Update
Geachte mevrouw/heer,
Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan.
Rechtspraak
In deze nieuwsbrief vindt u een overzicht van de rechtspraak die de afgelopen periode op www.or-updates.nl is gepubliceerd.
Onderaan deze mail vindt u handige linkjes met weekoverzichten per instantie en kunt u de pdf met alle nieuw toegevoegde samenvattingen van ondernemingsrechtelijke uitspraken vanaf de website downloaden.
Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit:
Concernenquête Sint Maarten Harbour Holding Company c.s.
In OR 2022-0260 dient het Openbaar Ministerie van Sint Maarten bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao en Sint Maarten een enquêteverzoek in tegen een concern dat in Sint Maarten actief is in de haven. Het feit dat onder andere sprake was van belangenconflicten, ongeoorloofde financiële risico’s en het niet voldoen aan de in de statuten opgenomen governance-regels, maken volgens het OM dat er gegronde redenen zijn om aan een juist beleid en een juiste gang van zaken te twijfelen. In het verlengde van het enquêteverzoek, verzoekt het OM het hof bij wijze van voorlopige voorziening tevens een aantal maatregelen te treffen, waaronder het benoemen van een tijdelijk bestuur en schorsing van de zittende bestuursvoorzitter. Omdat de concernvennootschappen lopende de enquêteprocedure al maatregelen hadden getroffen, komt het hof tot het oordeel dat het gelasten van een enquête naar het oordeel van het hof niet langer opportuun is. Het verzoek van het OM wordt daarom afgewezen. Het OM stelt daartegen cassatieberoep in. De Hoge Raad houdt de beschikking van het hof in stand. De Hoge Raad overweegt dat de enquêteregeling is gericht op het belang van de rechtspersoon en dat bij de belangenafweging dat belang daarom voorop staat, hoewel ook het openbaar belang een reden kan zijn voor het toewijzen van een enquêteverzoek. Het wettelijke stelsel van het enquêterecht biedt de ruimte aan rechtspersonen om zelf maatregelen te treffen ter verbetering van het beleid en de gang van zaken.
Concernenquête Centric
In OR 2022-0259 verzoekt de advocaat-generaal van het OM de OK om een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Centric Holding B.V. c.s. en om onmiddellijke voorzieningen te treffen voor de duur van de procedure. Volgens de OK is voldoende gebleken dat het verzoek van de advocaat-generaal is gedaan in het openbaar belang (art. 2:345 lid 2 BW). Er bestaan gegronde redenen om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van Centric Holding B.V. c.s. en er zijn zwaarwegende redenen die maken dat de toestand van de vennootschappen het treffen van onmiddellijke voorzieningen vereist. De verzochte voorzieningen, waaronder de schorsing van bestuurder Sanderink en de overdracht van de door hem gecontroleerde aandelen aan een tijdelijk beheerder, worden toegewezen.
Schijn van volmacht, verjaring en onderlinge draagplicht voormalig vennoten vof
In OR 2022-0265 waren een schuldenaar en zijn voormalige partner vennoten in een vof. De moeder van de partner leent geld aan de vof. De schuldenaar wordt door de moeder aangesproken op terugbetaling van de lening. De schuldenaar roept zijn voormalige partner op in vrijwaring en vordert betaling van de helft van hetgeen waartoe hij wordt veroordeeld. Volgens de schuldenaar is het restant van de schuld door de partner namens de moeder kwijtgescholden. De rechtbank en het hof wijzen de vordering tot betaling van de schuld toe. De moeder heeft de dochter geen volmacht gegeven tot kwijtschelding van de schuld en er is ook geen schijn van volmacht. De vordering in vrijwaring wordt ook toegewezen.
Onze zoekfunctie
Wist u dat OR Updates uit meer bestaat dan deze nieuwsbrief?
Onze website biedt u bijvoorbeeld de mogelijkheid om op doeltreffende wijze de database te doorzoeken, zodat u de voor u relevante uitspraken kunt vinden. Zo kunt u bijvoorbeeld zoeken op onderwerp, instantie, rechter of advocaat.
Kijk hier voor meer informatie over de mogelijkheden.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de ondernemingsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, dan kunt u mailen naar or-updates@budh.nl. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar info@boomjuridisch.nl.
