Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.
Rechtspraak
Hierbij de nieuwsbrief met daarin een korte weergave van de recent verschenen ondernemingsrechtelijke uitspraken.
Ga naar onze website (www.or-updates.nl) of klik op een or-nummer om de hele samenvatting te lezen. Daar kunt u ook gebruikmaken van onze zoekmachine om te zoeken op artikelnummer, onderwerp, advocaat, rechter en nog veel meer!
In het bijzonder wijs ik u graag op de volgende uitspraken.
Hof
Deus Ex Machina
OR 2020-0069 betreft een geschil tussen twee aandeelhouders (met een belang van 80% respectievelijk 20%) van Deus Ex Machina B.V. (DEM) De minderheidsaandeelhouder geeft op enig moment aan dat hij wel zijn 20% belang wil houden, maar niet langer actief betrokken wil blijven en dat hij de grootaandeelhouder zal volgen in al haar besluiten. De grootaandeelhouder neemt daarop een besluit tot statutenwijziging, waarmee onder andere de bevoegdheid tot uitgifte bij het bestuur zal komen te liggen en waarmee naast gewone aandelen Cum Prefs worden geïntroduceerd die 89% van de waarde van DEM vertegenwoordigen. Vervolgens geeft het bestuur van DEM gewone aandelen uit, waardoor de minderheidsaandeelhouder verwatert tot minder dan 5%. Hierop stelt de minderheidsaandeelhouder een vordering tot uittreding in. In eerste aanleg is deze vordering toegewezen, maar in hoger beroep wordt deze afgewezen. Daarbij wordt overwogen dat de emissie weliswaar disproportioneel is, maar dat de minderheidsaandeelhouder zich niet heeft verzet tegen de statutenwijziging waarin de mogelijkheid tot het doen van een aandelenemissie door het bestuur werd opgenomen. Zodoende had de minderheidsaandeelhouder rekening moeten houden met de mogelijkheid van verwatering van zijn belang in de gewone aandelen. Daarnaast was de gehanteerde waarderingsmethode niet onjuist en blijft de minderheidsaandeelhouder 20% van de Cum Prefs houden, die het overgrote deel van de waarde van DEM vertegenwoordigen.
X/Stichting Samenwerkingsverband Praktijkopleiding Schilderen in de Regio Twente
In OR 2020-0072 komt in het kader van een vordering uit hoofde van artikel 2:9 BW de vraag aan de orde of appellant bestuurder was van TSH. TSH heeft aangevoerd dat appellant als feitelijk bestuurder/beleidsbepaler van TSH optrad, maar dat is onvoldoende om aansprakelijkheid aan te nemen. In het onderhavige geval is onvoldoende gesteld om aan te nemen dat een besluit tot benoeming van appellant als bestuurder van TSH is genomen. Geoordeeld wordt dat het belang van de rol van een bestuurder bij een rechtspersoon zich ertegen verzet dat wordt aangenomen dat een persoon bestuurder is, zonder dat die benoeming ook blijkt uit een bestuursbesluit. TSH wordt toegelaten tot het leveren bewijs om het bestaan van een benoemingsbesluit aan te tonen.
Bestuurder Bouw State obligatiefondsen/beleggers
In OR 2020-0073 vorderen een aantal beleggers vergoeding van hun schade (niet uitkeren inleg en rente) op grond van prospectusaansprakelijkheid en bestuurdersaansprakelijkheid van de (middellijk) bestuurder van vastgoedfondsen en de voorzitter van Stichting Obligatiehouders. Het hof oordeelt dat zij niet aansprakelijk zijn, omdat door hen geen misleidende mededelingen zijn gedaan en hen geen persoonlijk ernstig verwijt treft.
Huisarts/apotheker
In OR 2020-0074 vordert een huisarts uit hoofde van een samenwerkingsovereenkomst betaling van een aantal openstaande bedragen van een apotheker, die de samenwerkingsovereenkomst als bestuurder van een bv in oprichting ondertekent. Zowel in eerste aanleg als in hoger beroep wordt de vordering van de huisarts afgewezen. Reden hiervoor is dat de aangesproken partij is bevrijd van zijn betalingsverplichting, omdat een vennootschap de betreffende rechtshandeling na haar oprichting heeft bekrachtigd.
