Update
Geachte mevrouw/heer,
Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan.
Rechtspraak
In deze nieuwsbrief vindt u een overzicht van de rechtspraak die de afgelopen twee weken op www.or-updates.nl is gepubliceerd.
Onderaan deze mail vindt u handige linkjes met weekoverzichten per instantie en kunt u de pdf met alle nieuw toegevoegde samenvattingen van ondernemingsrechtelijke uitspraken vanaf de website downloaden.
Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit:
Enquête Atlas Hotel – verzoeken tot aanvullende onmiddellijke voorzieningen
In OR 2022-0253 worden in de reeds gelaste enquête bij een onderneming verschillende verzoeken gedaan tot het treffen van aanvullende onmiddellijke voorzieningen. De door de OK aangestelde tijdelijk bestuurder verzoekt het opschorten van het onderzoek en beperking van de omvang en kosten van het onderzoek, het schorsen van een bestuurder, en het overdragen van één aandeel van ieder van de twee aandeelhouders ten titel van beheer aan de tijdelijk bestuurder. Eén van de twee bestuurders, tevens aandeelhouder, verzoekt om de tijdelijk bestuurder te ontheffen uit zijn functie, de andere bestuurder (tevens aandeelhouder) te schorsen als bestuurder, althans voorzieningen te treffen die de OK juist acht. De andere bestuurder, tevens aandeelhouder, verzoekt het aanhouden van het onderzoek en het geven van aanwijzingen aan de onderzoeker die zien op het aanpassen van het plan van aanpak en een betere begroting van de kosten. De OK wijst de verzoeken tot het opschorten, althans het beperken van de omvang van het onderzoek af. Volgens de OK kan een onderzoek nog steeds bijdragen aan sanering en herstel van de gezonde verhoudingen binnen de onderneming en/of opening van zaken en vaststelling bij wie verantwoordelijkheid rust voor mogelijk blijkend wanbeleid. De uurtarieven en begroting voor het onderzoek komen de OK niet onredelijk voor. De OK oordeelt dat de verwijten jegens de tijdelijk bestuurder niet tot ontheffing kunnen leiden, nu niet is gebleken dat de tijdelijk bestuurder kennelijk onredelijk heeft gehandeld of zal handelen. Het verzoek door de tijdelijk bestuurder tot het schorsen van een bestuurder acht de OK toewijsbaar, nu de betreffende bestuurder gedrag heeft vertoond dat een redelijk handelend bestuurder onwaardig is. Het verzoek tot schorsing van de andere bestuurder wijst de OK af. Het verzoek tot tijdelijke overdracht van de aandelen ten titel van beheer wijst de OK toe, zij het dat de aandelen niet zullen worden overgedragen aan de tijdelijk bestuurder maar aan een bij afzonderlijke beschikking door de OK te benoemen beheerder.
Enquête Cicerone Holding B.V.
In OR 2022-0254 is een joint venture van twee partijen in acute geldnood komen te verkeren. Een van de joint venture partners verzoekt de OK een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van de joint venture en enkele onmiddellijke voorzieningen te treffen. De verzochte onmiddellijke voorzieningen moeten het mogelijk maken dat de verzoekende joint venture partner in de gelegenheid wordt gesteld op zeer korte termijn een noodfinanciering aan de joint venture te verstrekken. De statuten en de aandeelhoudersovereenkomst van de joint venture vereisen een unaniem besluit van de aandeelhouders respectievelijk bestuurders voor statutenwijziging en besluiten over financiering. De andere joint venture partner weigert zijn medewerking. De OK oordeelt vooralsnog alleen over het verzoek tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen. In een situatie waarin de OK nog geen onderzoek gelast, kan de OK alleen onmiddellijke voorzieningen treffen als naar haar oordeel gegronde redenen bestaan te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van de rechtspersoon en er zwaarwegende redenen zijn die maken dat de toestand van de rechtspersoon het treffen van die onmiddellijke voorzieningen vereist. Daar is naar het voorshands oordeel van de OK in casu aan voldaan, omdat het noodzakelijk is voor de continuïteit van de joint venture dat financiering beschikbaar komt. Enkel de verzoekende joint venture partner kan deze financiering verstrekken, maar de bepalingen in de statuten en de aandeelhoudersovereenkomst staan hieraan in de weg. De OK benoemt een zelfstandig bevoegd bestuurder met een beslissende stem bij de joint venture en bepaalt dat één door de andere joint venture gehouden aandeel in het kapitaal van de joint venture ten titel van beheer aan een derde partij is overgedragen. Verder bepaalt de OK dat voor een besluit tot het verstrekken van financiering geen unanimiteit in het bestuur of de algemene vergadering meer is vereist. Een dergelijk besluit kan met een gewone meerderheid worden genomen, waarbij de beheerder van het aandeel vóór moet stemmen.