Met vriendelijke groet,
Karel Boonzaaijer, Corinne Kuipers, Evert Leemreis en Emmanuel Lokin
Hoofdredactie OR Updates
Hoge Raad
- Hoge Raad Het Openbaar Ministerie van Sint Maarten dient bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao en Sint Maarten een enquêteverzoek in tegen een concern dat in Sint Maarten actief is in de haven. Het feit dat onder andere sprake was van belangenconflicten, ongeoorloofde financiële risico’s en het niet voldoen aan de in de statuten opgenomen governance-regels, maken volgens het OM dat er gegronde redenen zijn om aan een juist beleid en een juiste gang van zaken te twijfelen. In het verlengde van het enquêteverzoek, verzoekt het OM het hof bij wijze van voorlopige voorziening tevens een aantal maatregelen te treffen, waaronder het benoemen van een tijdelijk bestuur en schorsing van de zittende bestuursvoorzitter. Omdat de concernvennootschappen lopende de enquêteprocedure al maatregelen hadden getroffen, komt het hof tot het oordeel dat het gelasten van een enquête naar het oordeel van het hof niet langer opportuun is. Het verzoek van het OM wordt daarom afgewezen. Het OM stelt daartegen cassatieberoep in. De Hoge Raad houdt de beschikking van het hof in stand. De Hoge Raad overweegt dat de enquêteregeling is gericht op het belang van de rechtspersoon en dat bij de belangenafweging dat belang daarom voorop staat, hoewel ook het openbaar belang een reden kan zijn voor het toewijzen van een enquêteverzoek. Het wettelijke stelsel van het enquêterecht biedt de ruimte aan rechtspersonen om zelf maatregelen te treffen ter verbetering van het beleid en de gang van zaken. 18-11-2022
- Hoge Raad De rechtbank en het hof hebben een informele vereniging en buitenlandse corporatie verboden verklaard en ontbonden. De informele vereniging klaagt onder andere dat het hof onterecht heeft geoordeeld dat de ontbinding en verbodenverklaring gevolgen heeft voor de informele onderafdelingen en hun leden. De Hoge Raad oordeelt, conform de conclusie van A-G Assink, dat het hof terecht de vereniging verboden heeft verklaard en heeft ontbonden en dat het hof slechts tot uitdrukking heeft gebracht dat deze verklaring en ontbinding indirect gevolgen heeft voor de onderafdelingen en hun leden en dat het aan de strafrechter is om te beslissen of het naar buiten treden door deze onderafdelingen een strafbaar feit oplevert. Ook de andere cassatieklachten worden verworpen. 15-07-2022
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Een voormalig bestuurder van het failliete Heiploeg wordt door de rechtbank aansprakelijk gehouden op grond van artikel 2:9 BW en veroordeeld tot betaling van meer dan € 13 miljoen aan (de curatoren van) de vennootschap. De grond voor de aansprakelijkheid is dat een kartelboete is opgelegd, mede naar aanleiding van prijsafspraken die door de bestuurder namens Heiploeg zijn gemaakt met concurrenten. Het toegewezen bedrag hangt samen met de hoogte van de boete en het aandeel van de bestuurder in de gedragingen die hebben geleid tot de boete. Het hof overweegt dat de omstandigheid dat de boete mogelijk niet (volledig) wordt voldaan omdat aan de concurrente schuldeisers geen (volledige) uitkering wordt gedaan in faillissement, geen invloed heeft op de hoogte van de schade. 06-12-2022
- Gerechtshof Amsterdam Een statutair bestuurder wordt ontslagen tijdens een algemene vergadering waarvoor zij niet correct is uitgenodigd en waarbij zij niet aanwezig was. Evenals de rechtbank oordeelt het hof dat het ontslagbesluit niet overeenkomstig de statuten tot stand is gekomen en daarmee nietig is. De arbeidsovereenkomst is later alsnog geëindigd wegens een verstoorde arbeidsverhouding. 22-11-2022
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. De advocaat-generaal van het OM verzoekt de OK om een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Centric Holding B.V. c.s. en om onmiddellijke voorzieningen te treffen voor de duur van de procedure. Volgens de OK is voldoende gebleken dat het verzoek van de advocaat-generaal is gedaan in het openbaar belang (art. 2:345 lid 2 BW). Er bestaan gegronde redenen om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van Centric Holding B.V. c.s. en er zijn zwaarwegende redenen die maken dat de toestand van de vennootschappen het treffen van onmiddellijke voorzieningen vereist. De verzochte voorzieningen, waaronder de schorsing van bestuurder Sanderink en de overdracht van de door hem gecontroleerde aandelen aan een tijdelijk beheerder, worden toegewezen. 03-11-2022