Geen bestuurdersaansprakelijkheid voor als gevolg van faillissement onbetaald gebleven facturen
In OR 2020-0083 worden de bestuurders van een inmiddels failliete vennootschap aangesproken, omdat zij eiser in een bespreking zouden hebben misleid door een onjuiste voorstelling van zaken te geven en daarmee de schijn van kredietwaardigheid te wekken. Het hof oordeelt dat de bestuurders geen ernstig verwijt kunnen worden gemaakt, onder meer omdat het enkele feit dat er na de dag van de bespreking facturen onbetaald zijn gebleven, nog niet de conclusie rechtvaardigt dat de bestuurders ten tijde van de dag van de bespreking wisten of redelijkerwijs hadden behoren te begrijpen dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen en ook geen verhaal zou bieden. Een beroep op betalingsonwil slaagt ook niet, omdat uit de faillissementsverslagen blijkt dat de groep waarvan de vennootschap deel uitmaakt al een aantal jaren werd geconfronteerd met substantiële operationele verliezen en dat het ondanks allerhande maatregelen niet meer is gelukt om de vennootschap de veranderende markt te laten overleven.
Werknemer is bad leaver in de zin van Shareholders’ and Subscription Agreement (SSA)
In OR 2020-0085 vordert een aandeelhouder dat een (oud)werknemer – tevens medeaandeelhouder – wordt veroordeeld om de door hem gehouden aandelen als bad leaver over te dragen. In eerste aanleg is deze vordering toegewezen. Het hof legt de SSA aldus uit dat de (oud) werknemer een bad leaver is als hij met onmiddellijke ingang wordt ontslagen wegens een dringende reden (art. 7:678 BW), hetgeen in casu voorshands voldoende aannemelijk is. De (oud) werknemer moet zijn aandelen overdragen tegen de kostprijs daarvan.
Ondernemingskamer
Monitor Management
In OR 2020-0067 wordt verzocht om vaststelling van wanbeleid. Uit het onderzoeksrapport blijkt dat tussen partijen onduidelijkheden en geschillen bestaan op het gebied van corporate governance en de wijze waarop zaken financieel-administratief zijn geregeld. Meermaals zijn de door de wet en de statuten voorgeschreven procedures genegeerd, en er is nagelaten om duidelijke afspraken te maken en vast te leggen. Het belang van de vennootschap wordt (hierdoor) geschaad en het bestendig succes wordt bedreigd. De OK meent dat verschillende personen verantwoordelijk zijn voor het wanbeleid. Tot slot benoemt de OK bij wijze van voorziening een commissaris voor een periode van twee jaar die toezicht kan houden op het beleid van het bestuur, opdat een goede governance wordt bereikt.
De Leege Landen
OR 2020-0068 betreft het verzoek van IBB en De Leege Landen om vast te stellen dat uit het onderzoeksverslag blijkt dat sprake is van wanbeleid bij De Leege Landen, waarvoor HVC c.s. verantwoordelijk is. Hoewel niet alle verweten misstanden wanbeleid opleveren, is de slotsom dat er sprake is van wanbeleid. De onderzoekskosten komen (deels) ten laste van de voormalig bestuurder.
Stichting Residentie Buitenzorg
In OR 2020-0070 oordeelt de OK dat het partijdebat vooral gaat over het functioneren van de raad van toezicht en dat dat functioneren reden geeft om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken. Daarnaast rechtvaardigen andere aanwezige omstandigheden die te maken hebben met de rol van de bestuurder op zichzelf beschouwd al een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken. Dit ziet op het feit dat er tekortkomingen zijn geconstateerd in de door de stichting te verlenen zorg, de financiële verhoudingen tussen de stichting en de verhuurder (waarvan de OK betwijfelt of deze zakelijk en in het belang van de stichting zijn) en de gebrekkige administratieve organisatie. De OK gelast een onderzoek, benoemt een tijdelijke voorzitter van de raad van toezicht en schorst de huidige voorzitter, maar die persoon blijft wel lid van de raad van toezicht.
