Update
Geachte mevrouw/heer,
Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan.
Rechtspraak
In deze nieuwsbrief vindt u een overzicht van de rechtspraak die de afgelopen twee weken op www.or-updates.nl is gepubliceerd.
Onderaan deze mail vindt u handige linkjes met weekoverzichten per instantie en kunt u de pdf met alle nieuw toegevoegde samenvattingen van ondernemingsrechtelijke uitspraken vanaf de website downloaden.
Ik licht de volgende uitspraken hier voor u uit:
Bestuurder van Integrated Computer Control Systems B.V./Advocatenmaatschap
In OR 2022-0235 heeft een vennootschap een advocatenmaatschap ingeschakeld om een cassatieadvies te schrijven, maar de factuur van de maatschap bleef onbetaald. Nadat de vennootschap na een gerechtelijke veroordeling tot betaling van de factuur geen verhaal bood, stelt de maatschap de bestuurder van de vennootschap aansprakelijk op grond van verhaalsfrustratie. In eerste aanleg is de vordering toegewezen. De kantonrechter oordeelde dat de bestuurder ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door de opdracht aan de maatschap te geven terwijl de vennootschap geen verhaal bood. De bestuurder komt in hoger beroep op tegen dit oordeel. Volgens de bestuurder heeft de kantonrechter de Beklamel-norm onjuist toegepast. Het hof oordeelt dat de kantonrechter de toepasselijke maatstaf heeft miskend en dat de grieven deels slagen, maar dat dit niet leidt tot een andere uitkomst. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter.
Bestuurder van Stichting Voetbal Promotie Achterberg en Voetbal Vereniging Achterberg 1971/Curator
In OR 2022-0239 stelt een curator de voormalig bestuurder van een stichting en een vereniging aansprakelijk. De rechtbank heeft de bestuurder aansprakelijk gehouden op grond van artikel 2:9 BW. In hoger beroep oordeelt het hof dat geen sprake is van een geobjectiveerd winstoogmerk, waardoor de bestuurder niet aansprakelijk kan zijn op grond van artikel 2:300a (oud) BW jo. artikel 2:138 BW. Het niet naleven van fiscale regels en de schending van de administratieplicht is ernstig verwijtbaar en kwalificeert als onbehoorlijk bestuur. De bestuurder wordt in hoger beroep eveneens veroordeeld tot vergoeding van de schade.
Onze zoekfunctie
Wist u dat OR Updates uit meer bestaat dan deze nieuwsbrief?
Onze website biedt u bijvoorbeeld de mogelijkheid om op doeltreffende wijze de database te doorzoeken, zodat u de voor u relevante uitspraken kunt vinden. Zo kunt u bijvoorbeeld zoeken op onderwerp, instantie, rechter of advocaat.
Kijk hier voor meer informatie over de mogelijkheden.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de ondernemingsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, dan kunt u mailen naar or-updates@budh.nl. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar info@boomjuridisch.nl.