Onze zoekfunctie
Wist u dat OR Updates uit meer bestaat dan deze nieuwsbrief?
Onze website biedt u bijvoorbeeld de mogelijkheid om op doeltreffende wijze de database te doorzoeken, zodat u de voor u relevante uitspraken kunt vinden. Zo kunt u bijvoorbeeld zoeken op onderwerp, instantie, rechter of advocaat.
Kijk hier voor meer informatie over de mogelijkheden.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de ondernemingsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, dan kunt u mailen naar or-updates@budh.nl. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar info@boomjuridisch.nl.
Met vriendelijke groet,
Karel Boonzaaijer, Corinne Kuipers, Evert Leemreis en Emmanuel Lokin
Hoofdredactie OR Updates
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof Amsterdam Binnen het bestuur van een Amsterdamse middelbare school is een vertrouwensbreuk ontstaan. Bestuursleden sturen over en weer oproepingen voor bestuursvergaderingen en gaan over en weer over tot ontslag en schorsing. Een van de bestuursleden (de secretaris) vordert in hoger beroep een verklaring voor recht dat, kort gezegd, zijn besluiten rechtsgeldig zijn genomen met de rechtsgevolgen van dien en dat de besluiten van een ander bestuurslid (de bestuursvoorzitter) nietig zijn. Het hof oordeelt net als de rechtbank dat de besluitvorming door de bestuursvoorzitter rechtsgeldig is en dat de besluitvorming door de secretaris niet rechtsgeldig is. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank waarin de vorderingen van de secretaris zijn afgewezen en de secretaris werd veroordeeld in de kosten van het geding. Het besluit waarmee de secretaris is ontslagen, houdt dus ook in hoger beroep stand. 25-10-2022
- Gerechtshof Amsterdam Een geldverstrekker verschaft twee geldleningen aan een scheepswerf voor de ontwikkeling en constructie van twee schepen. De scheepsbouwer komt zijn verplichtingen uit de onderliggende overeenkomst niet na, waarna de geldverstrekker de overeenkomst ontbindt en terugbetaling van de geldleningen vordert uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid. De rechtbank wijst de vorderingen van de geldverstrekker toe. In hoger beroep wordt het oordeel van de rechtbank bevestigd. 11-10-2022
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Een directeur-grootaandeelhouder stelt zich borg voor de schuld van zijn vennootschap. Zijn echtgenote heeft echter geen toestemming verleend en doet een beroep op vernietiging. De schuldeiser vordert betaling. De vraag staat centraal of de borgtocht is verstrekt ten behoeve van de normale bedrijfsuitoefening van het bedrijf van de vennootschap. De rechtbank meent van wel en wijst de vordering van de schuldeiser toe. In hoger beroep oordeelt het hof dat de borgtocht is aangegaan terwijl de vennootschap in een uitzonderlijke financiële situatie verkeerde en haar voortbestaan onzeker was, waarmee de overeenkomst niet behoorde tot de normale bedrijfshandelingen. Nu de toestemming van de echtgenote ontbrak, was de borgtocht vernietigbaar. Anders dan de rechtbank wijst het hof de vorderingen af. 04-10-2022
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Post M&A-geschil. In deze procedure staat de vraag centraal of de verkoper van aandelen in het kapitaal van een vennootschap enkele garanties uit de koopovereenkomst heeft geschonden door de wetenschap die hij had over de ontwikkelingen bij twee belangrijke klanten van de doelvennootschap en de daarmee samenhangende verwachte terugloop van de afname van diensten niet met de koper te delen. De rechtbank oordeelde in eerste aanleg dat de koper deels slaagde in zijn bewijslast van schending van garanties, en veroordeelde de verkoper tot schadevergoeding ex artikel 6:74 BW. De rechtbank oordeelde dat de bestuurdersaansprakelijkheidsvordering jegens de bestuurders van de verkoper onvoldoende onderbouwd was. De koper wordt in reconventie door de rechtbank veroordeeld tot betaling van een management fee. De koper gaat in hoger beroep. Het hof wijst de