Update
Geachte mevrouw/heer,
Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan.
Rechtspraak
In deze nieuwsbrief vindt u een overzicht van de rechtspraak die de afgelopen twee weken op www.or-updates.nl is gepubliceerd.
Onderaan deze mail vindt u handige linkjes met weekoverzichten per instantie en kunt u de pdf met alle nieuw toegevoegde samenvattingen van ondernemingsrechtelijke uitspraken vanaf de website downloaden.
Ik licht de volgende uitspraken hier voor u uit:
Minderheidsaandeelhouder/Intercont Industrial Holding N.V.
In OR 2022-0114 vordert een minderheidsaandeelhouder in kort geding afgifte – door de vennootschap waarin hij een belang houdt – van bepaalde stukken op grond van artikel 2:107 BW. De minderheidsaandeelhouder vraagt om specifieke documenten over verschillende transacties, waaronder alle correspondentie met een wederpartij van de vennootschap over een aangegane transactie, waarderingsrapporten, een DD-rapport, adviezen van juridische en financiële experts, uitkomsten van het onderzoek naar alternatieve mogelijkheden en achtergronden van en reden om akkoord te gaan met de transactie. Het hof wijst, in navolging van de rechtbank, het verzoek af omdat de minderheidsaandeelhouder onvoldoende duidelijk heeft gemaakt waarom hij recht heeft op meer informatie dan hij al van de vennootschap gekregen heeft.
In een wenk onder de samenvatting gaat Stijn Haanschoten onder andere in op de toepassing van artikel 2:107 BW en hoe relevante OK-jurisprudentie nader licht werpt op de casus. Hij staat stil bij belangrijke omstandigheden als de gesloten verhoudingen, (schijn van) een tegenstrijdig belang van het bestuur en de minderheidsaandeelhouder die tegenover een meerderheidsaandeelhouder staat. Een en ander wekt de indruk dat de minderheidsaandeelhouder in casu meer resultaat had kunnen boeken.
Toewijzing afgeleide schade na faillissement modeconcern
In OR 2022-0116 wordt een vordering tot vergoeding van afgeleide schade toegewezen. Na het overlijden van de grootaandeelhouder van een voormalig familieconcern in de modebranche, erft diens echtgenote de aandelen in de holding van het concern. De zus van de overleden aandeelhouder, de schoonzus van de nieuwe aandeelhouder, is het hiermee niet eens. Zij zegt haar dienstverband bij het concern op, werft belangrijke personeelsleden van het modeconcern en start een eigen concurrerend bedrijf. De echtgenote, als huidige aandeelhouder van de holding, vordert afgeleide schade op grond van onrechtmatige daad. De rechtbank oordeelt dat de acties van de schoonzus niet alleen voorzienbaar zeer schadelijk waren voor het modeconcern, maar ook zeer schadelijk voor de huidig aandeelhouder in persoon en wijst daarom de vordering tot vergoeding van afgeleide schade toe.
Uitstoting in kort geding
In OR 2022-0107 wordt een aandeelhouder uitgestoten. De aandeelhouder/bestuurder wordt ziek en laat zich tijdelijk uitschrijven als bestuurder. Wanneer zij 25% arbeidsgeschikt is, wil zij terugkeren als bestuurder, maar zowel de aangebleven bestuurder/aandeelhouder als de RvT willen dit niet. Haar stijl van leidinggeven zorgde voor onrust binnen de onderneming. In stevige e-mails binnen de organisatie zegt zij onder andere het vertrouwen in de RvT en de accountant op en stelt zij hen persoonlijk aansprakelijk. De aangebleven bestuurder/aandeelhouder vordert daarop in kort geding de gedwongen overdracht van de aandelen (uitstoting). De voorzieningenrechter wijst deze vordering toe, nu de aandeelhouder met haar gedrag de onderneming schaadt. De uitkomst van een reeds gestarte enquêteprocedure wordt niet afgewacht.
Onze zoekfunctie
Wist u dat OR Updates uit meer bestaat dan deze nieuwsbrief?
Onze website biedt u bijvoorbeeld de mogelijkheid om op doeltreffende wijze de database te doorzoeken, zodat u de voor u relevante uitspraken kunt vinden. Zo kunt u bijvoorbeeld zoeken op onderwerp, instantie, rechter of advocaat.
Kijk hier voor meer informatie over de mogelijkheden.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de ondernemingsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, dan kunt u mailen naar or-updates@budh.nl. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar info@boomjuridisch.nl.