Schorsing bestuurders en overdracht aandelen ten titel van beheer
In OR 2020-0086 doen twee broers, beide bestuurders van Vermeulen Food Group B.V. een enquêteverzoek en verzoeken daarbij schorsing van de ander en overdracht van de aandelen van de ander ten titel van beheer. Onder andere in verband met de ernstig verstoorde verstandhouding tussen de bestuurders en het feit dat de kredietfaciliteit door de bank dreigt te worden opgezegd, oordeelt de OK dat sprake is van gegronde redenen om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken. Met hun instemming schorst de OK beide broers, zal de OK een derde tot tijdelijk bestuurder benoemen en zal de OK de aandelen met uitzondering van één aandeel per aandeelhouder ten titel van beheer overdragen aan een beheerder.
Ontheffing tijdelijk bestuurder
In een vervolg op de voorgaande zaak verzoekt de door de OK benoemde tijdelijk bestuurder van Vermeulen Food Group B.V. in OR 2020-0071 om haar te ontheffen als bestuurder en een opvolgend tijdelijk bestuurder aan te wijzen. De OK overweegt dat het enkele verzoek tot ontheffing op zich al voldoende is voor toewijzing van dat verzoek en ontheft de tijdelijk bestuurder onder aanwijzing van een opvolgend tijdelijk bestuurder. Het verkooptraject van Vermeulen Food Group B.V. zal worden voortgezet, waarbij de twee geschorste bestuurders hebben verklaard professioneel en zakelijk te zullen samenwerken. Doen zij dat niet, dan mag de nieuwe tijdelijk bestuurder een van de geschorste bestuurders de toegang tot het bedrijfsterrein ontzeggen.
Rechtbank
Plandero/Extraa c.s.
In OR 2020-0066 staat de vraag centraal of de in de overeenkomst tot koop van aandelen gegeven garanties zijn geschonden. De koper vordert vergoeding van de schade als gevolg van schending van de garanties door de verkopers op grond van gecedeerde vorderingen uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid (art. 2:9 jo. 2:11 BW). De rechtbank wijst de vorderingen grotendeels af en concludeert dat geen sprake is van schending van de garanties of bestuurdersaansprakelijkheid.
PQR/Twenty4Seven
In OR 2020-0075 komt een post-closing geschil aan de orde. Het geschil ziet op de schending van garanties in het kader van een aandelentransactie. De Rechtbank Amsterdam oordeelt dat specifieke, gedetailleerde garanties in beginsel niet hun betekenis kunnen verliezen door algemenere garanties. De rechtbank stelt vast dat sprake is van schending van een specifieke garantie, maar vormt (nog) geen oordeel over de exacte omvang van de schade. Daarover wordt opgemerkt dat in verband met het bepaalde in de koopovereenkomst daarbij als uitgangspunt geldt dat er rekening wordt gehouden met daadwerkelijk verminderde winstgevendheid, dan wel de daadwerkelijke lagere waarde van de aandelen.
X/Petrolia
In OR 2020-0076 buigt de Rechtbank Amsterdam zich over de vraag of een van de aandeelhouders van MPLS kwalificeert als defaulting shareholder, in welk kader de aandeelhoudersovereenkomst moet worden uitgelegd. De rechtbank overweegt dat de Haviltex-maatstaf moet worden gehanteerd, waarbij aan de bewoordingen van de overeenkomst groot gewicht moet worden gehecht, nu het gaat om professionele contractspartijen die zich van juridische bijstand hebben laten voorzien bij het opstellen van de aandeelhoudersovereenkomst. De aandeelhouder kwalificeert niet als defaulting shareholder en de vorderingen worden afgewezen.
Obligatiehouders/Bestuurders Genmed Holding Corporation
In OR 2020-0078 staat de vraag centraal of (indirect) bestuurders (een CEO en een CFO) persoonlijk aansprakelijk zijn tegenover obligatiehouders. De vorderingen jegens de CFO worden afgewezen, omdat niet is gebleken dat hij formele bestuurstaken heeft uitgeoefend. De CEO is wel aansprakelijk, omdat hij in brochures met betrekking tot de uitgifte van obligaties feitelijk onjuiste informatie heeft verstrekt, dan wel essentiële informatie heeft achtergehouden en hij daarnaast een heel andere koers met de vennootschap is gaan varen dan die in de brochures was voorgespiegeld. Daarbij komt dat de CEO wist of redelijkerwijs had moeten begrijpen dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen jegens de obligatiehouders kon voldoen en daarvoor ook geen verhaal zou bieden.