Met vriendelijke groet,
Karel Boonzaaijer
Hoofdredacteur OR Updates
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Een curator stelt de voormalig bestuurder van een stichting en een vereniging aansprakelijk. De rechtbank heeft de bestuurder aansprakelijk gehouden op grond van artikel 2:9 BW. In hoger beroep oordeelt het hof dat geen sprake is van een geobjectiveerd winstoogmerk, waardoor de bestuurder niet aansprakelijk kan zijn op grond van artikel 2:300a (0ud) BW jo. artikel 2:138 BW. Het niet naleven van fiscale regels en de schending van de administratieplicht is ernstig verwijtbaar en kwalificeert als onbehoorlijk bestuur. De bestuurder wordt in hoger beroep eveneens veroordeeld tot vergoeding van de schade. 25-10-2022
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Het OM heeft verzocht een bestuurder een bestuursverbod op te leggen op grond van artikel 106a lid 1 onder c Fw wegens schending van de inlichtingen- en medewerkingsplicht jegens de curator van een failliete vennootschap. In eerste aanleg heeft de rechtbank een bestuursverbod opgelegd voor de duur van een jaar. Het hof legt een bestuursverbod op voor de duur van vijf jaar. Het bijzondere aan dit bestuursverbod is dat het voorwaardelijk wordt opgelegd, omdat de verweten schending ongeveer vijf jaar voorafgaand aan het verzoek van het OM plaatsvond. Slechts indien een vennootschap die (feitelijk) wordt bestuurd door de bestuurder in kwestie failleert en de bestuurder in dat faillissement niet voldoet aan zijn inlichtingen- en medewerkingsplicht, gaat het bestuursverbod in. Met wenk. 18-10-2022
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Een stichting en een bedrijf dat geldleningen verstrekt in de zakelijke sfeer, sluiten in 2019 een kredietovereenkomst. De bestuurder van de stichting stelt zich borg en verbindt zich hoofdelijk voor de terugbetalingsverplichting van de stichting. Als de stichting na enige tijd de kredietsom nog niet heeft terugbetaald en de kredietverstrekker haar tevergeefs rappelleert, worden de stichting en haar bestuurder gedagvaard en vordert de kredietverstrekker terugbetaling van het geleende bedrag. De stichting en de bestuurder stellen dat er sprake is van een particuliere borgtocht en dat de kredietverstrekker zijn zorgplicht niet heeft nageleefd. In eerste aanleg wordt de vordering van de kredietverstrekker toegekend en oordeelt de kantonrechter dat sprake is van een zakelijke borgtocht. In hoger beroep is het voorlopig oordeel van het hof dat sprake is van een particuliere borgtocht en wordt iedere verdere beslissing aangehouden. Partijen worden in de gelegenheid gesteld om tijdens een nader te bepalen mondelinge behandeling hun standpunten verder toe te lichten. 18-10-2022
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Een vennootschap heeft een advocatenmaatschap ingeschakeld om een cassatieadvies te schrijven, maar de factuur van de maatschap bleef onbetaald. Nadat de vennootschap na een gerechtelijke veroordeling tot betaling van de factuur geen verhaal bood, stelt de maatschap de bestuurder van de vennootschap aansprakelijk op grond van verhaalsfrustratie. In eerste aanleg is de vordering toegewezen. De kantonrechter oordeelde dat de bestuurder ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door de opdracht aan de maatschap te geven terwijl de vennootschap geen verhaal bood. De bestuurder komt in hoger beroep op tegen dit oordeel. Volgens de bestuurder heeft de kantonrechter de Beklamel-norm onjuist toegepast. Het hof oordeelt dat de kantonrechter de toepasselijke maatstaf heeft miskend en dat de grieven deels slagen, maar dat dit niet leidt tot een andere uitkomst. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter. 11-10-2022
- Gerechtshof Den Haag Deze zaak gaat over de vraag of appellant als feitelijk (mede)beleidsbepaler van zijn schoonmaakbedrijf hoofdelijk aansprakelijk is jegens het pensioenfonds vanwege het niet melden van de betalingsonmacht van het bedrijf. Het hof oordeelde in een tussenarrest reeds dat niet kan worden aangenomen dat het pensioenfonds reeds op de hoogte was van de betalingsonmacht en dat formele melding van betalingsonmacht ten onrechte achterwege is gebleven. Voorts oordeelde het hof voorshands dat appellant als feitelijk (mede)beleidsbepaler moet worden aangemerkt, maar kreeg hij gelegenheid het voorshands oordeel over het bewijs te ontzenuwen. Appellant maakt van deze gelegenheid geen gebruik. In het eindarrest faalt vervolgens ook het beroep op matiging, nu artikel 6:109 BW niet van toepassing is op een vordering ex artikel 23 lid 1 Wet BPF. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank. 27-09-2022