Met vriendelijke groet,
Karel Boonzaaijer
Hoofdredacteur OR Updates
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Twee vennootschappen sluiten een intentieovereenkomst over de verkoop van de dochtervennootschap van de verkoper middels een aandelentransactie. Partijen komen onder meer overeen dat de koper de schulden van de vennootschap aan de verkoper zal herfinancieren, waaronder de rekening-courant bij ABN AMRO voor een bedrag van € 460.000. Kort nadat de koper alle overeengekomen bedragen heeft betaald en de transactie is voltooid, wordt duidelijk dat de vennootschap op het moment van de overdracht uit hoofde van de rekening-courant geen schuld, maar een tegoed had van ongeveer € 289.000. De koper vordert in eerste aanleg terugbetaling van de betaalde € 460.000 op grond van onverschuldigde betaling (art. 6:203 BW). De rechtbank wijst de vordering af. In hoger beroep wijst het hof de vordering van de koper alsnog toe, op de grond dat sprake is van een discrepantie tussen de wil en verklaring van de koper (art. 3:33 BW). 03-05-2022
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Hoger beroep kort geding. Een minderheidsaandeelhouder vordert in kort geding afgifte – door de vennootschap waarin hij een belang houdt – van bepaalde stukken op grond van artikel 2:107 BW. De minderheidsaandeelhouder vraagt om specifieke documenten over verschillende transacties, waaronder alle correspondentie met een wederpartij van de vennootschap over een aangegane transactie, waarderingsrapporten, een DD-rapport, adviezen van juridische en financiële experts, uitkomsten van het onderzoek naar alternatieve mogelijkheden en achtergronden van en reden om akkoord te gaan met de transactie. Het hof wijst, in navolging van de rechtbank, het verzoek af omdat de minderheidsaandeelhouder onvoldoende duidelijk heeft gemaakt waarom hij recht heeft op meer informatie dan hij al van de vennootschap gekregen heeft. 03-05-2022
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden De onderneming van een failliete vennootschap is voor een te laag bedrag overgedragen aan een daartoe opgerichte vennootschap. De curator stelt onder meer de bestuurder en de nieuwe vennootschap aansprakelijk. De rechtbank wees de vorderingen af, maar het hof komt tot een ander oordeel. De bestuurder en de vennootschap zijn op grond van artikel 6:162 BW aansprakelijk voor de overdracht voor een te lage prijs. De bestuurder is niet aansprakelijk voor de verkoop op grond van artikel 2:248 BW, omdat het faillissement op dat moment al onvermijdelijk was. Daarnaast is de bestuurder niet op grond van artikel 2:248 BW aansprakelijk voor het doen van een onjuiste aangifte omzetbelasting, omdat de bestuurder dit heeft gedaan om liquiditeit in de onderneming te houden en niet vaststaat dat het voor de bestuurder duidelijk was dat de gezamenlijke schuldeisers hierdoor werden benadeeld. 19-04-2022
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Tussen twee aandeelhouders met beiden een belang van 50% ontstaat een geschil. De ene aandeelhouder meent dat een besluit tot omzetting van een intragroepslening in agio niet rechtsgeldig tot stand is gekomen en verwijt de andere aandeelhouder, die tevens bestuurder is, dat deze de aandelen van de ander waardeloos maakt, dat deze de groep onbehoorlijk bestuurt en onrechtmatig jegens de aandeelhouder handelt. De rechtbank heeft alle vorderingen afgewezen. In hoger beroep verklaart het hof voor recht dat het besluit tot omzetting van de lening nietig is wegens strijd met de statuten (en tevens in strijd is met de aandeelhoudersovereenkomst waaraan vennootschapsrechtelijke werking toekomt). Ook verklaart het hof voor recht dat de bestuurder aansprakelijk is voor schade die als gevolg daarvan is geleden door de aandeelhouder. De vordering met betrekking tot ontslag van de bestuurder wordt afgewezen. 12-04-2022
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; uitkoop. Deze procedure gaat over een vordering van een grootaandeelhouder na een openbaar bod tot uitkoop van de minderheidsaandeelhouders van een bank. Ondanks dat de minderheidsaandeelhouders stellen dat een te lage prijs is geboden voor hun aandelen, oordeelt de OK dat aan alle voorwaarden voor uitkoop is voldaan. De acceptatiegraad rechtvaardigt het vermoeden dat de geboden prijs billijk is. De OK veroordeelt de minderheidsaandeelhouders tot onbezwaarde overdracht van hun aandelen. 12-04-2022
