Update
Geachte mevrouw/heer,
Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan.
Rechtspraak
In deze nieuwsbrief vindt u een overzicht van de rechtspraak die de afgelopen twee weken op www.or-updates.nl is gepubliceerd.
Onderaan deze mail vindt u handige linkjes met weekoverzichten per instantie en kunt u de pdf met alle nieuw toegevoegde samenvattingen van ondernemingsrechtelijke uitspraken vanaf de website downloaden.
Ik licht de volgende uitspraken hier voor u uit:
De Flevo Berry Holding- en Omines Services-beschikkingen
OR 2022-0149 betreft de tweede-fasebeschikking in de enquêteprocedure inzake Flevo Berry Holding. De OK geeft in de beschikking een uitgebreide uiteenzetting van de regels die gelden bij belangenverstrengeling en tegenstrijdig belang. De zaak gaat over onenigheid tussen bestuurders, volgend op het onderbrengen van de verschillende activiteiten van een aardbeien telende vennootschap in separate vennootschappen. Dit heeft tot gevolg dat een van de twee bestuurders van de vennootschap die de veredelende activiteiten uitvoert (Flevo Berry) nu zowel bestuurder is van een veredelaar als van een vermeerderaar, terwijl de belangen van beide vennootschappen geregeld niet parallel lopen. De OK oordeelt dat sprake is van een tegenstrijdig belang van een van de bestuurders en oordeelt dat sprake is van wanbeleid.
OR 2022-0150 betreft de tweede-fasebeschikking in de enquêteprocedure inzake Omines Services. De OK herhaalt in deze beschikking de uitgebreide uiteenzetting van de regels die gelden bij belangenverstrengeling en tegenstrijdig belang, zoals weergegeven in de Flevo Berry Holding-beschikking, met correctie van een in die beschikking geslopen vergissing. De minderheidsaandeelhouder verzoekt om een enquête en legt hieraan ten grondslag dat de bestuurder, tevens de meerderheidsaandeelhouder, een tegenstrijdig belang heeft en geen rekening houdt met de gerechtvaardigde belangen van de bv. De bestuurder is namelijk ook enig aandeelhouder en bestuurder van een andere vennootschap waarmee de bv regelmatig contracteert. Uit het onderzoeksverslag is wat de OK betreft gebleken dat de bestuurder/meerderheidsaandeelhouder de op haar rustende verplichtingen in het kader van tegenstrijdig belang heeft geschonden. Dit leidt tot het oordeel wanbeleid.
In een annotatie bij deze beschikkingen gaat Stijn Haanschoten in op het college dat de OK geeft over belangenverstrengeling en tegenstrijdig belang en de wijze waarop de OK in deze beschikkingen de van oudsher door haar gehanteerde zorgvuldigheidsregels bij tegenstrijdig-belangzaken in harmonie brengt met de wettelijke onthoudingsregel.
Inbreng landbouwgrond in commanditaire vennootschap
In OR 2022-0158 heeft een van de partijen bij een cv, de stille vennoot, bij de oprichting daarvan landbouwgronden ingebracht. Bij het eindigen van de vennootschap vordert een van de beherend vennoten bij de eindafrekening betaling van een deel van de waardevermeerdering van de landbouwgronden. De overige twee vennoten stellen dat met de inbreng van de landbouwgronden niet is beoogd de waardemutatie daarvan te verdelen bij het eindigen van de vennootschap. In eerste aanleg wordt de eisende vennoot in het gelijk gesteld en wordt zijn vordering grotendeels toegewezen. In hoger beroep vernietigt het hof de uitspraak van de rechtbank. Het hof overweegt dat de rechtbank de Haviltex-maatstaf niet of verkeerd heeft toegepast en oordeelt dat de gesloten vennootschapsovereenkomst die ten grondslag ligt aan de cv, geen aanknopingspunten biedt om aan te nemen dat het de bedoeling van partijen was om de waardestijging te verdelen. De Hoge Raad oordeelt dat het hof bij de uitleg van de vennootschapsovereenkomst onvoldoende rekening heeft gehouden met de wijze waarop partijen uitvoering hebben gegeven aan de overeenkomst. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het hof en verwijst de zaak terug.
Onze zoekfunctie
Wist u dat OR Updates uit meer bestaat dan deze nieuwsbrief?
Onze website biedt u bijvoorbeeld de mogelijkheid om op doeltreffende wijze de database te doorzoeken, zodat u de voor u relevante uitspraken kunt vinden. Zo kunt u bijvoorbeeld zoeken op onderwerp, instantie, rechter of advocaat.
Kijk hier voor meer informatie over de mogelijkheden.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de ondernemingsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, dan kunt u mailen naar or-updates@budh.nl. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar info@boomjuridisch.nl.
