Update
Geachte mevrouw/heer,
Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan.
Rechtspraak
In deze nieuwsbrief vindt u een overzicht van de rechtspraak die de afgelopen twee weken op www.or-updates.nl is gepubliceerd.
Onderaan deze mail vindt u handige linkjes met weekoverzichten per instantie en kunt u de pdf met alle nieuw toegevoegde samenvattingen van ondernemingsrechtelijke uitspraken vanaf de website downloaden.
Ik licht de volgende uitspraken hier voor u uit:
Ex-bestuurder/GVB HOLDING N.V.
In OR 2021-0300 heeft de raad van commissarissen van het GVB naar aanleiding van beschuldigingen in de krant jegens het GVB een onderzoek laten uitvoeren naar de vermeende misstanden. De raad van commissarissen trekt uit het onderzoeksrapport conclusies over onder meer het bestuur van het GVB. Een ex-bestuurder stelt dat die conclusies niet (kunnen) worden gedragen door het onderzoeksrapport, maar het hof oordeelt dat het trekken van de conclusies binnen de beoordelingsvrijheid van de raad van commissarissen viel. De ex-bestuurder klaagt in cassatie dat het hof onvoldoende heeft gemotiveerd dat de raad van commissarissen de conclusie kon trekken dat structureel sprake was van onbehoorlijk bestuurlijk gedrag. A-G Van Peursem concludeert dat het hof ontoereikend heeft gemotiveerd en concludeert tot vernietiging en verwijzing. De A-G concludeert ook dat de ex-bestuurder niet behoort tot degenen die krachtens de wet en de statuten bij de organisatie van de rechtspersoon zijn betrokken (art. 2:8 BW), en dat er geen algemene rechtsplicht bestaat voor de vennootschap om een ex-bestuurder te horen voordat de raad van commissarissen conclusies trekt uit een onderzoeksrapport. De Hoge Raad volgt de conclusie van de A-G.
Bestuurdersaansprakelijkheid wegens betalingsonwil
In OR 2021-0297 oordeelt de rechtbank dat de enige bestuurder en aandeelhouder van een besloten vennootschap een persoonlijk ernstig verwijt te maken valt voor het feit dat de vennootschap die hij bestuurt al een jaar zonder (gegronde) reden weigert achterstallig loon/ziekengeld en overige vergoedingen aan een voormalige werknemer te betalen, hoewel de vennootschap daar in een eerdere procedure toe veroordeeld is. Volgens de rechtbank had het op basis van het arrest Waning/Van der Vliet op de weg van de bestuurder gelegen om aannemelijk te maken dat de door hem bestuurde vennootschap niet in staat was te betalen. Aangezien de bestuurder niet aan deze verzwaarde motiveringsplicht heeft voldaan, wordt hij door de rechtbank veroordeeld het aan de werknemer verschuldigde bedrag persoonlijk te voldoen.
Ruziënde aandeelhouders Mondarts B.V.
In OR 2021-0310 hebben twee tandartsen hun samenwerking beëindigd. Een van de afspraken behelst dat aan een deskundige opdracht zal worden gegeven om bindend vast te stellen wat de koper van de aandelen (dat is de holding van de verblijvende tandarts) definitief aan de holding van de vertrekkende tandarts dient te betalen. In het bindend advies – dat met veel vertraging tot stand komt – wordt de hoogte van de koopprijs bepaald, maar ook dat daarover wettelijke handelsrente verschuldigd is vanaf het moment van beëindiging van de samenwerking, en dat de verblijvende tandarts in persoon hoofdelijk aansprakelijk is voor betaling als zijn holding niet betaalt. De rechtbank oordeelt dat de bindend adviseur buiten zijn opdracht is getreden en een ongemotiveerde en ontoelaatbare verrassingsbeslissing heeft gegeven, op grond waarvan de verblijvende tandarts en zijn holding het bindend advies terecht partieel vernietigd hebben.