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam Deze zaak gaat over een conflict tussen een vader en twee zoons die binnen een onderneming attracties op kermissen exploiteren. De relatie tussen vader en zoons verslechtert, waardoor geen overleg over de bedrijfsvoering meer plaatsvindt. De zoons verzoeken de OK een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van de vennootschappen. Verder vorderen zij onmiddellijke voorzieningen. De OK beveelt een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken en benoemt als onmiddellijke voorziening een onafhankelijk persoon als bestuurder met een beslissende stem. De aanwijzing van een onderzoeker wordt voorlopig aangehouden. 27-06-2022
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Een curator stelt de voormalig bestuurder van een stichting en een vereniging aansprakelijk. De rechtbank heeft de bestuurder aansprakelijk gehouden op grond van artikel 2:9 BW. In hoger beroep oordeelt het hof dat geen sprake is van een geobjectiveerd winstoogmerk, waardoor de bestuurder niet aansprakelijk kan zijn op grond van artikel 2:300a (oud) BW jo. artikel 2:138 BW. Het niet naleven van fiscale regels en de schending van de administratieplicht is ernstig verwijtbaar en kwalificeert als onbehoorlijk bestuur. De bestuurder wordt in hoger beroep eveneens veroordeeld tot vergoeding van de schade. 19-04-2022
Rechtbank
- Rechtbank Oost-Brabant Een curator stelt een rechtspersoon-bestuurder en de middellijke bestuurder aansprakelijk voor het boedeltekort wegens schending van de publicatie- en administratieplicht. Zij slagen er niet in het bewijsvermoeden te weerleggen. Het betreft geen onbelangrijke verzuimen en er is geen grond voor disculpatie. Ook is er geen andere aannemelijke belangrijke oorzaak van het faillissement. Wel ziet de rechtbank grond voor matiging in het geval van de middellijke bestuurder. 26-10-2022
- Rechtbank Gelderland De (indirect) bestuurder van failliet wordt veroordeeld tot betaling van het boedeltekort op grond van artikel 2:248 BW. Ook wordt een bestuursverbod van vijf jaar opgelegd als bedoeld in artikel 106a Fw. De bestuurder doet een beroep op vrijwaring, maar dit faalt. 12-10-2022
- Rechtbank Overijssel Een curator stelt een bestuurder aansprakelijk voor het boedeltekort wegens schending van de administratieplicht. Bestuurder had geen toegang tot deel administratie en voert voorts aan de bankmutaties pas aan het einde van het boekjaar te verwerken. De rechtbank oordeelt dat de boekhoudplicht is geschonden, waarmee kennelijk onbehoorlijk bestuur vaststaat. De bestuurder slaagt er niet in het causaliteitsvermoeden te weerleggen en wordt veroordeeld het boedeltekort te voldoen. 12-10-2022
- Rechtbank Den Haag Er ontstaat een geschil tussen de bestuurders van een vereniging, een lokale politieke partij in Noordwijk, nadat een van de bestuurders in de gemeenteraad is terechtgekomen. De ene bestuurder schorst de andere bestuurder als lid van de vereniging, en de andere bestuurder schorst de eerstgenoemde bestuurder als bestuurslid. Een van de bestuurders roept een algemene ledenvergadering bijeen met het voorstel tot ontbinding van de vereniging, maar hij nodigt de andere bestuurder en enkele andere leden niet uit. De voorzieningenrechter oordeelt dat de redelijkheid en billijkheid van artikel 2:8 BW met zich brengen dat partijen in hun onderlinge verhouding de in de wet en de statuten aan bestuurders toekomende rechten en verplichtingen dienen te respecteren en dat de besluiten daarom vernietigbaar zijn op grond van artikel 2:15 BW. De voorzieningenrechter wijst het gevorderde verbod om de besluiten uit te voeren toe. 12-10-2022
- Rechtbank Overijssel Een curator stelt de bestuurders van een zorgstichting aansprakelijk voor het faillissementstekort op de voet van artikel 2:300a jo. 2:138 BW wegens schending van de administratieplicht. De rechtbank oordeelt dat sprake is van een schending van de administratieplicht, en de bestuurders hebben geen andere belangrijke oorzaak van het faillissement kunnen aantonen. De rechtbank veroordeelt de bestuurders het boedeltekort te voldoen. 20-07-2022