Met vriendelijke groet,
Karel Boonzaaijer
Hoofdredacteur OR Updates
Hoge Raad
- Hoge Raad De verkoper van een pand spreekt de bestuurder van de koper aan wegens het niet nakomen van de koopovereenkomst. De rechtbank en het hof wijzen de vordering af. In cassatie klaagt de verkoper onder meer over de te strenge toepassing van het Beklamel-criterium door het hof. A-G Assink ziet in de casus geen (bijzondere) omstandigheden die aanleiding zouden kunnen geven de door de verkoper betoogde lichtere maatstaf tot uitgangspunt te nemen, nu dat ook niet zo snel kan worden aangenomen nu daarmee noemenswaardig zou worden afgeweken van de klassieke ‘Beklamel’-maatstaf. De Hoge Raad volgt de conclusie van de A-G en verwerpt het cassatieberoep met toepassing van artikel 81 RO. 10-06-2022
- Hoge Raad Een van de partijen bij een cv, de stille vennoot, heeft bij de oprichting daarvan landbouwgronden ingebracht. Bij het eindigen van de vennootschap vordert een van de beherend vennoten bij de eindafrekening betaling van een deel van de waardevermeerdering van de landbouwgronden. De overige twee vennoten stellen dat met de inbreng van de landbouwgronden niet is beoogd de waardemutatie daarvan te verdelen bij het eindigen van de vennootschap. In eerste aanleg wordt de eisende vennoot in het gelijk gesteld en wordt zijn vordering grotendeels toegewezen. In hoger beroep vernietigt het hof de uitspraak van de rechtbank. Het hof overweegt dat de rechtbank de Haviltex-maatstaf niet of verkeerd heeft toegepast en oordeelt dat de gesloten vennootschapsovereenkomst die ten grondslag ligt aan de cv, geen aanknopingspunten biedt om aan te nemen dat het de bedoeling van partijen was om de waardestijging te verdelen. De Hoge Raad oordeelt dat het hof bij de uitleg van de vennootschapsovereenkomst onvoldoende rekening heeft gehouden met de wijze waarop partijen uitvoering hebben gegeven aan de overeenkomst. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het hof en verwijst de zaak terug. 10-06-2022
- Hoge Raad Bestuurders van een beleggingsstichting hebben toezeggingen gedaan aan investeerders in hun fonds, terwijl zij ten tijde van de toezegging – naar het oordeel van het hof – al wisten dan wel behoorden te weten dat de stichting deze toezeggingen niet kon nakomen. De bestuurders gaan in cassatie tegen dit arrest waarbij zij als bestuurders aansprakelijk zijn gehouden voor het bedrag van de toezeggingen. Zij klagen dat onduidelijk is hoe het hof heeft kunnen vaststellen dat de bestuurders op de hoogte waren of hadden kunnen zijn van de penibele financiële situatie van het fonds. A-G Assink concludeert tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad volgt de conclusie van de A-G en verwerpt het cassatieberoep met toepassing van artikel 81 RO. 22-04-2022
Hof
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. Deze uitspraak betreft de tweede-fasebeschikking in de enquêteprocedure inzake Omines Services. De OK herhaalt in deze beschikking de uitgebreide uiteenzetting van de regels die gelden bij belangenverstrengeling en tegenstrijdig belang, zoals weergegeven in de Flevo Berry Holding-beschikking, met correctie van een in die beschikking geslopen vergissing. De minderheidsaandeelhouder verzoekt om een enquête en legt hieraan ten grondslag dat de bestuurder, tevens de meerderheidsaandeelhouder, een tegenstrijdig belang heeft en geen rekening houdt met de gerechtvaardigde belangen van de bv. De bestuurder is namelijk ook enig aandeelhouder en bestuurder van een andere vennootschap waarmee de bv regelmatig contracteert. Uit het onderzoeksverslag is wat de OK betreft gebleken dat de bestuurder/meerderheidsaandeelhouder de op haar rustende verplichtingen in het kader van tegenstrijdig belang heeft geschonden. Dit leidt tot het oordeel wanbeleid. 08-06-2022
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. Deze zaak gaat over een conflict tussen de twee broers als gezamenlijk (indirect) bestuurders en certificaathouders van een familieconcern. De verstandhouding tussen de broers is ernstig verstoord, waardoor zowel op bestuursniveau als op aandeelhoudersniveau een impasse is ontstaan. Volgens de OK staat de huidige situatie in de weg aan een adequaat functioneren van het bestuur en de algemene vergadering als organen van het familiebedrijf. Hierdoor zijn er gegronde redenen om te twijfelen aan het beleid en de gang van zaken van het concern. Ook is naar het oordeel van de OK voldaan aan de vereisten uit de SNS-beschikking voor het toewijzen van een concernenquête. De OK gelast daarom een concernenquête. Bij wijze van onmiddellijke voorzieningen schorst de OK beide broers als bestuurders, zal de OK een onafhankelijk bestuurder benoemen en zal de OK een beheerder benoemen die de rechten en bevoegdheden van de algemene vergadering van aandeelhouders van de moedervennootschap zal uitoefenen 02-06-2022