- Gerechtshof Den Haag Een stichting die gelden van beleggers beheerde, stelt haar voormalige bestuurder en diverse betrokkenen aansprakelijk voor onrechtmatige onttrekkingen. De rechtbank oordeelt dat de voormalige bestuurder aansprakelijk is uit hoofde van artikel 2:9 BW. De stichting gaat in hoger beroep, onder andere omdat haar beroep op groepsaansprakelijkheid ex artikel 6:166 BW door de rechtbank is afgewezen. Het hof oordeelt dat de voormalige bestuurder ook aansprakelijk is ex artikel 6:162 BW, zodat voldaan is aan een van de vereisten voor groepsaansprakelijkheid (i.e. een onrechtmatige daad van een van de groepsdeelnemers) en draagt de stichting op bewijs te overleggen dat is voldaan aan het groepsvereiste in de zin van artikel 6:166 BW. 08-03-2022
- Gerechtshof Amsterdam In deze procedure spreken een bestuurder van een vennootschap en de vennootschap zelf een andere bestuurder van de vennootschap aan, omdat die bestuurder een bemiddelingsprovisie heeft geïncasseerd die eigenlijk aan de vennootschap had moeten toekomen. In eerste aanleg heeft de rechtbank de vennootschap niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij niet rechtsgeldig vertegenwoordigd zou zijn bij het aanbrengen van het geding; de vordering van de bestuurder wordt op inhoudelijke gronden afgewezen. Het hof komt tot een ander oordeel. De vennootschap is ontvankelijk, want rechtsgeldig vertegenwoordigd. De bestuurder die de vennootschap als procespartij heeft vertegenwoordigd, was zelfstandig vertegenwoordigingsbevoegd. Het hof heeft nog een interessante overweging ten overvloede over hoe hij zou hebben geoordeeld als sprake was geweest van gezamenlijke vertegenwoordigingsbevoegdheid. Het hof houdt de aangesproken bestuurder aansprakelijk omdat hij een bemiddelingsprovisie incasseerde die eigenlijk de vennootschap had moeten toekomen. De bestuurder heeft te eigen bate gehandeld, terwijl de vennootschap de bemiddeling ook had kunnen doen. De bestuurder heeft daarmee de vennootschap een corporate opportunity ontnomen. Hem kan daarvan een persoonlijk ernstig verwijt worden gemaakt, omdat hij opzettelijk handelde en na bezwaren van zijn medebestuurder niet bereid is gebleken om de commissie aan de vennootschap te betalen. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt de bestuurder tot betaling van het bedrag van de commissie aan de vennootschap. 01-02-2022
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. Deze beschikking wordt gegeven na een enquêteverzoek voor een vennootschap met twee aandeelhouders, waarvan één tevens bestuurder is. De aandeelhouder die geen bestuurder is, verzoekt een enquête. Hij kan zich niet vinden in het (financiële) beleid van de bestuurder en met name niet in de wijze waarop de rekening-courantverhouding tussen de vennootschap en de bestuurder wordt gebruikt en geadministreerd. De OK concludeert dat er gegronde redenen zijn om aan een juist beleid te twijfelen, treft onmiddellijke voorzieningen en houdt de beslissing tot aanwijzing van een onderzoeker voorlopig aan. 02-11-2021
Rechtbank
- Rechtbank Rotterdam Een curator stelt de bestuurders van een failliete bv aansprakelijk. De rechtbank oordeelt dat geen sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur waardoor het faillissement is veroorzaakt. Wel is in het zicht van faillissement een betaling onrechtmatig verricht, maar de geleden schade is al teniet gedaan. De vorderingen van de curator worden afgewezen. 13-04-2022
- Rechtbank Gelderland Een bewindvoerder wordt door de rechtbank ontslagen in alle WSNP-zaken waarin hij als bewindvoerder is benoemd. Hij verlaat de coöperatie waarvan hij lid is en legt geen rekening en verantwoording af aan zijn plaatsvervangend bewindvoerder, een werkneemster van de coöperatie. Er ontstaat een geschil tussen de coöperatie, de ex-bewindvoerder en zijn medelid van de coöperatie over de financiële afwikkeling van de samenwerking. Er is naar het oordeel van de rechtbank geen vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen. Partijen zullen de coöperatie moeten ontbinden en onderling moeten afrekenen. Alle vorderingen tot verklaring voor recht en veroordeling tot betaling worden afgewezen, zowel in conventie als in reconventie. 13-04-2022