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Een schuldenaar en zijn voormalige partner waren vennoten in een vof. De moeder van de partner leent geld aan de vof. De schuldenaar wordt door de moeder aangesproken op terugbetaling van de lening. De schuldenaar roept zijn voormalige partner op in vrijwaring en vordert betaling van de helft van hetgeen waartoe hij wordt veroordeeld. Volgens de schuldenaar is het restant van de schuld door de partner namens de moeder kwijtgescholden. De rechtbank en het hof wijzen de vordering tot betaling van de schuld toe. De moeder heeft de dochter geen volmacht gegeven tot kwijtschelding van de schuld en er is ook geen schijn van volmacht. De vordering in vrijwaring wordt ook toegewezen. 01-11-2022
- Gerechtshof Den Haag Een curator vordert bestuurdersaansprakelijkheid ex artikel 2:248 BW. Evenals de rechtbank wijst het hof deze vordering toe. Het niet in control zijn van de organisatie en het doorvoeren van een complexe financiële herschikking in een penibele situatie is volgens het hof ernstig verwijtbaar aan de bestuurders. Anders dan de rechtbank matigt het hof de aansprakelijkheid tot 10% van het boedeltekort per bestuurder. 26-10-2021
Rechtbank
- Rechtbank Den Haag Een bv is na afwikkeling van het faillissement opgehouden te bestaan, maar er blijken nog registergoederen te zijn belast met een hypothecaire inschrijving ten behoeve van de bv. De schuld waarvoor de hypotheek is gevestigd is afgelost, maar verzuimd is de hypotheekinschrijvingen door te halen. De rechtbank wijst een verzoek tot heropening van de vereffening van de bv ten laste waarvan het recht van hypotheek is gevestigd toe, zodat de inschrijvingen kunnen worden doorgehaald. 30-11-2022
- Rechtbank Amsterdam Het OM verzoekt de rechtbank een bv te ontbinden op grond van artikel 2:185 lid 1 BW, op kosten van de bv ex artikel 2:23 lid 2 BW een vereffenaar te benoemen en de vereffenaar een aanwijzing te geven afstand te doen van het aanwezige banksaldo, zodat dit bedrag na aftrek van de beloning van de vereffenaar zal toekomen aan de redelijkerwijs rechthebbende. De rechtbank ontbindt de bv, benoemt de door het OM voorgedragen vereffenaar en bepaalt dat diens beloning zal (en kan) worden voldaan vanuit het beslagen banksaldo, ondanks de (vermoedelijk) criminele herkomst daarvan. Voorts beslist de rechtbank dat het aan de vereffenaar zelf is om zelfstandig te beoordelen of hij afstand zal doen van het aanwezige banksaldo. 24-11-2022
- Rechtbank Rotterdam Een stichting heeft sinds 2010 geen bestuurders meer. Een belanghebbende verzoekt de rechtbank om hem en vier andere door hem voorgedragen personen op grond van artikel 2:299 BW te benoemen tot bestuurder van de stichting. De rechtbank constateert dat haar op grond van dit artikel in deze zaak geen bevoegdheid toekomt. De rechtbank merkt het verzoek daarom niet aan als een verzoek ex artikel 2:299 BW, maar als een verzoek om een ‘welwillendheidsbeslissing’, een niet in de wet geregelde beslissing, die aansluit bij de statuten van de stichting. De rechtbank wijst het verzoek toe. 24-11-2022
- Rechtbank Gelderland Een DGA boekt een dag voorafgaand aan het faillissement een grote vordering op hemzelf administratief weg. De curator vernietigt deze rechtshandeling met een beroep op de pauliana. De rechtbank oordeelt dat deze vernietiging rechtsgeldig is, zodat de vordering wordt geacht nooit het vermogen van de vennootschap te hebben verlaten. 23-11-2022
- Rechtbank Midden-Nederland Een zowel arbeidsrechtelijk als vennootschapsrechtelijk ontslagen bestuurder verzoekt een billijke vergoeding van ruim € 1,5 miljoen bruto wegens het ontbreken van een redelijke ontslaggrond. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de vennootschap voldoende aannemelijk gemaakt dat zij een redelijke grond had om tot ontslag over te gaan, te weten een verschil van inzicht wat betreft het beleid, de wijze van prioritering van de werkzaamheden en de stijl van leidinggeven, en dat van ernstig en verwijtbaar handelen door de vennootschap niet is gebleken en dat daarom het verzoek van de bestuurder niet slaagt. 22-11-2022
- Rechtbank Midden-Nederland Een (middellijk) statutair bestuurder heeft volgens de vennootschap ontslag genomen, maar de bestuurder betwist dit. Op basis van getuigenverklaring staat voor de voorzieningenrechter voldoende vast dat de bestuurder daadwerkelijk ontslag nam. Het daaropvolgende ontslag van deze statutair bestuurder tijdens een algemene vergadering brengt ook mee dat zijn dienstverband als werknemer van de vennootschap is beëindigd. 09-10-2020