Erfgenaam oud-werknemer/Bestuurders gefailleerde werkgever
In OR 2021-0293 is een gefailleerde vennootschap veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding wegens onregelmatig ontslag en een transitievergoeding. Betaling van deze bedragen blijft uit, ook na bekrachtiging van het vonnis in hoger beroep. De rechtbank oordeelt dat sprake is van betalingsonwil aan de kant van de bestuurders en dat hen daarvan een ernstig verwijt valt te maken. Daarnaast hebben de bestuurders zodanig gebruikgemaakt van de vennootschapsstructuur binnen het concern dat ongewenste schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden worden beperkt. De rechtbank veroordeelt de bestuurders hoofdelijk tot betaling van de geldsommen voortvloeiende uit de eerdere procedures.
Onze zoekfunctie
Wist u dat OR Updates uit meer bestaat dan deze nieuwsbrief?
Onze website biedt u bijvoorbeeld de mogelijkheid om op doeltreffende wijze de database te doorzoeken, zodat u de voor u relevante uitspraken kunt vinden. Zo kunt u bijvoorbeeld zoeken op onderwerp, instantie, rechter of advocaat.
Kijk hier voor meer informatie over de mogelijkheden.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de ondernemingsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, dan kunt u mailen naar or-updates@budh.nl. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar info@boomjuridisch.nl.
Met vriendelijke groet,
Emmanuel Lokin
Hoofdredacteur OR Updates
Hoge Raad
Hof
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam Twee nv’s zijn partij bij een afsplitsing en verzoeken de voorzitter van de OK om goedkeuring van de aanwijzing van een accountant voor het verrichten van het onderzoek en het afleggen van de verklaring als bedoeld in artikel 2:334aa lid 2 BW. De voorzitter van de OK verklaart verzoekers niet-ontvankelijk omdat artikel 2:334aa lid 4 BW niet van toepassing is als de accountantsverklaring slechts wordt verlangd ten aanzien van het vermogen van de voortbestaande splitsende vennootschap. 13-09-2021
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Het hof oordeelt dat sprake is van onbehoorlijk bestuur vanwege misleiding van de bank bij het verkrijgen van financiering, het omleiden van omzet en het schenden van de administratie- en publicatieplicht. Wegens de ernst en de aard van de gedragingen matigt het hof, anders dan eerder de rechtbank, de aansprakelijkheid van de bestuurder niet. 31-08-2021
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden In deze zaak staat de vraag centraal of de bestuurder van een aandeelhouder-rechtspersoon aansprakelijk is op basis van externe bestuurdersaansprakelijkheid voor de schade die een andere aandeelhouder lijdt, doordat de aandeelhouder-rechtspersoon zijn verplichtingen uit een contragarantie jegens de aandeelhouder niet is nagekomen. Het hof komt net als eerder de rechtbank tot het oordeel dat de bestuurder niet aansprakelijk is en dat de vordering van de aandeelhouder moet worden afgewezen. 10-08-2021
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Het hof oordeelt dat bestuurders aansprakelijk zijn jegens een onbetaald gelaten crediteur van de vennootschap. Het onbetaald laten van één schuldeiser terwijl alle andere schuldeisers wel worden betaald, in combinatie met het verkopen van activa door het vennootschapsbestuur zonder dat de waarde van die activa terugvloeit in de onderneming, is onrechtmatig jegens die schuldeiser. 27-07-2021
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Een vennootschap in oprichting heeft een koopovereenkomst gesloten met een verkoper. In dit verwijzingsarrest oordeelt het hof dat door de vennootschap geen bekrachtigingsverklaring in de zin van artikel 3:69 BW is uitgebracht jegens de verkoper. 13-07-2021