Toerekenen wetenschap en stuitingshandeling DGA aan concernvennootschappen
In OR 2020-0080 oordeelt de rechtbank in verband met een verjaringsverweer dat de kennis van de enig bestuurder en aandeelhouder aan de eisende vennootschappen moet worden toegerekend. Het beroep van de eisende vennootschappen op stuiting van de verjaring wordt niet door de rechtbank gevolgd, omdat de stuitingshandeling door een ander is verricht en niet aan de eisende vennootschappen kan worden toegerekend.
Aansprakelijkheid feitelijk bestuurder jegens verhuurder
In OR 2020-0081 beschouwt de Rechtbank Rotterdam een aandeelhouder van een vennootschap, die zichzelf als ‘éénpitter’ beschouwt, als feitelijk beleidsbepaler, ook in de periode waarin hij geen formeel bestuurder was. Als feitelijk beleidsbepaler heeft de aandeelhouder bewerkstelligd dat huurtermijnen onbetaald zijn gebleven, waarvan hem een ernstig verwijt kan worden gemaakt, hetgeen leidt tot persoonlijke aansprakelijkheid.
Beklamel-aansprakelijkheid bestuurder
In OR 2020-0082 wordt een bestuurder van twee vennootschappen persoonlijk aansprakelijk geacht met betrekking tot een door die vennootschappen als leningnemer gesloten leningsovereenkomst. De bestuurder wist of behoorde redelijkerwijs te begrijpen dat de vennootschappen niet aan hun verplichtingen konden voldoen en ook geen verhaal zouden bieden. Een beroep van de bestuurder op dwaling en op artikel 1:88 BW – zijn echtelijke woning was als zekerheid aangewend zonder toestemming van zijn echtgenote – baten de bestuurder niet.
Bestuurdersaansprakelijkheid na niet-betaalde koopsom voor overgenomen onderneming
In OR 2020-0084 acht de rechtbank de bestuurder van Slijterij van Alkmaar op grond van de Beklamel-norm aansprakelijk. De bestuurder had Slijterij van Alkmaar vertegenwoordigd bij het aangaan van een overeenkomst waarmee de onderneming van Wijnhandel Anno 1804 werd gekocht. Op dat moment kampte Slijterij van Alkmaar al met betalingsachterstanden en een teruglopend balanstotaal en was er geen zicht op toereikende financiering. Als gevolg daarvan is de bestuurder persoonlijk aansprakelijk voor de door Wijnhandel Anno 1804 geleden schade.
Rest mij nog u een bijzonder goede dag toe te wensen.
Met vriendelijke groet,
Evert Leemreis
Hoofdredacteur OR Updates
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Indirect aandeelhouders en bestuurders zijn niet aansprakelijk wegens het wekken van de schijn van kredietwaardigheid. Op het moment waarop het bestuur een gesprek had met de crediteur, was niet voorzienbaar dat de vorderingen van die crediteur niet betaald konden worden. 25-02-2020
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Beleggers vorderen vergoeding van hun schade (niet uitkeren inleg en rente) op grond van prospectusaansprakelijkheid en bestuurdersaansprakelijkheid van de (middellijk) bestuurder van vastgoedfondsen en de voorzitter van Stichting Obligatiehouders. Het hof oordeelt dat zij niet aansprakelijk zijn, omdat door hen geen misleidende mededelingen zijn gedaan en hen geen persoonlijk ernstig verwijt treft. 11-02-2020
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Vordering tot betaling van openstaande bedragen uit hoofde van een samenwerkingsovereenkomst tussen drie huisartsen en een apotheker. Afwijzing vordering in eerste aanleg en hoger beroep. De aangesproken partij is bevrijd van zijn betalingsverplichting, omdat een vennootschap de betreffende rechtshandeling na haar oprichting heeft bekrachtigd. 21-01-2020
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Bestuurdersaansprakelijkheid. Optreden als feitelijk bestuurder/beleidsbepaler van stichting onvoldoende om aansprakelijkheid op grond van artikel 2:9 BW aan te nemen. Benoeming van bestuurder dient te blijken uit een bestuursbesluit. Toelating tot leveren bewijs om bestaan bestuursbesluit aan te tonen. 21-01-2020