- Rechtbank Overijssel In deze procedure oordeelt de kantonrechter dat de bestuurder van een besloten vennootschap (die is ontbonden via turboliquidatie) aansprakelijk is jegens een opdrachtnemer van die vennootschap, omdat hij een betalingsregeling is aangegaan voor openstaande rekeningen en de opdrachtnemer heeft bewogen tot verdere leveringen die vervolgens ook niet werden betaald. 30-03-2022
- Rechtbank Midden-Nederland In deze procedure spreekt een verkoper van een onderneming de koper aan tot betaling van een earn-outvergoeding, omdat de koper van de onderneming de verkoop van producten heeft verminderd en daarmee de overeengekomen earn-outregeling heeft gefrustreerd. Partijen waren in de koopovereenkomst overeengekomen dat de maximale earn-outvergoeding door de koper verschuldigd zou zijn aan de verkoper, als de koper de overgenomen activiteiten geheel of gedeeltelijk zou staken. De rechtbank legt de earn-outregeling uit aan de hand van de Haviltex-maatstaf en overweegt dat van staking van de activiteiten sprake zou zijn als de koper de inspanningen die nodig waren om de producten te (kunnen) verkopen zodanig vermindert dat het belang van verkoper bij een zo hoog mogelijke earn-out wordt gefrustreerd. Naar het oordeel van de rechtbank is hiervan geen sprake. De vordering van verkoper worden afgewezen. 09-03-2022
- Rechtbank Rotterdam Na het overlijden van de grootaandeelhouder van een voormalig familieconcern in de modebranche, erft diens echtgenote de aandelen in de holding van het concern. De zus van de overleden aandeelhouder, de schoonzus van de nieuwe aandeelhouder, is het hiermee niet eens. Zij zegt haar dienstverband bij het concern op, werft belangrijke personeelsleden van het modeconcern en start een eigen concurrerend bedrijf. De echtgenote, als huidige aandeelhouder van de holding, vordert afgeleide schade op grond van onrechtmatige daad. De rechtbank oordeelt dat de acties van de schoonzus niet alleen voorzienbaar zeer schadelijk waren voor het modeconcern, maar ook zeer schadelijk voor de huidig aandeelhouder in persoon en wijst daarom de vordering tot vergoeding van afgeleide schade toe. 09-03-2022
- Rechtbank Amsterdam Recalcio Beheer B.V. en haar bestuurder verzetten zich tegen de beëindiging van de beursnotering van DGNV N.V. – de rechtsopvolger van DPA Group N.V. na een overname door New Horizons Holdings B.V. – door Euronext Amsterdam N.V. Recalcio c.s. stellen dat Euronext handelt in strijd met de wet en haar eigen reglementen, waardoor Euronext toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van haar verplichtingen jegens Recalcio c.s. respectievelijk onrechtmatig handelt jegens Recalcio c.s. De voorzieningenrechter oordeelt dat Recalcio c.s. niet aannemelijk hebben gemaakt dat sprake is van wanprestatie zijdens Euronext, omdat de genoemde bepalingen uit het reglement van Euronext niet kunnen worden aangemerkt als derdenbeding en Euronext op meerdere gronden bevoegd was om tot delisting over te gaan. De voorzieningenrechter oordeelt ook dat Euronext niet onrechtmatig (i.e. in strijd met art. 5:32g Wft) handelt, omdat het initiatief voor de delisting kwam van DGNV. De voorzieningenrechter weigert de gevraagde voorzieningen. 03-03-2022
- Rechtbank Amsterdam Een aandeelhouder/bestuurder wordt ziek en laat zich tijdelijk uitschrijven als bestuurder. Wanneer zij 25% arbeidsgeschikt is, wil zij terugkeren als bestuurder, maar zowel de aangebleven bestuurder/aandeelhouder als de RvT willen dit niet. Haar stijl van leidinggeven zorgde voor onrust binnen de onderneming. In stevige e-mails binnen de organisatie zegt zij o.a. het vertrouwen in de RvT en de accountant op en stelt zij hen persoonlijk aansprakelijk. De aangebleven bestuurder/aandeelhouder vordert daarop in kort geding de gedwongen overdracht van de aandelen (uitstoting). De voorzieningenrechter wijst deze vordering toe, nu de aandeelhouder met haar gedrag de onderneming schaadt. De uitkomst van een reeds gestarte enquêteprocedure wordt niet afgewacht. 10-02-2022