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. Verzoek mededelingen uit onderzoeksverslag afgewezen. Doel te ver verwijderd van doeleinden enquêterecht, en onduidelijk of de rechter in een buitenlandse procedure kan beoordelen welke betekenis moet worden toegekend aan het onderzoeksverslag. 09-07-2021
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Een bestuurder wordt aansprakelijk gehouden voor het tekort in het faillissement op grond van artikel 2:248 lid 2 BW wegens schending van de publicatieplicht. Hoe dan ook is sprake van kennelijk onbehoorlijk bestuur, omdat de bestuurder de vennootschap heeft leeggehaald om verhaal door de schuldeiser te voorkomen. Het hof ziet geen aanleiding voor matiging van de aansprakelijkheid. 09-02-2021
Rechtbank
- Rechtbank Rotterdam Een statutair bestuurder neemt per direct ontslag als bestuurder, waardoor ook zijn arbeidsovereenkomst – voor zover deze bestaat – inhoudsloos is geworden. De kantonrechter past de 15-april-arresten analoog toe en ontbindt tevens voorwaardelijk de arbeidsovereenkomst als evenwel zou komen vast te staan dat deze nog bestaat. 27-08-2021
- Rechtbank Oost-Brabant Een statutair bestuurder met een arbeidsovereenkomst wordt ontslagen in weerwil van een commitment dat is aangegaan voor de duur van zes jaar. De vennootschap wordt veroordeeld tot een bedrag van ruim € 550.000 aan vergoedingen. 25-08-2021
- Rechtbank Rotterdam De rechtbank verklaart bestuurders op vordering van de curator aansprakelijk ex artikel 2:248 lid 1 BW wegens geschatte pensioenpremieschulden. Het kennelijk onbehoorlijk bestuur bestaat volgens de rechtbank uit het zich onvoldoende inspannen om het pensioenfonds ertoe te bewegen alsnog juiste facturen op te leggen. Het verzuim om direct na de oprichting van de vennootschap deel te nemen in het fonds valt buiten de driejaarstermijn, zodat daaraan wordt voorbijgegaan. De rechtbank ziet geen aanleiding tot matiging van de aansprakelijkheid. 25-08-2021
- Rechtbank Rotterdam Twee tandartsen hebben hun samenwerking beëindigd. Een van de afspraken behelst dat aan een deskundige opdracht zal worden gegeven om bindend vast te stellen wat de koper van de aandelen (dat is de holding van de verblijvende tandarts) definitief aan de holding van de vertrekkende tandarts dient te betalen. In het bindend advies – dat met veel vertraging tot stand komt – wordt de hoogte van de koopprijs bepaald, maar ook dat daarover wettelijke handelsrente verschuldigd is vanaf het moment van beëindiging van de samenwerking, en dat de verblijvende tandarts in persoon hoofdelijk aansprakelijk is voor betaling als zijn holding niet betaalt. De rechtbank oordeelt dat de bindend adviseur buiten zijn opdracht is getreden en een ongemotiveerde en ontoelaatbare verrassingsbeslissing heeft gegeven, op grond waarvan de verblijvende tandarts en zijn holding het bindend advies terecht partieel vernietigd hebben. 11-08-2021
- Rechtbank Overijssel De vennoten van een vof handelen onrechtmatig jegens de vof, welk handelen voorts als belangrijkste oorzaak van het faillissement wordt aangemerkt. De vennoten worden aansprakelijk gehouden voor het faillissementstekort. 04-08-2021
- Rechtbank Limburg Een gefailleerde vennootschap is veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding wegens onregelmatig ontslag en een transitievergoeding. Betaling van deze bedragen blijft uit, ook na bekrachtiging van het vonnis in hoger beroep. De rechtbank oordeelt dat sprake is van betalingsonwil aan de kant van de bestuurders en dat hen daarvan een ernstig verwijt valt te maken. Daarnaast hebben de bestuurders zodanig gebruikgemaakt van de vennootschapsstructuur binnen het concern dat ongewenste schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden worden beperkt. De rechtbank veroordeelt de bestuurders hoofdelijk tot betaling van de geldsommen voortvloeiende uit de eerdere procedures. 28-07-2021
