Update
Geachte mevrouw/heer,
Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan.
Rechtspraak
In deze nieuwsbrief vindt u een overzicht van de rechtspraak die de afgelopen twee weken op www.or-updates.nl is gepubliceerd.
Onderaan deze mail vindt u handige linkjes met weekoverzichten per instantie en kunt u de pdf met alle nieuw toegevoegde samenvattingen van ondernemingsrechtelijke uitspraken vanaf de website downloaden.
Onze zoekfunctie
Wist u dat OR Updates uit meer bestaat dan deze nieuwsbrief?
Onze website biedt u bijvoorbeeld de mogelijkheid om op doeltreffende wijze de database te doorzoeken, zodat u de voor u relevante uitspraken kunt vinden. Zo kunt u bijvoorbeeld zoeken op onderwerp, instantie, rechter of advocaat.
Kijk hier voor meer informatie over de mogelijkheden.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de ondernemingsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, dan kunt u mailen naar or-updates@budh.nl. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar info@boomjuridisch.nl.
Met vriendelijke groet,
Emmanuel Lokin
Hoofdredacteur OR Updates
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch In eerste aanleg oordeelde de rechtbank dat de twee bestuurders van een failliete bv op grond van kennelijk onbehoorlijk bestuur aansprakelijk zijn voor het faillissementstekort. Een van hen betwist dat hij kan worden aangemerkt als bestuurder, beiden doen een beroep op verjaring, voeren inhoudelijke verweren tegen aansprakelijkheid aan en doen een beroep op matiging. Niets mag baten, het vonnis in eerste aanleg blijft overeind en het beroep op matiging wordt afgewezen. 22-02-2022
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. Een van de aandeelhouders van een vennootschap heeft verzocht tot het gelasten van een concernenquête en het treffen van onmiddellijke voorzieningen bij de vennootschap en haar dochtervennootschappen. Uitsluitend het verzoek tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen wordt door de OK mondeling behandeld. Naar het voorlopig oordeel van de OK bestaan er gegronde redenen om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van de vennootschappen en zijn er zwaarwegende omstandigheden die maken dat de toestand van de vennootschappen het treffen van onmiddellijke voorzieningen vereist. De OK komt onder meer tot dit voorlopige oordeel omdat de belangen van de aandeelhouders door de bestuurders van de vennootschap onvoldoende worden gescheiden van het belang van de vennootschap. Zorgvuldige besluitvorming over een overeenkomst die belangrijk is voor de continuïteit van de vennootschap en haar dochtervennootschappen, lijkt daardoor niet mogelijk. De OK beslist daarom dat bij wijze van onmiddellijke voorziening een bestuurder wordt benoemd bij de vennootschap en (enkele van) haar dochtervennootschappen. Het verzoek zal voor het overige op een nader te bepalen datum worden behandeld. 24-12-2021
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam Tweede fase enquêteprocedure. Nadat een van de partijen terugtreedt als bestuurder, maar aanblijft als aandeelhouder van de vennootschap, raken partijen in onmin over besluiten genomen door de overgebleven bestuurders. Nadat de OK eerder – na vaststelling van wanbeleid – heeft besloten om niet tot ontbinding van de vennootschap over te gaan, geeft de OK nu opdracht aan de tijdelijk bestuurder en beheerder van de aandelen om een ontvlechtingsplan op te stellen. De vennootschap moet hen voorts vrijwaren voor kosten van verweer tegen eventuele aansprakelijkstelling en zij mogen daartoe zekerheid stellen. Gelet op het evident ongegronde verzoek van een van de partijen tot ontslag van de tijdelijk bestuurder, wordt verzoeker in de proceskosten veroordeeld op basis van het dubbele liquidatietarief. 23-12-2021
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; uitkoop. De OK wijst de vordering van een meerderheidsaandeelhouder tot uitkoop van enkele minderheidsaandeelhouders toe en stelt de prijs vast op het bedrag dat de OK in een voorafgaand arrest heeft voorgesteld, nu de meerderheidsaandeelhouder bij akte kenbaar heeft gemaakt dat zij bereid is dit bedrag te betalen. 14-12-2021
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; uitkoop. Een meerderheidsaandeelhouder vordert de uitkoop van enkele minderheidsaandeelhouders. De OK wijst de vordering toe. De OK stelt de meerderheidsaandeelhouder in de gelegenheid zich uit te laten over de vraag of zij bereid is een door de OK voorgestelde prijs per aandeel te betalen, of dat zij een deskundigenbericht nodig acht. Peildatum is in dat geval de datum van het onderhavige tussenarrest. 23-11-2021