vordering uit hoofde van schending van de garanties af nu het, gelet op de getuigenverklaringen en bij gebreke van ander meer objectief steunbewijs, niet met een voldoende mate van zekerheid de juistheid vast kan stellen van de stellingen van de koper. Nu de vordering die is gebaseerd op de schending van garanties afgewezen is, kan de in dat verband ingestelde vordering van de koper jegens de bestuurders van de verkoper (uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid) niet slagen. Het hof overweegt in reconventie wel – net als de rechtbank - dat de koper nog (een deel van) de management fee en – anders dan de rechtbank - de earn-out aan de verkoper moet voldoen. De exhibitievordering die door de verkoper ingesteld is vanwege de earn-out vordering wordt door het hof afgewezen wegens gebrek aan een rechtmatig belang. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en wijst de vorderingen van de koper af. 06-09-2022
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. In de reeds gelaste enquête bij een onderneming worden verschillende verzoeken gedaan tot het treffen van aanvullende onmiddellijke voorzieningen. De door de OK aangestelde tijdelijk bestuurder verzoekt het opschorten van het onderzoek en beperking van de omvang en kosten van het onderzoek, het schorsen van een bestuurder, en het overdragen van één aandeel van ieder van de twee aandeelhouders ten titel van beheer aan de tijdelijk bestuurder. Eén van de twee bestuurders, tevens aandeelhouder, verzoekt om de tijdelijk bestuurder te ontheffen uit zijn functie, de andere bestuurder (tevens aandeelhouder) te schorsen als bestuurder, althans voorzieningen te treffen die de OK juist acht. De andere bestuurder, tevens aandeelhouder, verzoekt het aanhouden van het onderzoek en het geven van aanwijzingen aan de onderzoeker die zien op het aanpassen van het plan van aanpak en een betere begroting van de kosten. De OK wijst de verzoeken tot het opschorten, althans het beperken van de omvang van het onderzoek af. Volgens de OK kan een onderzoek nog steeds bijdragen aan sanering en herstel van de gezonde verhoudingen binnen de onderneming en/of opening van zaken en vaststelling bij wie verantwoordelijkheid rust voor mogelijk blijkend wanbeleid. De uurtarieven en begroting voor het onderzoek komen de OK niet onredelijk voor. De OK oordeelt dat de verwijten jegens de tijdelijk bestuurder niet tot ontheffing kunnen leiden, nu niet is gebleken dat de tijdelijk bestuurder kennelijk onredelijk heeft gehandeld of zal handelen. Het verzoek door de tijdelijk bestuurder tot het schorsen van een bestuurder acht de OK toewijsbaar, nu de betreffende bestuurder gedrag heeft vertoond dat een redelijk handelend bestuurder onwaardig is. Het verzoek tot schorsing van de andere bestuurder wijst de OK af. Het verzoek tot tijdelijke overdracht van de aandelen ten titel van beheer wijst de OK toe, zij het dat de aandelen niet zullen worden overgedragen aan de tijdelijk bestuurder maar aan een bij afzonderlijke beschikking door de OK te benoemen beheerder. 06-09-2022
- Gerechtshof Den Haag Een zorgverzekeraar doet onderzoek naar een zorgverlener op basis van een vermoeden van fraude. Later blijkt dat de zorgverlener meer zorg heeft gedeclareerd dan zij daadwerkelijk heeft verleend en zorg heeft laten verlenen door ongekwalificeerd personeel. De zorgverzekeraar stelt de zorgverlener, haar bestuurder en enig aandeelhouder aansprakelijk voor de schade die de zorgverzekeraar hierdoor heeft geleden. Daarnaast vordert de zorgverzekeraar dat de overeenkomst waarbij de bestuurder haar woning aan haar vader heeft verkocht, wordt vernietigd omdat de zorgverzekeraar door de overeenkomst wordt benadeeld in haar verhaalsmogelijkheden (actio pauliana). De rechtbank heeft de vordering tot schadevergoeding toegewezen, maar de door de zorgverzekeraar geleden schade op een lager bedrag geschat dan gevorderd. Ook heeft de rechtbank de koopovereenkomst vernietigd. In hoger beroep wijst het hof een hogere schadevergoeding toe aan de zorgverzekeraar. Daarnaast gaat het hof mee met het oordeel van de rechtbank om de koopovereenkomst te vernietigen en wijst alle overige grieven van de zorgverlener af. 30-08-2022