- Rechtbank Noord-Holland De rechtbank oordeelt dat de enige bestuurder en aandeelhouder van een besloten vennootschap een persoonlijk ernstig verwijt te maken valt voor het feit dat de vennootschap die hij bestuurt al een jaar zonder (gegronde) reden weigert achterstallig loon/ziekengeld en overige vergoedingen aan een voormalige werknemer te betalen, hoewel de vennootschap daar in een eerdere procedure toe veroordeeld is. Volgens de rechtbank had het op basis van het arrest Waning/Van der Vliet op de weg van de bestuurder gelegen om aannemelijk te maken dat de door hem bestuurde vennootschap niet in staat was te betalen. Aangezien de bestuurder niet aan deze verzwaarde motiveringsplicht heeft voldaan, wordt hij door de rechtbank veroordeeld het aan de werknemer verschuldigde bedrag persoonlijk te voldoen. 21-07-2021
- Rechtbank Amsterdam De bestuurder en oprichter van een sociale brouwerij probeert zijn vennootschapsrechtelijke ontslag aan te vechten, omdat in zijn ogen geen wezenlijke invulling is gegeven aan de hoorplicht en het adviesrecht van de bestuurder. De rechtbank wijst de vordering tot vernietiging van het ontslagbesluit af. 21-07-2021
- Rechtbank Den Haag Een statutaire aanbiedingsplicht blijft buiten toepassing op grond van de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid van artikel 2:8 lid 2 BW. 20-07-2021
- Rechtbank Midden-Nederland Een aandeelhouder dwingt haar medeaandeelhouder via kort geding om mee te werken aan noodzaakfinanciering of verwatering. De vordering wordt toegewezen nu aan de vereisten voor noodzaakfinanciering is voldaan. 09-07-2021
- Rechtbank Midden-Nederland Een directeur is op staande voet ontslagen omdat hij het personeel tegen het bestuur zou hebben opgezet en de positie van het bestuur zou hebben willen ondermijnen. Omdat dit niet is komen vast te staan, wordt de opzegging vernietigd en wordt de stichting verplicht tot rectificatie. 29-06-2021
- Rechtbank Amsterdam Deze zaak is gerelateerd aan het faillissement van Royal Imtech N.V. Tien beleggers houden vier voormalige bestuurders en een voormalig commissaris van Imtech aansprakelijk voor hun verliezen als gevolg van dat faillissement. De rechtbank oordeelt dat een deel van de vorderingen is verjaard. De rechtbank beoordeelt vervolgens wel alle gemaakte verwijten, maar oordeelt dat deze onvoldoende concreet zijn en niet ernstig genoeg voor persoonlijke aansprakelijkheid. Ook is niet duidelijk gemaakt dat de beleggers door het verweten handelen schade hebben geleden. 09-06-2021
- Rechtbank Rotterdam Een vennootschap wordt ontbonden en uitgeschreven uit het handelsregister, terwijl een huurschuld onbetaald wordt gelaten. De verhuurder spreekt de bestuurder aan op grond van onrechtmatige daad. De kantonrechter overweegt dat het achterwege laten van vereffening of het niet aanvragen van faillissement slechts onrechtmatig is indien er baten aanwezig zijn of te verwachten waren ter vereffening. Nu dit niet is gebleken, wijst de kantonrechter de vordering af. 07-05-2021
- Rechtbank Noord-Holland Geschil over earn-out-regeling. Het geschil tussen een verkoper en koper van een onderneming gaat om de hoogte van de (uiteindelijke) koopprijs zoals die op grond van de koopovereenkomst moet worden betaald. De uiteindelijke koopprijs is (mede) afhankelijk van de omzet die de onderneming heeft gemaakt in de drie jaren na de overname. De verkoper vindt dat de koper te weinig heeft betaald en vordert het deel dat volgens haar nog is verschuldigd. De koper voert onder andere verweer dat niet de juiste rechtspersoon is gedagvaard en de verkoper niet-ontvankelijk is in haar vordering op grond van een mediationclausule. De rechtbank verwerpt beide ontvankelijkheidsverweren. De rechtbank komt, mede op basis van een Haviltex-uitleg van de koopovereenkomst, tot het oordeel dat de koper een aantal bedragen ten onrechte of voor een te groot gedeelte met de koopsom heeft verrekend. De rechtbank wijst de vordering van de verkoper daarom gedeeltelijk toe. 04-05-2021