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. Tweede fase. Succesvol verzoek tot vaststelling wanbeleid naar aanleiding van onderzoeksverslag bij Monitor Management BV. OK treft voorts nieuwe voorzieningen. 16-12-2019
- Gerechtshof Amsterdam Werknemer wordt aangemerkt als ‘bad leaver’ in de zin van de Shareholders’ and Subscription Agreement en wordt veroordeeld zijn aandelen over te dragen tegen kostprijs. 10-12-2019
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. Vervolg op beschikkingen van Hof Amsterdam (OK) 20 en 23 september 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:3594 respectievelijk ECLI:NL:GHAMS:2019:3595. Tijdelijk bestuurder op eigen verzoek ontheven als bestuurder vanwege de ontoelaatbare wijze waarop zij door geschorste bestuurder is behandeld. Opvolgend tijdelijk bestuurder aangewezen. 12-11-2019
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. De OK gelast een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van een stichting, en benoemt een tijdelijke voorzitter van de raad van toezicht met beslissende stem. De stichting en leden van de raad van toezicht hadden, om verschillende redenen, om een enquête verzocht. De OK twijfelt aan een juist beleid om redenen die terug te voeren zijn op het functioneren van de bestuurder en de raad van toezicht van de stichting. 26-09-2019
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. Bestuurders verzoeken beiden onderzoek naar beleid en gang van zaken, en bij wijze van onmiddellijke voorziening schorsing medebestuurder en aanwijzing derde persoon als tijdelijk bestuurder. OK beveelt onderzoek vanwege ernstig verstoorde verstandhouding en onoverbrugbaar conflict tussen bestuurders, schorst hen beiden als bestuurder en draagt hun aandelen over aan een beheerder ten titel van beheer. De OK houdt de aanwijzing van een onderzoeker en de beheerder vooralsnog aan om de te benoemen tijdelijk bestuurder en partijen de mogelijkheid te bieden tot een oplossing te komen. 20-09-2019
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam Vordering van minderheidsaandeelhouder tot uittreding. Vordering in eerste aanleg toegewezen, in hoger beroep afgewezen. Minderheidsaandeelhouder heeft zich niet verzet tegen statutenwijziging waarin de mogelijkheid tot het doen van een aandelenemissie door het bestuur werd opgenomen, en had zodoende rekening moeten houden met de mogelijkheid van verwatering van zijn aandelenbelang. 11-06-2019
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. Tweede fase. Twee 50/50-aandeelhouders, waarvan één bestuurder was van de joint venture-vennootschap. De andere aandeelhouder (inmiddels bestuurder) en de vennootschap verzoeken de OK met succes wanbeleid vast te stellen en de onderzoekskosten (deels) ten laste van voormalig bestuurder te laten komen. 16-04-2019
Rechtbank
- Rechtbank Overijssel Vordering koper tegen verkopers van aandelen van twee vennootschappen vanwege misleidende, althans niet nagekomen garanties uit de overeenkomst. De koper vordert vergoeding van de schade als gevolg van schending van de garanties door de verkopers op grond van gecedeerde vorderingen uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid (art. 2:9 jo. 2:11 BW). De rechtbank wijst de vorderingen grotendeels af en concludeert dat geen sprake is van schending van de garanties en bestuurdersaansprakelijkheid. De rechtbank legt de overeengekomen verrekeningafspraak tussen partijen met betrekking tot de vendor loans vast. De vordering op grond van artikel 6:10 BW in het geschil in vrijwaring wordt slechts toegewezen ten aanzien van de advocaat- en accountantskosten. 12-02-2020