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. Een joint venture van twee partijen is in acute geldnood komen te verkeren. Een van de joint venture partners verzoekt de OK een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van de joint venture en enkele onmiddellijke voorzieningen te treffen. De verzochte onmiddellijke voorzieningen moeten het mogelijk maken dat de verzoekende joint venture partner in de gelegenheid wordt gesteld op zeer korte termijn een noodfinanciering aan de joint venture te verstrekken. De statuten en de aandeelhoudersovereenkomst van de joint venture vereisen een unaniem besluit van de aandeelhouders respectievelijk bestuurders voor statutenwijziging en besluiten over financiering. De andere joint venture partner weigert zijn medewerking. De OK oordeelt vooralsnog alleen over het verzoek tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen. In een situatie waarin de OK nog geen onderzoek gelast, kan de OK alleen onmiddellijke voorzieningen treffen als naar haar oordeel gegronde redenen bestaan te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van de rechtspersoon en er zwaarwegende redenen zijn die maken dat de toestand van de rechtspersoon het treffen van die onmiddellijke voorzieningen vereist. Daar is naar het voorshands oordeel van de OK in casu aan voldaan, omdat het noodzakelijk is voor de continuïteit van de joint venture dat financiering beschikbaar komt. Enkel de verzoekende joint venture partner kan deze financiering verstrekken, maar de bepalingen in de statuten en de aandeelhoudersovereenkomst staan hieraan in de weg. De OK benoemt een zelfstandig bevoegd bestuurder met een beslissende stem bij de joint venture en bepaalt dat één door de andere joint venture gehouden aandeel in het kapitaal van de joint venture ten titel van beheer aan een derde partij is overgedragen. Verder bepaalt de OK dat voor een besluit tot het verstrekken van financiering geen unanimiteit in het bestuur of de algemene vergadering meer is vereist. Een dergelijk besluit kan met een gewone meerderheid worden genomen, waarbij de beheerder van het aandeel vóór moet stemmen. 15-07-2022
Rechtbank
- Rechtbank Midden-Nederland Een bestuurder wordt aansprakelijk gesteld door een partij die zowel schuldeiser als aandeelhouder van de vennootschap is. De bestuurder heeft surseance aangevraagd dat heeft geresulteerd in het faillissement van de vennootschap, terwijl de schuldeiser/aandeelhouder een financieel toereikende oplossing had voorgesteld. De rechtbank stelt vast dat de bestuurder onvoldoende heeft gedaan om in overleg met de schuldeiser/aandeelhouder tot een concrete oplossing voor de liquiditeitsproblemen te komen. Van deze handelswijze kan de bestuurder een persoonlijk ernstig verwijt worden gemaakt. De rechtbank oordeelt dat de bestuurder aansprakelijk is jegens eiser in zijn hoedanigheid van schuldeiser; naar vaste jurisprudentie betreffende afgeleide schade is geen sprake van aansprakelijkheid jegens eiser in zijn hoedanigheid van aandeelhouder. 21-09-2022
- Rechtbank Limburg De aandeelhouders van een vennootschap spreken in afwezigheid van een statutair bestuurder het voornemen uit tot zijn ontslag. In een volgende aandeelhoudersvergadering wordt het geagendeerde voorgenomen besluit om de bestuurder te ontslaan, nadat hem gelegenheid is gegeven om daarop zijn visie te geven, genomen. De bestuurder vordert onder meer dat het ontslagbesluit op grond van artikel 2:15 lid 1 BW vernietigd wordt, omdat zijn hoorrecht en adviesrecht zouden zijn geschonden nu het ontslagbesluit feitelijk al in de eerdere vergadering in zijn afwezigheid zou zijn genomen. Nu uit niets is gebleken dat het besluit op de betreffende vergadering al ter stemming is gebracht, worden de vorderingen van de bestuurder afgewezen. 24-08-2022