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; uitkoop. Een meerderheidsaandeelhouder vordert de uitkoop van enkele minderheidsaandeelhouders. Vanwege een fors verschil tussen de stellingen van de meerderheidsaandeelhouder en de verklaringen van de notaris enerzijds en het aandeelhoudersregister anderzijds en gebrekkige toelichting dienaangaande, kan de OK het kapitaalvereiste en het stemrechtvereiste niet toetsen. Ook ontbreken stukken die de OK nodig heeft om een prijs vast te stellen. De meerderheidsaandeelhouder wordt in de gelegenheid gesteld nadere, onderbouwde toelichting te geven. 31-08-2021
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. Er is een geschil ontstaan tussen de aandeelhouders van een vennootschap waarin twee familiebedrijven samenwerken. Een aandeelhouder van de vennootschap heeft verzocht om een enquête en het instellen van onmiddellijke voorzieningen. De OK overweegt dat de werkwijze rondom tegenstrijdige belangen, informatievoorziening en werkwijze rondom aandeelhoudersvergaderingen, deponering en vaststelling van de jaarrekeningen, gegronde redenen opleveren om te twijfelen aan een juist beleid en juiste gang van zaken binnen de vennootschap. De OK haalt hierbij in het bijzonder de op artikel 2:8 BW gestoelde zorgvuldigheidsnorm uit HR 1 maart 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD9857 (Zwagerman) aan: de vennootschap moet zorgvuldigheid betrachten met betrekking tot de belangen van al haar aandeelhouders, waarbij, zoals hier het geval, in aanmerking moet worden genomen dat het gaat om minderheidsaandeelhouders tegenover meerderheidsaandeelhouders en om familierechtelijke verhoudingen tussen de bij de vennootschap betrokken personen, waarbij eerder dan in andere gevallen sprake kan zijn van de mogelijkheid van een vermenging van de belangen van de vennootschap en van sommige van deze personen. In casu wordt de informatie- en zorgvuldigheidsverplichting jegens de minderheidsaandeelhouder onvoldoende nageleefd. De OK gelast daarom een enquête. 01-07-2021
Rechtbank
- Rechtbank Gelderland De curator spreekt de indirect bestuurder van een failliete bv aan voor het boedeltekort en activeert het bewijsvermoeden nu vaststaat dat de publicatieplicht is geschonden. Ter ontzenuwing voert de bestuurder onder andere aan dat het faillissement het gevolg is van het uitbranden van twee bedrijfspanden, het vertrek van zijn grootste opdrachtgever en negatieve uitlatingen over hem en zijn bedrijf door zijn ex-vriendin. De rechtbank oordeelt dat met deze omstandigheden het vermoeden voldoende is ontzenuwd. De curator heeft geen andere feiten gesteld die kennelijk onbehoorlijk bestuur opleveren, waarmee de vordering van de curator strandt. 09-03-2022
- Rechtbank Noord-Nederland Een leverancier van een ticketverkoopsysteem van een museum komt bepaalde verplichtingen op basis van de overeenkomst en de Wft in het kader van het betalingsverkeer niet na. Het museum meent dat de bestuurder van de leverancier ervoor heeft gezorgd dat deze verplichtingen niet worden nagekomen en stelt de bestuurder aansprakelijk op grond van onrechtmatige daad. De bestuurder ontkent dat in strijd met de wet is gehandeld en dat dit ook niet relevant is vanwege nadere afspraken die met het museum zouden zijn gemaakt. De rechtbank overweegt dat de bestuurder een persoonlijk ernstig verwijt treft, maar dat niet kan worden vastgesteld dat het museum daadwerkelijk schade heeft geleden. De vordering wordt afgewezen. 23-02-2022
- Rechtbank Amsterdam De bezitter van een CF-stuk – een aandelenbewijs aan toonder dat in het verleden door een vennootschap is uitgegeven – beweert hiervan eigenaar te zijn en vordert dat de vennootschap wordt veroordeeld tot het erkennen van de bezitter van het CF-stuk als eigenaar van de aandelen die het CF-stuk vertegenwoordigt. De vennootschap betwist de stellingen van de bezitter van het CF-stuk, onder meer diens rechtmatig eigenaarschap. De rechtbank overweegt dat de bezitter van het CF-stuk wordt vermoed rechthebbende te zijn, maar dat de vennootschap voldoende heeft gesteld om dit wettelijk vermoeden te weerleggen. De bezitter van het CF-stuk heeft op zijn beurt onvoldoende gesteld om te worden toegelaten tot bewijsvoering. De rechtbank oordeelt dat de bezitter van het CF-stuk niet de eigenaar is van het CF-stuk en wijst diens vorderingen af. 12-01-2022