- Rechtbank Noord-Holland Bestuurder is aansprakelijk omdat die een koopovereenkomst is aangegaan, terwijl hij wist of redelijkerwijs behoorde te begrijpen dat de vennootschap niet of niet binnen redelijke termijn aan haar betalingsverplichting zou kunnen voldoen en geen verhaal zou bieden voor de daaruit voortvloeiende schade. 12-02-2020
- Rechtbank Rotterdam Beklamel-aansprakelijkheid bestuurder wegens niet-nakomen leningsovereenkomst door twee (lege) vennootschappen. De bestuurder verweert zich met een beroep op dwaling. De rechtbank passeert dit verweer, omdat de bestuurder het verweer onvoldoende heeft gemotiveerd. 12-02-2020
- Rechtbank Amsterdam Aandeelhouders van Steinhoff N.V. vorderen verklaring voor recht en schadevergoeding als gevolg van koersdaling na bekendmaking van onjuistheden in jaarrekeningen van Steinhoff. Rechtbank houdt procedure tegen Steinhoff aan vanwege samenhangende procedures in Duitsland en Zuid-Afrika en wacht antwoorden op prejudiciële vragen Hoge Raad in VEB/BP af voor wat betreft de bevoegdheid ten aanzien van individuele gedaagden. 05-02-2020
- Rechtbank Limburg Beklamelmaatstaf; bestuurdersaansprakelijkheid. Ontbinding koopovereenkomst wegens niet nakoming verplichting door verkoper. Stelling dat (middellijk) bestuurders wisten dat verkoper haar verplichtingen niet kon nakomen afgewezen. Vordering wegens persoonlijk verwijtbaar handelen van bestuurders (gedeeltelijk) toegewezen. 22-01-2020
- Rechtbank Den Haag Persoonlijke aansprakelijkheid (indirect) bestuurder tegenover obligatiehouders. Verkeerde voorstelling van zaken in brochures, andere aanwending ingelegde gelden dan vermeld in brochure en verzuim waarschuwing obligatiehouders bij voorzienbare benadeling. Oneerlijke handelspraktijken in verband met feitelijk onjuiste informatieverstrekking, dan wel weglaten essentiële informatie. 22-01-2020
- Rechtbank Midden-Nederland Rechtbank wijst beroep op verjaring toe. De wetenschap van enig bestuurder/aandeelhouder kan worden toegerekend aan andere vennootschappen binnen de groep. Rechtbank wijst beroep op stuiting af. In dit geval kan stuitingshandeling niet worden toegerekend aan eiseressen. Rechtbank wijst beroep op rechtsverwerking toe. Door lang wachten met aansprakelijkstelling en initiëren van deze procedure verwerkten eiseressen hun rechten. 30-12-2019
- Rechtbank Rotterdam Een aandeelhouder van een vennootschap ziet zichzelf als een ‘éénpitter’. De rechtbank beschouwt hem als feitelijk beleidsbepaler, ook in de periode waarin hij geen formeel bestuurder was. Als feitelijk beleidsbepaler heeft de aandeelhouder bewerkstelligd dat huurtermijnen onbetaald zijn gebleven. De aandeelhouder kan daarvan een voldoende ernstig verwijt gemaakt worden, op grond waarvan hij als (feitelijk) bestuurder aansprakelijk is jegens de voormalig verhuurder. 24-10-2019
- Rechtbank Amsterdam Uitleg Aandeelhoudersovereenkomst. Vordering tot (i) verklaring voor recht dat gedaagde kwalificeert als ‘Defaulting Shareholder’ onder de aandeelhoudersovereenkomst tussen eiser en gedaagde met betrekking tot vennootschap waarin beide partijen 50% van de aandelen houden en (ii) benoeming van accountant tot bepaling van Fair Market Value van aandelen onder de aandeelhoudersovereenkomst. Rechtbank hanteert Haviltex-maatstaf en wijst de vorderingen af. 18-09-2019
- Rechtbank Amsterdam Post-closing geschil over schending van garanties in het kader van een aandelentransactie. De rechtbank oordeelt dat specifieke, gedetailleerde garanties in beginsel niet hun betekenis kunnen verliezen door algemenere garanties. De rechtbank stelt vast dat sprake is van schending van een specifieke garantie maar vormt (nog) geen oordeel over de exacte omvang van de schade. 28-08-2019