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Een coöperatie zegt het lidmaatschap van een lid op, nu het lid een groot deel van zijn producten niet langer aan de coöperatie levert. Het lid stelt dat de opzegging onrechtmatig was, nu in de statuten niet letterlijk is opgenomen dat het hem verboden zou zijn een groot deel van zijn producten aan derden te leveren. Het hof oordeelt dat een dergelijke taalkundige uitleg de maatstaven van redelijkheid en billijkheid miskent en dat de coöperatie voldoende grond had om het lidmaatschap op te zeggen. 31-05-2022
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. Deze uitspraak betreft de tweede-fasebeschikking in de enquêteprocedure inzake Flevo Berry Holding. De OK geeft in de beschikking een uitgebreide uiteenzetting van de regels die gelden bij belangenverstrengeling en tegenstrijdig belang. De zaak gaat over onenigheid tussen bestuurders, volgend op het onderbrengen van de verschillende activiteiten van een aardbeien telende vennootschap in separate vennootschappen. Dit heeft tot gevolg dat een van de twee bestuurders van de vennootschap die de veredelende activiteiten uitvoert (Flevo Berry) nu zowel bestuurder is van een veredelaar als van een vermeerderaar, terwijl de belangen van beide vennootschappen geregeld niet parallel lopen. De OK oordeelt dat sprake is van een tegenstrijdig belang van een van de bestuurders en oordeelt dat sprake is van wanbeleid. 28-04-2022
- Gerechtshof Amsterdam Enkele bestuurders geven uitvoering aan een aandeelhoudersbesluit tot kapitaalvermindering en cessie van regresvorderingen. Hen wordt vervolgens verweten zich daarmee schuldig te hebben gemaakt aan verhaalsfrustratie. De bestuurders voeren aan dat, nu de uitkeringstest de uitkering mogelijk maakte, zij medewerking aan de uitvoering van het aandeelhoudersbesluit niet konden weigeren. Het hof oordeelt, anders dan de rechtbank, dat de bestuurders onrechtmatig hebben gehandeld nu zij hebben meegewerkt aan de cessie en voorzienbaar was dat door deze cessie de vennootschappen geen verhaal meer konden bieden. Dit is ernstig verwijtbaar en de bestuurders worden alsnog aansprakelijk gehouden. 22-03-2022
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. Na afronding van het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken bij twee verbonden vastgoedvennootschappen, verzoeken de betreffende vennootschappen de OK om vast te stellen dat sprake is geweest van wanbeleid. Het onderzoek heeft betrekking op een beperkt onderwerp en een beperkte periode. Het betreft alleen het verkrijgen van duidelijkheid over de financiële verhoudingen tussen de vastgoedvennootschappen enerzijds en hun dochtervennootschappen en aan de betrokkenen gelieerde (rechts)personen anderzijds. Deze duidelijkheid is gekomen, en de OK meent dat er onvoldoende aanknopingspunten zijn voor het oordeel wanbeleid. 19-01-2022
Rechtbank
- Rechtbank Gelderland Een bestuurder van een inmiddels gefailleerd distributiebedrijf laat in het zicht van faillissement een garagebedrijf nog meerdere opdrachten uitvoeren. De facturen daarvoor worden niet meer voldaan. Het garagebedrijf stelt de bestuurder daarvoor persoonlijk aansprakelijk met een beroep op schending van de Beklamel-norm. De rechtbank houdt de bestuurder aansprakelijk, nu hij wist of redelijkerwijs behoorde te begrijpen dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen kon voldoen nu het faillissement al was aangevraagd. 17-06-2022
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Een bestuurder van twee vennootschappen vordert vernietiging dan wel buiteneffectstelling van een dwangbevel tot betaling van achterstallige pensioenpremies van een pensioenfonds. De bestuurder heeft naar het oordeel van de kantonrechter tijdig een melding betalingsonmacht gedaan, zodat het wettelijk vermoeden van onbehoorlijk bestuur in de zin van artikel 2 van het Besluit meldingsregeling Wet Bpf 2000 niet opgaat. Ook eerdere berichtgeving van de bestuurder over de financiële situatie van de vennootschappen wordt gezien als een melding betalingsonmacht. Nu het pensioenfonds volgens de kantonrechter voor het overige onvoldoende onderbouwd heeft dat sprake is van onbehoorlijk bestuur, is de bestuurder niet aansprakelijk voor de achterstallige pensioenpremies. De kantonrechter wijst de vordering van de bestuurder toe. 11-05-2022
- Rechtbank Amsterdam Onderhavige zaak vloeit voort uit een geschil waarin een vennootschap is veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding. Eiser heeft die schade niet kunnen verhalen en stelt nu de feitelijke beleidsbepalers aansprakelijk voor de als gevolg hiervan geleden schade. De rechtbank oordeelt dat gedaagden kunnen worden aangemerkt als feitelijk beleidsbepalers en daarnaast dat gedaagden als feitelijk beleidsbepalers een ernstig verwijt kan worden gemaakt en dus aansprakelijk gehouden kunnen worden voor de geleden schade. 04-05-2022