (subsidiair) tot schorsing van stichtingsbestuur en benoeming van interim-bestuurders of tot ontslag van het stichtingsbestuur met benoeming van nieuwe bestuurders. Gronden voor ontslag van bestuurder stichting. Beslissing tot benoeming van deskundige. Schorsing van stichtingsbestuur en benoeming van interim-bestuurders als voorlopige voorziening. 18-12-2019
- Rechtbank Amsterdam De gemeenschappelijke wens van partijen een managementovereenkomst te sluiten en vervolgens handelingen te verrichten die aan deze wens beantwoorden, leidt ertoe dat werknemer niet werkzaam is op basis van een arbeidsovereenkomst. 14-11-2019